Donderdag 15 september 2011. We ontwaken rond acht uur. De zon schijnt door de geblindeerde ramen en nodigt ons uit om op te staan. Aan het ontbijt maken we een dag plan. Het wordt Triberg: Duitslands hoogste waterval en bergen tot 1163 meter hoog. Ons "Lucy" brengt ons veilig tot in de hoofdstraat van de stad Triberg. Het is net tien uur. De winkels gaan juist open. De koekoeksklokken vliegen je om de oren. Ook de prijzen springen hier uit de pan. Het Rathaus, gebouwd in de 19de eeuw, 1828 moet dat geweest zijn, is op zich al een kunstwerk. We klimmen verder naar boven. Voor de Wallfahrtskirche hebben we een mooi uitzicht over de stad. We bezoeken de kerk "Maria in der Tanne". Gebouwd van 1700 tot 1705. Het altaar is rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. Hier bewaart men het beeld van "Maria in der Tanne". In het jaar 1644 zou men dit beeld aan de stam van een spar hebben gevonden. We dalen terug af naar de hoofdstraat en klimmen daarna weer tot aan de ingang van de watervallen. Na 200 meter bereiken we de watervallen. Het water stort zich hier met veel kabaal 160 meter naar beneden. Een grandioos natuurschouwspel. We kiezen voor de lange groene wandeling. Het natuurpad van ongeveer 1/2 uur klimmen en dalen. We vergeten onze wandelschoenen aan te trekken . Op onze sandalen lukt het ook wel, maar je voelt elk steentje waar je stapt. Een belevenis.
Na de wandeling zetten we ons op een terrasje net aan de uitgang. Het is er redelijk druk. We bestellen er een biertje van een halve liter. We zitten gezellig in het zonnetje en genieten met volle teugen. Ons Rina neemt nog een Schwarzwald kirschetaart. Als kers op de taart, zeg maar.
Een uur later brengt "Lucy" ons naar het Eble Uhren-Park. Voorbij het centrum van Triberg, richting Gutach. De attractie daar is de grootste koekoeksklok ter wereld. Binnenin vindt je een souvenirwinkel waar je dure en goedkope klokken kan kopen, al dan niet met de hand gesneden. We rijden verder tot Schonach. Haupstrasse 6. Daar staat een koekoeksklok zo groot als een huis en dat gaan we bezoeken. Mits een kleine bijdrage, krijg je een korte uitleg over het ontstaan van de klok. Twee jaar heeft de eigenaar er aan besteed met hulp van vrouw en kinderen. Alles is in hout, met raderen zo groot als karrenwielen. Elk half uur laat de koekoek zijn geroep horen. In de tuin staat een reuzenhoed met rode bollen. Het beroemde handelsmerk voor het zwarte woud. De hoed met veertien rode ballen werd in het Gutachdal gedragen door de meisjes; getrouwde vrouwen droegen zo’n zelfde hoed met zwarte ballen. Onze dag loopt hier ten einde. We laten ons door "Lucy" terug rijden naar ons chalet in de Tablickweg. Maar dat komt niet goed. Waar wij overal gezeten hebben. Ze brengt ons langs eenzame, smalle wegeltjes steeds hoger en hoger. We weten dat we er niet ver af zijn, maar een kwartier later rijden we nog rond in "the middle of nowhere". Op sommige weggetjes wil ik geen tegenligger zien. Het pad is hier veel te smal om elkaar te kruisen. Ik heb er schoon genoeg van. Ik hoop er op om iemand tegen te komen en de weg te vragen. Maar welke richting moet ik uit om in de beschaafde wereld te komen? Ineens staan we op een kruispunt van drie zandweggetjes. En gelukkig…een kleine 200 meter voor ons een boerderijtje. Aan een aanpalende schuur wordt er geschilderd. Ik laat de wagen staan waar hij staat. Ik ga op de man af, doch deins een beetje terug als een grote hond blaffend komt aangelopen. Ook dat nog. Als die hond me nog bijt, zijn we nog verder van huis. Gelukkig fluit de eigenaar het dier terug. In mijn beste Duits maak ik de man duidelijk dat we, ondanks onze GPS, toch verloren zijn gereden. Ik vertel hem waar we moeten zijn.
Een gelukkig toeval. De man is postbode en doet zijn ronde alle dagen in Langenschiltach. Hij kent Maria Schultheiss dan ook hoogst persoonlijk. Eerst vertelt hij mij dat alles in het Duits, en om er zeker van te zijn dat ik het begrijp, nogmaals in het Engels. Bon, ik was al blij dat we werden geholpen. Ik moest van de "postbode" beloven om Maria de groeten te doen. Ik had totaal geen zin om hem te vertellen dat onze gastvrouw momenteel in België is. Ze komt aanstaande zondag wel terug, maar dan keren ook wij terug naar huis.
Naar aanleiding van de postbode waren we een grote tien minuten later op onze bestemming. We plaatsten de auto in de garage en drinken op het terrasje nog een stevige pint. Dat hebben we wel verdiend. Schol en tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.
|