Inhoud blog
  • Saint-Hubert 2
  • Saint Hubert 1
  • Zwarte woud 6
  • Zwarte woud 5
  • Zwarte woud 4
  • Zwarte woud 3
  • Zwarte woud 2
  • Zwarte woud 1
  • Diepenheimroute 2
  • Diepenheimroute 1
  • Zandvlietroute
  • Weekend Lommel 3
  • Weekend Lommel 2
  • Weekend Lommel 1
  • De witte van Zichem
  • Fietsen in Zoersel
  • Te voet naar de Panne dag 8
  • Te voet naar de Panne dag 7
  • Te voet naar de Panne dag 6
  • Te voet naar de Panne dag 5
  • Te voet naar de Panne dag 4
  • Te voet naar de Panne dag 3
  • Te voet naar de Panne dag 2
  • Te voet naar de Panne dag 1
  • Te voet naar de Panne - de voorbereiding
  • Klimmen en dalen
  • Joey's spreekbeurt
  • Heidefietsroute
  • Paasfietstocht
  • Kanaal Dessel-Schoten
  • Het Land van Stille Waters
  • Najaarswandeling Schoten
  • Herfstwandeling Brechtse Heide
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    fotografica
    blog.seniorennet.be/fotogra
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    moonwoman
    blog.seniorennet.be/moonwom
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    westkust
    blog.seniorennet.be/westkus
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    tinaatje
    blog.seniorennet.be/tinaatj
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    jan1948
    blog.seniorennet.be/jan1948
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    wenskaartjan
    blog.seniorennet.be/wenskaa
    Wij wandelen en fietsen

    25-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne dag 3
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vandaag is het dinsdag 12 juni. Het is een zonovergoten dag. Wat een verschil tegenover gisteren! Het had zeker geen uur langer mogen duren of ik had er de brui aan gegeven. Het was vooral de regen die de speelduivel was. Gisteren heb ik dan maar ongeveer 16 km afgelegd. Wat gaat dat zijn als je 25- of 30 km moet stappen. Laat ik daar niet aan denken.

    Ik vertrek stipt om 09:00u vanuit mijn gastadres naar Westdorpe in Nederland. Eveneens 16 km. Terwijl ik met mijn GSMmeke naar ons Rina bel wandel ik over een zandweg en slalom om de waterplassen heen. Nu ik terug in de zon wandel zie ik alles weer door een roze bril. Het landschap komt mooier tot zijn recht. De mensen zijn vriendelijker, als je dan al iemand tegen komt natuurlijk. Zelfs de paarden vinden het precies leuk om mij te zien. Ze blijven me aanstaren tot ik uit hun blikveld ben verdwenen. Wat later ben ik in Moerbeke, bekend om zijn suikerfabriek dat zijn deuren sloot op 2de Kerstdag in 2007. Men noemt dit dorp ook wel Moerbeke-Waas om niet verward te worden met Moerbeke bij Geraardsbergen. Ik ga echter niet door het centrum. Aan het einde van de Pereboomstraat kom ik voor een dilemma te staan. Ik moet links de Molenstraat in, maar hier zijn twee straten kort na elkaar zonder straatnaambordje. Welk van de twee is nu de Molenstraat? Weer zijn hier geen passanten. Aan de overzijde van de straat staan vier woningen. Zou ik aanbellen om de weg te vragen?

    Even wachten nog. De eerste straat links in een rustige smalle straat. De volgende straat loopt langs de E34. Ik zou voor de tweede optie gaan, maar aarzel nog. Plots komt een fietser op me toe gereden. Een heel oude man. Diep gebogen over zijn stuur en de wandelstok binnen handbereik. Ik roep of hij me kan helpen. Hij stopt op een heel onhandige manier dat ik er al spijt van heb het gevraagd te hebben. Nu hij toch stilstaat vraag ik hem naar de Pereboom straat. Hij fronst z’n wenkbrauwen en hakkelend in een vreemd dialect: -Aaa..’kben ni van hie’ éé…menneke!! Ik verontschuldig mij voor mijn onwetendheid en laat hem verder rijden. Gespannen blijf ik hem nastaren tot hij achter de bocht uit het zicht verdwijnt. Oef, hij zat nog op de fiets.

    Ik ga op verkenning in de eerste straat links. De rustige smalle weg loopt zo tweehonderd meter parallel met de snelweg maar splitst zich weer zonder straatnaambordje. Ik keer terug en bel dan bij de eerste woning aan. Geen reactie. Ook niet bij de tweede en derde woning. Bij de vierde woning probeer ik het al niet meer. Er komt een wagen aangereden, vanuit mijn wandelrichting. Ik laat hem halt houden en leg mijn probleem aan de bestuurder voor. De Pereboomstraat kent hij niet, maar Westdorpe ligt aan de overzijde van de snelweg. Hij wil me zelfs meenemen maar ik bedank vriendelijk. Dat had hij beter gisteren gevraagd, maar dat houd ik voor mezelf. Bijna een half uur later hervat ik mijn trektocht langs de E34 over een afstand van 2,3km richting Koewacht. Ik wandel links van de baan want het ontbreekt hier aan voet- en fietspad. De auto’s die mij passeren denken soms op de snelweg te rijden. Door de snelheid maken ze zoveel wind dat telkens mijn haar overhoop ligt.

    Een uur later dwars ik de snelweg. Het is al behoorlijk warm, vooral als je in de zon wandelt.

    Ik ga richting Overslag en stap op de Kruisstraat. Links de Papdijk in en ik wandel terug tussen het groen. Weiland en landbouwgrond. Om 11:45 wordt ik gebeld door Hubert met de vraag of alles in orde is en waar ik mij ongeveer bevindt. Ondertussen ben ik in het centrum van Overslag. Een dorp in de gemeente Wachtebeke. Vanuit het centrum passeert mij een man op z’n fiets, maar sla er verder geen acht op. Kort daarop rijd hij mij weer voorbij en stopt iets verder. Hij houdt mij staande met de nieuwsgierige vraag waar ik naartoe wil. Ik voldoe aan zijn vraag en hij wijst mij een kortere weg. 200 à 250 meter terug naar links en dan ben je zo in Nederland. En nog meer bla..bla. Het kan natuurlijk. Ik vertrouw het niet en zeg dat ik eerst in het dorp iets wil eten en drinken. Hier is niets open, zegt hij. Hier opent de Horeca maar eerst vanaf donderdags z’n deuren. Daarop vervolgt hij: dat ik beter die andere weg neem en in het volgende dorp is er genoeg open om te eten en te drinken. Ik geef me gewonnen. Ik ga de weg op die mij is aangeraden en sta even later aan de grens met Nederland. Twee zitbanken met hun respectievelijke kleuren. Zwart, geel en rood. De andere is rood, wit en blauw. Voor ik verder trek rust ik uit op de bank van België. Ik vertrouw de zaak toch niet helemaal. Mijn routeplan geeft de kortste weg aan. Dan wil die man mij laten geloven dat er nog een kortere weg bestaat? Nooit! Jamais! Ik besluit na mijn rustpauze terug te keren en op mijn routeplan verder te gaan.

    Een grote drie kwartier later sta ik voor de kerk van Overslag. Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte. De kerk werd gebouwd in 1711-12. In 1995 werd ze voor het laatst gerestaureerd. Overslag is een parochie waarvan een gedeelte zich op Nederlands grondgebied bevind en dus deel uitmaakt van de gemeente Axel. Op een steenworp van de kerk bevinden zich enkele grenspalen die de gemeenschap in twee klieven. Op het Nederlandse gedeelte wonen een 200 tal mensen, waarvan de gelovigen tot deze parochie behoren.

    Het is hier stil. Doodstil zelfs. En inderdaad, hier is niets open van café of Taveerne. Een kruispunt verder ben ik al uit de bebouwde kom en duik onmiddellijk de polder in. Ik heb geen water meer. Ik vraag aan een tuinman of hij mijn flesje wil bijvullen en wanneer hij mij een vol aanbied zie ik dat het een nieuw flesje is. Ik dank hem hartelijk en wandel tevreden verder in het zonnetje. Om 14:00u steek ik de grens naar Nederland over. Het begint hard te waaien. Achter mij sluit het wolkendek zich en wordt het donker. We gaan het niet droog houden vandaag. Hopelijk wachten de weergoden tot ik op mijn gastadres ben.

    Ik wandel door Westdorpe, een dorp in de gemeente Terneuzen in de Provincie Zeeland. Het dorp geniet bekendheid doordat er vaak de hoogste temperaturen worden waargenomen. Ondanks het dreigende onweer ga ik toch langs de kerk. De Onze-Lieve-Vrouw Visitatiekerk die hier staat werd gebouwd in 1946-47. Het dak werd gerestaureerd in 1990.

    Daarna bereik ik mijn gastadres. Ik word door een jonge vrouw met waakhond verwelkomt. Terwijl ze mij door de woning loodst krijg ik de richtlijnen te horen. Badkamer en toilet delen met andere bewoners. Geen lawaai na 10 uur. Ontbijt op de kamer op het afgesproken uur. Als ik nog weg ga, het zijpoortje gebruiken dat om 10u op slot wordt gedaan. Op het koertje toonde de jonge dame mij het poortje. Dan gaat het verder door de fietsberging. Door de garage die volstaat met kajaks, nog meer fietsen, machines, te veel om op te noemen. We maken een scherpe bocht naar links. Langs een trap naar boven tot op een verhoog met enkele deuren. Ze toonde me het toilet, het badkamertje en uiteindelijk mijn kamertje. Man, man, man, dit tart echt alle verbeelding. Mijn slaapkamer is oorspronkelijk een voorraadkamer. Rechts van mij een blauwe open kast met verschillende potten confituur. Een TV die gebruikt wordt om spelletjes op te spelen. Een heteluchtoven en wat lectuur. Naast de deur een klein tafeltje met twee stoelen. In de hoek een dubbel bed, waarbij ik als kleine mens bijna een trapje nodig heb. Boven het bed hebben ze dan een doek gespannen om de indruk te wekken dat je in een hemelbed ligt. De deur moet ik barricaderen met een stoel. Ze blijft anders niet dicht. Ik neem allereerst een douche, nu ik nog alleen ben. Deze deur kan op slot. Dat blijkt niet zo verstandig. Binnen de kortste keren zie ik geen steek meer van de waterdamp. Maar ik ben opgefrist. Een onweer barst pal boven ons los. Na afloop ga ik opzoek naar een plek om te eten. Ik vind zo direct niets en omdat het terug begint te regenen spring ik gauw een supermarkt binnen. Met chocolade, dito koeken en twee biertjes keer ik terug naar mijn bescheiden slaapgelegenheid. Ik kruip tussen de lakens en voel precies nog de kruimels van de vorige gasten. Ik lees ondertussen in een boek terwijl ik picknick in bed. Op een paar kruimels meer of minder komt het niet aan. Ik kan het zolderraam niet blinderen, maar slaap toch voor het donker wordt. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.

     

    25-05-2015 om 11:58 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne dag 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het is zwaar bewolkt en regenachtig als ik ’s morgens door het raam naar buiten kijk. Aan de waterplassen te zien is er reeds behoorlijk wat liters water gevallen. Ik heb mij deze dag wel heel anders voorgesteld. Op het afgesproken uur zit ik aan het ontbijt. De tafel is rijkelijk gedekt met verschillende soorten brood en beleg. De koffie is heerlijk en de aardbeien zelfs voortreffelijk. De gastvrouw houd me gezelschap en wil alles weten over het verloop van mijn tweede dag. Mijn trektocht brengt mij vandaag tot in Stekene. 16 km van hier. Maar…bij de voorbereiding vond ik de afstand te kort. Ik wil niet te vroeg op mijn volgende gastverblijf aanbellen. Daarom wordt mijn tocht vandaag 22 km. Ik stap eerst naar De Klinge, een klein dorp dat een deelgemeente is van Sint-Gillis-Waas. Goed voor 10,3 km. Daar in het centrum iets eten en rond slenteren om dan nog 11,9 km wandelen tot in Stekene. Dat is het  plan voor vandaag.

    Om 08:55 wandel ik door de Fruithoflaan naar de Beekstraat. Het is net terug beginnen regenen. Ik heb mijn regenjas aan en wandel dapper verder met de grote paraplu boven mijn hoofd. De grote van mijn regenscherm heb ik speciaal gekozen om mijn rugzak mee droog te houden. Maar het begint wat op te klaren. Het is nog rustig in de straten van Vrasene. Het verwonderd mij, het is toch een gewone werkweek? Ik wandel even over een asfaltbaan die overgaat in beton. Rechts enkele boerderijen, links een groen landschap van weiden en landbouwgrond. Aan een kruispunt van vier straten bemerk ik dat ik fout zit. Ik bewandel de Kouterweg en dat is niet volgens plan. En natuurlijk geen kat op straat. Even verder toch iemand die reeds in de tuin werkt. Hij stuurt mij terug tot het kruispunt. Ik moet kiezen tussen twee straten en besluit om de naderende auto te laten stoppen en de weg te vragen. Moeder en dochter willen me echt helpen, maar hun GPS laat het toevallig afweten. Ze vertellen me dat ze van Sint-Gillis-Waas komen, dus sturen ze me die richting uit. Ik wandel op een smalle baan. Net breed genoeg voor één auto. Links en rechts weiden met koeien en schapen. Vlak voor het centrum beland ik weer in een verkeerde straat en begint het ook nog eens te regenen. Het is ondertussen 10u geworden en loop een beetje in een kringetje rond. Ik weet niet waar naar toe. Ik begin te twijfelen over mijn tocht naar De Klinge. Met dit weer is het misschien raadzaam om ineens naar Stekene te stappen in plaats van een omweg te maken. Ik weet niet waar ik ben en er is niemand op de weg. Met dit weer kan ik ze geen ongelijk geven.

    Ik nader een T-splitsing en mijn wegbeschrijving geeft dat niet aan. Mijn hart zegt naar De Klinge te stappen, maar mijn gezond verstand laat niet toe in deze omstandigheden een omweg te maken. Mijn rechtervoet speelt voor jury. Ik stap rechtstreeks naar Stekene wat weer een dilemma geeft. Nu klopt mijn routeplan helemaal niet meer. Ik stap in ieder geval naar het centrum van St-Gillis. In de Kerkstraat reist de kerk hoog boven mij uit. De Sint- Egidiuskerk is van 1875, gebouwd op de grondvesten van een veel te klein geworden kerkje uit de 13de eeuw. Het omliggende kerkhof werd reeds een tijd geleden vervangen door autostaanplaatsen. Het politiebureel was vroeger het gemeentehuis en van oorsprong uit 1742. Even verder aan het kruispunt met de Pompstraat staat de parochiepomp die vroeger ook dienst deed als schandpaal. Sinds 1997 is ze gerestaureerd. Aan de Burgemeester Omer De Meyplein staat het statige gemeentehuis. Het vroegere Hof Sanders. Na een grondige restauratie werd de woning ingericht voor de gemeente diensten. Sinds 1961 kan je hier terecht voor alles en nog wat. Een parkeerplaats moet je niet zoeken. Hier is plaats zat.

    In de Bosstraat zie ik een auto staan van de post. De bestuurder zit achter zijn stuur, maar rijdt verder voor ik tot bij hem ben. Uiteindelijk kan ik dan toch iemand vragen om mij de weg te wijzen naar Stekene. Toevallig ben ik zelfs nog op het goede pad. Voorbij de Doornstraat wandel ik op een Heerweg. Zo beland ik dan in Kemzeke. Een landelijke gemeente waar ik zelfs tussen fruitbomen stap. Allemaal peren zo ver ik kan zien. Het begint harder te regenen.

    Voor de fusie van 1975 was Kemzeke een zelfstandige gemeente. Nu is ze een deelgemeente van Stekene. Ik beland allereerst bij de 17de eeuwse Twistkapelletjes op het kruispunt met de Heirweg. Bijna identieke kapelletjes met de voorzijde naar elkaar gekeerd. Ze staan op een ovaal pleintje met twee zitbanken omringt door lindebomen. Gebouwd om een einde te maken aan een langdurige ruzie tussen de kerkmeesters van Sint-Pauwels en Kemzeke, omtrent de eigendom van de offergiften in het boomkapelletje op die plaats.

    Om 11:30u kom ik in het hart van Kemzekedorp op het parkeerterrein rond de kerk. De mooie St-Jacobuskerk, met een oorlogsmonument uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De arduinen gemeentepomp uit de 19de eeuw tegen de zijgevel van het gemeentehuis is van 1750. Het was hier in Kemzeke dat Eddy Merckx zijn allerlaatste wedstrijd reed tijdens de Waasland omloop in 1978. Voor ik verder stap naar Stekene wil ik eerst eten en drinken. Sinds mijn vertrek heb ik zelfs nog geen rustpauze genomen. Hier rond de kerk zijn alle winkeltjes gesloten. Ook de plaatselijke horeca is hier vandaag dicht. Dikke pech. Het stopt met regenen en het klaart wat op. Ik zie geen richtingsaanwijzer of plaatselijke bevolking waar ik de weg kan vragen. Achter de hoek heb ik meer geluk. Een jonge man is ongeveer 100m verder de koffer van een auto aan het laden. Ik vraag hem de weg en hij wijst me gewoon verder te gaan. Kan ik ergens een broodje eten is dan mijn volgende vraag? En, ja hoor. Op de hoek van de volgende straat is een broodjeszaak met alles erop en eraan. Ik ontdoe mij van 8 kilo en zet mij aan een tafeltje in de hoek van de zaak. Het broodje smaakt heerlijk en ik kan wat uitrusten. Mijn rechtervoet brandt. Ik blijf een uur zitten en vertrek dan weer. Vanaf hier staan borden richting Stekene. Heel ver is het niet meer en ik heb tijd zat nu. Het stopt met regenen en de zon dringt door de wolken door. In de Bormtestraat zet ik mij op een bank voor een kapelletje "Koningin van de rozenkrans".

    Mijn gastadres bevind zich buiten het centrum van Stekene, maar ik besluit om toch eerst naar het centrum te wandelen. Iets drinken om dan tegen een uur of vier naar mijn slaapadres te gaan. Den boog moet niet altijd gespannen staan. Prima idee, toch? De zon verdwijnt terug achter de wolken en het wordt winderig. Enkele minuten later regent het opnieuw. Ik loop voorbij het gemeentehuis van Stekene. Het is een neogotisch gebouw uit 1882-83. Rechthoekig gebouwd met in het midden een uitgewerkte vierkante toren met spietorentjes. Aan het marktplein staat de opvallende waterpomp. Het oude gietijzeren ding is van 1873 en grasgroen geschilderd. De Heilige Kruiskerk staat in het midden van de dorpskom. Op de plaats van het kerkhof is een grote parking aangelegd. Aan de andere zijde van de kerk te midden van een plantsoen staat de schandpaal uit 1774 en 2 arduinen grensstenen. Op de Polenlaan stap ik een taveerne binnen om te genieten van de rust en een frisse pint. Op een groot TV-scherm volg ik het tennis, maar het boeit me niet echt. Dag twee was voor mij al zo goed als afgelopen. Hopelijk is het morgen beter weer en heb ik voldoende gerust om verder te trekken.

    Ik weet echt niet meer hoelang ik er gezeten heb. Ik wil gewoon weer verder. Al is het dan door de regen. Ik ben net buiten als ik me realiseer dat ik heb nagelaten om de weg te vragen. Dan maar iemand anders lastig vallen. De volgende persoon stuurt mij naar het toeristen bureeltje voorbij het gemeentehuis. Daar krijg ik een stratenplan mee. Ik moet hier niet zijn. Ik moet naar Klein-Sinaai. Nog ongeveer 6km. Langs de oude spoorlijn Moerbeke - St. -Niklaas. De spoorlijn is sinds 1964 stopgezet en reeds enkele jaren een veel gebruikt fietspad.

    Bon, door de wind. Door de regen. Dwars door alles heen. Met het stratenplan in de ene hand en de paraplu in de andere stap ik over de oude spoorweg naar Klein-Sinaai. Aan het volgende kruispunt sta ik ineens terug op de Bormtesteenweg. Ik ben in een kringetje gelopen. Ik probeer me te oriënteren, maar dat lukt me niet direct. Aan de overkant roept een oud moedertje. Ik had haar al wel opgemerkt. Met haar loopkarretje strompelde ze wat vooruit en wilde haar dan ook niet lastigvallen. Nu ze zelf aanbood om te helpen, aarzelde ik toch nog. Ze was echter nog heel pienter. Ze wil weten waar ik naar toe wil. Oh… Klein-Sinaai? Dat ken ik. Daar woont mijn zuster. Ik blijf geduldig naar haar verhaal luisteren.

    Een tijd later wandel ik over de Spoorwegwegel. Ondanks het natte weer rijden er nog behoorlijk wat fietsen. Een groot kwartier later ben ik omgeven door weilanden met koeien en schapen. Het begint harder te regenen en er steekt een strakke wind op. En als dat nog niet genoeg is, krijg ik ook nog diarree. Maar heel ver is het niet meer. Ik heb trouwens geen WC-papier bij. Om 15:15u wordt ik omgeven door bos. Als ik me nu eens hier neerzette? Neen, te veel fietsers. Op de koop toe rijden hier heel wat kinderen met hun fietsje van school naar huis. Maar heel ver is het niet meer. Ik moet nochtans heel dringend. In de verte een kruispunt. Is daar Klein-Sinaai? Had ik in Stekene maar niet zolang blijven zitten dan was ik er al geweest. Aan het kruispunt moet ik nog verder rechtdoor. Maar ik houd het niet meer. Ik ga zo ver mogelijk van het pad af en tussen de bomen. Ik scherm me nog af met mijn paraplu en gebruik het papier van mijn route. Dat klopt toch helemaal niet meer. Alleen het laatste stuk. Het adres waar ik moet zijn houd ik nog bij.

    Aan knooppunt 66 zie ik een kerktoren. Het is de kerktoren van Klein-Sinaai. Ik wandel langs het oude stationsgebouw dat nu dienst doet als scoutslokaal. Tien minuten later word ik verwelkomt door mijn gastvrouw Irene. Ze is nog heel actief voor haar ouderdom. Vooral in de tuin. Vangt nog dagelijks haar kleinkinderen op en kookt als de beste. Irene heeft zelf vier kinderen, tien kleinkinderen en reeds één achterkleinkind. Mijn slaapplaats is op de bovenverdieping die bijna geheel voor mij is. Blijkbaar heeft één van haar kinderen hier nog een tijdje gewoond. Mijn beide voeten hebben nu een blein. Voor ik ga slapen verzorg ik ze zo goed mogelijk. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten   Foto’s: Rina Meurs.

    20-05-2015 om 18:39 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne dag 1
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zondag 10 juni 2012. Eindelijk is het zo ver. De dag van mijn vertrek. Ik heb er maanden naar uitgekeken. Soms uren wakker gelegen. Ik was er alle dagen mee bezig. Een week duurde een maand. Een maand leek een eeuwigheid. Gisteren hebben we mijn rugzak gevuld en gewogen. 8,4kg. Nadien de route voor de zoveelste keer gecontroleerd en op tijd naar bed. We zijn vanmorgen om 07:30 u opgestaan na een goede nachtrust. Eerst een stevig ontbijt en een picknick voor vanmiddag. Ons Rina stapt mee tot aan Linkeroever. Een tocht van 12km. Daar nemen we afscheid van elkaar, en stap ik alleen verder tot mijn eerste slaapplaats in Vrasene. Goed voor 24 km. Het is stralend weer. Geen bewolking te zien aan een helder blauwe hemel. Dat geeft een boost.

    Om kwart voor negen vertrekken we. Links naast het Veltwijck kasteel dat werd aangekocht door de gemeente Ekeren in 1930. Aan de restauratiewerken werd in 1980 begonnen. Achter het kasteel staat het arduinen standbeeld van de Godin Flora. Dit beeld staat voor een legende van een jonkvrouw die door haar vader in het torenkamertje werd opgesloten wegens haar liefde voor een simpele knecht. Van verdriet sprong ze door het raam en verdronk in de omliggende vijver van het kasteel. Haar vader plaatste het beeld naar aandenken van zijn geliefde dochter.

    Door een hekwerk stappen we het domein Oude Landen in. Een 90ha groot natuurgebied dat wordt beheerd door Natuurpunt. In 1968 verkocht de militaire overheid het domein aan de Stad Antwerpen. In 1972 verlieten de laatste soldaten het domein en sindsdien is er hard gewerkt om er een toegankelijk natuur domein van te maken. Met een kronkelende Oudelandse Beek, wilde graslanden en wilgenbosjes. Talrijke rietvogels waaronder de karewiet en de rietgors broeden hier reeds enkele jaren. Ook is het mogelijk om wilde fazanten te spotten. We wandelen hier graag waarbij we telkens op zoek zijn naar de Schotse Galloway-runderen die hier grazend een handje helpen bij het beheer.

    We gaan rechtdoor om de modder heen. Het heeft de laatste weken herhaaldelijk geregend. Er blijven op de wandelpaden talrijke plassen hemelwater staan dat in de grond moet trekken of verdampen in de zon. Het bladerdek is te dik om zonnestralen door te laten. Hoe dan ook, er ligt hier veel modder. Met onze broekspijpen in de sokken valt het nog goed mee. Langs de Oudelandse Beek wandelen we door een prachtig bos. We worden omringd door het gekwetter en gefluit van verschillende vogels. Zouden ze elkaar verwittigen dat er mensen in de buurt zijn? Of laten ze zo horen waar hun territorium is? Mij om het even, ik houd van hun ochtend gezang. Er is nog steeds geen wolkje aan de lucht en bijna geen wind. Toen ik hier in maart wandelde was hier alles overzichtelijk. Nu kwam de beplanting tot onze lippen. Alles zag er anders uit. Met moeite zag je nog het topje van de kerktoren rechts van ons. Het gras was nog behoorlijk nat van de dauw. Links hoorden we reeds het geraas van de auto’s over de A-12 rijden.

    Een klein uur later eindigde het bospad op de Ekersesteenweg op ongeveer 100m van de Noorderlaan. Voorbij het politiebureau, aan de Manhattanlaan, draaien we rechts en dwarsen de Noorderlaan om langs de Korte Wielenstraat verder te stappen. Bij het benzinestation hangt een thermometer en die wijst 20° aan. Mijn rugzak begint precies ook 20kg te wegen.

    Van op de Straatsburgbrug hebben we ons eerste panoramazicht over de stad Antwerpen. Ontelbare torentjes toornen boven de stad uit. Als eerste opvallende gebouw is het M.A.S. met op de achtergrond de Kathedraaltoren. Links daarvan de Boerentoren en rechts de nieuwe zilveren en gouden wolkenkrabbers aan de Kattendijkdok op het Eilandje. De torens zijn beiden 55m hoog. We stoppen ook even aan restaurant "Villa des roses". Streng bewaakt door enkele camera’s. Het is een rustig gelegen Brasserie met een Franse keuken. Een populaire eetplaats in de haven. Voor de ingang staat een bronzen beeld van een reiger.

    Over de Londenbrug stappen we in een nieuwe wereld. In oktober 2010 is men begonnen met de heraanleg van de Londen- Amsterdamstraat. De aannemer startte de werken ter hoogte van de Kattendijkdok- Westkaai. De werken hebben twee jaar geduurd en ik moet zeggen, het ziet er prachtig uit. De brede kasseiweg is veranderd in een groene stadsboulevard. Er liggen brede voet- en fietspaden in beide richtingen. In de toekomst kan hier ook de tram rijden. Er wordt een trambedding met platanen voorzien. We zetten ons neer op een bank aan het einde van de Amsterdamstraat en drinken een beker koffie. Onze eerste rustplaats sinds ons vertrek. Na het ophalen van oude herinneringen slaan we links af en wandelen langs de hangar van A.T.V. Een regionale televisiezender die opgericht is in 1993. Aan de Ernest van Dijckkaai beklimmen we om 11:30u het Zuiderterras. Het is gebouwd tussen 1884- 1887. Een geasfalteerde wandelweg met gietijzeren leuning. Op de helling een bronzen beeld van Minerva dat hier opgesteld staat sinds 1958. We werpen een blik achterom naar de Suikerrui.

    De Suikerrui dankt haar naam aan de suikerzieders en de bakkers die er destijds woonden. De Ruien zijn kanaaltjes of waterlopen. In het voorjaar werd de straat heraangelegd en omgevormd tot een verkeersluwe wandelboulevard met mozaïek keien. De plaatselijke Horeca kan dit project enkel toejuichen en er volop van profiteren. Ontelbare tafels en stoelen staan op de stoep of straat uitnodigend te wachten op hongerige en dorstige mensen. We vervolgen onze weg over het Zuiderterras. Alle zitbanken zijn bezet. Kinderen kijken door de plaatselijke verrekijkers naar Linkeroever of naar een schip dat op de Schelde vaart. Aan het Café- Restaurant gaan we links af en via de trappen naar beneden. We zijn bij de Sint- Annatunnel aangekomen. We gaan langs twee authentieke roltrappen 31,57 meter onder de grond. Een lift die geschikt is voor 40 personen vervoert meestal fietsers en mindervaliden. Beneden is het gevoelig frisser. De voet- en fietstunnel is gebouwd in 1931 en opengesteld in 1933. 572 meter later komen we op Linkeroever terug bovengronds. En we worden prettig verrast door onze twee kleinkindjes die ons met hun papa staan op te wachten. Joeyke komt onmiddellijk aangelopen en klemt zich vast aan mijn been om mij duidelijk te maken dat ik hier moet blijven. Ook ons Yuna klemt haar armpjes rond mijn nek en wil op mijn arm zitten.

    Ze hadden thuis een tekening gemaakt naar een voorbeeld van hun papa. Hun Bompa die op de weg naar De Panne wandelt. Ik steek ze in mijn rugzak en zeg dat ik ze zal laten zien aan de mensen bij wie ik ga logeren. Een hartverscheurend tafereel dat door verschillende mensen wordt gadegeslagen. We worden naar het nabijgelegen speeltuintje getrokken. Hier eten we dan onze picknick op terwijl de kindjes op een houten boot piraatje spelen. Er komt bewolking op. Enige tijd later doen we de plaatselijke horeca aan om iets fris te drinken en om gebruik te maken van het toilet. Om 13:00u begint het dan toch tijd worden om verder te trekken. Na uitvoerig afscheid te hebben genomen stap ik langs het zebrapad over om op de Blancefloerlaan mijn weg te vervolgen. Linkeroever behoorde vroeger tot Zwijndrecht. Vanaf 1923 werd het bij Antwerpen gevoegd. Aan het volgende kruispunt wordt ik opgeschrikt door geroep. Het is de familie die vanuit de wagen nog "dag Bompa" roepen voor ze rechts afslaan om langs de "Konijnenpijp" terug naar Ekeren te rijden.

    Rechts op de Blacefloerlaan, de N70 die gaat van Antwerpen tot Gent, bevindt zich het natuurgebied "Middenvijver". Het is op een boogscheut van het centrum en je kan er een wandeling maken naar het natuurgebied "Blokkersdijk" en via de oevers van de Schelde langs het Sint- Annabos weer terug naar dit punt komen. Ik stap voorbij "De Gazet van Antwerpen"

    Over het viaduct van de E17 aan de halte van tram 3 nader ik een complex zonder ramen en heeft de vorm van een omgekeerde boot. Met de kiel naar boven. Het heeft een zinken dak en een deur die is ondergespoten met graffiti. Het hoogste punt schat ik zo op 15 meter. Heeft het iets te maken met de tram? Rechts van mij passeer ik een ontmoetingscentrum van de stad Antwerpen "Top Hat". Ik ben ongeveer 40 minuten alleen onderweg als ik Zwijndrecht binnenstap. Zwijndrecht ligt tegen de Provincie Oost- Vlaanderen. Tevens de geboorteplaats van Leo Tindemans. In de bebouwde kom sta ik voor de "Oude Pastorie". Gebouwd rond 1780 en is een vrijstaand dubbel huis met een bepleisterde en beschilderde gevel. Het verdiep is van jongere leeftijd. Het gebouw werd in 2008 gerestaureerd en doet nu dienst als vergaderruimte. Hier verdwijnt de tram naar rechts maar komt even verder naast de kerk terug te voorschijn. De parochiekerk "Heilige Kruisverheffing" werd oorspronkelijk opgetrokken in Romaanse stijl van de 12de eeuw. De kerk is toegewijd aan Sint- Amandus. In de kerk wordt nog steeds de H. Machutus vereerd tegen kinderverlamming. Tegenover de kerk staat het gemeentehuis met vierkante toren, dat gebouwd werd tussen 1931- 35. Tot april 2002 werden hier de gemeentediensten ondergebracht. De raadzaal is nog in gebruik voor huwelijken en gemeenteraadszittingen. De overige lokalen worden particulier verhuurt.

    Ondertussen komt er meer bewolking opzetten. Toch wandel ik nog in de zon. Ik wandel precies vlugger nu ik alleen ben. Ik hoef alleen mezelf in ’t hoog te houden. Algauw ben ik uit het centrum van Zwijndrecht en stap nog steeds langs de N70 tot het centrum van Melsele waar ik om 14:30u toekom. Melsele ligt in Oost- Vlaanderen en is een deelgemeente van Beveren. Ik stap tot aan Onze-Lieve-Vrouwekerk. Deze kerk werd reeds vermeld in 1055. Het gebouw waar ik nu voorsta is gotisch en werd van de 13de tot de 17de eeuw opgetrokken. In 1995 werden originele schilderingen uit de 15de eeuw ontdekt. De kerk bezit nog het oorspronkelijke orgel uit de 18de eeuw. Voorbij de bebouwde kom kan ik op een bank mijn rugzak afdoen en een paar minuten rusten. Ik moet nog ongeveer 6 kilometer stappen. Om 15:10u ben ik in Beveren en sta voor de oude molen zonder wieken. De molen dateert uit 1822 en is opgetrokken in rode baksteen. Hij is sinds 1919 buiten gebruik en wordt enkel nog gebruikt als opslagplaats. Beveren is de tweede grootste gemeente van het Waasland. Even verder sta ik voor een 3m hoge vierkante arduinen sokkel. Het bronzen beeld erop oogt groter dan de werkelijke grote van een normaal mens. Het is of was Eximius Jan Frans van de Velde. Geleefd van 1743 tot 1823 en was dokter in godgeleerdheid en Professor aan de Universiteit van Leuven. Mijn volgende halte is de Grote Markt met zijn Parochiekerk Sint- Martinus een pseudo- basiliek. Mijn inziens de mooiste kerk tot hiertoe. Zij komt hier op het plein tot haar recht. Ze is in drie stijlen gebouwd, gotiek, neogotiek en romaans. Het is in deze kerk dat de oudste dochter van Jean- Marie Pfaff getrouwd is. Debby en Nicolas gaven elkaar het ja-woord op 26 mei 2012 onder veel belangstelling van de pers en andere kijklustigen. Voorbij de kerk staat de oude gemeentepomp. Een arduinen constructie met een vierkante romp. Een zware siervaas als bekroning. Voorbij de schandpaal bereik ik de Warande, waar ik achter de fontein de Vrasenestraat insla. De winkelstraat van Beveren. Het wegdek is in Chinese gevlamde graniet gelegd. De straat is volledig autovrij, wat alleen maar ten goede komt tijdens het winkel- en wandelgebeuren. Vandaag is het zondag en zijn de winkels dicht.

    Ik verlaat het centrum van Beveren- Waas en wandel over de Zillebeek, een gehucht in de gemeente Beveren, over een lengte van 2km. Vanaf nu wandel ik tussen de polders. Weilanden met vee, landbouwgronden met zijn verschillende gewassen. Af en toe een hoeve met of zonder silo. Meer moet dat voor mij niet zijn. Een omgedraaide driehoek met een rund op verzekerd me dat ik op den boeren buiten ben. Back to basics? Ik wandel links van de baan op het fietspad. Het is heel rustig. Af en toe een auto waarvan de bestuurder een hand opsteekt in het voorbij rijden. In de verte de kerk van Vrasene. Nog een paar kilometer tot mijn eerste slaapadres. Ik ben zenuwachtig en moe. Vooral de rugzak is zwaar. Mijn voeten branden als ik in het centrum aankom. Ik wil eerst iets drinken. Ik kom voorbij de kerk van Vrasene waarvan reeds sprake was in 1183. Sindsdien zijn er vele verbouwingen de revue gepasseerd. De huidige vierkante westertoren is gebouwd tussen 1450 en 1455. Ik kom geen terrasje tegen om iets te drinken. Dan maar naar mijn gastadres waar ik verwelkomt wordt door twee dames met wit haar. Het zouden zussen van elkaar kunnen zijn, maar ze zijn vriendinnen. Ik wordt vriendelijk uitgenodigd om mijn verhaal te doen. Ik mag zelfs blijven eten. Honger heb ik echter niet, maar neem het aanbod vriendelijk aan. Nadien wordt er nog wat bij gekletst en om zeven uur wordt ik naar mijn kamertje gebracht waar ik heerlijk en voldaan in slaap val. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten   Foto’s: Rina Meurs.

    12-05-2015 om 11:00 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Te voet naar de Panne - de voorbereiding

    Nu de zomer in aantocht is, beginnen de voeten weer te kribbelen. Dan willen ze weer de wijde wereld in. Een trektocht maken. Liefst in de zonneschijn. Langs kleine wandelpaden met vergezichten. Bivakken langs een sloot die door het landschap kronkelt. Na uren wandelen genieten van een landelijk dorpje met één enkel terras. Waar je gelukzalig kan neervlijen op een terrasstoeltje en genieten van een streekbiertje. Overnachten bij particulieren of desnoods in de stal van een boerderij.

    Vooral de voorbereiding is van punctueel belang. Dat merkte ik enkele jaren geleden. Lees even mee…

    DE VOORBEREIDING

    De kogel is door de kerk. Ik stap te voet naar De Panne. De bekende badplaats aan de Franse grens. Jaren geleden had ik echt zin gekregen om een echte trektocht te maken van een paar weken of enkele dagen. Maar mijn conditie is niet echt top te noemen voor zulke grote maneuvers. Ik stelde het dan ook altijd maar uit met de woorden "Dat zal ik wel doen als ik in pensioen ben. Dan heb ik tijd om mijn conditie op te bouwen". Maar wat krijg ik te horen van onze nieuwe regering in het najaar van 2011? "Iedereen moet twee jaar langer werken". Voor velen een ijskoude douche. Ook voor mij natuurlijk. Daarom dat ik tot het besluit ben gekomen om het nu te doen. Liefst vandaag nog. Maar zo gemakkelijk is het niet. Er moet veel voorbereid worden. Ik weet zelfs niet hoe je aan zo iets begint. Wat ik wel weet: het moet mooi weer zijn. Het hoeft niet volop zomer te zijn, neen. Juni vind ik zelf de beste maand. Het is lente, alles staat in volle bloei, langer licht en last-but-not-least, de mensen zijn vriendelijker. Maar waar naar toe? Compostella spreekt mij wel aan, maar dat is veel te ver. Zoveel verlof heb ik niet. We spreken dan over een tocht van ongeveer 2500 kilometer, naargelang je woonplaats in Vlaanderen. Wat dan betekent dat je minstens 3 à 4 maanden onderweg bent. Naar Scherpenheuvel dan. Een tocht van amper 55,8 km. Te weinig ? Het hoeft niet per sé een bedevaartsoord te zijn. Tot aan de zee dan?

    En plots was het idee geboren om naar het verste punt van onze kust te wandelen. Om te proberen. Om te proeven hoe dat smaakt. Maar hoelang doe je daarover? De routeplanner van Seniorennet vertelde me "147 km." Voila, peace of cake. Als je per dag 30km wandelt, ben je op vijf dagen ter bestemming. Ik maak de tocht alleen. Ons Rina kan z’n zware tocht niet aan. Ik weet zelf nog niet of ik deze trektocht aankan. Maar geen probleem. Ik ben het land niet uit. Als ik het moe wordt, of ik zie het niet meer zitten, stap ik op de bus of op de trein en rij gewoon terug naar ons Rina. " 30km. is wel veel" zegt ze. En ze heeft gelijk. Via de computer komen we te weten dat de echte doorwinterde stapper een goede 20 à 22 km per dag stapt. Vijf dagen worden ineens zeven dagen. Het is een haalbare dag etappe. Tot hier toe loopt alles op wieltjes. Ik weet waar ik naar toe ga. Ik weet hoeveel km ik moet doen en hoeveel km per dag ik moet afleggen. Nu komt het moeilijkste. Waar moet ik overnachten? In een tent? B&B? Hotel? Jeugdherberg? Of trekkershutten? Keuze genoeg. Maar voldoen ze wel aan mijn eisen. Een tent zie ik totaal niet zitten. Het kan misschien wel avontuurlijk zijn, maar het is niet mijn ding. Men mag trouwens in België niet in het wild kamperen. Of je moet de toestemming hebben van de landeigenaar. Jeugdherbergen spreken me dan wel aan maar de afstand tussen twee van deze herbergen bedraagt meer dan de voorschreven kilometers per dag, dus ook afgekeurd. De B&B’s tegenwoordig zijn ook niet meer wat we gewend zijn. Enkele jaren geleden hebben wij daar nog 30€ p.p. voor betaald plus ontbijt. Nu is dat op sommige plaatsen reeds het dubbele. Al dan niet met avondeten. Er komt dan nog een toeslag bij van 10€ als je alleen bent. En nog eens extra als je maar één nacht blijft. Daarom afgekeurd. Een hotel is al net hetzelfde. Afgekeurd. Blijft over! Trekkershutten. Idem, dito met jeugdherbergen. Veel te ver uiteen. En zo goedkoop is dat ook al niet. 39€ per nacht + 7€ voor een lakenset. Conclusie? Afgekeurd. Het probleem van overnachten hebben we dan even laten rusten en ons verdiept in het volgende: de rugzak. Wat neem ik mee en hoeveel? Ik heb totaal geen idee. Dan maar op de computer gezocht. Een rugzak van 50L inhoud leek mij ruim voldoende. Enkele lange broeken waarvan ik, door middel van ritssluitingen, de pijpen kan afdoen. Minstens voor elke dag twee T-shirts. Voldoende kousen, ondergoed en een warme trui. Scheergerei en een toiletzak met medicamenten, tandpasta en zeep. Leesbril. Drinkwater. Schrijfgerei natuurlijk. Dat moet allemaal zeker in de rugzak. Dat zal zo wat het belangrijkste zijn, denk ik.

    Terug naar een slaapplaats. We nemen er de kaart van België bij en trekken een lijn van Ekeren tot aan De Panne. Elke twintig tot vijfentwintig kilometer verder opzoeken waar ik ben. In welke stad of dorp ik kan overnachten. Maar we komen er niet uit. Eerst moet ik adressen hebben waar ik kan overnachten. Van daaruit uitrekenen hoeveel kilometer naar het volgende adres enz. We besluiten er mee op te houden voor vandaag en te wachten tot in februari. Dan is er in de Nekkerhal te Mechelen een wandel en fietsbeurs. We zullen daar eens horen of ze mij kunnen helpen. Via E-mail vertel ik aan een kennis in Essen over dat overnachtingsprobleem. Hij stuurde mij een mailtje terug waardoor ik de zon terug door de wolken zag schijnen. In Nederland bestaat een vereniging met de naam "Vrienden op de fiets". Opgestart in 1986 en ondertussen verspreid over verschillende landen. Zij zorgen ervoor dat fietsers en wandelaars die meerdaagse tochten maken ook ergens kunnen overnachten. Voor een "vriendenprijsje" van € 19,00 per persoon per nacht kan je dus bij particulieren de nacht doorbrengen, meestal in hun eigen woning, met ontbijt. Je moet wel lid worden van de vereniging. Je krijgt een ID kaart thuis gestuurd, met een boekje waarin alle slaapadressen vermeld staan. Toevallig is er op de beurs in Mechelen ook een stand van "Vrienden op de fiets". Valt dat reuze mee.

    Zondag 19 februari 2012. De Nekkerhal te Mechelen. De fiets en wandelbeurs. Het was nog vroeg, doch reeds tamelijk druk. Het is de eerste keer in Vlaanderen dat deze beurs wordt gehouden. In Nederland sinds enkele jaren een begrip. Enkele fietsers en wandelaars vertellen over hun eigen ervaringen aan een tafeltje met het nodige fotomateriaal of laptop. Er staan hier ruim 200 standen. Standen met fietsen, GPS en trekkersmateriaal. Op een afgesloten fietsparcour kan je verschillende modellen fietsen uittesten. Ook tandems zijn de laatste jaren in trek gekomen. Het vervoer van zo’n fiets is toch niet alles. De tandem wordt op een draagrek op de flank van de auto bevestigd. Wat het in en uitstappen niet handig tot zelfs onmogelijk maakt. Hoe zit dat dan met de veiligheid?  De internationale standen prijzen hun fiets en wandelkaarten aan. Voor alle leeftijden. De Grote Routepaden trekken ook veel aandacht. Ik heb er zowaar ook zin in gekregen. Je kan via de GR-route eveneens naar de Panne wandelen. Een trektocht van maar liefst 243 km. Uiteraard heb je dan alle mooie plaatsen gezien onderweg. Deze route vertrekt vanaf het St-Anneke op de linkeroever. Langs Hulst in Nederland. Daarna terug in ons eigen landje naar Maldegem. Verder langs Brugge tot Oostende om dan langs de zeedijk te wandelen tot de Panne. Misschien iets voor volgend jaar? Het buffet in de Nekkerhal is ook een succes. Voor sommigen althans. Mij kan het niet bekoren. Je moet lang aanschuiven voor de kassa. De kans is groot dat je warm eten ijskoud is voor je betaald hebt. Tafels en stoelen zijn ook bijna volzet. We drinken een biertje, dat kan niet kouder worden. Naderhand zijn we nog terug gewandeld naar de GR-stand. Na wat tekst en uitleg een boekje gekocht met de tocht van Antwerpen tot De Panne. We hebben ons uiteraard ingeschreven bij "Vrienden op de fiets". Nu is het wachten op het adressenboekje en mijn identiteitskaart. Dan kunnen we echt van start gaan.

    Woensdag 07 maart 2012. Vandaag is alles door de post geleverd. We zijn onmiddellijk aan de slag gegaan. In België zijn niet zoveel gastadressen als in Nederland. Er is ook een kaart bij en dat maakt het een beetje gemakkelijker. Na drie uur waren we eruit. Ik had zeven slaapgelegenheden, verspreid van oost naar west. Ongeveer twintig kilometer per dag. Mijn eerste slaapplaats wordt: Vrasene, dan Koewacht, Sas van Gent in Zeeland, stad Eeklo, daarna een dorpje met de mooie naam Oedelgem, dan Ichtegem en als laatste wordt het Slijpe, een deelgemeente van Middelkerke. Dit alles nog wel onder voorbehoud. We moeten de mensen nog contacteren. Liefst een week of uitzonderlijk veertien dagen op voorhand. Ik ga het toch nu proberen. Een neen heb ik, een ja kan ik krijgen. Ik laat het weten.

    Woensdag 21 maart 2012. Na het avondeten bel ik naar mijn eerste overnachting in Vrasene. Nadat ik mij had voorgesteld vertelde ik de man aan het andere eind van de telefoon dat ik in juni een trektocht maak van Antwerpen naar De Panne. Ik maak deze tocht helemaal alleen. Omdat ik op 10 juni in hun gemeente passeer zou het aangenaam zijn dat ik bij hun kon overnachten, indien mogelijk. Ik had onmiddellijk prijs. Deze mensen maakten er geen enkel probleem van dat ik enkele maanden te vroeg bel. Ik dank de mensen hartelijk en nadat ik de hoorn opleg sla ik een grote zucht van opluchting. Vanaf nu is het officieel. Er is geen terugweg meer. Met bonzend hart bel ik naar mijn tweede slaapgelegenheid. Koewacht in Zeeland. Tegenslag. Niemand nam de hoorn van de haak. Wat nu? Uit nieuwsgierigheid bel ik naar het derde adres. Sas van Gent in Zeeland. Hier nam een aangename vrouwenstem op. Ik deed mijn verhaal maar kreeg een njet. De familie ging in juni zelf op vakantie. Niets aan te doen. Maar wat nu? Verder bellen had totaal geen zin. Ik besliste om nog even af te wachten en na enkele dagen terug te bellen naar Koewacht. Als dat in orde kwam, moest ik mijn route terug aanpassen. Ik geef de moed nog niet op. Er is nog tijd. We bergen alles op voor een paar dagen.

    Zaterdag 31 maart 2012. Die enkele dagen werden eigenlijk 10 dagen. Druk, druk, druk. Na ons ontbijt gingen we weer van start. Ons Rina besloot om niet terug naar Koewacht te bellen, maar een slaapplaats te zoeken in Stekene. Hier had ik vier keuzes. Ik belde naar het eerste adres en dat was een goede keuze. Slaapplaats twee was in orde.

    Voor mijn derde overnachting maakte ik een grote fout. Ik keek in het boekje van "Vrienden op de fiets" slechts naar het nummer en niet naar het land. Ik telefoneerde naar een gezin in Overpelt. Dat ligt in de Limburg, maar daar had ik nog geen erg in. Ik gaf de route op via Routeplanner. Van Stekene naar Overpelt bedroeg de afstand meer dan 140 km dit kon dus niet. Terug bellen naar het gastgezin met de nodige excuses. Ze begrepen het gelukkig wel. Vergissen is menselijk. Zucht. Mijn derde overnachting werd dan Westdorpe in Zeeland. Weer pech, niemand thuis, maar wel een antwoordapparaat. Daarop zette ik dan mijn verhaal en telefoonnummer. In de hoop dat men mij terug belde. Om kort te gaan ’s Anderendaags heeft deze gastvrouw mij geboekt voor één nacht op 12 juni. Yes.

    De vierde slaapgelegenheid in Eeklo kon ik per telefoon niet bereiken. Dan maar een E-mail gestuurd. Dat kwam ook niet goed. De naam was verkeerd geschreven. Maar ook dat is de dag daarop in orde gekomen. Weer een Yes.

    Op donderdag 14 juni kan ik overnachten in Oedelem, een deelgemeente van Beernem. Voor mijn volgende slaapplaats moet ik eerst 30,4km wandelen. In Kortemark en niet in Ichtegem zoals oorspronkelijk was meegedeeld. Ook mijn 7de en laatste overnachting zal niet in Slijpe zijn. Het gastkoppel had slechts een dubbele slaapplaats ter beschikking. Dat hebben we dan veranderd naar Pollinkhove. Dit wordt dan ook tevens mijn laatste overnachting. De dag daarna, zondag 17 juni komt dan ons Rina naar de Panne. Ofwel spreken we af aan de kerk of aan het station. Daar zijn we nog niet uit. De bedoeling is dat we De Panne gaan verkennen.

    Zover deze voorbereiding. Alles is in orde voor mijn trektocht naar De Panne. Het liep niet allemaal volgens plan. Maar dat hoort er dan ook bij. Nu is het afwachten tot zondag 10 juni. De dag van mijn vertrek. Het enige wat me zorgen baart is het weer. Kon ik dat maar bestellen. Ik zou toch nu al de mensen willen danken die mij tot hier toe gesteund hebben. Onder andere mijn zonen en mijn schoondochters. Schoonbroers en zussen. De collega’s op het werk. Onze vrienden uit Essen die mij "Vrienden op de fiets" leerden kennen. Ook de mensen die mij lieten overnachten zonder mij eigenlijk te kennen. Maar vooral mijn echtgenote, Rina, die mij van het eerste uur gesteund heeft. Vanaf de eerste dag alles mee gepland heeft. Die me moed gaf bij een njet en mee juichte nadat alles was vastgelegd. De enige die het niet begrijpt is onze kleinzoon van 5 jaar oud. Onzen Joey. Waarom gaat bompa alleen op reis? Kan ik dan niet met bompa spelen? Wanneer komt hij terug? Ik ben er zeker van dat hij het later zal begrijpen. Misschien dat we dan samen kunnen gaan. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten.

    05-05-2015 om 10:33 geschreven door Luc Verschooten

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per maand
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lenieoda
    blog.seniorennet.be/lenieod
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    maatje
    blog.seniorennet.be/maatje
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    nonkelmarc
    blog.seniorennet.be/nonkelm
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    andre1950
    blog.seniorennet.be/andre19
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    wiske
    blog.seniorennet.be/wiske

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!