Thomas Theodor Heine (Leipzig, 28 februari1867 - Stockholm, 26 januari1948) was een Duitse kunstschilder, tekenaar en satiricus. Zijn vader was fabrikant. Hoewel opgegroeid in een Joods gezin ging Heine later over tot het protestantisme. Hij verwierf bekendheid door zijn bijdragen aan het weekblad Simplicissimus, waarvan hij medeoprichter was.
Heine studeerde tussen 1884 en 1889 aan de kunstacademie in Düsseldorf. Omdat hij in conflict raakte met enkele docenten, trok hij naar München. Hier begon hij aan zijn schilderwerk en tekende voor de Fliegende Blätter en Die Jugend. Hij hield zich eveneens bezig met vormgeving en typografie. Thomas Theodor Heine ontwierp rond de eeuwwisseling enkele affiches voor de Berliner Sezession. net als anderen uit de kring rond Die Jugend en Simplicissimus, was Heine een bekende voor de Sezession.
In 1896 werd hij met Albert Langen medeoprichter van Simplicissimus, waar Heine een van de belangrijkste leveranciers van illustraties werd.
Was een schilder, illustrator, een duits typogtaaf verbonden aan de Duitse Jugendstil. Studeerde aan de Hamburgse kunstschool , daarna in Nürembergaan de akademie der beeldende kunsten vooraleer aan de Academie voor beeldende kunst te studeren te Munchen. In 1894 faf hij het op mry dchilderen en verkocht zijn werken aan zijn vrienden om zich verder in de kunst te kunnen vervolmaken.
Werkte voor " Jugend" en voor het mooiste maandblad van de jugendstil "PAN"
We begeven ons in een zeer interessant deel van de oude staf, welke rond de eeuwwisseling deel per deel vernieuwd werd. Hier onstonden tussen de oude gebouwen, prachtige nieuwe huizen en straten. In de Salvatorska huis 931/8 komen we , door rechts vanuit de pariska af te slaan, in de Kostècna in de richting Salvatorkerk. We zoeken het huis " Stenc" achter de hoger kerktoren. De voorgevel springtt in het oog. Het heeft een strakke lijn en staat in schril kontrast met de sierlijke secession. Deze gevel bestaat uit nieuwe materialen welke het decoratief kontrast uitmaken, samen met de precies gekozen kleuren ( rood-witgroene contrasten in de stenen. Het huis werd gebouwd door een leerling van Jan Kotera; namelijk Otakar Novotny voor de eigenaar -uitgever Jan Stenc.
Vanuit Salvatorska gaan we tot aan het kruispunt U Kolkovné, Dusni en Vezenska waar we verschillende huurhuizen zien. Huis nr 9 is praktisch hetzelfde als huis 910/2 " U Ostèpu" . Bij deze electische huizen zien we dezelfde versieringen in de secessionstijl . Bekijk de torentjes op beide gebouwen. Men zou deze huizen als neo-barok of als neo-renaisance kunnen bestempelen, maar vanwege hun sesessionversiering ( thechische verhalen en vrgitale motieven) houden we het op de secessionstijl (bv.huis 910/3) Vanaf huis 135/7 in de Elisky Krasnohorskestraat begint een reeks post - sessionsgebouwen(na 1910) Van rechts mondt in deze straat een korte straat waarvan ons de 2 hoekhuizen interesseren . " U sv. Ducha" De naam van de bewoner en de architekt staan erin gebeiteld. Op de linkerkant van de Kranohorskestraat bekijken we de rode gevel van huis 135/7 . Het Herculesmotief komt in de stad veelvuldig voor. Aan de hoofdingang staan op half-zuilen grote vazen die het geheel nog meer benadrukken. Huis 122/6 op de hoek van de Krasnohorskestraat/Bilkova is qua keramische , elliptische en vale figuren zeer interessant. In de Bilkovastraat valt het huis 864/13 en 15 opdoor hun gevel . Bij de verschillende versieringen bemerkt men oa. het wapen van Praag n de spreuk " Buh zehny praci" ( God zegene de arbeid) De invloed van de Jugendstil is er duidelijk zichtbaar. We wandelen terug naar de Bilkova/Dusni. In die straat op de hoek 112/16 ziet men er gebogen balkons, afgewerkt met gietijzereren ballustrades , bezet met florale motieven. . Aan de zgn Spaanse Synagoge , gaan we door een mooi park , langs de H. Geestkerk naar links in de Vezenskastraat. Het huis 912/6 valt op door het huis van H. Wenzel en aan beide zijden grote architectonische beeldkoppen. Het inschrift " Heilige Wenzel" ( sv Vaclac) is nog steeds bewaard. Prachtige gevel versierd door vogels en kinderfiguren. Huis nr 7 is een mooi Jugenstil-huurhuis met florale ornamenten die zich welig herhalen over de ganse gevel
Het mooiste huis is echter 914/9 (uit 1905) op de hoek van de Vezenska/Kozi met een torenhoek en erker. De beide gevels treden als 't ware naar voor. Ongeëvenaarde stuckwerken wisselen zich voortdurend af over de beide gevels met kleurrijke keramieken, vooral boven de ingang aan de Kozistraat. Let ook op de volute-konsolen onder de erkers.
In de Halstalskastraat bouwde Vaclav Havel twee buurthuizen met architekt Oswald Polivka., nrs 4 en 6 , beiden met het Jugendstilkarakter. Nr 4 valt op door zijn gestilleerd 'boommotief' . Deze verheft zich over de totale hoogte van de voorgevel en is een zeer mooi voorbeeld van art nouveau-stijl. Bij nr 6 valt voornamelijk de torenachtige krisaliet op , eveneens de wondermooie versiering van de hoofdingang en de ronde venster met een mosaiek van gestilleerde bloemen.
Van Hastalka gaan we terug door de Kozistraat in de Dlouhastraat met de elliptische figuren waar ons direct huis 743/9 opvalt(1908) gebouwd door aannemer Janda. Het is een voorbeeldig sessions-huis met typische kopgevel, die een erker draagt en een voorgevel met overgoten jugendstilmotieven, die zich rond een vrouwenmasker herhalen. Tussen Dlouha en Masna , het sessesionhuis 704/16 . Jugendstilelementen versieren de ingang en de vensters. Op de hoekgevel vindt u het opschrift " U zlate stiky' een mooi Jugendstil ornament. Vanaf dit huis gaan we naar het eindpunt van deze wandeling " HOTEL PARIS. Een aanrader voor schilderij-liefhebbers is echter de permanente tentoonstelling. Dan dient u door de Romana links af te slaan naar de Hastalske-plaats af te slaan, en van daar naar het ANezska naar het Anosky klaster te gaan ( klooster H. Agnes). De tentoonstelling is in de zalen en herbergt schilderijen en beeldhouwwerken rond de eeuwisseling 1900. Het klooster dateert uit de gotische periode en is op zichzelf al een bezienswaardigheid. Verscheidene kunstenaars verbleven in Parijs en dat is duidelijk merkbaar; Antonin Chitussi, Vojtech Hynais, Viktor Barvitius..Ook beeldhouwers uit die periode : Antonin Popp, Cernek, Vosnik, Josef Mauder ....
We komen terug naar het kruispunt Dlouha/ Rybna . Op de hoek staat het Jugenstilhuis huis Wohanka nr 714 ontworpen door architect Frantisek Buldra.De gevel is versierd van de beroemde Celda Kloucek.
Door de Rybnastraat komen we in de Kealodvorskastraat . Vlak naast het warenhuis Kotva zien we 2 interessante huizen, nr 1085/12 is een neo-gotisch en versierd met zuivere jugendstilelementen zoals huis 1086/14. De hoek van de Celetna en U prasné bravy wordt bezet door een sessesionshuis, gebouwd door de fameuze architekten Bedrich Bendelmayer en Quido Belsky. Het huis nr 1079 bij de achterkant sluit aan bij het gebouw zodat beide huizen een eenvormig blok vormen.
We komen eindelijk aan het doel van de wandeling ; " HOTEL PARIS" Gebouwd door archtekt Jan Vejrich van 1905/1907. Typische neo-gothische stijl , met zuivere Jugenstil-invloed zowel door op de gevels een florale, figurale en plastische ornamentiek , als door de bonte samengestelde mozaïeken door het gebruik van volksinspiratie naar Karel Maseryk. Destijds had het gebouw enorme weerklank en gold het wegens zijn eigenaardige stijl als voorbeeld voor de Sessesion-Jugendstil episode. Het is gebouwd in de vorm van een stoomschip. Het interieur is van uitzonderlijke klasse . Smaakvol gebruik van materialen, zoals marmer, hout, metalen onderdelen op een harmonische manier verwerkt. Vanuit de kamers van het hotel heeft men mooie zichten op de mooie stad Praag.
NOTA/ Voor deze wandeling heb ik me laten bijstaan door een gids die (min of meer) Nederlands praatte en verstond ! Zélf ken ik tamelijk goed de art nouveau in Brussel, de jugendstil in Wenen. Maar de stijlen in Praag en dan vooral in de pariska en omtrek zijn op bepaalde momenten niet uit mekaar te ondescheiden en hebt u een gids nodig van ter plaatse om u op de details te wijzen. Ik mocht dus voor deze wandeling nogal wat notities maken.
Eigenlijk kunnen we hier beter van een bezoek spreken want u kan vauit eender welke kant van de stad met de metro naar het gebouw als u uitstapt bij metro MUSTEK.
Het stadhuis is een meervoud secessiongebouw . In het begin van de 20ste eeuw reageert Praag op de groeiende kulturele honger van de praagse burger en bouwt op de grens van na Prikopé een prachtig gebouw. Onder impuls van het publiek wordt in 1903 een wedstrijdaanbesteding uitgeschreven voor de bouw van het gemeentehuis. Het waren uiteindelijk Antonin Balsanek en Oswald Polivka die de leiding zouden nemen in dit grootse projekt. Het duurde van 1905 tot 1912 vooraleer dit ontwerp in gebruik werd genomen. Het beslaat een opp van 4200m2. Vooraan op de hoeken van de vooruitgeschoven gevel staan beelden van Lasislav Saloun, die een mosaiekbeeld omsluiten van Karel Spillar " HULDE AAN PRAAG" De plastische versiering van deze gevel en de kolonnen van de lichtdragers zijn van Karel Novak. Verder beelden van Antonin Mara, Josef Maratka en Frantisek Uprka.
In het midden op de 1ste verdieping zich de SMETANAzaal , de centrale plaats van het gemeentehuis met een capaciteit van 1500 plaatsen.
NOTA / EVEN TOT HIER WANT IK BEN NOG NIET OPTIMA VORM. mAAR ONGEVEER OM 2 UUR ZAL DE TEKST AF ZIJN SORRY !
Aan beide zijden van het podium bevinden zich allegorische figuren van L. Saloun namelijk " DE TJECHISCHE DANS " en " MIJN VADERLAND ' De beschilderingen zijn van Frantisek Zenisek De beelden van Karel Novak.
Karel Spillar is de ontwerper en uitvoerder van de wandschilderingen "MUZIEK-DANS-POÊZIE en DRAMA " Het orgellichaam met medaillons van Bedrich Smetanas is een ontwerp van Frantisek Hergesel. De portretmedaillons van Josef Kaldova.
Op het gelijkvloers bevindt zich een ruimte dienstdoend als " garderobe".
In de zijvleugels zien we de representatieruimtes, verbruikzalen en handelsruimtes. De zaal is ontworpen door architekt Antonin Balsanek. De zijvleugels door architekt Oswald Polivka . U kan rondom het gebouw wandelen .
De rechte gang van de 1ste verdieping brengt ons naar de " SLADKOVSKY-zaal" Zoals in de meeste interieurs van het gemeentehuis zijn de Jugendstilluchters uit edelmetaal en glas vervaardigd .
Het RIEGERSALON springt vooral in het oog door schilderijen van Max Svabinsky. Bovendien werd de zaal versierd met mooie beelden en het oorspronkelijk meubilair . ( de ontwerpers hiervan heb ik niet kunnen vinden).
Verder nog de wondermooie PALACKY-zaal met schilderijen van JAN PREISLER. Verder nog de GREGZ-zaal en het KLEIN SALON door Bozena Mencova.
De grootste van alle zalen is de " PRIMATORZAAL" Het is een cikelvormige zaal met een vlakke koepel , beschilderd door de wereldberoemde ALFONS MUCHA (midden van de koepel) Het is een allegorisch-symbolisch werk , met de klemtoon op nationale gevoelens en Tjechische verhalen.
De gevel opent zich met 3 grote vensters naar de plaats van de republiek met een terrasdeur in het midden. In het midden een glasraam van Alfons Mucha . In die tijd was het werk van Mucha onderwerp van hevige discussie (hij had zijn land voor meer dan een jaar verlaten) . Maar vandaag is datzelfde ontwerp de trots van de Primatorzaal .
Merkwaardig is eveneens de SLAVACKY-zaal . Men komt erin via het BOZENA - NEMCOVA-salon. Als bijzonderheid ziet men er een in Jugendstil uitgevoerde aquarium met messingversieringen.
Terug op het gelijkvloers in de theeroom valt de combinatie op " wit en goud" , ge-inspireerd op empirestijl.
De restaurantruimteS op het gelijkvloers en kelders werden versierd door JACOB OBROVSKY , JAROSLAV PANUSKA, ROMAN HAVELKA , en VACLAV JANSA. In het café links staat een kunstige fontein met nymphen van JOSEF PEKAREK. In de kleedruimte een bijzondere versiering in reliëfs van fauna en flora door BOHUMIL KAFKA .
Heden wordt het gemeente huis nog gebruikt waarvoor het bestemd was en is.
Het mag bestempeld worden als het meesterwerk tijdens het Jugendstiltijdperk door de meesters-architekten ANTONIN BALSANEK en OSWALD POLIVKA . Bijgestaan door de meesters beeldhouwers, schilders en andere topkunstenaars .
NOTA: De meeste van deze wijsheid heb ik vertaald uit een duitse brochure die ik ter plaatse te pakken kreeg !
Antonín Balšánek Oswald Polivka
Karel Spillar " Hulde aan Peaag" Schilderij bovenaan
VAN BED NAAR TOILET EN OMGEKEERD. Misschien deze namiddag terug op post. Dan zet ik het mooidyr gebouw van Praag in beeld . En het kost de beoeker weinig of bijna geen moeite. Misschien tot deze namiddag , anders morgen.
Hier heb ik niet veel werk aan en 't is ook mooi , vind ik zélf. Daarom hoeft niet iedereen mijn mening te delen. Dit kan ik gewoon overnemen uit mijn club-documentatie. Het kost een paar euro , maar je hebt ook wat, zeggen de Nederlanders !
Cluster of tabular Azurite crystals from the famous Easter Pocket of Tsumeb. This was formerly in the Georg Gebhard collection, released approximately 5-6 years ago. I was fortunate to be able to select from the approximately 15-20 Easter Pocket Azurites available at that time, and this was my favorite cluster. Largest crystal reaches 2.1 cm wide, and all crystals are lustrous and with the tabular habit and translucency that are characteristic for the pocket. The pocket was found in 1994 and is well documented in Gebhard's book on Tsumeb. A few incomplete crystals along the edges, otherwise undamaged.
Tourmaline on Quartz
Cruzeiro mine, Sao Jose da Safira, Doce valley, Minas Gerais, Brazil
ex. Art Soregaroli
Small Cabinet, 5.7 x 3.0 x 2.3 cm
This is a first-class combination piece in which a gemmy, 5.7 cm Elbaite Tourmaline from the famous Cruzeiro Mine of Brazil impales a gemmy Quartz crystal. The green Elbaite crystal has excellent gemminess and nice color saturation, with a darker, very good termination. The luster of the Elbaite is good, and the 3 cm Quartz crystal has superb luster that allows you to see right through it, along with a few frosted faces that provide excellent contrast. This is old material, from the 1970s or 1980s. The aesthetics are exquisite.
Peter Behrens stopt met schilderen in 1897 en komt onder invloed van Henry Van de Velde rond 1900. In 1896/98 had hij zich vooral toegelegd op tapijtontwerpen, behang, boekbinden, illustraties en juwelen. In 1907 wordt hij in dienst genomen bij AEG en waar hij een fantastisch gebouw neerzet in Berlijn
INDUSTRIEEL GEBOUW VOOR AEG BERLIJN
ZIJN VILLA IN DARMSTADT OP DE MATHILDERNHÖHE
Behrens volgde zijn opleiding in Karlsruhe, Düsseldorf en München. In de laatste stad was hij in 1893 een van de oprichters van de Münchner Sezession. In 1899 vestigde hij zich in de kunstenaarskolonie op de Mathildenhöhe in Darmstadt waar hij zijn eerste stappen als architect zette (hij bouwde er zijn eigen woonhuis). In 1903 werd hij tot directeur van de school voor kunstnijverheid in Düsseldorf benoemd en in 1907 vestigde hij zich als zelfstandig architect in Berlijn. Tot zijn medewerkers behoorden Walter Gropius Ludwig Mies van der Rohe (bauhaus) en Charles-Édouard Jeanneret (later bekend als: Le Corbusier), die allen later grote faam zouden verwerven. In hetzelfde jaar was hij een van de oprichters van de Deutscher Werkbund en werd hij vormgevingsadviseur (Künstlerischer Berater) bij de Berlijnse firma AEG, waarvoor hij een samenhangende huisstijl ontwierp, die de vormgeving van de fabrieksgebouwen, de producten en het reclamemateriaal omvatte. De in 1899 door hem ontworpen signatuur van een tweemaster voor het Insel Verlag wordt nog steeds gebruikt. In 1932 werd hij directeur van de Architectuurschool van de Wiener Akademie, en in 1936 voorzitter van de architectuurafdeling van de Pruisische Akademie der Kunsten.
VOOR KUNST (ook) MUNCHEN (zoals Richard Riemersmid)
BRUNO PAUL
Paul werd geboren in Seifhennersdorf , een dorp op het platteland van Saksen , in 1874. Zijn vader was een onafhankelijke handelaar, ambachtsman, en de handelaar in bouwmaterialen. Op twaalf jaar oud verliet Paul Seifhennersdorf voor Dresden , waar hij woonde kort Gymnasium alvorens een leraar training school.By 1892 he was determined to pursue a career in the arts. Door 1892 was hij vastbesloten om een carrière na te streven in de kunsten. In 1893 werd hij als student aan de Saksische Academie voor Schone Kunsten geaccepteerd.
In 1894, Paul verhuisde hij naar München , toen de artistieke hoofdstad van Wilhelmine Duitsland. Hij werd ingeschreven aan de Academie van München als een leerling van de schilder Paul Hoecker , één van de stichtende leden van de Munich Secession . Hoecker ontvangt Paul in de kring van vooruitstrevende kunstenaars van de stad, die hem als zijn klasgenoten opnemen; Reinhold Max Eichler , Max Feldbauer , Walter Georgi, Angelo Jank, Walter Puttner , Leo Putz , Ferdinand von Reznicek en Walter Schulz.. In 1896, Paul verliet hij de academie om aan een onafhankelijke carrière te beginnen. Na kort werkzaam als atelier schilder, verwierf hij blijvende roem als illustrator.
Hij leverde regelmatig bijdrage aan het tijdschrift Jugend waar Oostenrijk de naam Jugendstil aan ontleende.
De leidende figuren van deze beweging, met inbegrip van Peter Behrens, Bernhard Pankok en Richard Riemerschmid , evenals de meerderheid van de stichtende leden van de Secession München, die allen die ' JUGEND' van illustraties voorzagen . Na 1897 is Paul toegetreden tot de staf van het satirische tijdschrift Simplicissimus . Zijn wekelijkse bijdragen van Paul aan Simplicissimus tussen 1897 en 1906 bezorgden hem internationale bekendheid.
geboren in München op en stierf in die stad op(à 88 ans) , is een architect, schilder, ontwerper en stedenbouwkundige Duits.
Hij is een belangrijke figuur van de Jugendstil , de Duitse tijdens de art nouveau-architectuur en is een van de oprichters van deze stijl. Na zijn eerste periode jugendstil-meubelen die qua prijs, de pan uitrijzen, is hij de meubelmaker, architekt geweest die het prefab (serie)jugenstil-meubel heeft ontworpen en uitgevoerd. Hij was er net als Serrurier-Bovy van overtuigd dat de art-nouveau zijn doel voorbij was geschoten en niet voldeed aan de principes van die stijl, nl. een mooi meubel voor iedereen. Daarom liet ik bij het meubel onderaan de prijs staan.
Het doel van deze wandeling is niet een sentimentele stemming oproepen doch dat die heilige plaatsen een bron van kunst en architectuur kunnen zijn. Bina alle architekten en beeldhouwers bewezen door hun kunnen alle eer aan de afgestorvene, zij het door sculpturen of beelen of door hun architektonische gestaltgeving. Aldus was het funerale een deel van hun levenswerk. Door het bewonderen van deze kunstwerken junnen we ons een beeld vormen van de meesters in de architektuur, beeldhouwers, bouwmeesters, metaalgieters...
Het gemakkelijkst bereikt u frer plaatsen via de metro lijn A tot station Flora. Van hier zijn we slechts enkele minuten van de begraafplaatsen Olsanske hrbitov en Nova Zidovsky hrbitov gelegen langs de Vinohradska Trida. Het olsanska kerkhof bestaat van 1679. In diezelfde tijd werd de Sint Rochuskerk gebouwd. Momenteel is het kerkhof uitgebreid tot 50 ha. met 110.000 graven Het ganse kerkhof ij ingedeeld in 10 delen. Het oudste deel rond Sint Rochus is buiten gebruik. Indien je de art nouveau-graven wil bewonderen kan u best wandelen in deel 4 rn deel 9. Direkt links aan de hoofdingang deel 4 ziet men het grootste grzg van het kerkhof van de familie AkoÏs Hrdlicka met levensgrote beelden gemaakt door beeldhouwer Frantisek Rous. In veld 6 graf 60 is van Jozef Kodl (1909) eveneens van Frantisek Rous bewerkt. Het bouwwerk van Pupp-Skarka. Op de scheiding van veld 5 en 6 vlak naast de doorgang rust een van de belangrijkste schilders uit die tijd; Ludek Marold . Zijn graf werd ontworpen door Vilem Amort. In hetzelfde graf is de vrouw van Marold bijgezet. Het graf ernaast is van Anna Grohmann van beeeldhouwer Josef Mauder gemaakt en bijgestaan door metaalgieter Vaclav Masek. Bohumil Kafka en Jan Kotera zijn de auteurs voor het graf van prof chirurg Maydls, eveneens in veld 6. Achter de muur van veld 4 (nr 7) de rustplaats van dokter Antonin Fric, gemaakt door Bohumil Kafka . Aan de wand van veld 6 zien we (nr 16) monumentzle en zwaar versierde graven van oa. van familie Vojtech Mastny (bankdirecteur). Beelden zijn van Frantisek Rous . Het monument werd geraliseerd door aannemer Jan Rada en zoon. Direkt hierbij vindt u nog een merkwaardig graf, ontworpen door Bedrich Bendelmayer, architekt r, gebouwd door aannemer Cervenka.
Alle toe nu toe bezochte graven worden echter overtroffen door de rustplaats van familie Stepanek in veld 6 nr 10b., ontworpen door Jan Kotera en versierd door metaalgieter Vaclav Maszc, di het bronzen beeld vervaardigde in de Jugendstil. Het naastliggend graf is van de beroemde toneelspeler Eduard Vojan en is van de hand van Jan Kotera ontworpen.(1903) en Vaclav Zdarsky uitgevoerd . Vaclav Zdarsky's eigen graf staat in veld 6 nr 8 ? Beeldhouwer Zelinska plaatste er in zandsteen een vrouwenfiguur op. Een werk van de beroemde beeldhouwer Stanislaz Sucharda kunnen we bewonderen aan het graf van de schilderes Marenka Dotoslova. De grafzerk van de beroemde Antonin Slavicek kunnen we bewonderen in veld 8 nr 1 en werd gemaakt door Josef Maratka. Verder zijn op deze begraafplaats nog te bewonderen : het graf van de familie Stefanek door Stanislaz Sucharda (veld 9 nr 12) Het graf van de komponist Josef Foerster van beeldhouwer Vilem Amort. Op het eind van deze wandeling houden we halt bij het graf van de beroemde beeldhouwer Josef Mauder, gemaakt door zijn vriend Frantisek Bilek. Het opschrift beduidt: " In het ogenblik van de schepping ligt gans het leven" Een spreuk om over na te denken.
Het hangt van uzelf af of u in dezelfde wandeling je jet " Joods kerkhof" nog aandoet ( wandeling 4b)
U verlaat het olsanerkerkhof en gaat naar links via de hoofdingang . Het joodse kerkhof ligt aan de overzijde. Tegenover de uitgang van het metrostation Zelivskeho gaan we door de poort . Een hoofddeksel is verplicht. Deze begraafplaats werd in gebruik genomen in 1891 en voorzien van een ceremoniezaal , gebedsruimte en voorbereidingsplaats. De begraafplaats kan ongeveer 100.000 graven herbergen. Binnen dit kerkhof heerst een hiërarchie . De hoofdingang is voorbehouden aan de meest verdienstelijken van de joodse gemeenschap en kregen eregraven en/of ereplaatsen. Deze allee ligt midden in het kerkhof. Aan de uitgang liggen de graven van de vooraanstaande rabbijnen. Vooraan de ingang , het gedenkgraf aan de slachtoffers vande tjechische joden die concentratiekampen omkwamen. Het werd onthuld in 1985. De voornaamste auteur van graven is hier architekt Jan Kotera. In veld 2 zien we van hem een sobere uitvoering van de families; Nathan, Robischenk en Elbogen (aan de kerkhofingang) De bouw werd speciaal sober gehouden om het gevoel van ingetogenheid te versterken. Naast deze familiekelder zien we eveneens een graf ontworpen dooor Kotera maar in totaal verschillende stijl. Het is schilderachtiger, plastischer, het architectonische element van de lichtkleurige stenen geven er een beeldhouwerkarakter aan. In elk graf vindt men echter de achitekt Kotera terug. Voor de zerk van Egon Petruz , op het eind van rij 7 nr 5 schiep Kotera terug een ander Jugendstilwerk (1902) Een lang wit, smal grafmet een fijn dekor eindigt op een spitsboog Zie ook graf rij 11 nr1.
Adolf Zasche heeft hier ook 2 merkwaardige graven ontworpen in de sessionstijl. (1908) Josef Fante ontwierp het graf voor Bohumil Boundy, een joods industrieel. Er staat een hebreeuwse tekst op. De uitvoering is van steenhouwer Eduard Radnitz. Een meester-voorbeeld van Sessesionstijl is het graf van schilder Max Horp (1907) veld 19 nrs 1- 3 werd door de befaamde beeldhouwer Jan Sturza gemaakt. Zeker een bezoek op eich waard . De rustplaats van Sophie Pollak in veld 5 nr 1-3 is het enigen Wiener Sesession voorbeeld op dit kerkhog , gemaakt door architekt Gothilf (1899) .
Het gedenkschrift aan de familie Weltch in de hoofdallee van veld 5B-1-1-2 ontworpen doorr achitekt Antonin Balsanek in Sesessionstijl is een beschermd monument. Een prachtig graf bewerkt door Eduard Radnitz , steenhouwer.
Verder zien we nog merkwaardige graven in;
Veld 3 nr 14- 8-9
Veld 7 nr 1-1 graf Gertsl
Veld 7/1-12 Louise Russ
Veld 8/1 graf Roth . Het laatste graf w<at we zeker een bezoek brengen is van Franz Kafka veld 21-14-21 Het is een beschermd monument .