Tijdens de 1e WO liepen de kapel, de woning van de kapelaan en die van de putmaker beschadigingen op welke in 1920 hersteld werden.
Kapel en de poort voor het bombardement.Tot in de 16e eeuw was “Het beluuck van Magadaleene” zoals het toen noemde een georganiseerde instelling voor de opvang van leprozen, een poort voorzien van een hekken gaf toegang tot het domein, bij herhaling werd ze van een nieuw slot voorzien.

Kort voor de vernieling in 1944 (door een geallieerd bombardement) werd heel wat geruzied nopens het al dan niet klasseren van de kapel als historisch monument.
De kapel omstreeks 1935.

Bij het bombardement van 12 juli 1944 werd de kapel door een dichte treffer beschadigd waardoor een gedeelte van de fundering en muren in de bomkrater vielen.
Toestand van de kapel en de poort in 1944 na het bombardement, voor het bombardement was de kapel ook al niet meer onderhouden.

De schokgolf verplaatste delen van de kapel en veroorzaakte scheuren en instortingen. De kapel werd grotendeels verwoest, met uitzondering van voorgevel en een gedeelte van de dakconstructie. In de nacht van 20 op 21 juli 1944 wordt worden kerkelijke attributen naar de Sint-Maartenskerk overgebracht. Veel van het roerend patrimonium wordt gestolen vóór de aanvang van het ruimen van het puin. Na het ruimen wordt slechts een klein gedeelte van een zijmuur behouden.
Puinen van de kapel voor de sloping in 1946.

|