Als internationaal artiest krijgt hij welverdiend zijn eigen straatnaam in Kortrijk. Maar wie was hij feitelijk en hoe kwam hij in Kortrijk terecht ? Zo kom je ook aan de weet dat hij zijn straatnaam wel degelijk verdient ! Hierna het verhaal van een topartiest, levensgenieter, Casanova en Kortrijkzaan waar we fier op mogen zijn
Jean woonde aan de Fabriekskaai te Kortrijk, achter zijn woning op de huidige Eandis-site op Overleie krijgt Hij zijn straatnaam.
Zijn woning in Kortrijk.
Jean Walter, geboren als Jean, Guillaume, Marie Wauman de elfde februari 1922 in de Lamstraat te Sint-Niklaas, zou aanvankelijk in de breigoedzaak van zijn ouders gaan werken. Jean kwam uit een begoede familie. Als kleuter trekt Jean naar de Sint-Carolus Basisschool. Hij gaat eerst naar het Sint-Jozefsinstituut in de Ankerstraat, vervolgens naar Het Scheppersinstituut op de Melaan in Mechelen en tot slot naar het Atheneum in Sint-Niklaas waar hij maar een paar maanden blijft, want in 1940 breekt de oorlog uit en vlucht Jean met zijn familie naar Frankrijk.
Papa Waumans mocht je in die tijd wel een soort textielbaron noemen die niets liever wou dan dat zijn zoon zou voortstuderen. Om pa te plezieren, trekt Jean twee jaar naar het Technisch Textielinstituut in Sint-Niklaas zodat hij na zijn studies bedrijfsleider kan worden in de zaak van zijn vader, maar Jean wil iets anders. Hij wil zanger worden! Papa Wauman produceerde als nevenactiviteit in zijn bedrijf opvouwbare en geponste kaarten voor draaiorgels. Dat lag Jean meer na aan zijn hart. Dat zijn zoon zanger wou worden, interesseerde zijn vader niet echt. Het muzikale moet hij van zijn Zuid-Franse moeder hebben geërfd, maar die stierf amper elf dagen na Jean’s geboorte. Op school toont Jean tijdens de muziekles wél veel belangstelling en sluit zich in 1933 aan bij het kapelkoor onder leiding van E.H. Verdurmen van het Sint-Jozefsinstituut. Thuis wordt er meer naar klassiek geluisterd en naar de Nederlandse liedjes van The Ramblers en Kees Pruis. In 1940 zet Jean schoorvoetend zijn eerste stappen in de richting van de muziek. Hij is dan achttien. Hij is vaak te vinden op café .
Bobbejaan Schoepen - Will Tura en Jean Walter.
Zijn interesse,"De Jazzkring" in Sint-Niklaas waar hij uren lang van jazzmuziek kan genieten. In die tijd leert Jean ook Jef Burm en Bob Benny kennen, stadsgenoten van hem. Hij wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog in zijn stad een paar keer door de Gestapo opgepakt die hem verplichten in Duitsland te gaan werken. Daar ontdekken zij dat Jean goed kan zingen. Hij komt in 1942 in Duitsland voor de eerste maal in zijn leven in contact met professionele muzikanten en de Duitsers dwingen hem te gaan optreden met een, hoe vreemd het ook mag klinken, joods orkest. Of zij nu in Münster, Mannheim, Magdeburg, Berlijn, Würtzburg of bij ons optraden, zij werden overal op handen gedragen. Deze ervaring stimuleert Jean om na de bevrijding als zanger door te gaan. Om zich na dit avontuur wat veiliger te voelen, duikt hij onder tot aan de bevrijding. In Brussel wordt hij van dan af orkestzanger en zingt vooral jazzy getinte liedjes op een Amerikaanse leest geschoeid
In 1951 treedt Jean op in de betere Brusselse clubs m vervolgens de bühnes van de grote theaters te ontdekken. In Parijs en London leert hij van gekende artiesten als Aznavour en Becaud. Hij leert er ook met de betere orkesten op te treden.
Met Rocco Granata.
|