ONDERUITGEZAKT... MARCEL OF JAN? "Wie een hond wil slaan, vindt allicht een stok!". Een spreekwoord dat Jan Haegeman regelmatig toepast in zijn wekelijkse epistels waarin hij zich de nieuwe Messias waant om de verdwaalde Vlamingen naar de ware schaapstal te leiden. Of de Brakelse NVA-voorman zich al dan niet Vlaming en Belg voelt, is zijn probleem. Ik wens daarover geen zinloze dicussie. Wel veroorloof ik het mij te reageren tegen een betwiste uitlating die nu ook al door Albert Brakelaar via email in herinnering wordt gebracht. Waarover gaat het precies? In zijn litanie over "Een Vlaamse leeuw met valse noten", schrijft "manneke zageman" het volgende: "Onderuitgezakt aan het spreekgestoelte met de handen voor de mond staan speechen is weinig bevorderlijk voor de verstaanbaarheid..." Schepen Van Snick hield honderden korte(re) en lange(re) toespraken. Zelden of nooit werd onverstaanbaarheid opgemerkt. Integendeel, Marcel heeft een klare, harde stem waarmee hij zich zelfs zonder micro in een zaal verstaanbaar kan maken. Toevallig waren mijn buurman en ikzelf op die academische zitting aanwezig. Van dat "denkbeeldig onderuitgezakt" hebben we weinig gemerkt. Maar des te meer viel het ons op dat een zekere Jan Haegeman (die op de rij voor ons zat) het moeilijk had om niet in slaap te vallen." Precies hijzelf gaf daar een verklaring voor: "Na een kort nachtje (wegens blijven plakken) ging het zondagochtend richting gemeentehuis..." Beste Jan, zoek geen spijkers op laag water en gedraag je als een wakkere Vlaming zonder valse noten!
PROS. Broeckaert
Reacties op bericht (1)
24-07-2007
Recht van antwoord
Geachte heer schepen Van Snick, Beste Marcel, Geachte heer Broeckaert, Blijkbaar wordt het een traditie dat u tijdens mijn jaarlijkse afwezigheid tengevolge het zomerkamp van de jeugdbeweging, aardig wat scheldproza (nou ja, proza...?) aan mijn adres overmaakt. Ik lig doorgaans niet wakker van de bemerkingen die u via deze webstek wereldkundig maakt maar wanneer u echter pertinente leugens over mij publiceert, meen ik dat een reactie gerechtvaardigd is. Ik doel daarmee inzonder op de bewering van dhr. Broeckaert als zou ik moeite hebben gehad om wakker te blijven tijdens de academische zitting ter gelegenheid van 11 juli. Deze bewering is niet alleen volkomen uit de lucht gegrepen alsook beledigend voor mij én voor professor Balthazar die een uiterst interessante spreekbeurt bracht. U begrijpt dat ik als historicus een grote bewondering opbreng voor deze absolute topper van de Vlaamse historiografie. Ik wil dhr. Broeckaert alvast wijzen op de korte samenvatting die ik over deze zitting publiceerde op m'n webstek. Desgewenst wil ik aan dhr. Broeckaert een meer omstandig verslag overmaken over de spreekbeurt van professor Balthazar. Slapen én toch aandachtig genoeg een dergelijke (vrij lange) lezing kunnen volgen om er achteraf verslag over uit te brengen, met dat talen word ik misschien ooit nog wel eens kamervoorzitter... De leugenachtige beweringen van dhr. Broeckaert zijn op de koop toe een zeer zwakke verdediging op m'n kritiek op het optreden van de schepen, compleet naast de kwestie bovendien. Het is tekenend dat de schepen en z'n wederhelft bijzonder geprikkeld reageren op een louter zijdelingse opmerking van mijnentwege (nl. de kramakkelige houding van de schepen aan het spreekgestoelte en het gemompel dat daar het gevolg van is) maar geen antwoord vinden op de kritiek ten gronde (nl. de ongepaste inhoud van de toespraak van de schepen). De bewering van dhr. Broeckaert dat bij de toespraken van schepen Van Snick "zelden of nooit onverstaanbaarheid" werd opgemerkt, laat ik graag voor zijn rekening. Gelukkig kan iedere Brakelaar die voormelde schepen ooit bezig hoorde hier zelf objectief over oordelen (misschien ligt het zelfs aan mij en moet ik dringend m'n oren laten uitspuiten). Zoals altijd tracht ik in deze historie ook het positieve te zien: de beweringen van dhr. Broeckaert bewijzen alleszins dat echte liefde blind (en doof) is, ook na vele mooie jaren samen.