Welkom! Op deze blog staat mijn verzameling teksten. Kopiëren mag, maar vermeld dan aub mijn naam. Meermin volstaat. Dank je.
Nieuwe lezer? Meermin in het kort: - vrouw - geboren 1953 - provincie Luik (B) - germaniste - gepensioneerd - zoon (heeft katers Mike en Grisou geadopteerd) - poezen Moira en Molly - eenhandig na trombose - met nadruk op handig - intelligent - lachebek - gezonde levenshonger
Fotoalbums:
Na het downloaden van het album kan je op de 'fotolijst' klikken in de linkerbenedenhoek. om de foto's op eigen tempo en in willekeurige volgorde te bekijken.
In mijn job als lerares mocht ik werken met leerlingen uit het beroepsonderwijs. In die tijd bestonden ook voor hen de klassieke vakken nog. En een van die vakken heette Nederlands. Daar sta je dan, vers afgestudeerd, eigenlijk slecht voorbereid om 'les' te geven. Dankzij mijn leerlingen, die spontaan en enthousiast reageerden op wat ik vertelde, was ik uiteindelijk degeen die van hen leerde.
Tijdens een van de eerste lessen gebruik ik een voorbeeldzin, waarin het woord boodschap voorkomt. Natasja wuift opgetogen met haar hand in de lucht. "Jaaaaaaa, Natasja?" "Schrijf je boodschap met een d of een t, mevrouw?" De vraag laat mij tamelijk perplex staan; het is zelfs geen vervoegd werkwoord?? "Met een d, Natasja" Hoor hoe het geduld van mijn stem afdruipt!
"Hoe schrijf je een d ook weer, mevrouw? Nee,nee, ik weet het weer, een d is een bolletje met een streepje aan en en t is een streepje met een streepje door!" Breed glimlachend kijkt Natasja mij aan. Als dat geen kennis is! En breed glimlachend knik ik haar goedkeurend toe. "Heel goed, Natasja!" en met krijt komt er op het bord een grote d en een grote t: eerst een bolletje met een streepje aan, daarna een streepje met een streepje door.
Jaren later zit ik in de muziekschool met heel veel moeite ook bolletjes en streepjes te tekenen; dat moeten muzieknoten voorstellen. Mijn bolletjes evenwel vallen om de een of andere mysterieuze reden altijd nogal als fors geschapen ballen uit. Om de zaak een beetje in evenwicht te houden wordt het bijhorende stokje een behoorlijke stok. Zo ervaar ik aan den lijve dat een nieuwe taal en een nieuw schrift heel wat oefening en geduld vragen. Soms kunnen drie kleine stapjes beter verwerkt worden dan die ene reuzegrote stap.
Aan die anekdotes moest ik vandaag denken, omdat er in het leven ook geregeld situaties voorkomen, waarbij wij ogenschijnlijk onnodige stappen zetten om tot een resultaat te komen. Meestal gebeurt dat, wanneer we nog niet klaar zijn voor een bepaalde grote stap. Met omweggetjes, kleinere stapjes en kleinere beslissingen, bereiden we onszelf voor op het nemen van de grotere beslissing. In geen van deze gevallen zijn die omweggetjes overbodig. Ze zijn nodig om verder te geraken, verder in taal, verder in muziek en verder in ons leven.
Wanneer we dat beseffen, kunnen we gemakkelijker vele gebeurtenissen in ons leven een plaats geven, vinden we gemakkelijker een eigen pad om te gaan en tillen we minder zwaar aan de kritiek op ons doen en laten, die onze medemensen soms zo graag en helemaal gratis ten beste geven. Want nu weet ik, dat het MIJN weg is, met omwegen, struikgewas en alles wat erbij hoort (soms ook een heel verrassend uitzicht bijvoorbeeld..)
Zus en haar man reizen graag, net als zoon en ik. Om de zoveel jaar plannen zij een reis met de ondertussen volwassen kinderen mee. Enkele jaren geleden bleek dat we elk een reis planden op eigen houtje. Zij hadden de Canarische eilanden als mogelijk reisdoel in het hoofd; zoon en ik dachten nog eens aan Azië, ons meest geliefde continent. En als we nu eens allemaal samen reisden...? was mijn voorstel.
Na raadpleging van alle deelnemers zag iedereen dat wel zitten. Veel opzoekwerk en prijsvergelijkingen later werd de gezamenlijke bestemming Egypte, Hurghada aan de Rode Zee.. Dat we op oudejaarsavond zouden vertrekken en aankomen, daar had niemand bezwaar tegen. Een heerlijke week in een warm en zonnig Egypte vloog voorbij. De jongeren planden ter plaatse uitstapjes of lagen aan het strand of in de zee en de ouderen genoten van water en warmte op de ligbedden aan het zwembad.
Toen kwam de dag dat schoonbroer en zus mij meenamen op een wandeling doorheen het centrum. Binnen de kortste keren werd hij aangesproken door een Egyptenaar, dat hij met TWEE vrouwen er misschien wel een te veel had..? En of hij er niet eentje wilde verkopen? Die dikke (dat was ik ) stond hen wel aan. De onderhandelingen begonnen en zijn duidelijke tegenzin mij te verkopen, dreef de prijs dan wel op tot zes kamelen (zelf vond ik dat ik er minstens tien waard was!), maar hoger wilden ze in geen geval gaan, waarop de deal niet doorging. Met ons drietjes vertrokken, kwamen we ook weer met ons drietjes bij het hotel aan, dit verhaal en enkele souvenirs rijker.
Egypte wil wel toeristen om aan hen te verdienen, niet omgekeerd. Maar het fabeltje dat er kamelen voor een vrouw geboden worden, moet ook in stand gehouden worden en daar zal elke willekeurige Egyptenaar met plezier aan meewerken.
Dat was onze eerste en voorlopig enige kennismaking met het 'donkere continent'.
De maatschappij, waarin wij leven, is geen statisch gegeven. Tijdgeest en cultuur bepalen hoe wij ons gedragen en opstellen als individuen. Ook leeftijd bepaalt mijn gedrag en reacties mee. Op te vrij denken en gedrag volgt een periode van heel strak denken en gedrag, waarna de slinger terugkeert in een poging een evenwicht te vinden. Wij slingeren mee in zijn bewegingen, soms willoos lijkt het...Slingeraapjes, zwierend aan een koord of krampachtig proberend er bovenop ons evenwicht te bewaren.
Zoals steeds is het erg gemakkelijk een schuldige te zoeken en te vinden voor de dingen die fout gaan bij iedereen, behalve onszelf. DE jongeren...DE ouderen...DE politici... DE machthebbers...
Het gevoel van onveiligheid en rusteloosheid groeit dag aan dag. Fatsoensnormen en normale beleefdheid vervagen. De klimaattop in Kopenhagen mislukt... Een haatcampagne tegen een winnares in een ludieke quiz wordt blijkbaar "normaal". De wereld en de maatschappij verloederen steeds meer en wij? Blijven wij machteloos toekijken? Ondergaan wij enkel en houden wij ons hoofdschuddend afzijdig? Zullen wij over 60-70 jaar de geschiedenis ingaan als de generatie die het LIET gebeuren, want wij WISTEN het niet? Of durven we onze mond opentrekken? DURVEN we het geweten worden van onze maatschappij?
Iedere dag wil ik in de spiegel in mijn eigen ogen kunnen kijken: Vandaag heb ik geen negatieve woorden laten horen. Ik heb geen milieuschadelijke acties uitgevoerd. Ik geloof in een maatschappij die eerlijk en oprecht probeert te zijn en mijn bijdrage is vertrouwen, hoop, universele liefde en respect tegen alle onbeleefdheid en onbeschoftheid in soms, want DE maatschappij, dat zijn WIJ, dat ben IK!
Ik ben geen machteloos radertje, geen slingeraapje dat ondergaat. MIJN gedrag en denken bepalen mee de vorm en het gezicht van de maatschappij. De wereld kan ik niet veranderen, maar mijzelf wel. Iedere actie roept een reactie op. Heb ik vandaag iets positiefs gezegd? Iemand gecomplimenteerd of bedankt? Of was mijn enige bekommernis vandaag het amusementsgehalte van mijn vermaak?
On the first day of Christmas when I brought home my tree, mytwelve cats were laughing at me. Op de eerste dag van Kerstmis toen ik mijn kerstboom thuis bracht, lachten mijn twaalf katten mij toe.
On the twelfth day of Christmas I looked at my poor tree: 12 cats a-climbing 11 broken branches 10 tinsel hairballs 9 chewed through light strings 8 shattered ornaments 7 half dead rodents 6 fallen angels 5 shredded gifts 4 males a-spraying 3 missing Wise Men 2 mangled garlands and 12 cats laughing at me.
Due to circumstances beyond our control there will be no partridge in a pear tree this year.
Op de twaalfde dag van Kerstmis keek ik naar mijn arme boom: 12 klimmende katten 11 gebroken takken 10 glinsterende haarballen 9 doorgekauwde lichtkettingen 8 versplinterde kerstballen 7 halfdode knaagdieren 6 gevallen engelen 5 verscheurde pakjes 4 spritsende katers 3 vermiste Wijzen 2 verstrengelde slingers en mijn 12 katten lachten mij toe.
Door onvoorziene omstandigheden, is er geen patrijs in de perenboom dit jaar...
Kortom: hoog tijd de kerstspullen op te bergen tot de volgende keer!
Opnieuw mijn dank aan Bagheera voor het doorsturen van de tekst!
De dag voor de proclamatie in juni 1984 hadden enkele collega's het lumineuze idee voor collega's en leerlingen op vrijwillige basis een afvaart van de Lesse in kayaks te organiseren. Mijn eerdere afvaarten waren gelukkige herinneringen en ik aarzelde dan ook niet mij in te schrijven. In de bus zocht iedereen een partner uit met wie hij of zij in de boot zou komen te zitten. Collega "Franske" wilde wel bij mij in de boot. Frans was erg klein en tenger van gestalte, reden waarom eigenlijk niemand hem Frans noemde, nee, hij was Franske. Nu kan je mij veel noemen, maar klein en tenger zijn geen adjectieven die bij mijn verschijning passen. Ik schat dat ik zo'n 20 cm groter en zo'n 30 kilo zwaarder was dan Franske.
Wie ooit in een kayak heeft gezeten, weet dat de zwaarste persoon achterin gaat zitten, zodat de boeg zijn snuit niet in of onder het water boort. Als vanzelfsprekend nam ik dus de achterste plaats; Franske parmantig voor mij. Tot aan het kasteel stroomt de Lesse redelijk snel en de boot werd mooi meegetrokken, af en toe een lichte peddelslag was voldoende om de kayak op koers te houden.Aan het kasteel komt de eerste barrage: een kleine kunstmatige waterval, met een niveauverschil van ongeveer twee meter. Op het kasteel staan gewoonlijk mensen te kijken naar de ongelukkigen die bij het 'nemen' van de barrage, water scheppen en kantelen. Maar als ancien wist ik dat de kunst eruit bestaat goed recht in de stroom van de waterval te gaan liggen en verder vooral niets te doen om de kans op omkiepen tot een minimumu te beperken, want ook op de warmste zomerdagen is het snelstromende water ijs- en ijskoud. Franske hield dus net als ik zijn peddel omhoog, nadat wij met wat gemaneuvreer de boot recht voor de stroom gekregen hadden. De voorgangers die de barrage reeds genomen hadden, stonden op het eilandje erachter uit te kijken naar de volgers. Sierlijk als een zwaan glijdt de kayak over de waterval heen, doch in het turbulente water erachter, schepte de kayak toch nog water. De stabiliteit was onmiddellijk weg. "Neem jij mijn peddel?" Franske zit nu met twee peddels boven zijn hoofd voorin in de boot. Ik stapte vliegensvlug uit in ijskoud water dat tot onder mijn oksels reikte en begon de kayak mét Franske en de peddels er nog in naar het eiland te slepen, waar de reeds aangekomen collega's dubbel staan van het lachen. Dat hadden ze beter niet gedaan, want van weeromstuit begin ik ook te lachen, nee, te schateren en heb geen kracht meer de boot tegen te houden. Mijn benen worden onder mij uitgezogen door de kracht van het water en mij vastklampend aan de boot, nu tot aan mijn nek in het water, word ik met de boot een eind meegesleurd. Uiteindelijk worden we door helpende handen op het eiland getrokken. Gezamenlijk draaien we de kayak om, zodat we redelijk watervrij, hoewel Meermin verre van droog, de tocht kunnen voortzetten.
Op het stuk na het kasteel stroomt de Lesse heel wat minder snel en peddelen is de boodschap. Maar Franske heeft nog een verrassing in petto; hij blijkt een goede ornitholoog te zijn. In de omringende bossen ontdekt hij het ene wonderdier na het andere. Wijzend met zijn peddel, roept hij opgetogen: "Daar, DAAR!! een groene... weet-ik-nog-veel" Ik zie enkel zijn niet in het water gedoopte peddel en brom antwoorden als, "Wow, zeg, dat jij dat zo weet!" of "Ja, ja, nu heb ik hem ook gezien!" Het peddelen houdt mij enigszins warm na de onvrijwillige onderdompeling.
Bij de aankomst uit Franske zijn verwondering over het feit dat hij zo DROOG gebleven is gedurende deze afvaart. Met al zijn vogelkennis beseft hij niet dat water de neiging heeft naar het laagst liggende punt te vloeien en in de kayak was dat de plaats achterin, waar IK zat. Tijdens de hele afvaart heb ik dus met mijn billen in ijskoud water gezeten...
Maar softie, die ik toen al was, heb ik Frans niets over mijn nattigheid en de kou verteld. Hij verkeert waarschijnlijk nog steeds in de mening dat Meermin en hij dankzij zijn fantastische prestatie een zo snelle en vooral droge afvaart hadden. Dat zij domweg uit de kayak stapte midden in de rivier, tja... dat is zoiets wat je enkel van een vrouw kan verwachten!
De volgende dag op de proclamatie kon je ondanks de nette kleren nu, de kayakers er zo uithalen. Zij strompelden verdacht stijf naar de gereedstaande stoelen.
Dit verhaal begint bijna 30 jaar geleden. Ik was getrouwd en latere ex en zijn moeder drongen erop aan dat ik naar een schoonheidsinstituut zou gaan. De dochter van een politieke kennis was er net een begonnen...Na de nodige tegenstribbelingen ging ik er voor het eerst heen en kwam tot de verrassende ontdekking dat de behandeling o.a. een bijna een uur durende gezichtsmassage inhield. Zoon, een baby nog en bij mij op mijn vrije dag, nam ik mee. Hij deed zijn middagdutje, liggend op mijn buik, terwijl ik genoot van de massage en de kabbelende stem van de specialiste. Ik zal haar maar Wendy noemen, want haar eigenlijke naam ben ik kwijt.
Wendy vertelde dat rond je 30ste de rimpels begonnen die later blijvend te zien zouden zijn. In een tijdschrift had ik dan weer gelezen dat rimpels meestal de vorm aannamen van je normale gelaatsuitdrukking. Voorbeelden daarvan zag ik bij mijn ouder wordende collega's genoeg. Wilde ik ik die omlaagtrekkende misnoegde rimpels of die omhoogtrekkende lachende rimpels? Na het exposé van Wendy besefte ik dat er geen tijd meer te verliezen was. Ik moest snel en wel liefst nu beginnen aan het aanleggen van de lachende rimpels. Vanaf die dag lette ik erop een vriendelijk gezicht op te zetten en vooral heel veel te lachen, tot het een gewoonte werd. Ook in de meest penibele en vervelende situaties gebeurt er meestal nog wel iets grappigs, waarom kan gelachen worden.
Tegenwoordig bestudeer ik grondig foto's van mijn gerimpelde gezicht om te zien of ze ook daadwerkelijk omhoog gaan. Daarbij heb ik een belangrijke ontdekking gedaan! Met ouder worden blijven nieuwe rimpels sneller in het gezicht staan. Ze kunnen zelfs bestaande neertrekkende rimpels 'overlappen' en verdoezelen. Ouder worden? Wat een zegen! Je hebt geen dertig jaar meer nodig om gelukkige rimpels in je eigen gezicht te boetseren.
Het is vier uur 's middags. Om middernacht sterf je.
Wat zou JIJ nog doen in de laatste acht uren van je leven?
Dit is wat IK zou doen:
- een laatste mail sturen aan de mensen die ik oprecht liefheb en hun danken voor wat ze mij gegeven en geleerd hebben in mijn leven.
- een laatste mail sturen aan de mensen die ik niet langer liefheb, maar wiens adres ik nog steeds bewaar, en hun danken voor wat ze mij, ondanks onze meningsverschillen, gegeven en geleerd hebben in mijn leven.
- het lievelingsgerecht opwarmen en opeten, dat ik voor noodgevallen in de diepvries bewaar.
- Elke kat afzonderlijk bij mij op schoot nemen en hen aaien en knuffelen.
- Nog een keer luisteren naar "Tristesse" van Chopin.
- Die ene, zo prachtige passage in mijn lievelingsboek herlezen.
- nog een keer buiten staan en zien hoe de zon onder de horizon zakt.
- de sterren zichtbaar zien worden.
- naar bed gaan in het geruste gevoel dat alle belangrijke dingen gedaan zijn.
- in slaap vallen en hopen dat ik voor middernacht niet meer wakker word.
Tromgeroffel..........................hier is dan de enig juiste oplossing van de tien kerstliederen:
1. De herdertjes lagen bij nachte. 2. Hoe leit dit Kindeke hier in de kou. 3. Er is een roos ontsprongen. 4. Herders, Hij is geboren. 5. Maria die zoude naar Betlehem gaan. 6. Er is een Kindeke geboren op d'aard. 7. Stille nacht, heilige nacht. 8. 't Is geboren het godd'lijk Kind. 9. O Kindeke klein. 10. Midden in de winternacht.
Nog niet kerstmoe? Test dan nu uw kennis van nederlandstalige kerstliederen.
De vraag is simpel: Geef de titel van het lied, waaruit deze tekst komt:
1. Zij hadden hun schaapjes geteld. 2. Speelt een zoet liedeke voor dit teer lammeke. 3. Uit Jesse 't leven nam. 4. Haast u naar Betlehem. 5. Aan 'n huizeke zullen wij rusten. 6.'t Kwam op de aarde voor ons allemaal. 7. Jezus, de redder, ligt daar. 8.Komt herders, speelt op uw feestschalmeien. 9.Wordt arm en hulp'loos, draagt een kruis. 10. Elke vogel zingt zijn lied.
Antwoorden mogen bij reacties gezet worden enneu... er mag afgekeken worden.
Wie, o wie slaagt erin (met of zonder hulp van anderen) ze alle tien te vinden?
De antwoorden worden op de vierde dag van Kerstmis gegeven.
Enkele tips om u niet schuldig te voelen bij het (te) vele eten en drinken tijdens de kerstperiode:
1. Wanneer niemand ziet wat u in uw mond stopt, heeft het geen calorieën. 2. Drink een dieetdrankje bij het snoepen, dat zorgt voor het nodige evenwicht. 3. Wat je staande in je mond propt, telt niet mee. 4. 'Stressed' is desserts achterste voren gespeld. 5. Eten dat je van iemand anders bord eet, telt niet mee. 6. Stukken koekjes bevatten geen calorieën; door het breken ontstaat er een calorielekkage. 7. Voedsel voor medicinale doeleinden bevat geen calorieën. Tot die categorie behoren o.a. chocolade voor de energie, likeurtjes, cake en roomijs. 8. Wanneer u niet alleen eet, tellen calorieën niet mee, op voorwaarde dat u allen dezelfde hoeveelheden opschrokt. 9. Snoep en eten tijdens het t v-kijken hebben weinig calorieën; zij horen bij het vermaak en maken daarom geen deel uit van uw persoonlijk benodigde brandstof.
Wanneer alles goed is gegaan, is de kerstman vannacht in zijn arreslee met de rendieren ook bij u thuis gestopt om zijn gulle gaven onder uw boom te deponeren.
Maar wist u dat zowel mannelijke als vrouwelijke rendieren een gewei hebben?
Het departement voor vis en wild in Alaska meldt evenwel dat mannelijke rendieren hun gewei in de vroege winter, ten laatste midden december afgooien, terwijl de vrouwtjes hun gewei behouden tot na het werpen van hun jongen in de lente...
Bijgevolg moeten alle rendieren, die traditioneel afgebeeld worden mét gewei voor de arreslee, noodgedwongen vrouwtjes zijn, ongeacht de namen die hen soms worden gegeven, zoals Rudolph, the red-nosed reindeer...
Met wat logisch nadenken wist u dat eigenlijk reeds...
Want wie een dikke man (HO HO HO) in een roodfluwelen pak in één nacht over de hele wereld vervoert en daarbij de weg én de kluts niet kwijt raakt...MOET wel vrouwelijk zijn!!
Mijn dank aan Bagheera, voor het doorsturen van deze feitelijkheden!
Op deze vooravond van Kerstmis wens ik iedere bezoeker een vreugderijk, vredig en vrolijk kerstfeest.
Voor wie onder de boom geen pakje vindt, deze virtuele kaars is voor u, samen met mijn warme denken.
Toen de Rooms katholieke godsdienst de officiële godsdienst van het Romeinse Rijk werd (ca.313 na chr. onder Keizer Constatijn I de Grote), wilde de jonge kerk zo snel mogelijk alle heidense feesten ombuigen tot feesten met een roomsreligieuze inslag. Overal in de toen bekende wereld werd de winterzonnewende (kortste dag van het jaar, daarna lengen ze weer) -tegenwoordig 21 december- gevierd. Romeinen waren echter uiterst praktisch ingestelde hervormers. 25 december was in het Rome van die tijd reeds een van de acht vrije dagen (17-25 december), waarin de Oudromeinse koning en landbouwgod Saturnus werd vereerd (drie dagen voor hem en vijf dagen voor zijn echtgenote en tevens vruchtbaarheidsgodin Ops). In de vierde eeuw werd officieel bepaald dat op 25 december voortaan het feest van Jezus' geboorte zou gevierd worden. Het Romeinse volk behield zijn feest en vrije dagen in de juiste periode, hoewel Saturnus en Ops niet langer goden waren.
De religies rond de Middellandse Zee, die rond die datum gewoonlijk het feest van de herboren Zonnegod (Ra, Helios, Mithra(s), Hesperion..) vierden, konden zich in het feest van de geboorte terugvinden.
In Scandinavië en bij de Germanen, werd de terugkeer van het licht gevierd. Wanneer de dagen opnieuw begonnen te lengen, was het boze en kwaadaardige verslagen, zoals de geboorte van Jezus een ommekeer moest zijn in de strijd tegen satan en het kwade. Ook in die noordelijke regionen was het nieuwe feest aanvaardbaar.
Voor de reeds bestaande christenen was de viering van de geboorte met bijhorende datum ook een nieuwigheid, want zij vierden de erkenning van Jezus als koning der joden door de drie wijzen als religieus feest, 'Driekoningen' op 6 januari.
Om alle discussie daarover de pas af te snijden, werden de 'twaalf dagen van de kersttijd' ingevoerd: van 25 december tot en met 5 januari, de vooravond van Driekoningen.
Volgens een oud volksgeloof staan die dagen ook voor de 12 maanden van het volgende jaar. Je krijgt als het ware een aanwijzing voor toekomstige weerpatronen en gebeurtenissen, afhankelijk wat je in die 12 dagen meemaakt. Als de voorspelde sneeuw voor Kerstmis doorzet, zou dat een erg koude januari kunnen betekenen.
Het geven van cadeautjes in de kersttijd bestaat reeds beduidend langer dan de door slimme Amerikaanse reclamejongens uitgevonden kerstman, geënt op onze Sinterklaas, die Coca-Cola moest helpen verkopen.
Op de Britse eilanden wilde het gebruik dat er op iedere dag van de kersttijd iets werd gegeven, hoewel dat niet noodzakelijk iets materieels was. Dit mooie gebruik wordt verteld in een religieus geïnspireerd lied uit de 16de eeuw:
On the first day of Christmas my true love sent to me A partridge in a pear tree. Op de eerste dag van Kerstmis zond mijn ware liefde(=God) mij een patrijs in een perenboom (=Jezus).
On the second day of Christmas, mu true love sent to me Two turtle doves And a partridge in a pear tree. Op de tweede dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij twee tortelduiven (= het oude en het nieuwe testament) en een patrijs in een perenboom.
On the third day of Christmas, my true love sent to me Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de derde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij drie Franse kippen (= de christelijke deugden geloof, hoop en liefdadigheid) twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the fourth day of Christmas, my true love sent to me Four calling birds Three French hens, Two turtle doves, and a partridge in a pear tree. Op de vierde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij vier roepende vogels (= de vier evangeliën), drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the fifth day of Christmas, my true love sent to me Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves, and a partridge in a pear tree. Op de vijfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij vijf gouden ringen (= de Pentateuch, 5 eerste boeken van het oude testament) vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the sixth day of Christmas, my true love sent to me Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de zesde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij zes leggende ganzen (= de dagen van de schepping), vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the seventh day of Christmas, my true love sent to me Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de zevende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij zeven zwemmende zwanen (= 7 sacramenten van de Heilige Geest), zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the eighth day of Christmas, my true love sent to me Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de achtste dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij acht melkmeiden (= 8 zaligheden), zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the ninth day of Christmas, my true love sent to me Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de negende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij negen dansende dames (= 9 genades van de Heilige Geest), acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the tenth day of Christmas, my true love sent to me Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de tiende dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij tien springende heren (= 10 geboden), negen dansende dames acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the eleventh day of Christmas, my true love sent to me Eleven pipers piping Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de elfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij elf spelende fluitspelers (= 11 trouwe apostelen), tien springende heren, negen dansende dames, acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
On the twelfth day of Christmas, my true love sent to me Twelve drummers drumming Eleven pipers piping Ten lords a-leaping, Nine ladies dancing Eight maids a-milking, Seven swans a-swimming, Six geese a-laying, Five golden rings, Four calling birds, Three French hens, Two turtle doves and a partridge in a pear tree. Op de twaalfde dag van Kerstmis zond mijn ware liefde mij twaalf roffelende trommelaars (= 12 geloofdogma's in het credo), elf spelende fluitspelers, tien springende heren, negen dansende dames, acht melkmeiden, zeven zwemmende zwanen, zes leggende ganzen, vijf gouden ringen, vier roepende vogels, drie Franse kippen, twee tortelduiven en een patrijs in een perenboom.
Het gebeurde wel eens bij een feestje op het werk dat ook de gepensioneerden werden uitgenodigd. Bij het praten over koetjes en kalfjes vroeg je zo'n ex-collega dan: "Hoe valt het leven in rust mee?" en bijna steevast luidde het antwoord: "Ik kom tijd te kort. Ik snap niet hoe ik het vroeger deed, toen ik ook nog werkte. Ik ben voorzitter van dit en secretaris van dat..."
Hun gezicht echter sprak niet van drukte of gejaagdheid. Het straalde rust uit; alle stress- en spanningsgroeven waren eruit verdwenen; de gepensioneerde was zichtbaar verjongd. Pas nu ik zelf met pensioen ben, weet ik hoe dat komt. Bij alle bezigheden is het 'moeten' weggevallen. Wie nog drukte in het leven inbouwt, doet dat op vrijwillige basis. Dat betekent ook dat er altijd tijd is voor die drukke bezigheden, zolang de zin erin blijft bestaan. Er is tijd nu om te dromen, te plannen, mogelijkheden af te tasten, te leven. Bijna alles is weer mogelijk, een nieuwe taal leren, gesteld dat je dat zou willen, eindelijk dat muziekinstrument leren bespelen waarvan je als kind reeds droomde, die schildercursus volgen of de kookles voor beginners. Of waarom niet parachute springen?
Terwijl ik de jongeren langs mij zie voortjagen, geen tijd, geen tijd, hun gezichten verkrampt in scherp geëtste rimpels en lijnen, komt de gedachte bij mij op dat de ouder wordende mensen van vandaag nog één taak hebben: de droom en hoop op een betere wereld van de eigen generatie levend houden en die koesteren en bewaren voor de huidige en de volgende, die er niet de tijd voor hebben. Wij hebben een oude levenskracht in ons, die economisch wellicht niet veel meer oplevert, maar die onze maatschappij zo dringend nodig heeft om menselijk te blijven. Beide zijn nodig: de jongstuwende kracht van het werk en de bedaard rustige bewustheid van de mens. Het is de wisselwerking tussen hen die onze menselijke gemeenschap leefbaar en daardoor ook gezond houdt.
Alle doemscenario's over de vergrijzing van de bevolking ten spijt; het zou wel eens kunnen dat juist door de gelijktijdige vergrijzing een geheel andere maatschappij aan het ontstaan is, een waarin niet de ambities en prestaties van een enkeling voorop staan, maar een waarin het bewustzijn en het plezier belangrijk worden van simpelweg 'mens zijn' binnen een redelijk levenscomfort, maar dan wel voor iedereen.
Er zijn zo van die dingen, die liggen zo in je vast, dat ze even natuurlijk zijn of lijken als ademen. Je hoeft er niet bij na te denken.
Zo vraagt een bron zich niet af waarom er water uit hem opborrelt, het is zijn natuurlijke bestemming.
Sommige mensen zijn gebeten door beelden of door klanken. Zelf werd ik gefascineerd door woorden. Op school was een van de grootste vreugden het mogen schrijven van een opstel. Maar woorden alleen waren niet genoeg. Zij waren slechts, zij het dan ook een heel belangrijk, hulpmiddel om gedachten over te brengen. Reeds heel jong begreep ik hoe belangrijk het is de dingen juist te benoemen en foutloos schrijven, zowel in spelling als spraakkunst en stijl maakte daar deel van uit. Taal is logica en ik pas die graag toe. In die schoolse situatie werden die inspanningen beloond met een hoog cijfer, dat op zijn beurt weer aanzette tot meer inspanningen op dat vlak. Wat toen opstellen waren, zijn nu kortverhalen geworden. Het is de vorm van schrijven waarbij ik mij het lekkerst voel: een snel, afgerond geheel, omdat je iets wilt meedelen, dat in je leeft.
Het opkrijgen van de titel van het obligate opstel was een ogenblik van spanning en verwachting. Blijkbaar was dat niet zo vanzelfsprekend als ik altijd gedacht heb. Zo vertelde een oud-onderwijzer mij dat hij op 1 september als titel voor een opstel 'Een regenachtige vakantiedag' opgaf, wat hem prompt een reprimande van de toevallig aanwezige inspecteur opleverde. Vakantiedag? Op 1 september? Meneer, die kinderen hebben vandaag de school in hun hoofd! En regenachtig? Wat moet ik mij daar nu bij voorstellen? Regent het nu wel of regent het niet? Nee, het pad van een onderwijzer of taalleraar was (en is waarschijnlijk) niet altijd bezaaid met rozen.
Soms heb ik wel eens heimwee naar die schooltijd, waarin je het denken kon aanpassen aan het opgegeven onderwerp. Gewoonlijk bedacht ik namelijk eerst wat een ander daarover waarschijnlijk te zeggen zou hebben. Daarna liet ik mijn hersenkronkels de vrije loop op zoek naar een nog onbetreden pad, een nieuwe, onverwachte invalshoek. Dat was het leuke deel. Het overige was woorden 'proeven', uitzoeken hoe je die nieuwe denkbeelden helder en duidelijk tot leesbaar geheel kon verwerken. Het allermoeilijkste (en dat is het nog steeds) was het bedenken van een vlot, samenvattend slot.
Wellicht was ik een jaar of acht, toen de opgegeven titel luidde:'Winter in de tuin'. Alle beschrijvingen van natuur, sneeuw en ijs werden terstond ter zijde geschoven, te herkenbaar als platgetreden pad. Het was veel leuker mijzelf te projecteren als mus tussen de andere mussen, een stad van mussen, vechtend om een broodkruimel op een ondergesneeuwd gazon.
De reden waarom ik mij precies dit opstel nog zo levendig herinner, is dat het een daverend succes werd. De juf las het voor in de klas als voorbeeld hoe een opstel ook kon zijn, en nog belangrijker misschien waren de ongewild opgevangen woorden van mama, die vol trots aan een vriendin vertelde wat een levendige fantasie ik toch wel had, waardoor ik mij voor het eerst bewust werd van een in mij schuilend 'talent'. Er was blijkbaar toch iets, waar ik goed in was... Tegelijk zei ze dat het 'veilige thuis' de voedingsbodem was, waaruit ik putte, dat maakte mijn verdienste alweer wat kleiner.
Tot op de dag van vandaag wantrouw ik een in mijn gezicht uitgesproken compliment en vraag mij af hoe eerlijk de ander is in het geven ervan, vooral wanneer het iets betreft waarvan ik zelf helemaal niet zo zeker ben dat het een compliment waard is of dat ikzelf aan de oorsprong ervan lig.