De kippen eten geven is iets wat ik graag doe, want anders leggen de kippen geen eieren.
Van den haan ben ik toch een beetje bang!
Frieda Van Wuytswinkel
Magda Van Wuytswinkel
De geschiedenis van de familie Van Wuytswinkel
01-03-2006
De Vasten
Naar de dagelijkse mis in de Vasten
In mijn jeugd werd niet alleen de vasten strikt toegepast maar gingen we ook dagelijks s morgens naar de mis. Dit trouw bezoeken van de kerkdienst deden we niet alleen voor de ogen van onze Lieve Heer maar op de eerste plaats voor de stempel die we op een bezoekerskaart gedrukt kregen en die op het eind van de rit ( lees vasten) recht gaf op een busreis en bezoek aan een speeltuin. Niet ver, de speeltuin was gelegen in Herentals De Kruisberg, dit was voor ons reeds ver genoeg. Dat we niet alleen waren in onze dagelijkse inspanning getuigde de volle bus die eindelijk op een stralende dag vertrok naar de speeltuin. We waren voorzien van spijs en drank en verheugde ons op een prachtige dag van spelen en ravotten. Om ons te amuseren hadden we niet veel nodig een schommel, schuifaf en een zandbak was voldoende om ons uren zoet te houden. Meestal kregen we van de inrichters ook nog een frisdrank aan geboden, zodat ons geluk niet op kon. De dag werd besloten met een voetbalmatch, niet dat we zo goed konden voetballen maar met zn alleen op het veld en achter de ongrijpbare bal te rennen was voor de meeste van ons reeds voldoende.
s Avonds voerden de bus een gelukkige jeugd terug naar de parochie en zo ik reeds in een vorige bijdrage zei, moe maar gelukkig.
Nota:
Dat dit stukje prachtige natuur op punt staat van te verdwijnen en plaats moet maken voor een verkaveling is onbegrijpelijk. Is geld dan belangrijker dan spelende kinderen .en dit voor een katholieke organisatie als eigenaar?
Mijn legerdienst starten op een winterdag 1 februari 1965. Maanden daarvoor had ik een vriendelijk briefje gekregen met daarop die datum en de kazerne waar ik het leger moest vervoegen als een soldaat inwording.
De weg kon ik tevoet afleggen want de legerplaats lag in Turnhout. Kazerne Blairon of het 3 opleidingscentrum van ABL.(Armee-Belgie-Leger).
Een vriendelijke man in uniform stond ons al optewachte en wees ons een plek van de binnenplaats aan, onwennig kropen de binnenkomende rekruten bijeen, stil wachten op wat komen zal. Toen verondersteld werd dat de nieuwe lichting binnen gekomen was brulden de geuniformde ons toe dat we per twee moesten gaan staan.en per grote. Na enkele minuten speelden we het gevraagde klaar en marcheerden we naar de op ons wachtende kamers. Hier konden we een uurtje bekomen van de eerste opgelopen emoties. Rond twaalf uur kwam een andere persoon ons roepen dat we konden gaan eten. Dat viel mee, frieten en kip en salade. We waren dus niet in de hel beland. Aan tafel kwamen de tongen iets losser en vertelden we mekaar waar van we kwamen en wie we waren. Ik knoopten een gesprek aan met de Ward van Retie , hij zou mijn ganse legerdienst mijn maat blijven. Na de middagrust leerden we ons bed opmaken. We hielpen mekaar omdat sommige jongens echt het verschil tussen laken en dekens niet wisten, het schepten een band van kameraden, mannen onder één.
In de namiddag leerden we nuttige dingen die een beginnende militair van doen heeft, zoals de graden, de leefregels in een kazerne enz.
Na het avondeten kropen we op onze overvolle kamer bijeen en vertelden we over onze verwachtingen, van dit voor ons alle nieuw leven.
We werden gewekt om 6 uur in de morgen door een bevel aan bed, bijna iedereen was al uren wakker en dat gebrul was voor de meeste niet nodig. Een enkele werd door de woesteling als voorbeeld met bed en al onderuit gekieperd. Wat me altijd bij gebleven is dat er sommige er zin in hadden en gelukkig waren dat het gebeuren niet hun deel was.
Nu kregen we ons uniform. Weer per grote gaan staan, het leger heeft er iets mee. Deze keer begrepen we het wel, de kleintjes! kregen kleine maten, zo zou het toch moeten zijn maar de verstrekkers van het leger, zelf miliciens hadden het zo niet begrepen en smeten er een grote maat tussen. Bij het passen heerste er dan algemene hilitairiteit. Een korporaal, beroeps moet er tussen komen of er gebeurde maluren. Na een tijdje had iedereen zijn militaire attributen vast en konden we naar onze kamer om soldaat te worden, toch in kledij.
Aangekleed voelden we allemaal belachelijke wezens.
Nu konden we de eerste lessen krijgen in het marcheren. Voor de meeste die niet in een jeugdbeweging of fanfare waren geweest was dit onmogelijk en echt een karwei. De combinatie tussen voeten en armen bleek niet te kloppen, en recht en links was voor sommige vragen voor moeilijkheden. Het geduld van de instructeur was bewonderenswaardig. Op het einde van de week marcheerde daar een peloton soldaten zo goed dat wij zelf een beetje trots waren.
In de les over de militaire wetten leerde een ernstige officier ons dat de dood met de kogel nog steeds kon toegepast worden. We geloofde er geen barst van. Maar allee als het een officier het heeft gezegd. Ik verdenk er de man van dat hij ons iets wilden opvijzen. De verhalen in de mess van de officieren zullen er wel gegaan zijn over die groene rekruten, die toch ook alles geloven.
De eerste week eindigde sneller dan verwacht en om klokslag twaalf uur op zaterdag werd de lichting 1965 gelost in de kazerne Blairon.
We moesten maandag wel terug komen vertelden de officier van wacht. Maar nu even een weekend terug de burgermaatschappij in.
Al is het vrouwtje nog zo arm met Lichtmis maakt ze haar pannetje warm
Op 2 februari vieren we of vierden we Lichtmis het feest van onze Lieve Vrouw reiniging en de wijding van haar kindje Jezus.
In onze contreien weten we dat nu de dagen lengen en dat we langzaam maar zeker naar het voorjaar gaan.
Maar om terug te komen op de pannenkoeken, automatisch denk ik dan aan een recept van mijn Moemoe, pannenkoeken met bosbessen.
Het was in de zomer en we trokken er met zn allen erop uit om de bessen te plukken in het noorden van Turnhout.
Het duurden wel even om ons kopje tevullen, vooral omdat we de sappige bessen meer opaten dan dat we deze in ons bakje deponeerden.
Lang mocht het bij ons ook niet duren want we verheugden ons al op de overheerlijke pannenkoeken die van de vruchten gebakken zouden worden.
Thuis zetten de oudere meisjes de tafel klaar en het eetfestijn kon beginnen. Moemoe had haar hadden vol om te bakken en om alles in goede banen te leiden. Eens onze magen gevuld zaten we samen gezellig aan tafel na te genieten en moemoe zag met voldoening dat het goed was geweest.
De bosbessen zijn rond Turnhout verdwenen, nog op een zeldzame plek in de Noorderkempen groeien deze sappige bessen. De plaats ga ik niet verraden kwestie dat er geen massa volk op afkomen.
Maar op de 2 februari, koks onder ons je weet het nu pannenkoeken met of zonder tussen n
Met verbijstering hoorde ik het nieuws op de TV aan dat een rechter in West Vlaanderen een vonnis heeft uitgesproken tegen spelende kinderen.
Wie mijn blog gevolgd heeft weet dat ik uit een tijd stam dat de kinderen in de zomer of dat het enigszins weer was buiten op de straat ravotten en dat het niet stil gebeurden kunt u wel raden.
De ouders zaten gewoon mee buiten en terwijl zij het wereldnieuws bespraken speelden wij ons spel. Niemand die er aanstoot aan had en wij beleefden een (h)eerlijke jeugd.
Wat is er dan veranderd in de samenleving, dat de mensen stilte eisen?
Hebben ze zelf zo geen jeugd gehad of stammen ze allemaal af van wijken waar geen kinderen waren?
Wat mij het meest ontgoocheld heeft in deze zaak , is het feit dat er een rechter te vinden is die zo een vonnis uitspreekt in plaats van de eisers terecht te wijzen.
Laat de kinderen spelen en als de mensen iets aan hun oude dag willen hebben gaat er dan gezellig tussen zitten en vertel de kinderen verhaaltjes, misschien krijgt het leven dan een andere wending
De feestdag van Sint Antonius met zijn varken wordt gevierd op 17 januari .Deze dag is al eeuwen een dag waarop van de omliggende dorpen de landbouwer naar Oosthoven afzakten om hun geliefde patroon te eren en zijn bescherming aftesmeken.
Sint Antonius is de beschermer van het vee en de veldgewassen.
De oudste documenten over de verering in Oosthoven dateren van de zestiende eeuw. In 1757 verwierf de kapel relikwieën van Sint Antonius.
Die dag was het ook de gewoonte van varkenskoppen te offeren en deze werden na de mis verkocht, kwestie van de kerkkas ook wat te gunnen. Nu zondag 22 januari is het weer viering en er staat heel wat te gebeuren in het anders rustig gehuchtje van Oud Turnhout.
Op vrijdagavond trekken de kinderen van de plaatselijke lagere school er op uit om geld optehalen voor hun school. De Sint Antoniustocht is gestart in 1977 en had de bedoeling om de werkingsmiddelen van de school te verbeteren. Dit jaar hebben de kinderen van de school beslist om de helft van de opgehaalde gelden te schenken aan de daklozen van Pakistan.
Op zondag is er dan de eigenlijke viering, deze start met een H. Mis met zegening van de varkenskoppen, na de Mis is er een zegening van de paarden. De ruiters komen met hun paarden van de omliggende dorpen en zijn op hun paasbest of zegt men om hun Sint Antoniusbest.
Daarna worden tradioneel de varkenskoppen en andere offerandes verkocht per opbod.
s Middags kunnen de mensen die willen aanschuiven aan de tafel in de parochiezaal. Voor dit laatste staan er onderandere mosselen en frietjes op het menu. Het gebeuren is om het onderhoud van de parochiezaal te ondersteunen. In de namiddag is er koffie en lekkere pannenkoeken, dit alles aan schappelijke prijzen.
Weet u die dag niet wat te doen en ziet u graag een stukje folklore uit ons eigen Kempenland komt dan in de voormiddag naar Oosthoven en je zult niet de enigen zijn.
Het is voor veel mensen een droom om een rijke oom in Amerika hebben. Niet dat er in de familie van mijn vrouw een rijke oom in de USA zou hebben geweest maar een aardig verhaal is het allerminst.
Het betreft hier Verhulst Fransiscus, geboren te Beerse op 24 juni 1879.
Hij was de zoon van Verhulst Petrus, geboren te Beerse op 8 mei 1840 en overleden te Baarle Hertog op 7 februari 1911.Zijn moeder was Servaes Anna Maria, geboren te Rijkevorsel op 5 november 1853 en overleden te Oud Turnhout Kijkverdriet op 4 mei 1941.
Zijn vader Petrus was een eerste maal gehuwd geweest met Matheeussen Regina, geboren te Vosselaar op 26 mei 1840. Zij overleed te Beerse op 24 februari 1878 in het kinderbed.
Het gezin heeft gewoond te Beerse, de Hout, meer bepaald op de Corsendonkse hoeve tot 1909. Op 30 december van dat jaar verhuisden zij naar Baarle Hertog, Oosteneind.
Rond 1900 was het voor de gewone mensen een harde tijd. Het gezin Verhulst had de pacht of huur van de hoeve te Beerse opgezegd met de bedoeling om met zijn allen te emigreren naar Amerika. Doch na wijs overleg werd er besloten dat de oudste zoon uit het tweede huwelijk eerst op verkenning zou gaan. Het gevolg hiervan was dat het vertrek naar Amerika niet kon doorgaan zij een andere woonst moesten vinden.
Frans is vertrokken naar Canada in 1908. Later belanden hij in Californie Los Angeles. Door briefwisseling met Frans vernam de familie dat het ginder in Amerika niet zo goed was als men het hier voorspiegelde. De zoon ontraadde zijn familie om de overtocht naar Amerika te maken en in België te blijven. Hetgeen dan ook gebeurde en waardoor de familie uiteindelijk verhuisde naar Baarle Hertog.
Enkele malen is nonkel Frans overgekomen van Amerika om zijn familie te bezoeken. Een eerste maal gebeurde dit kort na de eerste wereldoorlog. Hij heeft toen zijn broers en zusters elk een dollar muntstuk gegeven.
Hij was gehuwd met een vrouw van Duitse nationaliteit (Scheele Eleie ?). Zij was afkomstig van Neuss. Zij zou samen met de zoon een tweede bezoek gebracht hebben aan de familie in België omstreeks augustus 1938. Ze logeerde bij tante Paulina, deze had een groot huis in Turnhout en kon de gasten gemakkelijk laten logeren. De zoon protesteerde toen er verder moest gereisd worden naar Duitsland om haar familie te bezoeken. Omdat het in Turnhout in augustus kermis was en dat sprak een jonge gast meer aan dan een verder familiebezoek..
Op de terugweg naar Amerika is de echtgenote ziek geworden. Bij aankomst in New York is ze opgenomen in een hospitaal, waar ze uiteindelijk is overleden.
Frans Verhulst had een kippenkwekerij. Later is hij als arbeider werkzaam geweest aan waterwerken.
Hij is overleden te Van Nuys ( Los Angeles) op 2 mei 1941.
Het is niets meer geweten van zijn zoon. Als iemand van de lezers een tip kan geven om met de nakomelingen in Amerika in contact te komen, dat is altijd welkom.
Bron Josepha Verhulst Oosthoven en Staf Wijnants Beerse
Het gezin van Petrus Verhulst
I Petrus Verhulst, geb. Beerse 8 mei 1840 Landbouwer Baarle Hertog 7 febr. 1911 gehuwd. 1e Beerse 13 jan. 1869 Regina Matheusen geb. Vosselaar 26 mei 1840 Beerse 24 febr. 1878 dr. van Frans Matheusen en Anna Catharina Leys; gehuwd. 2e Turnhout 23 aug. 1878 Anna Maria Servaes geb. Rijkevorsel 5 nov. 1853 Landbouwster Oud Turnhout(kijkverdriet) 4 mei 1941 dr. van Petrus Servaes en Carolina Boeckx.
Uit het eerste huwelijk:
1. Maria Carolina Verhulst, geb. Beerse 29 sept. 1869 gehuwd met Alphonsus Oris
2. Franciscus Verhulst, geb. Beerse 1872 Beerse 5 mei 1878. 3. Carolus Verhulst, geb. Beerse 24 juli 1873. gehuwd met Maria Loomans 4. Josephus Verhulst, geb. Beerse 13 mei 1875
Uit het tweede huwelijk:
1. Franciscus Verhulst, geb. Beerse 24 juni 1879 Van Nuys(Los Angelos USA) 2 mei 1941
2 Ludovicus Verhulst, geb. Beerse op 5 juni 1881, overleden te Beerse op 3 okt.1885.
3 Gustavus Verhulst, geb. Beerse op 7 september 1883 4. Vitalis Verhulst, geb Beerse op 8 sept 1885 gehuwd met Rosalia Sauvilliers
5. Victor Verhulst, geb Beerse op 5 januari 1888 en overleden te Beerse op 9 mei 1892 6. Franciscus Josephus Verhulst geb Beerse op 21 febr 1890 gehuwd met Maria Catharina Laurijsen en Maria Van Oeckel 7. Petrus Jozef Verhulst geb beerse op 21 febr 1890, gehuwd met Maria Theresia Van Deun en Rasalia Sauvilliers 8. Maria Paulina Verhulst, geb. Beerse 4 juni 1892 gehuwd met Ludovicus Sebastianus Luyten
9.. Maria Catharina Verhulst geb Beerse op 29 april 1894, gehuwd met Petrus Emilius Horemans
Jacobus Leysen geboren te Lichtaart op 31 juli 1770 en gehuwd met Anna Catharina Peenen.
Kinderen:
1. Petrus Franciscus Leysen geboren te Lichtaart op 9 december 1793, overleden te Turnhout op 11 maart 1883 op de Markt.
Hij is gehuwd te Kasterlee op 13 mei 1826 met Anna Maria Leysen, geboren te Lichtaart op 7 augustus 1799 en overleden Te Turnhout op 8 juni 1878 op het Heizijde, dochter van Joannes Franciscus Leysen en Anna Maria Vervecken.
2. Joanna Catharina Leysen, geboren te Lichtaart op 4 oktober 1795, overleden te Lichtaart (Achterlee) op 12 december 1853.
Zij is getrouwd te Kasterlee op 24 februari 1821 met Josephus Janssens, geboren te Turnhout op 1 september 1790, overleden te Lichtaart (Achterlee) op 1 oktober 1855, zoon van Gerardus Janssens en Joanna Van Gelder.
3. Anna Maria Leysen, geboren te Lichtaart op 24 juni 1797, overleden te Lichtaart (Plaats 13) op 21 maart 1889.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 9 mei 1828 met Joannes Vervecken, geboren te Kasterlee op 20 juni 1799, overleden te Lichtaart ( Plaats) op 27 maart 1872, zoon van Joannes FranciscusVervecken en Anna Maria Eyckens.
4.Jan Baptist Leysen, geboren te Lichtaart op 6 december 1798.
5. Maria Elisabeth Leysen, geboren te Lichtaart op 19 april 1801, overleden te Lichtaart (Plaats) op 6 oktober 1863.
Zij was gehuwd met Joannes Cornelius Govaerts, geboren te Lichtaart op 28 december 1899, zoon van Joannes Franciscus Govaerts en Maria Elisabeth Coolbonders.
6 Jan Geraart Leysen, geboren te Lichtaart op 18 augustus 1802. Hij is getrouwd te Kasterlee op 15 februari 1819 met Adriana Hermans geboren te Lichtaart op 25 februari 1800, overleden te Kasterlee ( Terlo) op 8 januari 1853, dochter van Franciscus Hermans en Maria Catharina Janssens.
7.Anna Catharina Leysen, geboren te Lichtaart op 3 december 1804, overleden aldaar op 2 december 1806.
8.Petrus Josephus Leysen, geboren, te Lichtaart op 11 januari 1807, overleden te Kasterlee (Houtum) op 2 mei 1861.
Hij is getrouwd te Kasterlee op 24 april 1841 met Anna Maria Lathouders, geboren te Kasterlee op 7 maart 1814, overleden te Kasterlee ( Houtum) op 15 juni 1886, dochter van Adrianus Lathouders en Maria Elisabeth Geudens.
9. Dorothea Leysen, geboren te Lichtaart op 29 maart 1808, overleden aldaar op 4 april 1808.
10. Maria Anna Leysen, geboren te Lichtaart op 22 april 1809, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 8 maart 1884.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 6 januari 1839 met Jan Baptist Lambrechts, geboren te Itegem op 9 februari 1797, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 12 april 1882, zoon van Jacobus Lambrechts en Anna Maria Valenberghs.
11. Franciscus Ferdinand Leysen, geboren te Lichtaart op 30 juni 1812, overleden te Mons (Militair Hospitaal) op 23 september 1831.
12. Joanna Leysen, geboren, te Lichtaart op 13 mei 1814
De stamreeks Leysen Lichtaart is in stand gekomen dank zij HUGO VAN DE WATER specialist genealoog van Lichtaart.
De reeks begint met Petrus Leysen, overleden te Lichtaart op 24 oktober 1788.
Hij was gehuwd met Catharina Van Herck, overleden te Lichtaart op 8 januari 1782.
Kinderen:
1. Petrus Leysen, geboren te Lichtaart op 6 november 1762, overleden te Lichtaart ( Stenenstraat) op 2 april 1826.
Hij is getrouwd te Herentals op 17 januari 1786 voor de kerk met Joanna CatharinaVerwerft, geboren te Itegem op 23 december 1761, overleden te Kasterlee ( Terlo) op 12 december 1841.
2.Maria Elisabeth Leysen, geboren te Lichtaart op 4 februari 1765.
3.Joanna Catharina Leysen geboren te Lichtaart op 3 december 1767, overleden te Lichtaart op 8 mei 1812.
Zij is getrouwd te Lichtaart op 3 mei 1810 met Laurentius Soontiens, geboren te Lichtaart op 10 augustus 1759, overleden aldaar op 22 mei 1819, zoon van Joannes Soontiens en Maria Van Den Broeck.
4. Jacobus Leysen, geboren te Lichtaart op 31 juli 1770, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 23 maart 1843.
Hij is gehuwd te Lichtaart op 27 mei 1793 voor de kerk met Anna Carharina Peenen, geboren te Poederlee 26 augustus 1773, overleden te Lichtaart (Hukkelbergen) op 9 november 1864, dochter van Petrus Peenen en Anna Jacobs
In Turnhout heeft men aan dit aloudgebruik een nieuwe start gegeven. Op de markt zijn er dan worstenbroden en appelbollen te verkrijgen.
Dit alles wordt opgeluisterd door muziek en drank.
Weet men wel vanwaar dit gebruik komt?
Het feest is ouder dan men denkt. Het stamt uit de tijd van de Germanen die jaarlijks een volksvergadering inrichten om een nieuw bestuur te kiezen. Dit jaarlijks gebruik is afgeschaft door de Franse overheersing en is wel blijven voort bestaan in de gilden.
Jaarlijks op de maandag na het jaarbeging of de maandag na Driekoningen kwamen de gegoede burgers van een dorp of gemeenschap in de voormiddag bijeen om een nieuw bestuur te kiezen.
De plaats van bijeenkomst was bij goed weer op het marktplein onder de lindebomen en bij slecht weer in het genechthuis of bij gebrek aan dit laatste een herberg.
De vergadering begon met het voorlezen van de grenspalen en het keurboek. Dit gebeurde omdat de grenspalen voor iedereen duidelijk zou zijn en het keurboek bevatten de wetten waaraan ieder inwoner van de gemeenschap onderworpen was.
Daarna stelden de drossaard al vertegenwoordiger van de Heer drie schepenen aan, die op hun beurt de vier andere aanduiden.
De burgemeesters van de verschillende gehuchten werden door de aanwezigen gekozen. Dit was een ambt dat niemand graag deed omdat de burgemeester instond om de belastingen optehalen en hij was ook verantwoordelijk voor dat bedrag, kwam hij te kort dat moest hij het verschil uit eigen zak bij passen. Daar tegen stond wel dat hij vijf procent kreeg van de opgehaalde gelden.
De zavelmeesters werden ook door het volk gekozen. Hun taak bestond erin van de wegen te laten onderhouden.
Het laatste punt van de vergadering bestond uit een mogelijkheid van geschillen op te lossen die er tussen de burgers leefden. Zoals het bepalen dat men niet over iemands erf mocht komen.
Verder werd er die dag navergaderd in de herbergen van het dorp en van werken kwam er die dag niet veel meer in huis. Vandaar de benaming Verloren maandag.
Ons gezin Staf Van Wuytswinkel en moeder Maria Van Ostade, Frieda Van Wuytswinkel en Magda Van Wuytswinkel en in de kinderwagen Ludo Van Wuytswinkel. Vader en moeder zijn in de rouw wegens het afsterven van de moeder van vader Antonia Gladines
De dag dat mijn vader vrolijk was!
Staf Van Wuytswinkel was niet de vrolijkste van de klas, maar met nieuwjaarsdag was hij steeds goed gezind. Het stuurs kijken ligt in de aard van de Van Wuytswinkels. Ze waren en zijn in de omgang anders best te genieten, we hebben dat kijken in onze aard en daar kunnen we ook niets aan verhelpen.
Maar die dag even niet, vader kleden zich morgens op zijn zondags en vertrok naar zijn schildersbaas. Deze was Van Houtven in de Paterstraat in Turnhout en daar werden de gasten verwacht voor hun nieuwjaar en een borreltje.
Vader kwam middags thuis eten en in de namiddag na zijn dutje moesten we mee naar zijn broer en zusters. Wij de kinderen en moeder deden dat niet zo graag omdat we die kant van de familie niet gewoon waren. Moeder trok haar familie voor. Langs haar kant kenden we de achterneven en nichten allemaal met naam en toenaam. De kant van vader werd enkel bezocht op nieuwjaar, niet dat het niet boterde tussen de familie maar dat was zo.
De eerste statie was bij tante Tres ( Maria Van Wuytswinkel) en nonkel Oscar (Oscar De Coster). Zij hadden een winkel op de hoek van de Grimstestraat en de Herentalsestraat. Gegoede middenstanders en brave mensen, de tafel was rijkelijk versiert en wat op tafel kwam was niet mis.
Na een uurtje togen we naar nonkel Jan ( Jan Van Wuytswinkel) en tante Wisa (Wisa Jacobs). Zij bewoonden en klein proper huisje in de Appostelliekestraat in Turnhout op een boogscheut van Tante Tres.
Op een nette tafel stond de drank al te wachten. Dat was de gewoonte, de tafel werd morgens reeds klaar gezet om de bezoekers op een gepaste wijze te ontvangen.
Op een proper tafellinnen stond in het midden van de tafel een glazen serveerblad met daarop de drankflessen, zoals advocaat, witte jenever-Hertekamp, citoenjenever en voor de jonge gasten zoals ik boerenjongens, dit was porto met daarin krenten. Dit laatste en de advocaat werd met een lepeltje gedronken. Moeder dronk hier bij nonkel Jan haar jenevertje met daarin een klontje. Beter gezegd het klontje dopte ze in de jenever en dan zoog ze het vocht uit het suikerklontje.
Bij tante Wisa moesten we steevast de fotos bekijken van haar zoon, Ernest Van Wuytswinkel als koloniaal in Congo.
Daarna trok het vrolijk gezelschap naar de lievelingszuster van mijn vader Tenne (Tante Anna Van Wuytswinkel) en naar nonkel Jan ( Jan Brenders). Hier werd er gegeten want ondertussen was het al vijf uur en de magen knorden. Samen met de koffie kwam de pekelharing met brood om tafel. Kwestie van even terug nuchter te worden ( vooral bij vader).
Savonds gingen we naar de Christelijke Bond in de Korte Begijnenstraat eveneens in Turnhout waar vader en moeder een danspasje waagde. Mijn zusters konden eveneens niet blijven zitten bij die mooie muziek en ik verlaten aan een tafeltje dronk de overschotjes leeg van de glazen die nog op de tafel stonden. Zelf weet ik dat niet meer maar mijn oudste zuster heeft dat verhaaltje meermaals verteld, tot algemeen jolijt van haar kinderen.
Op een laat uur vertrokken we dan huiswaarts de kinderen eerst hand in hand gevolgd door vaderen moeder. Vader die al zingend op onze zenuwen werkte. We geneerden ons dood.
De dag daarop was hij weer vader zoals we hem kenden. Zwijgzaam en hard werkend voor vrouw en kinderen.