OVER KERKUILEN EN NOG ZOVEEL MEER
Voorbeelden gemeentelijke toenamen De inwoners van heel wat gemeenten hebben een bijnaam, een toenaam. Zo durft men de Brusselaars kiekenfretters en ketjes noemen. In Alsemberg spreekt men van trapschijters, in Arendonk van tsjoekers (zoals Marcel zijn hond Boy) en in Aalst van ajuinen of voil janetten. In Deftinge zijn dat raapeters en in Geraardsbergen bergkruiers. In Godveerdegem heeft men het over flierefluiters, in Grotenberge over ezels (ook: savooistekkers), in Erwetegem over pikkels en in Herzele over ganzenwachters. Ninovieters zijn wortelkrabbers.
En hoe zit dat in Groot-Brakel? Enkel de inwoners van Michelbeke en Everbeek zouden een toenaam hebben. De Michelbekenaars zijn pronkers, spaarders. Zou dat ook gelden voor burgemeester Herman De Croo?
In Everbeek maakt men onderscheid tussen bos- en kerkuilen. De Zilveren Schepen van Everbeek-Beneden is een kerkuil maar zijn vriendin Yvette Claeys van het Bovenkwartier is een bosuil.
FOTO - KERKUIL
11-03-2010 om 22:12
geschreven door Zilveren Schepen
|