De school telde twee afdelingen: een Franse en een Vlaamse. Wie de Franse afdeling volgde, kreeg - tegen een kleine vergoeding - twee of drie uur Franse les per week. De meeste ouders stuurden hun kroost naar de Franse kant. Daardoor was de Vlaamse kant onderbezet en moesten telkens twee klassen samengevoegd worden: het eerste en tweede leerjaar samen in één lokaal evenals het derde en het vierde leerjaar.
Hieronder : Het lerarenkorps. Een aantal broeders maar ook de leraars Gerard Vantieghem, Georges Pattoor en Maurice Devolder.
Met de opbrengst van het eeuwfeest hadden de broeders tijdens het groot verlof de klassen een beurt gegeven zodat bij de opening van het schooljaar 39/40 alles fonkelde. Overal nieuwe borden en gekleurde wandplaten met Bijbelse en historische taferelen.Mozes in zijn rieten mandje, de Bruiloft van Kanaän, Jezus die met vijf broden en twee vissen een hele schare volgelingen voedt, Judas, de geniepigaard, die Jezus verraden heeft, de Vlaamse strijders die op de Groeningekouter met hun Goedendag de Franse ridders opwachten en de stoere Ambiorix van Tongeren, met snor en ontblote borst, die de Romeinse legioenen in de pan hakt.
Hieronder : Een jaarlijkse belevenis. Reclame “avant la Lettre”. De kameel van deegwarenfabriek Soubry deed alle scholen aan voor een foto met de leerlingen. Op de kameel ondergetekende Ronny Courtens, en fier dat we waren.
Maar het was vooral de klas van Br. Gordius die de bengels interesseerde. Broeder Gordius had een eigen bibliotheek. Had hij ze gekregen, gekocht of gebedeld, wie zal het zeggen, maar een echte bibliotheek vol boeken over verre ontdekkingsreizen missionarissen en heiligenlevens die tot voorbeeld moesten strekken. Daarnaast de Jeugdreeks van het Davidsfonds, de Vlaamse Filmpjes, en nog veel andere meer zoals Baeckelandt en de rovers van het Vrijbos, Zannekin, Lange Wapper, Scheve Zeven, Don Bosco, De Dolende Ridder, en de Blinde Bedelaar. Verhalen over zeerovers, cowboys en Indianen waren in trek, maar Conscience ‘s Leeuw van Vlaanderen spande de kroon.
Hieronder : Een jaarlijkse klasfoto met 1 & 2 de gebroeders Steyt van aan de Stade. 3 – Freddy Seys uit de Vlasbloemstraat, later gekend voetballer. 4 – Georges Penninck. Links broeder Paulinus. Achteraan op de muur de gedenkplaat.
Toen op 10 mei 1940 de oorlog uitbrak moest de school sluiten. De meeste lekenleraars waren onder de wapens en enkele broeders waren naar Frankrijk vertrokken om zich bij de rekruteringscentra te melden. Vanaf de tweede helft van mei was de school overspoeld door vluchtelingen en van 20 tot 23 mei werd een deel van de klassen door het leger als verbandplaats opgevorderd . Maar begin juni waren al de broeders weer op post, behalve Br. Nilus die in Frankrijk tijdens een bombardement de dood vond . De lessen hernamen in de tweede week van juni '40. Het schooljaar 1940/41 begon op 2 september 1940 met 376 leerlingen en 210 leerlingen voor de avondlessen. Verliepen de eerste drie oorlogsjaren nog min of meer deftig, vanaf de tweede helft van 1943 liep door het voortdurend luchtalarm alles in het honderd. Driemaal tot viermaal toe per dag naar de kelder hollen, was geen uitzondering. Na de grote bombardementen van 1944 werden de klassen ter beschikking gesteld van geteisterde stadsgenoten. Na het bombardement van 21 juli ging de school definitief dicht. In september werd de school korte tijd door Britse soldaten bezet, maar op 20 september hernam het nieuwe schooljaar met 295 leerlingen.
Hieronder : Klasfoto vierde leerjaar (?) met meester Vantieghem Robert.
|