Inhoud blog
  • Saint-Hubert 2
  • Saint Hubert 1
  • Zwarte woud 6
  • Zwarte woud 5
  • Zwarte woud 4
  • Zwarte woud 3
  • Zwarte woud 2
  • Zwarte woud 1
  • Diepenheimroute 2
  • Diepenheimroute 1
  • Zandvlietroute
  • Weekend Lommel 3
  • Weekend Lommel 2
  • Weekend Lommel 1
  • De witte van Zichem
  • Fietsen in Zoersel
  • Te voet naar de Panne dag 8
  • Te voet naar de Panne dag 7
  • Te voet naar de Panne dag 6
  • Te voet naar de Panne dag 5
  • Te voet naar de Panne dag 4
  • Te voet naar de Panne dag 3
  • Te voet naar de Panne dag 2
  • Te voet naar de Panne dag 1
  • Te voet naar de Panne - de voorbereiding
  • Klimmen en dalen
  • Joey's spreekbeurt
  • Heidefietsroute
  • Paasfietstocht
  • Kanaal Dessel-Schoten
  • Het Land van Stille Waters
  • Najaarswandeling Schoten
  • Herfstwandeling Brechtse Heide
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    franscroeskunst
    blog.seniorennet.be/franscr
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    1992
    blog.seniorennet.be/1992
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    connieneefs
    blog.seniorennet.be/connien
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    louis1946
    blog.seniorennet.be/louis19
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lovenich
    blog.seniorennet.be/lovenic
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    jompolparkiet
    blog.seniorennet.be/jompolp
    Wij wandelen en fietsen

    27-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De witte van Zichem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fietsknooppunten: 03-56-18-25-58-59-93-94-06-04-02-03.

    Zondag 12 augustus 2012. We gaan fietsen. De tweede helft van de week wordt mooi weer beloofd. We spreken af om in de provincie Vlaams-Brabant te fietsen. Als ik op sta en door het raam naar buiten kijk zakt de moed in m’n schoenen. Het is dicht bewolkt. Op sommige plaatsen doet de zon haar best om door de wolken heen te dringen. We gaan het er toch op wagen. Afspraak is afspraak. De wind waait zwak uit veranderlijke richting. Dat is toch al een pluspunt. Een thermos koffie en enkele flesjes water nemen we in een rugzakje mee. Geen picknick. Het wordt onderweg een snackje. Om 10:00u vertrekken we met de auto naar Langdorp, onder deskundige begeleiding van ‘Lucy’, onze GPS.

    We verlaten de snelweg via afrit 22 en rijden dwars door het centrum van Olen. Deze gemeente verwierf bekendheid door de volksvertelling over de boeren van Olen en de pot van Keizer Karel. De herberg hier aan het dorpsplein "De oude pot van Keizer Karel" zouden de "echte" pot bezitten. Vandaag staat het dorpsplein vol kermiskraampjes. We werpen nog een laatste blik op de koperen potten en rijden verder. De temperatuur is ondertussen gestegen tot 20°C. De bewolking lost op, zodat de zon kans krijgt om te schijnen. Ook ons humeur wordt beter. We verlaten het centrum en rijden door Oosterwijk. Een kleine wijk ten oosten van Olen van 842 ha. Het is hier een vlak landschap langs het Albertkanaal en de Boudewijnsnelweg.

    Even later rijden we door Herselt. Een landelijk woondorp. De prachtige Sint-Servatiuskerk waarvan alleen de 16de-eeuwse toren bewaard bleef. De rest van de kerk werd in 1913 tot 1916 herbouwd. Vanaf hier wordt het al heuvelachtig. Ons Rina begint al te panikeren en denkt er sterk over na om zichzelf een plezier te doen met een e-fiets.

    We zien een bordje staan langs de weg "Heimolen" aan de Molenheide. We gaan de molen nu bezoeken want hij ligt niet langs ons traject met fietsknooppunten. Het bordje wijst ons de weg langs een smalle baan. Als we nu een tegenligger krijgen weet ik niet hoe we elkaar op een veilige manier moeten kruisen. Gelukkig kunnen we naast de molen parkeren. Het is hier een drukte van jewelste. Fietsers komen en gaan. Tussen de molen en onze parking staan enkele tenten opgesteld om iets te eten en of te drinken. Je kan ook een papiertje laten afstempelen. Ik begrijp niet goed waarom, maar sta er echter niet bij stil. We gaan samen naar de molen. Het is ondertussen 11:00u. De wieken draaien rustig rond. Rode zeilen sieren de wieken. De zeilen zijn echt nodig want er staat heel weinig wind. De Heimolen bepaalt sinds 1662 hier het landschap. De laatste molenaar rolde in 1958 definitief de zeilen op. De molen kwam in verval. In 1995 kocht Natuurpunt de Heimolen op. Drie jaar later begon men aan de restauratie. In 1999 was de molen terug maalvaardig. De Heimolen is een staakmolen. Het is het oudste houten type windmolen in de lage Landen. De kast van de molen draait rond een 70 à 80 cm dikke stam. Enkele vrijwilligers voeren reparatiewerken uit aan de buitenkant van de molen. We klauteren de trappen op tot in de molen. We worden te woord gestaan door Vera, een stagiaire. Haar laatste jaar voor het behalen van een diploma. Ik wist niet dat je een diploma moest hebben om een zak meel te malen. Het gaat meer om de kennis van verschillende soorten molens, verteld ons de stagiaire. Het technisch vernuft, zeg maar. Vera houdt een oogje in het zeil bij het malen van het meel. Via een touw regelt ze de snelheid van de molenstenen die een verdiep hoger draait. Door aan het tweede touw te trekken regelt Vera de snelheid van de wieken. Het meel komt langs een "afreis" naar beneden en verdwijnt in een meelzak. Doordat de zon binnen schijnt zie ik veel stof opdwarrelen. Ik vraag of ze er geen last van heeft. Ze haalt haar schouders op. – "Het is maar voor drie uur" is het antwoordt. Ik denk er het mijne van en we gaan een verdiep hoger. We krijgen een deskundige rondleiding van de molenaar. Als hij hoort dat je het interessant vindt, krijg je zelfs een professionele uitleg. De wieken laten het grote rad draaien. Het grote rad laat op haar beurt weer 2 kleine raderen draaien. Vandaag draait slechts 1 klein rad dat Vera, de stagiaire, een verdiep lager bedient. Hierboven gaat het graan in een grote conische bak. Door een trekje aan het touw beneden lost de bak een aantal granen tussen de twee molenstenen. De stenen pletten het graan tot meel en valt naar beneden op de "afreis". Dat maakt het stof dat ik zag en dat je mee inademt. We gaan met ons drieën naar de begane grond en daar laat de molenaar zien hoe de molen rond de stam draait. Al het hout aan de onderzijde van de molen is zwart. Ik dacht dat het door een brand was aangetast. Maar er wordt ons uitgelegd dat deze houtsoort zo zwart wordt.

    Drie kwartier later rijden we verder. Het is niet ver meer tot Langdorp. Langdorp is een deelgemeente van Aarschot. Deze twee samen behoren tot de provincie Vlaams-Brabant. Het is net 11:50u als we de auto voor de kerk parkeren. Vanaf hier vertrekken we voor een tocht van ongeveer 32km fietsplezier.

    Het is druk op de fietspaden vandaag. Het wordt uitkijken. Blijkbaar wil iedereen vandaag van het mooie weer genieten. We rijden richting ‘Demer’ om route 56 te volgen. De rivier die via Werchter naar de Dijle stroomt. Ze vormt tevens de grens tussen de Kempen en het Hageland. We stoppen voor de brug. Hier staan verschillende knooppunten, maar het onze is er niet bij. Er zijn nummers bijgekomen. Onze kaart is reeds verouderd. Nu zien we dat we de verkeerde richting nemen. We mogen het water niet oversteken. We moeten terug en eerst knooppunt 81 volgen. Weer worden we verrast door de drukte. In groepjes van 10 tot zelfs 15 fietsers worden we voorbij gestoken. Wat is dat toch hier? We rijden voorbij de kapel O-L-Vrouw van de Donk, van bouwjaar 1992. De kapel wordt mooi onderhouden. Met het beeld van Maria met kind op onze netvliezen rijden we verder door een bosrijke omgeving. We rijden langs landbouwgrond waar tractors bezig zijn het afgemaaide gras om te draaien om het te laten drogen. Op een ander stuk grond rijdt een tractor met oplegger over gedroogd gras en maakt er balen van. Straks wordt alles opgeladen en naar de hooischuur gebracht. Even verder rijden we langs hoge maisvelden. Zelfs op de fiets is het onmogelijk er over heen te kijken. De wandelknooppunten zijn hier ook ingeburgerd. We fietsen nu zelfs op een GR-route. Aan knppnt 56 moeten we over een viaduct. Dan slaan we linksaf en kort daarna naar rechts. We zijn opnieuw in een bos beland. Het blijft druk van fietsers.

    Om 13:00u. rijden we langs Testelt. Een deelgemeente van Zichem-Scherpenheuvel. We komen echter niet door het centrum. Op het domein Averbode Bos en Heide houden we een rustpauze. Natuurpunt kocht dit gebied in 2004 aan. Na een grondige make-over van vier jaar is dit gebied toegankelijk. De natuur heeft zich hier weer ten volle ontplooid. Naast de fietsroutes, vind men hier meer dan 500km wandelpaden. Na onze rustpauze fietsen we rechtstreeks naar de Abdij van Averbode aan knppnt 18. Een kwartiertje later zijn we in de "Averbodense Heide". Het laatste stuk van knppnt 18 is een steile klimming van 300 meter. Ik geraak net boven met mijn fiets door op m’n trappers te staan. Ons Rina begint er zelfs niet aan. Ze stapt af en komt te voet naar boven. Als ik boven ben zie ik dat ze is blijven plakken bij een koppel dat net op het punt staat te vertrekken voor een fietstocht. Hier boven, rechts van mij, bevindt zich het Mariapark van Averbode van 1936. Als ons Rina boven is maken we onze fietsen vast aan een verkeerspaal. We bevinden ons op het drie provincieënpunt Antwerpen-Limburg- en Vlaams Brabant. Ondertussen is ook het echtpaar, waar ons Rina mee staan praten heeft, naar boven gefietst. Hij heeft een gewone fiets, zij rijdt op een e-fiets. Ze kwam vlot de heuvel op. Dat is ook de reden waarom ons Rina was blijven praten onderaan de heuvel. Het echtpaar is afkomstig uit Leuven en ze komen speciaal hier naar toe omdat deze regio nogal plat is. Leuven is nog heuvelachtiger. We nemen afscheid en wandelen door het Mariapark. Het is ondertussen 13:45u geworden. Het Mariapark is opgebouwd als een processietraject. Zeven "staties" in kunstbeton die de zeven smarten van Maria voorstellen. Pronkstuk van de Ommegang is de grot van O-L-Vrouw van Lourdes.

    Op het domein van de abdij zijn straatwerken bezig. Het plein is heraangelegd met klinkers en plavuizen. Nog enkele vierkante meter te gaan voor alles af is. We treden binnen in de abdijkerk. De kerk werd gebouwd in de jaren 1664-72. De vierkante klokkentoren van witte zandsteen werd in 1700 voltooid. Mijn eerste indruk is dat alles recent is opgeschilderd. Alles mooi wit zonder één enkele vochtvlek. Ook de zwarte lambrisering in satijnglans doet vermoeden dat de schilder is langs geweest.

    De Norbertijnenabdij kreeg haar uiterlijk in de 18de-eeuw. Na een verwoestende brand in 1942, waarbij de kerk gelukkig gespaard bleef, werd de abdij uitgebreid.

    Na ons bezoek rijden we langs de dreef nabij knppnt 58. Wel zeker 6 ijscowagens staan langs de kant van de weg. Bij elke wagen staan tientallen mensen aan te schuiven voor een ijsje. Op de zitbanken genieten ze dan van hun ijsje. Jong en oud naast elkaar. Dit tafereel hebben we vroeger gezien, en het is nog steeds het zelfde. De geschiedenis herhaalt zich. Even verder passeren we taverne " ‘t Vossenhol". De ideale plek om een rustpauze in te lassen en te genieten van een pannenkoek of een koel streekbiertje. Een heerlijke maaltijd of een snack is tevens ook mogelijk. Rechts van ons ligt het domein "De Vijvers". Een recreatiepark in een oase van rust en ruimte midden in het groen. Hier kan je zwemmen in een vijver met natuurwater en voor de kleinsten onder ons kunnen hun hartje ophalen in de grote speeltuin. Er zijn ook roeiboten en waterfietsen, trampolines en nog veel andere activiteiten. Te veel om op te noemen.

    Het wordt weer drukker op de fietspaden. Langs beide zijden van de baan zijn het files van fietsers. Ik heb nog nooit zoveel fietsers op de baan gezien als vandaag. Wat is daar de reden van? We zijn zo geconcentreerd op de baan en door de drukte, dat we bijna het huis van "De Witte" voorbij rijden. Het huis staat wat achteruit gebouwd en heeft een ruime verzorgde voortuin. Dit is of was het geboortehuis van Ernest Claes. De bekende Zichemnaar die hier geboren werd in 1885. Nu is het een museum. Ernest Claes stierf te Brussel in 1968 en werd begraven op het kerkhof van de abdij van Averbode. We bezoeken zijn geboortehuis. Het is hier rustig. Onze kinderen en kleinkinderen kennen Ernest Claes niet. Het verwonderd ons dus niet dat wij de enige bezoekers zijn. Ernest Claes schreef verschillende boeken, maar zijn boek "De Witte" is wel het meest bekende werk. Ik heb het vroeger ook gelezen. Ik ken zelfs nog een paar zinnen "van buiten": - "De Witte werd wakker en deed onmiddellijk zijn ogen wijd open. Zijn eerste gewaarwording was, verbazing, zo vlak voor z’n ogen de slaapkamer te zien. Het bed van Heinke daar in de hoek…". Verder moet ik passen. Ernest Claes schreef ook nog kinderboeken. Enkele staan op een klein achterkamertje in een vitrinekast tentoongesteld. Zijn werken werden in ettelijke talen vertaald, tot in het Turks en Hebreeuws toe.

    Na ons bezoek fietsen we tussen de drukte verder. Om 15:00u. staan we voor de Maagdentoren. Er voor staan is overdreven. Je mag er niet dichtbij komen. Hij staat volledig in de steigers. De stelling is dan nog met een zeil afgespannen tegen wind en regen. De alleen staande verdedigingstoren is een middeleeuws overblijfsel uit de 14de eeuw. Oorspronkelijk gebouwd met ijzerzandsteen. Opgetrokken in drie of vier niveaus en omgeven door een slotgracht. We zien de kerktoren van Zichem ongeveer 300 meter verder. Via een recent aangelegd fiets- en wandelpad rijden we naar het centrum. We maken onze fiets vast aan een paaltje op het marktplein. We willen de watermolen bezoeken die in het boek van Ernest Claes "De Witte" voorkomt. We vragen het aan een plaatselijke bewoner waar we de molen kunnen bezichtigen. We moeten de Ernest Claesstraat blijven volgen tot over de Demer. In de film van "De Witte" zwemt het hoofdpersonage met zijn kameraden in deze rivier. Ik weet niet of dat nu nog wordt gedaan. Over de rivier gaan we naar links. Aan de volgende brug staat de hoeve met waterrad. Vooral bekent als decor voor de films van "De Witte". Het gebouw is grondig gerenoveerd. Het maalgedeelte is nog gevrijwaard gebleven. Helaas is het waterrad van de Demer afgesneden en kan dus niet meer draaien. In de hoeve is nu een dokterspraktijk gevestigd.

    Het is ondertussen heel warm geworden. We wandelen in de blakende zon zonder hoofddeksel. Het frisse water van de rivier nodigt ons uit om een frisse duik te nemen. Maar we passen voor vandaag. We gaan de brug over en komen bij de kerk van Zichem. De gotische Sint-Eustachiuskerk is gebouwd in verschillende fases. De westertoren is van het jaar 1300. De kerk zelf van de 15de en de 16de eeuw. De pastorie bij de kerk dateert uit de 18de eeuw. De kerk is afgesloten. Voor de kerk, onderaan de trappen staat het bronzen standbeeld van Ernest Claes met "De Witte" op zijn schouders. Het beeld is geplaatst naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de schrijver, in 1985. We maken een tocht rond de kerk. Het ijzerzandsteen van de kerk is op verschillende plaatsen aan het weg kankeren. Enkele steunpilaren aan de zijkant van de kerk worden gestut door middel van ijzeren poutrels. Nog meer ijzer dus. Er stopt een auto vlak voor ons. Het raampje van de passagier wordt neergelaten en een dame van middelbare leeftijd vraagt de weg naar Zichen-Zussen-Bolder. Ik wijs het echtpaar naar het marktplein, want ‘wij zijn zelf niet van hier’. Ze danken ons hartelijk en rijden verder. Nu, we bevinden ons vlakbij de grens van Limburg, en Zichen-Zussen-Bolder ligt vlakbij Maastricht aan de Nederlandse grens. Ongeveer 60km verder. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij verwarren de mensen Zichem met Zichen. Wij wandelen tot op het marktplein en nemen een foto van "Het Wit Peerd". Het tolhuis uit 1617 om tolgeld te innen op het scheepvaartverkeer op de Demerrivier. We staan ook even stil bij het oorlogsmonument van de beide wereldoorlogen. Dan krijgen we echt zin in een snack. We hebben nog niets gegeten voor onze middag en dat laat onze maag wel horen. Er zijn drie cafés rond het marktplein. Eén ervan is "Wij, heren van Zichem". Genoemd naar de gelijknamige televisieserie. Geschreven door Ernest Claes en gedeeltelijk hier opgenomen. We zetten ons neer op het zonnige terras en genieten van een Blonde flierefluiter. Ook wel Westelse tripel genoemd. Gebrouwen te Opwijk met een alcoholpercentage van 8,5%. Het café heeft echter niets om onze honger te stillen. Zelfs nog geen zakje chips. Arm Vlaanderen.

    Om 16:20u. stijgen we terug op ons "stalen ros" en verlaten het centrum zoals we zijn gekomen. Terug langs het fiets- en wandelpad tot aan de Maagdentoren en sluiten terug aan op onze fietsroute. Vervolgens rijden we weer tussen weilanden en hectaren maïsvelden. Het is klimmen en dalen. Een ware uitdaging en er zijn stevige kuitenbijters bij. Een ware beproeving voor ons Rina. Even later zien we in de verte de basiliek van Scherpenheuvel waar we om 17:10 toekomen. Het is hijgen en puffen. Blij dat we kunnen halt houden bij het park "Maria ommegang". In deze tuin legde men in 1842-50 een kruisweg aan. We stallen onze fietsen en terwijl ons Rina op een bankje blijft zitten om uit te rusten, ga ik eenzaam en verlaten, zonder dat iemand mij vergezeld het park verkennen. Dit ommuurde park ligt rondom de basiliek. Langs de staties heerst rust. Weer is het klimmen en dalen. Ik ben aan de achterzijde van de basiliek. Ik neem enkele foto’s en keer terug naar moeder de vrouw.

    We stappen met de fiets aan de hand naar boven. De Basiliek ligt 61 meter boven de zeespiegel. Vandaar de naam: Scherpenheuvel. Voor de hand liggend, hé? Het is hier heel rustig. Scherpenheuvel, die ook wel de zevenhoekige stad wordt genoemd is de meest bezochte bedevaartplaats in België. Het stadje ontstond in het begin van de 17de eeuw. De O-L-Vrouw basiliek staat centraal. Het gebouw is ingewijd in 1627 en opgetrokken in witte zandsteen. Het was wachten tot in 1922 vooraleer het gebouw verheven werd tot basiliek. De eerste zondag na Allerheiligen vindt hier de kaarskensprocessie plaats. In mei en vooral op 15 augustus vinden hier de bedevaarten plaats. Boven de ingang van de basiliek verwelkomt een zin uit Maria’s lofzang de pelgrims. De enorme koepel van de kerk is bezaaid met 298 vergulde sterren. De klokkentoren bleef onvoltooid. We betreden de Basiliek langs een dubbele glazen deur. We zien onmiddellijk het houten beeldje van de Maagd Maria, dat vereerd wordt omdat het wonderdadig zou zijn. Een tiental gelovigen zitten te bidden. Hun ogen opgeslagen naar het beeld van Maria. Langs een smalle doorgang gaan we rond het hoofdaltaar terug naar buiten. Langs de kaarsenhuisjes slenteren we naar de kraampjes. Naast de traditionele snuisterijen en heiligenbeeldjes kan je als toerist ook terecht voor de streekspecialiteiten. De pepernoot en noppen. Het wordt laat. Tijd om het innerlijke te verstrekken. We zetten ons op het terras van een restaurant. Ons Rina kiest voor het vis menu met tongrolletjes en ik neem het steakmenu met echte Belgische frietjes. We spoelen alles door met een frisse cola en een grote pint.

    Na ons restaurant bezoek vertrekken we terug, het is ondertussen 18:30u. geworden. We moeten nog bijna 10km rijden. Op de hoek van de Isabellaplein en de Stationsstraat staat het huis van de Aartshertogen van omstreeks 1600. Nu is het een hotel-restaurant. Het wordt toch nog zeven uur voor we terug op onze route zijn. We volgen nog steeds knppnt 94. Weer wordt het klimmen en dalen. Een half uur later rijden we door het centrum van Rillaar. We wijken nogmaals af van onze route en rijden naar de kerk van Rillaar. Deze mooie parochie kerk werd gebouwd ter ere van Sint-Niklaas tussen 1858-69. Opzij van de kerk staat een monument van de seizoenarbeider dat ingehuldigd werd op 11 juni 1988. Aan de overkant van de straat zien we het voormalige gemeentehuis dat nu dienst doet als bib.

    Nog 6km. Het goede nieuws is dat we na elke klimming een afdaling krijgen. Het moment om ons te laten gaan. De snelste afdaling was er één van 39 km/u. Dat is te snel voor onze fiets. Het stuur begon te trillen en we moeten afremmen. Niet te hard remmen natuurlijk, anders verongeluk je ook. Om 20:00u dwarsen we de Demer en na een korte klimming staan we terug stil bij onze auto. Ondertussen is het rustig geworden op de weg. We zien maar af en toe een fietser rijden. Dat was daarstraks wel anders. We bezoeken nog eerst de Sint-Pieterskerk van Langdorp met ommuurd kerkhof. Op het kerkhof staan we even stil bij de graven van enkele vliegeniers uit Australië. Gesneuveld in 1943. In de toren van de kerk werden in 2008 nog twee klokken bijgegoten. Deze werden plechtig ingeluid op 18 mei van dat jaar door kardinaal Danneels. Langs de pastorie met zijn grote onderhouden tuin terug naar de auto.

    Het was een lange vermoeiende dag, mag ik wel zeggen. We hebben er toch volop van genoten. Het was druk van fietsers, wat het soms gevaarlijk maakt. Onderweg kunnen we zien wat daar de reden van was. Het was vandaag de 24ste editie van fietseling Aarschot. Een samenwerking tussen zes steden en gemeenten met als doel het organiseren van een jaarlijkse fietshappening. Verleden jaar waren er 6 000 sportievelingen. Volgens mij waren er dat vandaag een pak meer. Een uurtje later zijn we thuis en drinken op ons terras in de tuin nog een Duvel. Dat hebben we verdiend. Niet? Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten.   Foto’s: Rina Meurs.

    27-07-2015 om 12:29 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietsen in Zoersel
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Fietsknooppunten: 93-92-91-07-06-17-97-68-69-98-96-04-95-94-93.

    Fietsen is een gezonde vorm van bewegen. Fietsen is energie verbruiken. Calorieën verbranden. Een onderzoek in het Verenigd Koninkrijk wees uit dat regelmatig fietsen de levensverwachting verlengt met twee jaar. Er wordt dan ook massaal gefietst. Wij ook.

    Zondag 22 juli 2012. We rijden met de wagen over de snelweg E34 naar Zoersel. De gemeente ligt in het hart van de Antwerpse Kempen. Zoersel maakt deel uit van het toeristisch samenwerkingsverband "Land van Playsantiën". Het groene hart van de gemeente is het Zoerselbos. Een prachtig natuurgebied van 400 ha met wandel- en fietsroutes. Het bos diende ook als decor voor de boeken van Hendrik Conscience. Waaronder het boek uit 1850 "De Loteling", een weerwolf en De Bende van het Zoerselbos" hebben de schrijver hier geïnspireerd.

    De temperatuur bedraagt ongeveer 20°C. Vanmiddag worden zomerse temperaturen voorspeld van 25°C. Het werd tijd. We hebben lang moeten wachten op mooi weer. Maar eindelijk hier is ze dan: de zon. Er is nog wel bewolking, maar het zou droog blijven volgens de voorspelling. We parkeren op de parking nabij het Boshuisje. Ondanks het vroege uur is het al behoorlijk druk. We moeten wel uitkijken bij het uitstappen. De overvloedige regen van de afgelopen weken heeft de parking in een modderpoel veranderd. We maken een fietstocht vandaag van 28km. Een thermos koffie en een flesje water hebben we mee. Deze keer geen picknick. We nemen onderweg wel een croque uit het vuistje, of zo.

    We volgen eerst knooppunt 92 en rijden al tussen het Boshuisje en het Bezoekerscentrum. Maar dat alles is voor straks. We duiken nu helemaal het bos in. We hebben een redelijk goed fietspad. Doordat het pad wat bol ligt blijven er bijna geen waterplassen staan en ook geen modder. Naast het fietspad echter is een ruiterpad dat ook door tractors wordt gebruikt. Modder, slijk en veel plassen van regenwater. Als je daar invalt? Tussen de bomen, aan de rand van het pad hebben zich vijvers gevormd van regenwater. Er trekt geen water meer in de grond. Alles is verzadigd. Een klein half uurtje later houden we reeds onze eerste koffiestop. We rijden net uit het Zoerselbos en houden halt aan een schuilhok met picknicktafel. Het is druk. Fietsers, individueel of in groep, steken je voorbij of kruisen je. Iedereen wil vandaag buiten zijn. En gelijk hebben ze. Van elk uurtje zon moet je hier profiteren. Morgen moet je het weer afwachten. Wandelaars zijn er ook, maar in mindere mate. Het wandelnetwerk heeft hier ook zijn intrede gedaan. Na de fietsknooppunten zijn er de rood-wit bordjes hier in Zoersel bijgekomen. Een aanrader.

    We vervolgen onze weg over de Zoerselbosdreef tot aan het kapelletje van de rozenkrans uit 1960. Gebouwd door of voor Katherina Pannier – Groffi. Vlak voor knppnt 92, op het kruispunt Achterste Hoeve en de Zoerselbosdreef, staan we voor een grote smeedijzeren poort. Een lange smalle laan, tussen drie meters hoge kegels van taxus en afgeboord met een haag van buxus, leidt naar een enorm mooi sprookjeskasteel. Het Zoerselhof. Het vroegere Abtshof van de paters Cistercienzers werd opgericht in 1790. Na een zeer gevarieerd bestaan als pension, hotel-restaurant is het kasteel, in 1989, na een grondige restauratie in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. Volgens de overleving was het Zoerselhof in 1233 het jachtverblijf van de Hertog van Brabant. Het oogt mooi en wil het kasteel onmiddellijk ruilen voor mijn fiets. Omdat de zon schijnt maak ik er onmiddellijk twee fietsen van. Dit kasteel en het Boshuisje vinden we terug in een stripboek van Kiekeboe, album 112, met als titel "…en in kwade dagen." De strip werd uitgebracht in 2007. Ons Rina en ik zijn geen strip lezers. Onze zonen, Danny en Edwin, zijn echte fans van Kiekeboe, of van Fanny, en hebben deze informatie voor mij opgezocht. Waarvoor dank.

    We dwarsen de E34 en worden voorbijgestoken door groepjes wielertoeristen. Soms met tien of twintig in een peloton. Ze scheren en vliegen zo kort langs je heen dat ik amper durf in te ademen of ze plakken tegen mijn lippen. Over het viaduct zijn we in Pulderbos, op weg naar Pulle. Aan knooppunt 06 stoppen we even aan "Lovenhoek". Een natuurgebied dat beheert wordt door Natuurpunt met meer dan 500ha natuur. Het domein bezit een zeldzame fauna en flora, een belangrijke reeënpopulatie en ook de vos voelt zich hier terug thuis. Een prachtig natuurgebied dat vooral omringt wordt door rust. Nog bijna 3km tot het centrum van Pulle.

    We rijden over een smal fietspad. Links weer modder en slijk. Het is uitkijken bij tegenliggers. Zij willen niet uitwijken met die modder en wij kunnen niet naar rechts, omdat daar een sloot ligt. Maar we bereiken het centrum zonder kleerscheuren. In feite moeten we rechtdoor, maar slaan links af, richting kerk van Pulle. Pulle is een deelgemeente van Zandhoven. Het was een zelfstandige gemeente tot 1976. Het is bijna middag en we willen hier iets eten. We rijden in de Dorpstraat en stoppen aan huisnummer 41. Hier staat het oud-gemeentehuis van Pulle dat opgericht is tussen 1894-96. Nu is er de plaatselijke bibliotheek in ondergebracht. Naast het "gemeentehuis", achter huisnummer 43 bevindt zich de Pastorie van 1891-93. We fietsen tot voorbij de kerk aan het kruispunt. Hier is een zaak gevestigd die snacks serveert. Broodjes, croques, uitsmijter,…voor iedereen wat. Spijtig genoeg is de zaak in verlof. We keren terug tot aan de kerk. Oorspronkelijk werd de toren als wachttoren gebruikt. In 1670 werd het kerkgebouw bijgebouwd en is de huidige kerk ontstaan. De kerkklok in de toren is de oudste van West-Europa. De "Mariaklok" is van 1309. Tijdens WOII wilden de Duitsers er wapens van smeden. Maar door het preken en smeken van de toenmalige pastoor werd dit vermeden.

    We zetten ons op een klein terrasje over de kerk van Pulle. We maken er een korte sanitaire stop van. We zitten aan de straatkant en ademen telkens de uitlaatgassen in van de voorbij rijdende auto’s en bromfietsen. Dat maakt dat we om 12:15u de dorpskern verlaten. We rijden tussen weilanden waar paarden rustig staan te grazen. Even verder word het landbouwgrond. De mais groeit reeds boven ons hoofd. Gedaan met de panoramazichten. Boven de maisvelden zien we de toppen van loofbomen. Het is hier rustig en warm om te fietsen. Het hoge mais houdt ook de wind tegen. De bewolking begint onder druk van de zon op te lossen. Aan knppnt 68 draaien we rechts af en volgen nummer 69 langs het Albertkanaal. Op een zitbank langs het water nemen we genoegen met een koffiekoek die ons Rina vanmorgen van bij de bakker heeft meegenomen. Een kwestie van onze calorieën op pijl te houden. Een koffie of twee later fietsen we ongeveer 2km verder, en daar is mijne frank, of euro gevallen. We zijn de Fatimagrot vergeten te bezoeken in Pulle. Met daar in het centrum iets te zoeken om te eten is dat uit mijn hoofd gegaan. Ik heb dan ook geen pijlen zien staan die ons uitnodigden om de grot te bezoeken. Anders had ik het nog wel geweten. Terug rijden is geen optie. We rijden straks nog wel naar Pulle met de wagen.

    Onderweg verwonderd het mij dat sommige beken of sloten langs de weg nog kurkdroog zijn. Alsof het hier niet geregend heeft. Aan het einde van de straat zien we geen bordje. Welke richting moeten we uit? Links in de verte, een verrekijker is soms geen luxe, ziet ons Rina toch een wit met groen afgeboord bordje. Die kant uit dan maar na de drukke brede straat over te steken. We rijden juist. Na ongeveer 200m moeten we rechts af, een kasseiweg op. Een verwaarloosde kasseiweg. Volgens mij nog door de oud-Belgen aangelegd. De zijkanten van de kasseiweg zijn door zwaar vervoer volledig in de grond gereden. De zijbermen links en rechts zitten vol kuilen met modder of plassen regenwater. Hier is het even afzien. Op de kasseiweg rijden is niet te doen, en de zijbermen is ook geen optie. En dat over een afstand van ongeveer 2km. Dat wil zeggen: 2km balen. We dwarsen de Kleine Wilboerebeek en komen in Pulderbos. Een deelgemeente van Zandhoven die zelfstandig was tot 1976. Sinds 2008 is Pulderbos officieel het geografische middelpunt van de provincie Antwerpen. Om 13:30u staan we voor de kerk in het centrum. De Onze-Lieve-Vrouwekerk uit de 16de eeuw met ommuurd kerkhof is van rode baksteen. De toren is in zandsteen opgetrokken. Tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1914 brandde de kerk volledig af. Ze werd in 1922-24 terug hersteld. Het oud-gemeentehuis van Pulderbos, gedateerd van 1867, is een alleenstaand gebouw op het driehoekig Kempisch Dorpsplein. Onderaan in het gebouw is nog het "cachot" aanwezig. Het gebouw heeft tot 1982 dienst gedaan als apotheek. Nu is het een openbare bibliotheek. Achteraan is er een ruime parking voorzien.

    Even verder zien we de windmolen staan van Pulderbos. Op een heuveltje staat hij hier reeds van 1840. In 1877 werd de romp verhoogd en de wieken verlengd. Sinds november 1995 maalt de molen regelmatig op zondagnamiddag. Behalve vandaag, er is namelijk geen wind genoeg. Het is ondertussen twee uur geworden. Vandaag is het dan nog eens extra druk. Tussen de molen en het Molenhuis vindt een gratis muziekfestival plaats. Verschillende tenten staan in een halve cirkel rond een podium waarop bekende en minder bekende bandjes het beste van zichzelf laten horen. Dit jaarlijks gebeuren is een initiatief van de VZW MUMOZA. Elk jaar gaat de opbrengst naar een goed doel. Dit jaar word dat "Ziekenzorg Groot Zandhoven".

    In de molen krijgen we een deskundige rondleiding door twee jongeren van een jaar of 11. Wat de één niet weet vult de ander wel aan. Ze leggen alles zorgvuldig uit, hoe de molen werkt; welke molensteen drijft andere molenstenen aan, vanaf het malen van graan tot het bakken van brood. De molenaar houdt wel zijn pupillen van op afstand in het oog. Je weet maar nooit. Daarna verlaten we de molen. Het wordt aardig druk en lawaaierig.

    Eens buiten het centrum van Pulderbos fietsen we terug tussen de maisvelden. Het wordt drukkend warm. Geen zuchtje wind.

    Om 14:45u zetten we ons neer op het terras van het Boshuisje. Het is verschrikkelijk druk. Wat wil je? Met dit mooi weer. We hebben net een tafeltje kunnen bemachtigen. Niet iedereen heeft dat geluk. Sommigen moeten geduldig wachten tot er een tafeltje vrij komt. Het Boshuisje is gebouwd tussen 1800 en 1820. Het café-restaurant komt ook voor in een stripverhaal van Suske en Wiske. "De gouden ganzenveer" uit 1983. We bestellen een Petrus Oud Bruin en een boterham met kaas, ons Rina met kop. Het smaakt voortreffelijk.

    Tegenover het Boshuisje staat het Bezoekerscentrum. Sinds 1999 is er een permanente tentoonstelling over het leven en overleven in het Zoerselbos. De toegang en de tentoonstelling is gratis. Al het werk dat we hier zien is het resultaat van vele vrijwilligers.

    Nadat we het bezoekerscentrum verlaten fietsen we naar onze auto om de fietsen terug op te laden. Ik stel de GPS in en rij naar Pulle. Slechts 5km verder houden we halt aan de kapel van Sint-Rochus. Op de hoek Dorpstraat met de Boudewijnlaan. De kapel werd opgericht midden 17de eeuw. De Heilige wordt vereerd tegen besmettelijke ziekten. Waaronder de pest.

    In de buurt moet nog een kapel staan van bouwjaar 1900, maar we vinden ze niet. Waar de Fatima grot is weten we niet. We hebben geen adres. We vragen het aan een voorbijganger. We zijn er vlak bij. De straat oversteken en even verder links bevind zich het bedevaartsoord. Er is een kleine parking vlak na de ingang. Het Fatimapark werd in 1935 geopend door Remi van Beirendonck ter ere van O-L-Vrouw van Fatima, waar Maria zou verschenen zijn. Er zijn hier twee kruiswegen en een nagemaakte grot met de opgebaarde Jezus Christus. Er staan nog verschillende kleine kapelletjes met Heiligen, waaronder de H. Rita, H. Anna en Maria, H. Klara, H. St. Jozef en de H. Gabriël. Het is hier een oase van rust en stilte. We zijn dan ook de enige bezoekers. Het is een prachtig onderhouden park.

    Het was een leuke en leerrijke dag. Het aantal gefietste kilometers was niet zo veel, maar dat hoeft ook niet. We hebben onze conditie opgebouwd en genoten van de bezochte sites. Vooral het boshuisje was interessant. Heel interessant zelfs. We laten ons terug naar huis rijden door ‘Lucy’, onze GPS. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten   Foto’s: Rina Meurs

    20-07-2015 om 04:01 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne dag 8
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik wordt redelijk vroeg wakker vandaag. De zon schijnt door het raam naar binnen. Maar ik betwijfel of dat de reden is van mijn vroeg ontwaken. Ik ben vooral zenuwachtig. Ik heb gisteren nog gevraagd aan mijn gastvrouw om vroeg te ontbijten. Om half acht, als het niet te veel moeite is. Neen, was het antwoord, geen enkel probleem. Het is nu half zeven, dus nog een uur tijd om me te wassen en te scheren. Propere kleren aantrekken, want ik wil er op mijn paasbest uitzien. Mijn rugzak terug ordelijk inladen, zodat alles terug meekan. Ik ben ruim op tijd klaar. Om kwart over zeven sta ik al beneden. Voor de eerste maal van de week staat de tafel niet gedekt. Mevrouw heeft zich verslapen. Ze moest nog koffie maken en brood snijden.

    Om het kort te houden. Om 08:20u ben ik onderweg voor de laatste 15,6km naar De Panne. Net als gisteren waait er een stevige wind. Ik hou mijn jas aan en rits hem dicht tot aan mijn kin. Ik heb keelpijn, misschien van de wind gisteren. De zon verschuild zich regelmatig achter de wolken. De harde wind, die uit het westen komt, brengt ook het zout mee. Ik proef het precies al op mijn lippen. Of zit dat gevoel tussen mijn twee oren?

    Ik neem nog een paar mooie foto’s van het landschap hier in Pollinkhove. In de verte de kerktoren van Alveringem. Het is rustig wandelen op de asfaltbaan. Nu en dan passeert er een auto. Hier doe ik het voor. Wandelen over een weg die zich slingert tussen het groen. Weiden met alle soorten vee of landbouwgrond. De mais staat nog maar enkele centimeters boven de grond. Volgende maand zal hij zo hoog gegroeid zijn dat er van panoramazicht geen sprake meer zal zijn. Vlak voor het centrum zijn er wegenwerken aan de gang. Er is geen doorkomen aan. Ik maak een omweg en gebruik de kerktoren als baken. Tijdverlies, maar niets aan te doen. Ons Rina komt aan in het station van De Panne om 11:10. Dat haal ik nooit. Ik stap iets sneller om de verloren tijd in te halen. Mijn hielen protesteren. Mijn bleinen ook.

    Alveringem grenst aan Frans-Vlaanderen en is een uitgestrekte plattelandsgemeente tussen Veurne en Poperinge. Ik wandel voorbij de laatgotische Sint-Audomanuskerk uit de 16de eeuw. Tijdens WOI werd de kerk zwaar beschadigt. Ze werd nadien met de 46 meter hoge toren in zijn oorspronkelijke staat heropgebouwd. Het gemeentehuis van Alveringem werd eveneens zwaar onder vuur genomen tijdens WOI. Het complex werd afgebroken en opnieuw opgetrokken. In 1922 werd het gemeentehuis plechtig ingehuldigd tot aan de fusie in 1977. Nu is het een openbare bibliotheek en een verdiep hoger zijn er de kantoren van het OCMW.

    Om 09:10u verlaat ik reeds het centrum en stap duchtig door naar Oeren. Weer word ik aangenaam verrast door enorme landschappen. Oeren is een deelgemeente van Alveringem vanaf 1971. Ik blijf enkele ogenblikken staan voor de dorpsherberg "De Leute". Op het kruispunt van de Oerenstraat en Westover staat het alleenstaand café dat gedateerd is van 1672. Hier vergaderde de gemeenteraad van Oeren tot de fusie in 1971. Het dorpje Oeren leed fel onder de Eerste Wereldoorlog. Heel de Westhoek was een strijdtoneel tijdens de Eerste Wereldoorlog. Honderdduizend soldaten van meer dan 20 nationaliteiten vonden hier de dood. De militaire begraafplaats rond de kerk begon al in 1915. Er bevinden zich 642 graven rond de kerk. Na de grafschennis in 1918 vond hier in 1923 de vierde IJzerbedevaart plaats. De Sint-Apolloniakerk, uit de 16de eeuw, werd grondig gerestaureerd in 1960. Nu doet de kerk voornamelijk dienst als tentoonstellingsruimte.

    Ik zet er een stevige vaart achter tot er plots een zwaluw voor mijn neus langs vliegt. Dat verwonderd me wel, maar sta er verder niet bij stil. Een paar stappen verder weer. Dit is geen toeval meer. Ik kijk waar de zwaluw naar toe vliegt. Links van mij, achter bomen en struiken, staan weidepalen met prikkeldraad. Op die prikkeldraad zitten twee jonge zwaluwen met open bek te wachten tot één van de ouders iets in hun bek stopt. Aan hun dons te zien zijn ze nog niet lang uit hun nest. Mooi om af te zien. Maar ik moet verder. Ik blijf tussen landbouwgebied wandelen tot aan de Ieperse Steenweg/N8. Hier moet ik rechts af en wandel links van de baan op het fietspad. Wat een luxe. Daarstraks reden er massaal wielertoeristen op de zijbaan van de N8. Soms met tientallen in een peloton. Met of zonder volgwagen. Deze baan echter is te gevaarlijk denk ik. Hier geen wielertoeristen. Nog steeds wordt ik omringt door natuurschoon, af en toe onderbroken door een alleenstaande hoeve.

    In de verte de spits van een kerktoren. Ik denk dat het de kerk van Veurne is. Wie zal het zeggen? Na 1,5km moet ik opletten. Zelfs mijn routeplanner waarschuwt mij dat ik de E40 nader. Opletten dat je niet per ongeluk op de snelweg wandelt. Tenslotte is de snelweg altijd een beetje omrijden. En vandaag wil ik absoluut geen meter te ver omlopen. Ik moet rechtdoor en niet de N35 naar De Panne nemen. Ik blijf op de N8, richting Veurne. Aan de tunnel, vlak voor de bebouwde kom, heb ik een dilemma. Volgens de routeplanner moet ik de N8 blijven volgen, de tunnel in. Maar volgens mij mag je dat niet te voet doen. Er staan wel geen borden: verboden voor voetgangers, maar toch. Er is geen voet- of fietspad. Als alternatief loopt er een weg naast de N8. maar ik weet niet waar die weg eindigt. Dan maar vragen. Ik sta hier al te lang stil. Een fietser wil mijn pad kruisen, maar ik laat hem stoppen. Ik vertel hem het probleem maar hij kan me niet helpen. De alternatieve baan ligt hier nog niet zo lang en hij heeft er nog niet over gereden. Ik beslis dan maar om de alternatieve nieuwe weg te volgen. Alle wegen leiden naar Rome zingt Will Tura. En misschien ook naar Veurne. Tenslotte is de zanger daar geboren. Terwijl ik langs de nieuwe baan wandel komt de zon er opnieuw door. Het wordt warmer. Het wordt ook tijd om even te rusten. Ik ben al enkele uren onafgebroken aan het stappen en dat word ik gewaar. Maar mijn hart zegt door te stappen. Als excuus zeg ik tegen mezelf dat er toch geen zitbanken staan om even uit te blazen. Ik laat Bulskamp links liggen en ook de dorpskom van Veurne laat ik waar ze is, namelijk achter mij. Oef, geen kans om een terrasje te doen. Om 11:00u stap ik over de brug van de Bergenvaart. Een kanaal van ongeveer 23km lang dat in 1293 werd uitgegraven. In 1622 werd dit kanaal door de Spanjaarden verbeterd. Nog 5 kilometer. Ik weet het, ik haal het niet. Enkele minuten later wandel ik langs het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. Dit kanaal blijf ik nu volgen op de baan N39 tot aan mijn eindbestemming. De wind valt iets weg. Ik haal opgelucht adem. Er is een fietspad en maak er dan ook gebruik van. Heel in de verte de kerktoren van Adinkerke. Voor het moment is de toren nog veraf. Maar elke stap die ik doe komt de hij precies dichter en dichter. Rechts van de kerk staat een watertoren. Tussenin zie ik een attractie van Plopsaland. Het vroegere Meli-Park. Om 11:20u krijg ik een sms-je van ons Rina. Ze is op de afgesproken plaats aangekomen. Ik stuur een bericht terug dat ik nog een klein uur moet wandelen. Om 11:45u kom ik aan de rotonde. Hier moet ik naar rechts over de brug van het kanaal. Vanaf hier ben ik in de bebouwde kom van Adinkerke, een deelgemeente van De Panne. Adinkerke ligt nog ongeveer drie km van de kust. Ik stap nu in de Stationstraat tot aan het kruispunt met de Dorpstraat. Hier staat de Parochiekerk Sint-Audomarus met omringd kerkhof. Nog een paar meter tot aan de eindstreep. Ik steek de treinsporen over en sta aan het pas opgepoetste station van Adinkerke dat gebouwd is in 1913. Het is tevens ook het eindpunt van de kusttram.

    Hier staat mij een geweldige verrassing te wachten. Aan de overkant van het station barst een daverend applaus los. Ik zie de gezichten van mijn gezin die stralen in de zon. Dit had ik niet verwacht. Ons Rina, onze zonen Danny en Edwin met hun echtgenoten Veerle en Elke. En natuurlijk onze twee kleinkindjes. Ze zijn niet meer te houden. Ze komen afgestormd en werpen zich in mijn armen. Een fantastisch moment dat ik nooit zal vergeten. Nadien hoorde ik zeggen dat dit al van het begin vaststond om mij hier op te wachten. Op het terras van de taverne hebben we nog een uur nagepraat met de nodige verfrissing en een snack. Daarna werd een groepsfoto gemaakt en reden we met het trammetje naar het strand van De Panne.

    Langs de dijk wandelen we richting Frankrijk. De Panne is de meest westelijke gemeente van ons landje. Zowat één derde van alle duinen in België vind je in De Panne. Bij laagwater is het strand hier een halve km breed. Het is dan ook een waar paradijs voor zeilwagens en wandelaars. Ons Rina trakteert de kleinkindjes op een go-cart. Zo wandelen we tot aan het monument van Leopold I. Gebouwd op de plaats waar de eerste koning van België op 17 juli 1831 voet zette op Belgisch grondgebied. Het monument werd in 1958 ingehuldigd. Albert I en koningin Elisabeth vestigden zich hier tijdens de Eerste Wereldoorlog in een cottage vlak bij het strand. Daarna trakteer ik nog op een terrasje, maar dan moeten we echt terug als we de trein van vier uur willen hebben. Maar we hebben pech. Er word een tram tussenuit gelaten en de volgende heeft een kwartier vertraging. Zo komt het dat we net de trein zien doorrijden aan het station van Adinkerke. Wachten tot 17:00u.

    Tot hier het verslag van mijn voettocht naar De Panne. Conclusie? Bij mooi weer heb ik echt genoten. Van het slechte weer moest ik echt balen. Ik heb me dan enkele keren afgevraagd wat ik aan het doen ben. Maar dat hoort er allemaal bij. Het meest ergerlijke was het wandelen langs de Gewestwegen. Als ik dan een fietspad had mocht ik me gelukkig prijzen. Het is en blijft een risico om langs de baan te wandelen zonder voetpad. Punt.

    Ik heb genoten van de kleine dorpjes waar ik door stapte. Maar ook van de grote dorpen en steden. Overal waar ik kwam werd ik geholpen als ik iets vroeg. Ik wil vooral mijn gastgezinnen danken voor de comfortabele slaapplaats die mij werd aangeboden. Het ontbijt was steeds meer dan ik verwachtte. Ik ben overal stipt kunnen vertrekken.

    Volgend jaar gaan ons Rina en ik samen een trip maken, maar dan met de fiets. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.

    14-07-2015 om 06:31 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne dag 7
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zaterdag 16 juni 2012. Ik heb fantastisch geslapen in mijn super de lux B&B. Het ontbijt is ook helemaal af. Ik zit helemaal alleen aan de ontbijt tafel. Het duurt dan ook niet lang voor ik klaar ben en afscheid neem. Om half negen ben ik terug op weg voor een tocht van 27 km. Het is mooi weer. De zon schijnt en er is weinig bewolking. Ik ben uitgerust. Vol goede moed begin ik aan mijn laatste dag. Er staat een strakke wind. Maar liever dat dan de regen van gisteren. Ik sla links af, de viaduct over, waar ik een mooi panoramazicht heb. Veel weiland maar ook verschillende kerktorentjes in de verte. Ik ga richting Handzame, een deelgemeente van Kortemark. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit dorp volledig verwoest. Zoals gebruikelijk wandel ik links van de baan op het fietspad. Ik heb wind op kop. Voorbij het centrum van Handzame is het nog 3km tot Zarren en 10km tot Diksmuide. Links en rechts is er nog veel weiland. Koeien, schapen en paarden staan rustig samen in één weide in de zon te grazen. Een multiculturele weide zeg maar.

    Om 10u arriveer ik in het centrum van Zarren. Ik dacht aan een klein dorp of zelfs in een gehucht te komen. Maar Zarren heeft zelfs een industriezone. Het is toch een landelijk dorp en tevens een deelgemeente van Kortemark. Tijdens WOI werd het centrum zwaar beschadigd en grotendeels vernietigd zodat de bevolking geëvacueerd moest worden. Rechts ligt het dorp Werken. Dat laat ik gewoon links liggen. Werken is voor volgende week. Het stappen gaat goed. Misschien omdat ik gisteren goed heb kunnen rusten? Of omdat het de laatste dag is? Elke stap dat ik doe is een stap naar de eindstreep. Een stap dichter naar de kust en een stap dichter naar De Panne waar ons Rina mij staat op te wachten.

    Ik nader Esen en hoop daar iets te kunnen drinken en om eens even uit de wind te kunnen zijn. Maar ik klaag niet. Het is droog en zonnig. Maar die wind hé…! Om kwart voor elf ben ik in het centrum van Esen. Het dorp is een deelgemeente van Diksmuide sinds 1965. Ik kom aan de laatgotische Sint-Petruskerk die ook tijdens WOI zwaar beschadigd werd. In 1922 werd de kerk terug heropgebouwd. Rechts naast de kerk staat het Heilig Hartbeeld op een sokkel van hardsteen met gespreide armen. De namen op de sokkel, alfabetisch gerangschikt als aandenken aan de gesneuvelden van de beide Wereldoorlogen. Ik kijk om me heen. Ik zie nergens een plek om iets te drinken. Zou hier een alcoholverbod van kracht zijn? Ik vraag aan een groepje mannen die aan de kerk staan te praten of hier in de buurt een café is. Ze wijzen me naar Diksmuide te gaan. Ik heb ondertussen circa 8km gestapt. Het gaat redelijk goed. Al zou ik me graag even willen wegsteken voor de wind. Ik stap voorbij "De Dolle Brouwers" hier in het centrum. De fietsende brouwers brouwen hun bieren sinds 1980. De geschiedenis van de brouwerij gaat echter terug tot 1835 toen de plaatselijke arts de stokerij stichtte. Ik verlaat het centrum en houd nog even halt aan de kapel Onze-Lieve-Vrouw ter Hulpe. De legende verteld dat hier op deze plek in 1570 een klein beeldje werd gevonden. Tamelijk zwaar en van witte kleur lag het aan de stronk van een eikenboom. Het beeldje werd daar tentoongesteld en lokte van heinde en verre talrijke bedevaarders. Er werd dan besloten om een kapel te bouwen. Het oorlogsgeweld van 1914-1918 heeft de kapel niet gespaard. Ze werd totaal vernield. In 1929 werd dan de nieuwe kapel plechtig ingehuldigd.

    Om 11:30u. bereik ik dan eindelijk het stadscentrum Diksmuide. De stad aan de IJzer en de Handzamevaart. Via een smalle steeg kom ik op de Grote Markt. Aan de overzijde van het plein staat het stadhuis met belfort. De eerste steenlegging vond plaats in 1428. Het stadhuis werd dan verschillende malen vergroot met de eeuwen die verstreken. De laatste grote verbouwingen dateren van 1932 na de gruwelijke Eerste Wereldoorlog. De belforttoren herrees als symbool van de stedelijke vrijheid. De gotische Sint-Niklaaskerk achter het stadhuis werd eveneens tijdens WOI verwoest, maar werd in zijn oorspronkelijke vorm weer opgebouwd. Op 27 mei 1940 echter bombarderen de Duitsers Diksmuide met brandbommen waarbij de kerk praktisch volledig uitbrandt. Ze wordt weer heropgebouwd al slepen de werkzaamheden aan tot het begin van de jaren ’50.

    Op de Grote Markt staat het oorlogsgedenkteken met standbeeld van Jacques de Dixmude. Een bevelhebber van het Belgische leger dat zijn hoofdkwartier in het stadhuis had. De generaal verdedigde met zijn regiment en een 6000 man sterke Franse Mariniers tussen 16 oktober en 10 november 1914 de stad Diksmuide. In 1919 werd hij Baron. Generaal Jacques de Dixmude stierf in Stavelot in 1928. Ook op de Grote Markt staat het standbeeld van ’t Manneke uit de mane. Een verwijzing naar een volksalmanak voor Vlaanderen die in 1880 werd uitgegeven door een geheime genootschap. Na de Eerste Wereldoorlog stopte men de uitgave wegens gebrek aan medewerkers. Na een lange onderbreking werd opnieuw gestart met de uitgave van de almanak in 1964. Het beeldhouwwerk is in 1978 ingehuldigd.

    Het is terrasjesweer. Maar ik zet mij binnen aan een tafeltje. Zo ben ik een tijdje van de wind verlost. Ik eet een snack en spoel de maaltijd door met een frisse pint. Mijn voeten branden als de hel en zelfs mijn hielen beginnen pijn te doen. Ik neem een lange rustpauze.

    Om 13:00u. stap ik weer op. Ik heb nog een eind te gaan. Nog 15 kilometer. Ik stap terug door de steeg om op mijn route te komen. In de verte zie ik de IJzertoren staan dat zowel een vredesmonument als ereteken is voor de vele Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het front van de Eerste Wereldoorlog, waar het toen heel heet aan toe ging. Een restant getuigd hiervan is de beruchte Dodengang. De 6 letters op de 84 meter hoge toren: AVV en VVK, betekenen Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Kristus. In 1965 verrees de IJzertoren, die prachtig uitzicht biedt op een hoogte van ongeveer 22 verdiepingen over de omgeving. Eind augustus komen hier vele Vlamingen naartoe om de slachtoffers van het front te herdenken. Er is eveneens en tentoonstelling over de WOI.

    Een half uur later verlaat ik het centrum van Diksmuide en word onmiddellijk omringd door weiland. Ik stap op de N364. Bovenop het viaduct over de spoorweg moet ik vechten tegen de wind om recht te blijven. Ik heb wel een mooi uitzicht. In de verte rondom mij vijf à zes torenspitsen. Eén ervan is Oudekapelle. Daar wandel ik naartoe, links van de baan. Beneden aan de brug stopt plots het fietspad. Ik moet nu langs de kant van de rijbaan wandelen. Of in de berm ernaast. Er zijn te veel bulten en kuilen in de berm en stap op de doorlopende witte lijn die het einde van de baan aangeeft. Sommige auto’s wijken uit als ze me passeren. Anderen verplichten me opzij te springen in de berm. Het gevaarlijkst zijn de auto’s achter mij. Ik hoor ze wel afkomen, maar schrik toch als een tweede auto de eerste inhaalt en mij rakelings passeert op de rijstrook van de tegenligger. Omdat ik mij in een open vlakte bevindt, waait het precies nog harder dan daarstraks. Maar ik houd de moed erin. Elke stap is een stap dichter naar mijn einddoel. Voor het centrum van Oudekapelle dwars ik een brede waterloop. Ze slalomt tussen het landschap van weiden en landbouwgronden naar Diksmuide. Oudekapelle is sinds 1977 een deelgemeente van Diksmuide. Een landelijk polderdorpje met slechts 130 à 140 inwoners. Ik bezoek de Sint-Jan-Babtistkerk die te midden van een kerkhof en een dubbele rij linden staat. De kerk werd zwaar beschadigt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tussen 1920-26 werd ze weer heropgebouwd. Ik ben op 2 km van Nieuwkapelle en 6km van Lo. De N364 brengt mij om drie uur in de dorpskom van Nieuwkerke. Een klein landbouwdorp met een 150 tal huizen. Ik stap voorbij het Sint-Pietersplein waarop de heropgebouwde Sint-Petruskerk staat, omringd door de begraafplaats en lindenbomen. De toren staat in de steigers. Ook deze kerk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar beschadigd door bombardementen. Ze werd heropgebouwd tussen 1921-25.

    Ik verlaat het centrum en wandel weer langs de kant van de baan. Weer geen fietspad. Wordt hier dan nooit gefietst? Is er hier altijd zoveel wind, en kan je daardoor gewoon niet fietsen? Er passeert mij toch één fietser, een wielertoerist. Maar die rijden toch nooit op het fietspad. Daarom zijn hier geen fietspaden. In de verte de spits van een kerktoren. Van Lo? Ik hoop het. Ik was aan het eind van mijn krachten. Naar alle redelijke maatstaven heb ik de grenzen van het menselijke uithoudingsvermogen al een tijd overschreden. Mijn spieren zijn uitgeput. Mijn voeten voelen aan als hete kolen en mijn hielen probeer ik te sparen, maar dat lukt niet.

    Om 16:00u ben ik in het centrum van Lo, een deelgemeente van Lo-Reninge. De op één na kleinste stad van België. Rechts de Sint-Pieterskerk dat vroeger een deel was van de Augustijner abdij. Het oudste gedeelte dateert uit de 13de eeuw. In 1400 werd de kerk vergroot. In 1915 werd de kerk heropgebouwd na de verwoesting van WO I.

    Links pronkt het Oud stadhuis met belfort dat nu een hotel en restaurant herbergt. Het stadhuis dateert van 1565. In 1566 werd dan de toren gebouwd met de stadsklok en een kleine beiaard.

    In café "De Kleine Vate" lonkt het terras in het zonnetje. Ik ga echter weer binnen zitten. Uit de wind. Ik wil eerst nog wat rusten en iets drinken voor ik naar Pollinkhove stap. Mijn laatste slaapplaats voor De Panne. Een uur later stap ik opnieuw op. Ik moet niet langs het centrum van Pollinkhove. Voor de kerk sla ik links af, richting Lobrug. Zo kom ik enkele minuten later aan de Westpoort. Deze poort dateert van 1250. Eén van de zeldzaamste stadspoorten in West-Vlaanderen. De Caesarboom aan de andere kant van de Westpoort is een oude taxusboom. Volgens een oude legende zou Julius Caesar zijn paard aan deze boom hebben vastgebonden. Nu is de stam dicht gemetst en de takken worden gestut door middel van ijzeren stangen.

    Ik verlaat Lo via de Lobrug die de Lovaart overbrugt. Rechts over de brug staat de Lomolen. Een houten hek met een groot hangslot laat niet toe dat iemand de molen kan benaderen. Ik moet nog een eind tot aan het tankstation. Een uur later ben ik toch op mijn slaapadres. Het is ondertussen half zeven geworden. Ik ben moe maar tevreden. Langs een zoldertrapje kom ik op de zolder. Hier is een aparte slaapkamer gemaakt. Ook een badkamer en aparte toilet. Het is sober, maar voor mij is het voldoende. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.

    07-07-2015 om 12:19 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per maand
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    frankshotchpotch
    blog.seniorennet.be/franksh
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    thopiet
    blog.seniorennet.be/thopiet
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    luckruisstraat
    blog.seniorennet.be/luckrui
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    deprehistorie
    blog.seniorennet.be/deprehi
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    overmezelf
    blog.seniorennet.be/overmez

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!