Gelegenheidsgedicht "Allerzielen"
Soms loopt er door een drukke straat ineens een oude kameraad of reisgenoot Je weet zodra je hem begroet, het kan niet dat ik hem ontmoet, want hij is dood.
Eerst ben je nog een tijd verbaasd omdat de levende toch haast die dode was Heb je de zaak dan afgedaan, dan komt er weer zo'n een dode aan, met flinke pas.
Thuis van het dodencarnaval zie je de spiegel in de hal Je schrik is groot die man daar in het spiegelglas met die bekende regenjas, was die niet dood?
(Willem Wilmink)
|