Vier dagen na mijn operatie voel ik me goed. De tweede nacht had ik koorts. Rond acht uur voel ik dat het tijd is om te gaan rusten of slapen. En ik moet regelmatig met mijn been omhoog liggen. De verpleegster, die nog steeds om de twee dagen komt, heeft nu iets minder werk, maar het blijft identiek: korstjes afhalen, inspecteren, ontsmetten met alcohol en nieuwe compresse aanbrengen al dan niet met een Iso Betadine vetverbandje. Ik heb met de kinesiste het nieuwe revalidatieprogramma besproken en het ziet er pittig uit. Alleen de echte gangrevalidatie is nog voor later, wanneer de grote pinnen er uit zijn. Ik mag nu fietsen, maar ik moet nog even leren op- en afstappen en misschien is dit nuttig. Met mijn kruk kwam ik buiten. Een dame zei vol verwondering: "ge zat toch vroeger in een karreke?" "Ja, madam, maar mijn karreke is gewassen en is gekrompen". Eenmaal karreke, altijd karreke, en zo krijg je een sociale rol toebedeeld. Gelukkig heb ik mijn dikke pinnen nog in mijn been zitten. Wanneer ik aan de kassa van de supermarkt sta aan te schuiven en ik heb mijn korte broek aan, dan gaan ze me weer laten voor gaan. Toch praktisch zo'n Ilizarovtoestand.