Deel door ons uw liefde uit
aan wie honger heeft en pijn.
Laat ons waar verdeeldheid is
uw vredestichters zijn.
Ons verlangen is alleen,
Heer, maak ons hart bereid,
dat door heel ons leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Deel door mij uw liefde uit,
aan een medemens die lijdt.
Leer mij meer vervuld te zijn
met uw bewogenheid.
Mijn verlangen is alleen,
Heer, maak mijn hart bereid,
dat door heel mijn leven heen
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(2x)
Deel ons door uw liefde uit
tot de einden van de aard'.
Dat zich waar de dood nu heerst
nieuw leven openbaart.
Maak ons als uw werkers klaar
en sterk ons in de strijd,
tot wij mogen oogsten waar
uw liefde wordt verspreid.
Openbaar uw koninkrijk
aan wie zoekt, aan arm en rijk.
Giet een stroom van liefde uit,
dat in ons en door ons, o Jezus,
uw liefde wordt verspreid.(6x)
Deel door ons uw liefde uit,)
maak ons hart bereid. )4x
Deel door ons uw liefde uit,)
ja wij zijn bereid. )2x
Deel door mij uw liefde uit )
ja ik ben bereid. )2x
Wat ogen zien dringt binnenin het hart. Het kan ons blij maken of ook heel verdrietig. Het kan ons soms zo diep raken, dat we er ziek van zijn. Ogen zijn de vensters van ons hart. Wie ze opent voor het licht, voor de zon overdag, voor de mooie dingen en voor de sterren in de nacht, is een blij en gelukkig mens. Met licht en meer moois in onze ogen komt er kleur in ons anders zo grijze leven. Want onze ogen weerspiegelen de liefde van Jezus. Een liefde, door Hem gegeven!
Uit het hart
Jouw Hemelse Vader die je heeft geschapen, die zoveel van je houdt, weet alles wat er zich in jouw hart afspeelt. Hij begrijpt en kent jou volkomen, Hij vraagt je om de juiste keuzes te maken! Hij verlangt niets liever dat Hij fier zou zijn op jou, dat je het pad der wijsheid zou blijven volgen! Het is niet altijd gemakkelijk, en je hebt vooral lef & doorzettingsvermogen nodig, maar dit alles is niet te vergelijken, met het liefdevolle geschenk dat je zal verkrijgen! Hij weet nu wat je denkt & wat je nog zou willen 'plannen'... Daarom vraag ik je : ook voor mij komt de tijd dat ik het aardse zal verlaten. Maar zou je dan niet blij & verheugd zijn als je weet, dat ik in het Hemelse paradijs zal blijven wachten op... jou !!! Filip V. (26-09-04)
IK BEN DE ALFA EN DE OMEGA GEBED IS DE SLEUTEL VAN DE OCHTEND
EN DE GRENDEL VAN DE AVOND.
09-01-2012
Uit de profeet Jesaja
Uit
de profeet Jesaja
42, 1-4 + 6-7
Zo spreekt de Heer:
'Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem
vind ik vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het
recht doen kennen.
Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het
openbaar; het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet
doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen.
Ongebroken en vol vuur zal hij het recht op aarde vestigen; de eilanden zien
naar zijn onderricht uit.
In gerechtigheid heb Ik, de Heer, jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en
je behoeden, Ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je
tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen, om gevangenen te
bevrijden uit de kerker, wie in het duister zitten uit de gevangenis.'
Zonder twijfel kende Jezus deze profetie van Jesaja. Zij verwees
allereerst naar een uitgelezen deel van het volk: de heilige Rest,
voorafbeelding van wat eens de Messias zal zijn. Deze uitverkoren Dienaar van
God krijgt de opdracht het heil te brengen aan Israël en reeds aan alle naties
de kracht en het licht van de ware God te laten aanvoelen
Sta
op en schitter, je licht is gekomen, over jou schijnt de luister van de Heer.
Duisternis bedekt de aarde en donkerte de naties, maar over jou schijnt de
Heer, zijn luister is boven jou zichtbaar.
Volken laten zich leiden door jouw licht, koningen door de glans van je
schijnsel.
Open je ogen, kijk om je heen: ze stromen in drommen naar je toe; je zonen
komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen.
Je zult stralen van vreugde als je het ziet, je hart zal van blijdschap
overslaan.
De schatten van de zee zullen je toevallen, de rijkdom van vreemde volken valt
je in de schoot.
Een vloed van kamelen zal je land overspoelen, jonge kamelen uit Midjan en Efa.
Uit Seba komen ze in groten getale, beladen met wierook en goud.
Zij verkondigen de roemrijke daden van de Heer.
Wanneer de Joden terugkeren uit hun ballingschap, trekken zij op naar
Jeruzalem. De stad is verlicht door de kandelaars van de heropgebouwde tempel.
De profeet peilt verder dan het schouwspel dat hij voor ogen heeft. Alle
volkeren zullen die stoet vervoegen. Zij zijn op weg naar de wereldstad die
niet meer van deze aarde is, de volle openbaring van God zelf.
Uit
het evangelie volgens Matteüs
2, 1-12
Toen
Jezus geboren was in Betlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen
er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan.
Ze vroegen: Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk
zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem eer te bewijzen.
Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij
riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te
vragen waar de Messias geboren zou worden.
In Betlehem in Judea, zeiden ze tegen hem, want zo staat het geschreven bij
de profeet: En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste
onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk
Israël zal hoeden.
Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van
hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens
naar Betlehem met de woorden: Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind.
Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om
het eer te bewijzen.
Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en
nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef
staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze dat zagen, werden ze vervuld
van diepe vreugde.
Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen
zich neer om het eer te bewijzen. Daarna openden ze hun kistjes met
kostbaarheden en boden het kind geschenken aan: goud en wierook en mirre.
Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan,
reisden ze via een een andere route terug naar hun land.
.
In het midden van dit verhaal staat een citaat van de profeet
Micha. Zij die deze profetische teksten zo goed kenden, zijn naar Betlehem
gesneld. 'Vreemdelingen' waren het, die zonder hoogmoed hun bevindingen
vergeleken met die van de wijzen van Israël, die zo de Messias konden vinden.
In hen herkennen wij onszef en zovele anderen, die in de loop der tijden hun
offerande aan de voeten leggen van de Koning van het Heelal.
Wij zijn allen mensen die op zoek zijn naar het geluk. Wij hebben het dus
eigenlijk niet zo moeilijk om ons aan te sluiten bij die "zoekers in de
nacht", die van heel ver kwamen. Die Wijzen uit het Oosten, dat zijn
eigenlijk de koplopers van een hele lange stoet mensen, die allemaal in het
diepst van hun hart op zoek zijn naar het ware geluk... op zoek naar God, dus.
Maar in het verhaal van vandaag hoorden wij dat sommigen Hem vinden, anderen
echter helemaal niet, en vooral, dat dit afhangt van de manier waarop wij
zoeken, van de ingesteldheid van ons hart.
De Wijzen keken in het Oosten naar de sterren. Het
komt er eerst en vooral op aan dat ook wij "sterren zien", dwz. dat
wij, ook als het donker is, de kleine tekens durven herkennen die zeggen dat er
wel nog degelijk goedheid in onze wereld bestaat. Wij merken die sterren van
goedheid niet altijd op. Want soms kijken wij teveel naar omlaag, naar onszelf.
Die Wijzen keken breed, ver en naar omhoog. Zij nodigen ons uit onze ogen en
ons hart wijduit open te zetten om, met bewondering en dankbaarheid, de
tintelingen van Gods goedheid op te merken die in onze duistere aarde fonkelen.
Als wij ons daarin dagelijks oefenen, dan zullen ook wij gereed zijn om Gods
bijzondere ster te zien, diegene die ons de weg wijst naar de plaats waar de
Liefde vandaag op onze aarde voor ons wordt geboren.
Het komt er vervolgens op aan die ster dan te
"volgen". Wij worden dus uitgenodigd weg te trekken uit het land van
onze eigen verworvenheden en zekerheden, om te durven op tocht gaan naar een
nieuwe, ongekende horizon. Maar ach, wij, wij blijven dikwijls zo onwrikbaar
vasthouden aan onze eigen ideeën. Voor wij het weten, geraken wij verstard,
geïmmobiliseerd in onze kleine gewoonten. Dan groeien wij niet meer aan onze
binnenkant. Wij blijven ter plaatse trappelen. Wel sturen wij soms anderen op
pad om het werk te doen in onze plaats. Maar zelf komen wij zo moeilijk in
beweging. Wij worden dan ook innerlijk niet meer bewogen en wij voelen geen
bezieling meer. De Wijzen uit het Oosten leren ons dat wij ons beter niet
opsluiten binnen de grenzen van onze eigen opvattingen en principes, maar dat
wij - hoe oud wij ook zijn - het best met bewogenheid blijven "zoeken naar
nieuw leven". Wel mogen wij dan niet verschrikt zijn als dat nieuwe leven
ons op een totaal onverwachte en ongewone manier verschijnt: zoals een komeet
aan een donkere hemel of zoals de geboorte van een Koningskind tussen
eenvoudige mensen.
Het komt er vooral op aan te zoeken "op de
goede manier". Want soms zoeken wij eerder zoals Herodes en zijn
schriftgeleerden: bang en verontrust. Veel te bang voor allerlei kleinmenselijk
opzicht en veel te verontrust over onze eigen macht. Wij beweren wel dat wij
erop uit zijn hulde te brengen aan de Heer, maar in feite proberen wij dikwijls
vooral onszelf groot te maken en ons eigen prestige te beveiligen. Zo zoeken
wij met een bekrompen hart. En op die manier vinden wij het Kind en het echte
geluk niet. Bang en verontrust, zo kunnen wij nochtans maanden, soms jaren,
bezig zijn.
Maar gelukkig zijn er ook die andere periodes in
ons leven, waarop wij namelijk aanvoelen te moeten zoeken op een heel andere
manier, eerder zoals de Wijzen uit het Oosten. Het zijn de genadevolle
ogenblikken waarop wij, ondanks onze duistere nacht, toch met bewondering en
dankbaarheid durven kijken naar onze wereld en ons laten leiden door één of
ander stralend teken van hoop. Het zijn de momenten waarop wij voelen, hoe oud
wij ook zijn, dat wij zelf in beweging moeten komen, dat wij moeten durven
wegtrekken uit het land van onze zekerheden en op ontdekking moeten gaan,
zonder vooroordelen, zonder schrik voor het onbekende nieuwe. Het zijn de dagen
waarop wij weer beginnen te zoeken met een ontvankelijk en nederig hart. En dan
- na een lange en soms moeizame tocht, en ondanks de bekrompenheid van de
kleine of de grote tirannen die ons tegenwerken in ons leven - dan vinden wij
opnieuw de weg naar de eenvoud en de bescheidenheid. En die leidt ons naar het
Kind dat ons het ware geluk en de diepe vrede kan schenken. Dan laten wij onze
zelfgenoegzaamheid achter en durven weer in aanbidding neerknielen voor de
Liefde, die wij voor onze ogen zien in het kleine. Dan durven wij onze handen
openen om te geven... het beste van onszelf, gul en overvloedig.
Mensen, waar moeten wij dus het geluk gaan zoeken?
Niet in Jeruzalem, in de versterkte stad van onze verharde standpunten, waar
wij onszelf zo belangrijk achten. De ster en de Wijzen wenken ons vandaag om
verder te trekken, voorbíj Jeruzalem, naar Bethlehem, naar het huis van
bescheidenheid, waar de Liefde ons verwacht. Allen hebben wij in ons leven een
Jeruzalem, een domein waar vooral onze hoogmoed overheerst, waar wij denken dat
wij ons sterk moeten tonen, maar waar ons hart eigenlijk verstard is geraakt.
Maar allemaal hebben wij in ons leven ook ergens een Bethlehem: ons gezin, onze
verantwoordelijkheid of het engagement dat wij op ons hebben genomen. Het is de
plaats waar wij onszelf heel concreet liefdevol kunnen geven aan diegenen die
op ons rekenen. Daar moeten wij naartoe!
Alle mensen uit alle volkeren zijn op zoek naar het
geluk. Welnu, voor ieder is het échte geluk uiteindelijk te vinden in het
eigen, persoonlijke Bethlehem, dat is die kleine plek in ons leven waar de
Liefde ons vandaag verwacht... en nodig heeft.
Dit is wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar
moeten liefhebben en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het
kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat
zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.
Wees niet verbaasd, broeders en zusters, als de wereld u haat. Wij weten dat we
van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet
liefheeft blijft in de dood.
Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een
moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.
Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft.
Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.
Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te
bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet
lijden?
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig,
met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een
gerust hart voor God staan.
En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet
alles.
Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons
vol vertrouwen tot God wenden.
Liefde is echt goddelijk leven, dat zich uit in concrete menselijke
goedheid en genegenheid. Voor de christen is liefde een levensprogramma. Zij
doet mensen naar God en naar elkaar toegroeien
. 'Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar.'
Straffe uitspraak. En toch...
We kennen de tien geboden. Het zesde gebod luidt: 'Gij zult niet
doden'. Dat mogen we gerust letterlijk verstaan. Niemand heeft het recht
het leven van een ander zomaar te beëindigen. Een mens doden mag niet, punt.
Maar 'gij zult niet doden' mogen we ook in een meer geestelijke
betekenis verstaan.
Wanneer God de mogelijkheid schenkt om lief te hebben en we slaan die
mogelijkheid in de wind, dan doden we eigenlijk de kans om lief te hebben,
zowel voor onszelf als voor de ander. We ontnemen onszelf en die ander niet
enkel de mogelijkheid om lief te hebben, maar we ontnemen ons en de ander ook
een groei in het beminnen, want wie liefheeft (of dit tracht te doen) groeit.
We ontnemen ons en de ander in zekere zin ook het 'leven', want wie bemint
geeft leven, en ontvangt zelfs eeuwig leven.
Dus de woorden uit de brief van Johannes van vandaag 'Iedereen die zijn
broeder of zuster haat, is een moordenaar.', mogen we in zekere zin heel
letterlijk verstaan. Wie haat ontneemt zichzelf en de ander de mogelijkheid om
te beminnen. In zekere zin is hij een moordenaar, want hij ontneemt het leven.
Johannes zag
Jezus naar zich toe komen, en hij zei: Daar is het Lam van God, dat de zonde
van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: Na mij komt iemand die
meer is dan ik, want Hij was er vóór mij. Ook ik wist niet wie Hij was, maar
ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden.
En Johannes getuigde: Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien
neerdalen, en Hij bleef op Hem rusten. Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij
die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: Wanneer je ziet
dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt
met de heilige Geest. En dat heb ik gezien, en ik getuig dat Hij de Zoon van
God is.
Johannes
de Doper is een wegwijzer van Oud- naar Nieuw Testament. Als laatste profeet
kondigt hij niet alleen de komst van de Messias aan, maar hij mag Hem ook
letterlijk aanwijzen. Zijn zending bestaat erin te getuigen, en dan zelf te
verdwijnen naar de achtergrond. Hij moet het heilsinitiatief aan Jezus
overlaten.
Johannes droeg zijn zending, hij had zijn roeping, en beantwoordde daaraan.
Hij verwees naar Christus, naar het hart van ons bestaan.
Moeten
wij zijn zoals Johannes de Doper ?
Ja en nee.
Nee,
opdat we Johannes niet zijn, en omdat de Heer niet moet worden aangewezen zoals
toen aan de oevers van de Jordaan.
Maar ook
ja. Wij mogen zijn zoals Johannes. Want, zoals we gisteren zeiden, is Jezus op
onnoembare vele en verschillende wijzen onder ons terwijl velen Hem niet zien,
wat jammer is.
Moest Hij meer gezien worden, ontvangen en bemind,... de wereld zou dikwijls
bespaard zijn van veel leed waarmee het vandaag te kampen heeft. En dan gaat
het hier niet over het lijden dat ook liefde kan zijn, maar over het leed als
gevolg van de zonde.
De wereld van vandaag heeft meer dan ooit mensen nodig als Johannes; mensen die
Jezus aanwijzen, die Hem aanduiden waar Hij onder ons komt, en op welke manier
Hij dat doet. Velen zijn blind en hebben een vingerwijzing nodig naar het hart
van ons bestaan, naar Jezus.
Hoe dit
moet gebeuren... da's niet makkelijk, zeker niet in deze tijd hier in onze
streken.
En toch smacht onze samenleving naar mensen als Johannes de Doper die de vinger
durven leggen op wonden als gevolg van de zonde, én naar Hem verwijzen.
Laat ons
nadenken en bidden om erachter te komen hoe wij Jezus' aanwezigheid kunnen
duidelijk maken aan deze wereld
Dit is het getuigenis van Johannes. De
Joden hadden vanuit Jeruzalem priesters en Levieten naar hem toe gestuurd om
hem te vragen: Wie bent u?
Hij gaf zonder aarzelen antwoord en verklaarde ronduit: Ik ben niet de
messias.
Toen vroegen ze hem: Wie dan? Bent u Elia?
Hij zei: Die ben ik ook niet.
Bent u de profeet? Nee, antwoordde hij.
Maar wie bent u dan? vroegen ze hem. Wij moeten antwoord kunnen geven aan
degenen die ons gestuurd hebbenwie zegt u zelf dat u bent?
Hij zei: Ik ben de stem die roept in de woestijn: Maak recht de weg van de
Heer, zoals de profeet Jesaja gezegd heeft.
De afgevaardigden die uit de kring van de Farizeeën kwamen, vroegen verder:
Waarom doopt u dan, als u niet de Messias bent, en ook niet Elia of de
profeet?
Ik doop met water, antwoordde Johannes. Maar in uw midden is iemand die u
niet kent, Hij die na mij komt; ik ben het niet eens waard om de riemen van
zijn sandalen los te maken.
Dit gebeurde in Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.
Johannes
de Doper wordt ondervraagd over zijn zending. Men vermoedde immers dat hij de
Messias was. Maar Johannes blijft zichzelf en zijn roeping trouw. Hij wil geen
populariteit en wijst bewust naar Hem die als onbekende reeds onder de mensen
aanwezig is: Jezus, de ware MessiasVandaag hoorden we Johannes de Doper zeggen tot de Levieten en
de priesters: 'In uw
midden is iemand die u niet kent'.
Het
zijn woorden van toen, maar langs de andere kant zijn ze ook meer dan actueel.
We hebben immers amper een vermoeden van de vele wijzen waarop de Heer onder
ons aanwezig is en komt.
Voortdurend
biedt Hij dingen, mensen en situaties aan waarin Hij tot ons komt en ons
uitnodigt onze eigen wil los te laten en ons op Hem te verlaten.
Daarvoor moeten we kijken met de ogen van de geest, met de ogen van het geloof.
Wie dit klaarspeelt zal Hem daadwerkelijk in alles zien.
Hem zien is één ding, Hem ontvangen is nog een ander ding.
Wie Hem ziet én ontvangt, zal zich laten raken door Hem én de genade ontvangen
in te kunnen gaan op zijn uitnodiging. Dat is leven mét de Heer, dat is 'ja' zeggen
op de Blijde Boodschap
In
het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in
het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van
wat bestaat.
In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht
schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht
gekregen.
Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als
getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij
was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware
licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de
wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben
Hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij
het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op
natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een
man, maar uit God.
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en
waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon
van de Vader.
Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: Hij is het over wie ik zei: Die
na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!
Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. De wet is door Mozes
gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen.
Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het
hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.
Het evangelie dat je net las is een mooi evangelie voor
deze laatste dag van het jaar.
De laatste dag, die we vandaag beleven en straks dankbaar gaan uitwuiven, is de
laatste dag van een jaar in een geschiedenis van een doorlopende tijd. Maar
deze laatste dag is ook de eerste dag, het laatste uur het eerste uur, en wel
van een nieuwe geschiedenis, van een nieuwe tijd. Het is zoals Johannes de
Doper het zei: 'Hij is het over wie ik zei: Die na mij komt is meer dan ik,
want Hij was er vóór mij!
In Christus is er geen vóór en na meer. In elk uur is de
volheid der tijden aangebroken. Elk ogenblik is de volheid van de tijd, en wel
in de zin van 'beslissend'. Het is geen voorbereidingstijd meer in de zin van
voorbereiding op dat wat nog moet gebeuren. Nee, dat eigenlijke is al gebeurd.
We kunnen nu al, op dit moment "vrijmoedig naderen tot de troon van
Gods genade (Hebr 4,16).
Maar ook in deze nieuwe geschiedenis kun je inwendig,
geestelijk, volgens je hart, nog behoren tot de oude geschiedenis, de
geschiedenis van het vlees, van de zelfzucht, van de zonde. Je kunt leven in
het nu, en toch in het oude. Daarom is elk uur een uur van 'beslissing', de
beslissing om uit jezelf te treden, uit de oude geschiedenis en te kiezen voor
Christus: ik wil leven voor Hem, in Hem, door Hem. En steeds opnieuw deze
beslissing nemen... dat is leven in de nieuwe geschiedenis.
Dat elke dag in 2012 een beslissing mag zijn voor de
Heer.
Uit
de brief van Paulus aan de Kolossenzen
3, 12-21.
Broeders en zusters,
omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en Hij u liefheeft,
moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid,
zachtmoedigheid en geduld.
Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft;
zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte
eenheid maakt.
Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als
de leden van één lichaam.
Wees ook dankbaar.
Laat Christus woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan
elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en
liederen die de Geest u vol genade ingeeft.
Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de
Vader, dankt door Hem.
Vrouwen, erken het gezag van uw man, zoals past bij uw verbondenheid met de
Heer.
Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet bitter tegen haar.
Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles, want dat is de wil van de Heer.
Vaders, vit niet op uw kinderen, want dat maakt ze moedeloos.
Wij kunnen Paulus niet
verwijten dat hij een man van zijn tijd was. Hij heeft dan ook de verhoudingen
tussen man en vrouw, ouders en kinderen anders voorgesteld, dan wij het vandaag
doen. Wij moeten echter op de eerste plaats opmerken, hoe hij aandringt op de
noodzakelijke wederzijdse vergeving, die pas mogelijk is in nederigheid en
respect voor elkaar. Voor de tijdgenoten van Paulus was dit een verrassende
taal. Maar het is zeker: waar vergeven wordt, daar ontstaat vrede en waar vrede
heerst daar leeft er vreugde.
Vrienden, dat wij God kennen weten we doordat we ons aan zijn geboden houden.
Wie zegt: 'Ik ken Hem', maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een
leugenaar; de waarheid is niet in hem. In wie zich aan Gods woord houdt, is
zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten we dat we in Hem
zijn. Wie zegt in Hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden.
Geliefde broeders en zusters, ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor
maar een oud, dat u vanaf het begin bekend is. Dat oude gebod is de boodschap
die u gehoord hebt. Toch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt
en het ware licht al schijnt, en dit is werkelijkheid in Jezus leven en in uw
leven.
Wie zegt in het licht te zijn maar zijn broeder of zuster haat, bevindt zich
nog altijd in de duisternis. Wie de ander liefheeft, blijft in het licht en
komt niet ten val, maar wie de ander haat, bevindt zich in de duisternis. Hij
gaat zijn weg in het duister, zonder te weten waarheen die weg voert, want de
duisternis heeft hem blind gemaakt.
Niemand
kan zeggen dat hij in God gelooft en van God houdt, als hij Gods geboden niet
onderhoudt. Het eerste en voornaamste gebod is de liefde. Het is een oud gebod,
en toch ook nieuw in zoverre Jezus het radikaal stelt als voorwaarde en als
kenmerk van zijn navolgingVandaag
schrijft Johannes in de eerste lezing: Geliefde
broeders en zusters, ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor maar een
oud, dat u vanaf het begin bekend is. Dat oude gebod is de boodschap die u
gehoord hebt. Toch is het ook een nieuw gebod, omdat de duisternis wijkt en het
ware licht al schijnt, en dit is werkelijkheid in Jezus leven en in uw leven.
Johannes
heeft het hier over het gebod van de liefde; een gebod dat inderdaad geen nieuw
gebod was, het was al eeuwen oud. Maar tegelijkertijd was het ook een nieuw
gebod. En dat had natuurlijk alles te maken met de komst van Jezus. Hij,
mensgeworden God, de Liefde zelf, zal de mensheid een genade schenken die zij
voordien nooit op zo'n manier gekregen heeft. Die genade was en is namelijk
Hijzelf. Wat zich daar afspeelde in die grot te Bethlehem, speelt zich sindsdien
af in ieders mensenhart. Buiten het fysisch karakter wordt op geen andere wijze
dan toen Jezus steeds opnieuw geboren in elke mens.
Maar
er bestaat geen liefde zonder vrijheid. Dus als een nederige dienaar klopt
Jezus aan de deur van ons hart en wacht tot wij opendoen om dan samen met ons
maaltijd te houden: Hij met ons, wij met Hem - zo lezen we in de Apocalyps. Hij
vraagt bij wijze van spreken toestemming om in ons leven in te treden. Maar Hij
wil dat wij
die beslissing nemen, ieder van ons, heel persoonlijk, én wij als gemeenschap.
Ons ja-woord wil Hij vervullen met zijn ja-woord tot de Vader, opdat zijn
liefde in ons werkelijkheid mag worden.
Ja,
kerstmis is meer dan kalkoen eten en glaasjes heffen.
Het bloed van Jezus
Christus reinigt ons van elke zonde.
Vrienden,
dit is wat wij Jezus hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is
licht, er is in Hem geen spoor van duisternis.
Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister
gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.
Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we
met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle
zonde.
Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de
waarheid niet in ons. Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en
rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad.
Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en
is zijn woord niet in ons.
Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Mocht een van u echter toch
zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de
rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet
alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.
Dierbaren, de goedheid
en mensenliefde van God, onze redder, zijn openbaar geworden en Hij heeft ons
gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij
heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van
de heilige Geest, die Hij door Jezus Christus, onze redder, rijkelijk over ons
heeft uitgegoten.
Zo zijn wij door zijn genade als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel
aan het eeuwige leven waarop we hopen.
De geschiedenis van de mensheid
en de heilsgeschiedenis getuigen ervan: uit zichzelf alleen konden de mensen
het nooit verdienen, dat hen een verlosser geboren werd. Het heil kon slechts
dagen, toen de God van tederheid en erbarmen de eerste stap zette
Uit het evangelie volgen Lucas
2, 15-20
Toen de engelen waren teruggegaan naar
de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: Laten we naar Betlehem gaan om met
eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.
Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de
voederbak lag.
Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd.
Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden,
maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken.
De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze
gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd
De verschijning van de engelen
was maar kort. Nu is het de taak van de nederigen, de armen en de kleinen om
aan hun broeders en zusters de Blijde Boodschap te verkondigen, die hen werd
toevertrouwd. En het geloof van Maria gaat dat van de Kerk vooraf, bij het
overbrengen van het mysterie van haar Zoon.
Dezer dagen voelen wij ons allemaal uitgenodigd mee op te stappen in de stoet
van de kleinen en de eenvoudigen, naar de plaats waar de Liefde weer onder ons
komt wonen.
En voor wie goed toekijkt,
gebeuren er dan wondere dingen: Licht wordt ontstoken in onze koude duisternis,
een kind wordt geboren in ons oude mensenwereld en over onze aarde, die al die
oorlogen moe is, weerklinkt uit Gods genadevolle hemel een vredeslied. Gods
Liefde komt weer wonen in ons mensenhart.
Het wondere is dat Hij niet
komt als een machtige heerser, maar als een teder kind dat zijn armen
uitnodigend open spreidt. Zo is onze God. Met Kerstmis laat Hij ons nog het
meest van al aanvoelen dat Hij niet dwingt, geen schrik aanjaagt, niet
domineert, maar liefdevol uitnodigt, zoals een kind doet. Een pasgeboren kind
is nu eenmaal hulpeloos en kwetsbaar en het heeft geen enkele uiterlijke macht
om mensen tot iets te dwingen. Alleen heeft een kind het wonderlijk vermogen,
gewoon door er te zijn, mensen tot een sterke liefde uit te nodigen. Zie eens
tot welk een overgave en edelmoedige zorg allen worden gebracht, die rond het
wiegje van een pasgeborene komen staan: ouders, grootouders, familie,
kennissen, buren en vrienden. In al zijn hulpeloosheid weet een kind bij velen
een warme liefde te wekken, velen ertoe te brengen ervoor te kiezen om hun liefde
te tonen, graag, gul en edelmoedig. Daarom juist koos God ervoor als Kind
geboren te worden.
Wij hebben er soms moeite mee
om Hem zo te aanvaarden. "Hij kwam in de wereld, maar de wereld erkende
Hem niet." Want soms zouden wij liever een God hebben die alles eens
ondersteboven gooit en een wereld maakt zonder oorlogen, zonder haat. Van zo'n
'afgod' dromen wij soms. Maar dan zou die God een dwingende albeheerser zijn en
zouden wij, mensen, robots zijn zonder vrije wil. Maar "onze God die
geboren wordt als een weerloos kind", is het duidelijkste teken dat Hij
Liefde wil zijn, die ons niet dwingt of verplicht, maar ons, als zijn vrije
kinderen, steeds uitnodigt tot vrij gekozen overgave en gulle edelmoedigheid.
Wie op die manier ingaat op zijn uitnodiging werkt mee aan de vermenselijking
van onze wereld vanuit persoonlijke overtuiging en bezieling. Zo groeit Gods
Rijk op aarde, vol genade en waarheid. Daarom vraagt Hij op Kerstdag van ons
vooral meer vrede. Meer vrede in ons gezin, in onze familie, op ons werk, in
onze vriendenkring Wat meer vrede, liefde en tederheid tegenover diegenen met
wie wij dagelijks samenleven.
Het moet ons toch ook wel
verwonderen dat God op deze dag niet op de eerste plaats de machtigen der aarde
aanspreekt, de grootindustriëlen, de invloedrijken van onze wereld die in
paleizen wonen. Neen, het is het hart van ons, eenvoudige mensen, dat wordt
aangesproken. En ons hart is nu juist geen kraaknet paleis. Het gelijkt eerder
op een arme stal. Het is er niet overal even proper en er zijn duistere hoekjes
die wij liever verborgen houden. Maar het merkwaardige is dat God met zijn
liefde juist daar, en nergens anders, in ons hart, zoals het nu is, weer wil
geboren worden. Het is inderdaad alleen vanuit de vrije keuze van een
mensenhart dat de liefde meer kans kan krijgen in onze wereld.
Mogen wij dan vandaag
volledig vervuld worden van de deugddoende vrede van dit kind, waarin wij
herkennen dat God, die Liefde is, weer wil geboren worden onder ons, dankbare
en vrije mensen.
Ik ben LUC, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lucky.
Ik ben een man en woon in Moorsele (belgie) en mijn beroep is RUST........
Ik ben geboren op 30/12/1952 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: computer,,Muziek Fietsen en proberen niet mijn wil te doen maar deze van de Heer.
ben gehuwd met fabienne
De Geest van God is geen spookbeeld of hersenschim. Hij is onder ons aanwezig, voelbaar en tastbaar. Hij spreekt soms uit de blik in onze ogen. Je ziet hem in de mensen die verdraagzaam zijn en respectvol omgaan met elkaar. Je voelt hem in dat liefdevolle gebaar of die hartelijke handdruk. De Geest van God is de scheppende kracht die bruggen slaat over de diepste kloven, die mensen bij elkaar brengt en conflicten ombuigt in begrip en verzoening. Het is de energie die bergen kan verzetten en mensen boven hun kleinheid uittilt - de levensadem van God die mensen bezielt en in beweging zet.
Afscheid nemen is verdrietig, afscheid nemen is niet fijn afscheid nemen is iemand verlaten bij wie je graag zou willen zijn.
Afscheid nemen is die blik vol liefde en die aai over je bol afscheid nemen zijn die tranen je schiet er helemaal van vol.
Afscheid nemen zijn die woorden "Ik hou van jou, dag lieve schat. Je bent altijd bij me, want jij zit hier, diep in m'n hart."
Soms is het afscheid maar voor even soms voorgoed of voor een lange tijd maar wat je samen hebt mogen beleven dat raak je echt, nee nooit meer kwijt.
Parel
Je bent een parel, die zeer kostbaar is je naam staat onuitwisbaar in Mijn hand geschreven. Ik heb je zelf gemaakt om tot Mijn eer te leven je bent een parel, die zeer kostbaar is.
En eens zal Ik je roepen aan Mijn zij Mijn kind die roeping is zo hoog verheven. Uit liefde gaf ik jou Mijn eigen leven, ja, eenmaal zul je stralen aan Mijn zij.
Je bent nu nog op reis, het einddoel is in zicht, houd Mij maar stevig vast en luister naar Mijn stem. Aan d’einder gloort het nieuw Jeruzalem, daar zul je eeuwig leven in Mijn licht.
Je bent een parel, die zeer kostbaar is.
Dit gedicht is voor jou! Als je je alleen voelt je hart gebroken is of bezeerd als je bang bent voor wat komen gaat als je lief hebben hebt verleerd als je jezelf niet durft te zijn als je verteerd wordt door verdriet dan is dit gedicht voor jou want God vergeet je niet Hij wacht op je hij kent je vragen Hij zegt: “geef mij je last, dan kunnen we het samen dragen”. En langzaam zul je merken daar kun je van op aan, dat jij alleen nog je rugtas vasthoudt de inhoud is naar Hem overgegaan Als je je bedrogen voelt eenzaam en heel klein als je door de bomen het bos niet meer ziet en er misschien zelfs niet meer wilt zijn als je verstrikt zit in de netten van de zonde en niet weet hoe je daar uit moet geraken dan is dit gedicht voor jou Jezus zal het in orde maken Hij weet als geen ander hoe pijn voelt en wat een mens soms moet doorstaan Voor jou en mij is Hij uit liefde door enorm zware beproevingen gegaan Hij kijkt naar jou met een bewogen hart en een liefdevolle blik in Zijn ogen en wacht tot je Hem vragen zult je tranen te gaan drogen Dit gedicht is voor jou. Waarom? Is misschien je vraag. omdat God ontzettend van je houdt, grijp toch Zijn uitgestoken hand vandaag….