Welkom! Op deze blog staat mijn verzameling teksten. Kopiëren mag, maar vermeld dan aub mijn naam. Meermin volstaat. Dank je.
Nieuwe lezer? Meermin in het kort: - vrouw - geboren 1953 - provincie Luik (B) - germaniste - gepensioneerd - zoon (heeft katers Mike en Grisou geadopteerd) - poezen Moira en Molly - eenhandig na trombose - met nadruk op handig - intelligent - lachebek - gezonde levenshonger
Fotoalbums:
Na het downloaden van het album kan je op de 'fotolijst' klikken in de linkerbenedenhoek. om de foto's op eigen tempo en in willekeurige volgorde te bekijken.
Tromgeroffel..........................hier is dan de enig juiste oplossing van de tien kerstliederen:
1. De herdertjes lagen bij nachte. 2. Hoe leit dit Kindeke hier in de kou. 3. Er is een roos ontsprongen. 4. Herders, Hij is geboren. 5. Maria die zoude naar Betlehem gaan. 6. Er is een Kindeke geboren op d'aard. 7. Stille nacht, heilige nacht. 8. 't Is geboren het godd'lijk Kind. 9. O Kindeke klein. 10. Midden in de winternacht.
Nog niet kerstmoe? Test dan nu uw kennis van nederlandstalige kerstliederen.
De vraag is simpel: Geef de titel van het lied, waaruit deze tekst komt:
1. Zij hadden hun schaapjes geteld. 2. Speelt een zoet liedeke voor dit teer lammeke. 3. Uit Jesse 't leven nam. 4. Haast u naar Betlehem. 5. Aan 'n huizeke zullen wij rusten. 6.'t Kwam op de aarde voor ons allemaal. 7. Jezus, de redder, ligt daar. 8.Komt herders, speelt op uw feestschalmeien. 9.Wordt arm en hulp'loos, draagt een kruis. 10. Elke vogel zingt zijn lied.
Antwoorden mogen bij reacties gezet worden enneu... er mag afgekeken worden.
Wie, o wie slaagt erin (met of zonder hulp van anderen) ze alle tien te vinden?
De antwoorden worden op de vierde dag van Kerstmis gegeven.
Enkele tips om u niet schuldig te voelen bij het (te) vele eten en drinken tijdens de kerstperiode:
1. Wanneer niemand ziet wat u in uw mond stopt, heeft het geen calorieën. 2. Drink een dieetdrankje bij het snoepen, dat zorgt voor het nodige evenwicht. 3. Wat je staande in je mond propt, telt niet mee. 4. 'Stressed' is desserts achterste voren gespeld. 5. Eten dat je van iemand anders bord eet, telt niet mee. 6. Stukken koekjes bevatten geen calorieën; door het breken ontstaat er een calorielekkage. 7. Voedsel voor medicinale doeleinden bevat geen calorieën. Tot die categorie behoren o.a. chocolade voor de energie, likeurtjes, cake en roomijs. 8. Wanneer u niet alleen eet, tellen calorieën niet mee, op voorwaarde dat u allen dezelfde hoeveelheden opschrokt. 9. Snoep en eten tijdens het t v-kijken hebben weinig calorieën; zij horen bij het vermaak en maken daarom geen deel uit van uw persoonlijk benodigde brandstof.
Wanneer alles goed is gegaan, is de kerstman vannacht in zijn arreslee met de rendieren ook bij u thuis gestopt om zijn gulle gaven onder uw boom te deponeren.
Maar wist u dat zowel mannelijke als vrouwelijke rendieren een gewei hebben?
Het departement voor vis en wild in Alaska meldt evenwel dat mannelijke rendieren hun gewei in de vroege winter, ten laatste midden december afgooien, terwijl de vrouwtjes hun gewei behouden tot na het werpen van hun jongen in de lente...
Bijgevolg moeten alle rendieren, die traditioneel afgebeeld worden mét gewei voor de arreslee, noodgedwongen vrouwtjes zijn, ongeacht de namen die hen soms worden gegeven, zoals Rudolph, the red-nosed reindeer...
Met wat logisch nadenken wist u dat eigenlijk reeds...
Want wie een dikke man (HO HO HO) in een roodfluwelen pak in één nacht over de hele wereld vervoert en daarbij de weg én de kluts niet kwijt raakt...MOET wel vrouwelijk zijn!!
Mijn dank aan Bagheera, voor het doorsturen van deze feitelijkheden!
Op deze vooravond van Kerstmis wens ik iedere bezoeker een vreugderijk, vredig en vrolijk kerstfeest.
Voor wie onder de boom geen pakje vindt, deze virtuele kaars is voor u, samen met mijn warme denken.
Toen de Rooms katholieke godsdienst de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk werd (ca.313 na chr. onder Keizer Constatijn I de Grote), wilde de jonge kerk zo snel mogelijk alle heidense feesten ombuigen tot feesten met een roomsreligieuze inslag. Overal in de toen bekende wereld werd de winterzonnewende (kortste dag van het jaar, daarna lengen ze weer) -tegenwoordig 21 december- gevierd. Romeinen waren echter uiterst praktisch ingestelde hervormers. 25 december was in het Rome van die tijd reeds een van de acht vrije dagen (17-25 december), waarin de Oudromeinse koning en landbouwgod Saturnus werd vereerd (drie dagen voor hem en vijf dagen voor zijn echtgenote en tevens vruchtbaarheidsgodin Ops). In de vierde eeuw werd officieel bepaald dat op 25 december voortaan het feest van Jezus' geboorte zou gevierd worden. Het Romeinse volk behield zijn feest en vrije dagen in de juiste periode, hoewel Saturnus en Ops niet langer goden waren.
De religies rond de Middellandse Zee, die rond die datum gewoonlijk het feest van de herboren Zonnegod (Ra, Helios, Mithra(s), Hesperion..) vierden, konden zich in het feest van de geboorte terugvinden.
In Scandinavië en bij de Germanen, werd de terugkeer van het licht gevierd. Wanneer de dagen opnieuw begonnen te lengen, was het boze en kwaadaardige verslagen, zoals de geboorte van Jezus een ommekeer moest zijn in de strijd tegen satan en het kwade. Ook in die noordelijke regionen was het nieuwe feest aanvaardbaar.
Voor de reeds bestaande christenen was de viering van de geboorte met bijhorende datum ook een nieuwigheid, want zij vierden de erkenning van Jezus als koning der joden door de drie wijzen als religieus feest, 'Driekoningen' op 6 januari.
Om alle discussie daarover de pas af te snijden, werden de 'twaalf dagen van de kersttijd' ingevoerd: van 25 december tot en met 5 januari, de vooravond van Driekoningen.
Volgens een oud volksgeloof staan die dagen ook voor de 12 maanden van het volgende jaar. Je krijgt als het ware een aanwijzing voor toekomstige weerpatronen en gebeurtenissen, afhankelijk wat je in die 12 dagen meemaakt. Als de voorspelde sneeuw voor Kerstmis doorzet, zou dat een erg koude januari kunnen betekenen.
Het geven van cadeautjes in de kersttijd bestaat reeds beduidend langer dan de door slimme Amerikaanse reclamejongens uitgevonden kerstman, geënt op onze Sinterklaas, die Coca-Cola moest helpen verkopen.
Op de Britse eilanden wilde het gebruik dat er op iedere dag van de kersttijd iets werd gegeven, hoewel dat niet noodzakelijk iets materieels was. Dit mooie gebruik wordt verteld in een religieus geïnspireerd lied uit de 16de eeuw:
On the first day of Christmas my true love sent to me A partridge in a pear tree. Op de eerste dag van Kerstmis zond mijn ware liefde(=God) mij een patrijs in een perenboom (=Jezus).
On the second day of Christmas, mu true love sent to me Two turtle doves And a partridge in a pear tree. Op de tweede dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij twee tortelduiven (= het oude en het nieuwe testament) en een patrijs in een perenboom.
On the third day of Christmas, my true love sent to me Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de derde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij drie Franse kippen (= de christelijke deugden geloof, hoop en liefdadigheid) twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the fourth day of Christmas, my true love sent to me Four calling birds Three French hens, Two turtle doves, and a partridge in a pear tree. Op de vierde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij vier roepende vogels (= de vier evangeliën), drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the fifth day of Christmas, my true love sent to me Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves, and a partridge in a pear tree. Op de vijfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij vijf gouden ringen (= de Pentateuch, 5 eerste boeken van het oude testament) vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the sixth day of Christmas, my true love sent to me Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de zesde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij zes leggende ganzen (= de dagen van de schepping), vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the seventh day of Christmas, my true love sent to me Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de zevende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij zeven zwemmende zwanen (= 7 sacramenten van de Heilige Geest), zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the eighth day of Christmas, my true love sent to me Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de achtste dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij acht melkmeiden (= 8 zaligheden), zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the ninth day of Christmas, my true love sent to me Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de negende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij negen dansende dames (= 9 genades van de Heilige Geest), acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the tenth day of Christmas, my true love sent to me Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de tiende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij tien springende heren (= 10 geboden), negen dansende dames acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the eleventh day of Christmas, my true love sent to me Eleven pipers piping Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de elfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij elf spelende fluitspelers (= 11 trouwe apostelen), tien springende heren, negen dansende dames, acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the twelfth day of Christmas, my true love sent to me Twelve drummers drumming Eleven pipers piping Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de twaalfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij twaalf roffelende trommelaars (= 12 geloofdogma's in het credo), elf spelende fluitspelers, tien springende heren, negen dansende dames, acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
Het gebeurde wel eens bij een feestje op het werk dat ook de gepensioneerden werden uitgenodigd. Bij het praten over koetjes en kalfjes vroeg je zo'n ex-collega dan: "Hoe valt het leven in rust mee?" en bijna steevast luidde het antwoord: "Ik kom tijd te kort. Ik snap niet hoe ik het vroeger deed, toen ik ook nog werkte. Ik ben voorzitter van dit en secretaris van dat..."
Hun gezicht echter sprak niet van drukte of gejaagdheid. Het straalde rust uit; alle stress- en spanningsgroeven waren eruit verdwenen; de gepensioneerde was zichtbaar verjongd. Pas nu ik zelf met pensioen ben, weet ik hoe dat komt. Bij alle bezigheden is het 'moeten' weggevallen. Wie nog drukte in het leven inbouwt, doet dat op vrijwillige basis. Dat betekent ook dat er altijd tijd is voor die drukke bezigheden, zolang de zin erin blijft bestaan. Er is tijd nu om te dromen, te plannen, mogelijkheden af te tasten, te leven. Bijna alles is weer mogelijk, een nieuwe taal leren, gesteld dat je dat zou willen, eindelijk dat muziekinstrument leren bespelen waarvan je als kind reeds droomde, die schildercursus volgen of de kookles voor beginners. Of waarom niet parachute springen?
Terwijl ik de jongeren langs mij zie voortjagen, geen tijd, geen tijd, hun gezichten verkrampt in scherp geëtste rimpels en lijnen, komt de gedachte bij mij op dat de ouder wordende mensen van vandaag nog één taak hebben: de droom en hoop op een betere wereld van de eigen generatie levend houden en die koesteren en bewaren voor de huidige en de volgende, die er niet de tijd voor hebben. Wij hebben een oude levenskracht in ons, die economisch wellicht niet veel meer oplevert, maar die onze maatschappij zo dringend nodig heeft om menselijk te blijven. Beide zijn nodig: de jongstuwende kracht van het werk en de bedaard rustige bewustheid van de mens. Het is de wisselwerking tussen hen die onze menselijke gemeenschap leefbaar en daardoor ook gezond houdt.
Alle doemscenario's over de vergrijzing van de bevolking ten spijt; het zou wel eens kunnen dat juist door de gelijktijdige vergrijzing een geheel andere maatschappij aan het ontstaan is, een waarin niet de ambities en prestaties van een enkeling voorop staan, maar een waarin het bewustzijn en het plezier belangrijk worden van simpelweg 'mens zijn' binnen een redelijk levenscomfort, maar dan wel voor iedereen.
Er zijn zo van die dingen, die liggen zo in je vast, dat ze even natuurlijk zijn of lijken als ademen. Je hoeft er niet bij na te denken.
Zo vraagt een bron zich niet af waarom er water uit hem opborrelt, het is zijn natuurlijke bestemming.
Sommige mensen zijn gebeten door beelden of door klanken. Zelf werd ik gefascineerd door woorden. Op school was een van de grootste vreugden het mogen schrijven van een opstel. Maar woorden alleen waren niet genoeg. Zij waren slechts, zij het dan ook een heel belangrijk, hulpmiddel om gedachten over te brengen. Reeds heel jong begreep ik hoe belangrijk het is de dingen juist te benoemen en foutloos schrijven, zowel in spelling als spraakkunst en stijl maakte daar deel van uit. Taal is logica en ik pas die graag toe. In die schoolse situatie werden die inspanningen beloond met een hoog cijfer, dat op zijn beurt weer aanzette tot meer inspanningen op dat vlak. Wat toen opstellen waren, zijn nu kortverhalen geworden. Het is de vorm van schrijven waarbij ik mij het lekkerst voel: een snel, afgerond geheel, omdat je iets wilt meedelen, dat in je leeft.
Het opkrijgen van de titel van het obligate opstel was een ogenblik van spanning en verwachting. Blijkbaar was dat niet zo vanzelfsprekend als ik altijd gedacht heb. Zo vertelde een oud-onderwijzer mij dat hij op 1 september als titel voor een opstel 'Een regenachtige vakantiedag' opgaf, wat hem prompt een reprimande van de toevallig aanwezige inspecteur opleverde. Vakantiedag? Op 1 september? Meneer, die kinderen hebben vandaag de school in hun hoofd! En regenachtig? Wat moet ik mij daar nu bij voorstellen? Regent het nu wel of regent het niet? Nee, het pad van een onderwijzer of taalleraar was (en is waarschijnlijk) niet altijd bezaaid met rozen.
Soms heb ik wel eens heimwee naar die schooltijd, waarin je het denken kon aanpassen aan het opgegeven onderwerp. Gewoonlijk bedacht ik namelijk eerst wat een ander daarover waarschijnlijk te zeggen zou hebben. Daarna liet ik mijn hersenkronkels de vrije loop op zoek naar een nog onbetreden pad, een nieuwe, onverwachte invalshoek. Dat was het leuke deel. Het overige was woorden 'proeven', uitzoeken hoe je die nieuwe denkbeelden helder en duidelijk tot leesbaar geheel kon verwerken. Het allermoeilijkste (en dat is het nog steeds) was het bedenken van een vlot, samenvattend slot.
Wellicht was ik een jaar of acht, toen de opgegeven titel luidde:'Winter in de tuin'. Alle beschrijvingen van natuur, sneeuw en ijs werden terstond ter zijde geschoven, te herkenbaar als platgetreden pad. Het was veel leuker mijzelf te projecteren als mus tussen de andere mussen, een stad van mussen, vechtend om een broodkruimel op een ondergesneeuwd gazon.
De reden waarom ik mij precies dit opstel nog zo levendig herinner, is dat het een daverend succes werd. De juf las het voor in de klas als voorbeeld hoe een opstel ook kon zijn, en nog belangrijker misschien waren de ongewild opgevangen woorden van mama, die vol trots aan een vriendin vertelde wat een levendige fantasie ik toch wel had, waardoor ik mij voor het eerst bewust werd van een in mij schuilend 'talent'. Er was blijkbaar toch iets, waar ik goed in was... Tegelijk zei ze dat het 'veilige thuis' de voedingsbodem was, waaruit ik putte, dat maakte mijn verdienste alweer wat kleiner.
Tot op de dag van vandaag wantrouw ik een in mijn gezicht uitgesproken compliment en vraag mij af hoe eerlijk de ander is in het geven ervan, vooral wanneer het iets betreft waarvan ik zelf helemaal niet zo zeker ben dat het een compliment waard is of dat ikzelf aan de oorsprong ervan lig.
dan gaan de lichtjes in de kerstboom aan.. er branden vier kaarsen voor de laatste zondag van advent... buiten staat een sneeuwpop met een kerstmuts op...
en ik? ik lig languit in de armen van mijn warme, zachte vrouwtje mijn ogen zijn tot spleetjes toegeknepen heel zacht snor ik mijn genoegen uit. veilig, warm, geliefd, geaaid.. ah ja, daar dat plekje onder mijn kin.
Toen dan de dokters uit de klassieke geneeskunde mijn strompelen door ontstoken zenuwen in rug en benen voor ongeneselijk verklaarden ("Leer maar met de pijn leven!"), stond de weg open naar de alternatieve geneeskunde.
Na een zeer ontgoochelende ervaring bij een Vlaamse homeopaat, kwam ik terecht bij een Nederlandse natuurarts. Volgens hem blokkeerde ik door gebeurtenissen uit het verleden de energie in mijn hoofd. Een lichaam waar de energie niet onbelemmerd doorheen kan stromen, wordt ziek. En dat was precies wat er gebeurd was. Wat er in het verleden gebeurd was, wist ik nog heel goed. Onder zijn leiding herbeleefde ik nu de ermee gepaard gaande emoties. Toen gebeurde er iets heel onverwachts.
Ik ZAG hoe grote Meermin de kleine, huilende Meermin op haar schoot nam en haar armen om het huilende kleintje sloeg en haar troostte. Kleine Meermin MOCHT hartverscheurend snikken en boos zijn, en grote Meermin was altijd aanwezig om troost en warmte en liefde te geven.
Met ondersteunende therapieën op basis van kruiden, kon ik na drie maanden weer normaal stappen.
In ieder van ons kan dat kleine meisje of dat kleine jongetje schuilen dat om wat voor reden ook, wanhopig snakt naar die warm troostende, liefdevolle armen. Wij zoeken ernaar in de buitenwereld, bij een ander mens, maar al te vaak is ook die op zoek naar die troost. Maar nu volwassen, ontkennen we dit verlangen, als wij er ons al bewust van zijn. Te vaak is het resultaat een stukgelopen relatie, terwijl het kleine mensje in ons eenzaam blijft hunkeren...
Een verhaal wordt pas geschreven als het er klaar voor is, op het juiste moment. Dit verhaal smeekte erom.
Wat er nog aan verhalen of teksten uit mijn vingers komt, zal hier worden bijgezet, zonder een enkele belofte van regelmaat. Het komt als het komt, 'het' eruit persen kan en wil ik niet. En dat is niet leuk voor de mensen die toch geregeld blijven komen kijken...Dat besef ik ook wel. Toch blijft deze blog open en beschikbaar voor iedereen die wil komen lezen of herlezen. Via de link "verzameling" bovenaan de blog, kom je op een alfabetisch overzicht van alle teksten en verhalen, als u dit nog niet ontdekt had... En die link houd ik wel bij, want hoe kan ik anders mijn eigen producten terugvinden?
Ik wil iedereen danken die hier komt lezen en ook al eens een reactie achterlaat...
Met de moderne communicatiemiddelen is in contact blijven met mensen die niet in de buurt wonen heel erg eenvoudig geworden. Via mail en mobieltje is één druk op een toets gewoolijk reeds voldoende om je bericht te verzenden. Enkel de beslissing te schrijven en het geschrevene ook te versturen ligt nog bij de mens zelf.
Het valt mij op dat ik in de mails naar zoon heel zelden zijn voornaam gebruik; meestal begint zo'n mail met "dag zoneke!", gevolgd door het bericht. En hoewel ik zoneke schrijf, ik dénk zonneke. In mijn leefwereld krijgen mensen precies de kinderen die zij nodig hebben en kinderen krijgen precies de ouders die zij nodig hebben om iets voor elkaar te betekenen. Het mag duidelijk zijn, dat ik niet in toeval geloof. Maar vrijdenker die ik ben, mag u dat gerust wel. Het is een denkpatroon waarbij IK mij goed voel; het ligt niet in mijn bedoeling noch in mijn vermogen U dat denkpatroon op te dringen. Dat precies houdt VRIJ DENKEN voor mij in.
Sinds zijn geboorte IS zoon als een zon in mijn leven geweest: hij verspreidt licht en warmte. Op zijn niet altijd gemakkelijke weg heeft hij meevoelen en aanvoelen vergaard, die hij, nu volwassen, kwistig hanteert voor anderen, ook voor mij. Het is een kunst iemand te laten glimlachen, gewoon door te zijn wie je bent, de lichte kant te laten zien, de zon achter de wolken...
Kortom, zoneke, zonneke.
En omdat toeval niet bestaat, heb ik aan de innerlijke drang gehoor gegeven deze tekst te schrijven, de verstandelijke bezwaren weg te duwen, evenals de angst van" wat zullen de mensen wel denken..."
U bent vrij erover te denken wat u wilt, zoals ik vrij was dit te schrijven.
Het is volop zomer en Lucienne heeft op het terras voor haar huis tafel en stoelen en een parasol gezet. Het is erg gezellig om daar met meerdere vrouwen een babbeltje te slaan...In het Frans natuurlijk.
Een dankbaar onderwerp zijn de bloemen in potten. Zo leer ik weer eens een nieuw woord bij: aroser is de bloemetjes water geven. "Ha ja", merk ik heel snugger op, "sinon elles mordent." En ik ben heel trots op mijzelf dat ik onthouden heb dat het UNE fleur is. Waarom de andere vrouwen bijna huilen van het lachen, begrijp ik niet direct, tot Lucienne happende bewegingen in mijn richting maakt, terwijl de tranen over haar wangen lopen..
Zo'n groot verschil tussen meurent, sterven en mordent, bijten is er toch niet?
Als Vlaming in Wallonië, niet in de Duitse maar in de Franse gemeenschap en met enkel mijn schoolfrans als basis om te communiceren met de nieuwe streekgenoten, heb ik reeds de nodige flaters geslagen. Omdat ik er zelf ook zo graag mee lach, soms wel eens groen weliswaar, zet ik de leukste hier op een rijtje.
In de wei tegenover het huis lopen er twee emoes. Die worden uitermate goed verzorgd door overbuur én veearts Emilie. Kent iemand het verschil tussen een emoe en een struisvogel? Ik in ieder geval niet. En toen de bediende in het containerpark mij dan ook vroeg waar ik precies woonde in het Ardense dorp, zei ik in mijn beste Frans: "En face des autriches." Ik dacht daarmee volledig duidelijk te zijn geweest dat ik tegenover de struisvogels woonde, ervan uitgaande dat een struisvogel een duidelijk herkenbaar gegeven is in een Ardens landschap. "En face de QUOI?" vraagt de bediende ongelovig. "D'une autriche??" herhaal ik vragend, plots weifelend aan het woord en mijn uitspraak en voeg er ten overvloede aan toe, "u weet toch wel, zo'n grote vogel die niet vliegt" Walen zijn uiterst hoffelijk, wanneer een anderstalige hun taal verbastert zoals ik het doe. De man helpt mij dus vriendelijk verder met het juiste woord: "une autruche!" Het is pas bij het naar huis rijden dat ik besef dat ik vol overtuiging verteld heb dat ik...tegenover Oostenrijkers woon. En zo zij al duidelijk herkenbaar zouden zijn, het is géén gegeven in het Ardense landschap...
Ik maak geen geheim van gemaakte flaters en vertel het verhaal bijgevolg aan buren Raymond en Francis bij thuiskomst. Waarop die na het lachen gelijktijdig reageren: "Mais...ce ne sont pas des autruches, ce sont des émeux!!"
De babyboomer heet nu 50-plusser, maar de tijd waarin hij jong en frivool de wereld en de andere sekse ontdekte, is niet vergeten. Integendeel. Met het klimmen der jaren hebben de herinneringen aan vroeger, aan de vrije, onbekommerde seks, het vrijmoedige ontmoeten van leeftijdgenoten...aan kracht gewonnen. En nu, op de valreep voor de echte ouderdom, de kinderen min of meer opgevoed en uit huis, steekt twijfel de kop op: Was dit nu mijn leven? Ach, nog één keer die goede, zalige tijd mogen herbeleven!
Oma ligt, moe van het opvangen van de kleinkinderen, vroeg in bed. Opa, wat kaler en grijzer, het middel wat dikker, gaat surfen op het internet. Dat is IN, dat is modern, dat is méégaan met je tijd! Chatsites van jongeren worden gemeden, opa heeft nooit leren typen en kent hun chattaal niet, dat is voor hem Chinees. Geen nood echter, diezelfde jongeren hebben uit oprecht meevoelen met al die 'oudjes', speciale sites -jongeren niet welkom -(ter bescherming van..) opgericht voor hen. Zoon of dochter heeft de site op de pc geïnstalleerd en zorgvuldig uitgelegd welke knopjes moeten worden gebruikt en welke zeker niet. Dan heeft wegwerp-pa toch nog een hobby, een bezigheid; anders zit hij ook maar stom voor de tv. Zo heeft hij nog contact met leeftijdgenoten, moet in het donker de straat niet meer op en blijft hij uit het café. Eerst komt het kiezen van een nicknaam; de pc is een zo gevaarlijk medium, daar blijf je beter anoniem. Dieren zijn zeer gewild en opa herinnert zich zijn lange, wilde haren..."leeuwke" wordt aan de chat toegevoegd, in verkleinvorm, want hij wil niet oud of bedreigend overkomen. Bewust of onbewust maakt iederéén daar zich klein, want klein is jong. Hoe begin je nu zo'n gesprek met een onbekende? Veilige vragen zijn vragen naar woonplaats en leeftijd. De eerste valkuil opent zich voor opa's voeten. Kan je aan iemand van boven de 50 nog wel vragen hoe OUD hij of zij is? Opa bezint voor hij begint en vraagt heel slim: "Hoe JONG ben jij?" Een mooie variant daarop kaapt Flupke hem voor de neus weg: "Hoe veel LENTES tel jij?" Dat opa daar nu toch niet aan heeft gedacht...Doeme toch! Het gesprek kabbelt rustig voort, iedereen waant zich weer jong, zo niet van buiten, dan toch van BINNEN en de niet meer zo jongen overtuigen elkaar: het is toch maar hoe jeugdig je je VOELT, wat belangrijk is.
Binnen de kortste keren leert opa veel bij; je kan in een apart kamertje met iemand praten. Nu wordt het interessant, want anoniem en zonder andere mensen die je controleren, mag je de opgekropte gevoelens van jaren botvieren. Opa klikt zo'n privé-venster open en typt langzaam met één vinger, maar frivool zoals vroeger: heb jij wel een slipje aan? 99 keer gaat dit niet goed, maar opa denkt één keer goed is genoeg!
Na een half jaar heeft zoon of dochter bij pa cam geïnstalleerd en opa staat nu op facebook of msn. Vroeger was je trots op je kind, nu ben je al blij als het trots is op jou. Als foto bij zijn profiel vindt hij op internet een afbeelding van een oudere, sportief uitziende, gedistingeerde heer met een dikke bos wit haar, die nonchalant naast zijn dikke slee of grote huis poseert. Ach arme vrouw die in zijn net belandt, nee, opa laat zijn gezicht niet zien, want nu lieve SCHAT heb jij mij zo heet gemaakt dat ik op het punt van spuiten sta. De cam wordt strategisch op één punt gericht, want op zijn pik zie je de rimpels niet.
De volgende dag vraagt opa zich verbijsterd af waarom hij is geblokkeerd en waar de vrije seks of de vrijmoedige vrouw uit zijn jeugd gebleven is. Of herinnert hij zich dat verkeerd?
Toen mijn zoon en ik het restaurant binnenkwamen, zat de man alleen aan zijn tafeltje. Hij straalde eenzaamheid uit, dat ondefinieerbare aura van hunker naar menselijk contact, aandacht, een gesprek. Wij namen plaats aan het tafeltje naast het zijne. Het verbaasde mij niet dat hij ons smakelijk eten toewenste.Wij bedankten hem voor zijn wens en wachtten op zijn volgende zet. Die kwam er met zijn opmerking over de achtergrondmuziek.Er was een schampere, betweterige toon in zijn stem. , waardoor wat hij zei, overkwam als "en wat IK niet goed vind, IS niet goed".
Daarna ging het gesprek eenzijdig verder: hij sprak en wij luisterden. Hij had het over liefde die altijd haat wordt, over Amerikanen die altijd arrogant zijn, over joden die altijd steenrijk zijn en totaal ten onrechte in Israel wonen, over negers die altijd zwart zijn en dat altijd zullen blijven. "En de jongeren van tegenwoordig, mevrouw, zo verdorven, voor hen is alles altijd seks: ze misbruiken de tv voor seks, ze misbruiken de pc voor seks en ze zenden mekaar de smerigste berichten via hun gsm. Van dat laatste wilde hij ons maar al te graag een voorbeeld geven. Wij waren benieuwd.
"Stuurt die jonge gast het volgende door naar een meisje.Op zijn gsm, mevrouw, naar een meisje, mevrouw! Dat is de jeugd van tegenwoordig. Seks en smeerlapperij, mevrouw."
Roodkapje: O Wolf, wat hebt gij kleine oogjes! Wolf: maar Roodkapje, ziet gij dan niet dat ik aan het schijten ben?
Onze gezamenlijke schaterlach kwam tenminste voor ons als een bevrijding, want er lag iets zwaars op onze maag en het was niet het eten. Mijn hart ging uit naar mijn zoon, die net als ik uitermate beleefd, maar zwijgend was blijven luisteren naar de monoloog.
We hebben betaald en zijn samen naar huis gereden.
Ik heb zijn kleine voeten en lange benen met roestbruine vlekjes en wintertenen. In de spiegel kijkend, weet ik terstond: ik heb haar grijsblauwe ogen en ik zie haar mond.
Een leuk verhaal kan ik met genoegen smaken; wat veel, zo niet alles met hem heeft te maken. Maar ik dans met haar ritme en zing met haar stem, want zij danste en zong; dus komt het van haar, niet van hem.
Hem herken ik dan weer in mijn vele lezen: ontwikkel jezelf, leer altijd bij, word belezen. Van haar heb ik de hang naar perfectie geërfd: het plezier van het juist doen, wat je aan kunde verwerft.
Van hem stammen de blijheid én de nukken, de humeurigheid als iets niet goed wil lukken. Doorzettingsvermogen was eigen aan haar: Vertrouw op jezelf, de uitdaging ligt daar!
Uit hen beiden ontspringt de trots te zijn wie ik ben: trots op mijn naam en trots op mijn pen; dat gaat samen met deemoed en schuldgevoel: wat je ook doet, niet jij maar de ander is 't doel.
Ik besta met stukjes van hen, probeer ermee te leven; zocht mijzelf en vond hen in dat streven. Denk aan hen met de warmte en liefde die er was, erover spreken gaf evenwel geen pas. Wat zou ik er niet voor geven, waren ze allebei nog in leven.
Zo rijden we dan nog eens naar Limburg: twee nu in Wallonië gestationeerde Vlamingen en een eveneens in Wallonië woonachtige Nederlander. Onderweg kwelen wij luidkeels het Limburgse volkslied, jawel, dat van 't bronsgroen eikenhout, waarin het nachtegaaltje zingt. Hoewel ik nimmer een nachtegaal in Limburg heb horen zingen tijdens de 33 jaar dat ik er gewoond heb... Maar dat ligt ongetwijfeld eerder aan mijn onvermogen het te horen dan aan het gezang van het diertje zelf. Wellicht ben ik in al die jaren nooit diep genoeg in 't bronsgroen eikenhout doorgedrongen om het te kunnen horen. Schapen heb ik wel ooit gehoord in Limburg en eens een schorre ezel, maar dat geluid kan zelfs ik niet verwarren met het zoetgevooisde gezang van een nachtegaal.
Na een vlotte rit staan we op de stoep voor de zaak, die het doel is van onze Limburgse uitstap. De omstandigheden noden de Vlamingen uit tot het vertellen van die oeroude mop over het Limburgs aan de onwetende Nederlander: "Ken je een Limburgs woord met 13 letters?" "Euuh, nee?" "Een hoooooooooond!"
Nog nagrinnikend gaan we de zaak binnen en worden er begroet met blij gekwispel en verheugd gehijg van een allerschattigste, witte Maltezer.
"Ik heb een nieuwe hoooooooooond!" zegt de Limburgse zaakvoerster ter verduidelijking van de situatie.
Verbijsterd ziet ze plots drie klanten die elkaars blikken krampachtig proberen te vermijden en langzamerhand een steeds roder hoofd krijgen. Zich bukken om een laag op zijn poten staand dier te aaien vergt veel inspanning!
Tegen het moment dat de vrouw haar nieuwe huisdier optilt om ons ook zijn onderkant te laten bewonderen, zijn de ergste lachkriebels weer onder controle...
Had de Nederlander nu toch maar gezwegen. Zijn bemoedigende opmerking over de mooie hooond, was naar mijn bescheiden mening puur opzet, al valt er aan zijn Limburgse accent nog het nodige bij te schaven.