WEETJES OVER DE TIJDSINDELING VAN EEN KALENDERJAAR Een jaar telt 365 dagen. In werkelijkheid 365 dagen en ongeveer 1/4de van een dag. Daarom is er om de 4 jaar een schrikkeljaar = 366 dagen. Maar ook daar zijn weer uitzonderingen op, omdat het niet om precies 1/4de maar ONGEVEER 1/4de van een toegevoegde dag gaat. Een schrikkeljaar is deelbaar door 4, maar om de 100 jaar is daar een afwijking op en om de 400 jaar alweer een uitzondering op die afwijking. Op die wijze blijft ons kalenderjaar na verloop van eeuwen met een miniem verschil in evenwicht met de sterrenkunde.
Eertijds telde een jaar maar 10 maanden en kreeg elke maand een nummer als benaming (bijv. september, sept, zeven). Nadien werden er januari en februari aan toegevoegd. Thans opent het jaar met januari. Vandaar dat men bijv. nog steeds spreekt van december - wat betekent 10de maand: decem, dix - terwijl het inwerkelijkheid om de 12de maand gaat
|