Na de sanering van het ongezonde Overleie werden enkele nieuwe straten aangelegd. Vanaf 1905 werden een honderdtal huizen tussen de huidige Brugsestraat, Meensestraat en de Graaf de Smet de Nayerlaan onteigend en gesloopt. Op deze grond werd het “Volkspark” aangelegd, welke in 1907 werd ingewijd.(Vanaf 1935 Astridpark genaamd).
Aan de zijde van de Izegemsestraat was er een rotspartij welke vroeger een stenen wenteltrap bevatte waarvan het water tot in een beekje liep om in een vijver uit te monden. Niet ver van een betonnen boogbrugje boven die waterpartij, op een verhoogde heuvel werd een vlaszwingelmolen geplaatst.
Het betrof een stellingmolen die afkomstig was van Karel Quartier uit Kuurne die er geplaatst werd bij de aanleg van het park.Zijn plaatsing in het Volkspark was enkel als siermolen.
Er waren twee soorten vlaszwingelmolens een standaardmolen zoals Preetjes Molen (Uit 1966) in Heule en een stellingmolen zoals deze in het Volkspark. In Kortrijk, Heule en omgeving stonden in de tijd meer dan tien vlaszwingelmolens.
De molen werd in 1940 vernield door een orkaan en enkele dagen later afgebroken.
Het paviljoen met een rieten dak verdween kort na de tweede wereldoorlog.
(Bronnen : Archief Turbo - Paul Debrabandere – Beeldbank Kortrijk)
Charles Quartier vlasverkoper uit Kuurne richtte in 1882 een vlaszwingelmolen op bovenop een bestaand zwingelkot uit 1871 eigendom van Ignace Quartier. Na een blikseminslag met enige schade werd de molen gedemonteerd en overgebracht naar het Volkspark in Kortrijk. Op de foto diverse leden van de familie Quartier.
De molen voor 1910, het park was pas aangelegd gezien de beplanting nog klein was. Rechts het paviljoen met rieten dak.
De molen enkele jaren later met een groeiende beplanting, rechts terug het rieten paviljoen. Bemerk de drie kinderen per fiets. Het park was steeds een aantrekkingspool voor spelende kinderen, nu nog.
De molen en de vijver (in de volksmond “Het Wolleke”)
|