Frank William Brangwyn (Brugge 12 mei 1867 – Ditchling, Sussex, 11 juni 1956) was een Britse kunstenaar, schilder, aquarellist, graveur illustrato en vormgever.
In 1893 stuurde ze hem naar Brussel om er in de leer te gaan bij de firma Snyers-Rank en Cie. In de hoofdstad volgde Jozef avondles in de Academie, waar hij bevriend raakte met architect Jean-Baptiste Dewin. Hij kwam er in contact met de ideeën van Henry Van de Velde, John Ruskin en William Morris.
Terug in Kortrijk nam hij de ouderlijke zaak in handen. Hij bracht ze over naar de Leiestraat en breidde ze uit met een meubelwinkel. In 1905 vervoegden zijn broer Adolf en zijn schoonbroers Arthur Deleu en Marcel Brunein de zaak, die de vorm kreeg van een vennootschap: De Coene Frères. Binnen het jaar trokken ze een fabriek op in de Van de Peereboomlaan. Ook zijn Franse vrouw Jeanne Courmont, met wie hij in 1906 gehuwd was, kwam bij de zaak. Samen kregen ze vier dochters: Paulette, Lucienne, Cécile en Charlotte.
Voor hen die er meer willen over weten , klik de onderstaande link aan.
Het geelgrijze, bruine, maar meestal rozerode rhodochrosiet heeft een glasglans en een witte streepkleur. Het kristalstelsel is trigonaal en de splijting is perfect volgens het kristalvlak [1011]. De gemiddelde dichtheid is 3,69 en de hardheid is 3. Rhodochrosiet is niet radioactief. Het komt meestal voor als kristallen of in granulaire of massieve vorm en soms als bolvormige klompjes die vanbinnen concentrische, gekleurde banden vertonen. Het mineraal is een bron van mangaan, en wordt als zodanig gebruikt wordt voor het harden van staal.
Zeer gezocht mineraal door verzamelaars ( uit Namibië Tsumeb)
sieraad met rhodocrosiet , zilver en Zilveren edelsteenhanger met kunziet en
Kunnen we antimoon, goud en zink nog van de ondergang redden?
Nog maar enkele decennia en dan zijn de ertsen van vier belangrijke minerale grondstoffen op, zo blijkt uit Nederlands onderzoek.
Onderzoeker Theo Henckens komt tot die conclusie in zijn proefschrift. Hij pleit ervoor de schaarse ertsen te recyclen en waar mogelijk te vervangen door andere grondstoffen.
Antimoon Over welke ertsen heeft Henckens het? Nou bijvoorbeeld antimoon. Misschien gaat er niet gelijk een belletje rinkelen, maar de kans is zeer groot dat je het mineraal in huis hebt. Zo zit het brandvertragende mineraalbijvoorbeeld vaak verwerkt in het plastic omhulsel van het beeldscherm van een computer. Als we antimoon in deze mate blijven gebruiken, zal het over zo’n dertig jaar op zijn. En antimoon is lang niet het enige ‘bedreigde’ mineraal. Als we in hetzelfde tempo zink, goud en molybdeen uit de grond blijven halen, zullen ook de ertsen van deze mineralen nog voor het jaar 2100 zijn uitgeput.
Dat artikel laat ik voor rekening van de schrijver , want als we dat allemaal moeten geloven ware de olie in de jaren '80 van vorige eeuw al opgebruikt. Het gaat er mij om u het mineraal " antimoniet" te leren kennen.
Antimoniet komt voor als lange, straalvormige uitwaaierende kristallen of in massieve vorm. Deze laatste kan verward worden met galeniet, maar de kristalvorm is kenmerkend voor antimoniet, evenals het lage smeltpunt: het smelt in een kaarsvlam. Dit mineraal is de belangrijkste bron van het betrekkelijk zeldzame element antimoon (concentratie 0,2 delen per miljoen in de aardkorst), een giftig element dat gebruikt wordt in accu's,voor halfgeleiders en voor het harden van metaallegeringen.
De reeks die hier getoond wordt is grotendeels uit vindplaatsen in Amerika. Nochtans wordt dit mineraal op vele plaatsen gevonden. Zelf heeft mijn vrouw een vindplaats ontdekt in BLATON . Blaton is vooral bekend voor CRANDALLIET, BERAUNIET en nog enkele fel begeerde "steentjes" zoals de meeste mensen ze noemen.
Noteer even; de vindplaatsen zitten allen in de dijken langs het kanaal. Maar ze zijn verboden terrein geworden door "mineraalzoekers" die de dijken ernstig hebben beschadigd . U riskeert een serieuze boete als u daar nog op "zoeken" betrapt wordt. 't Is maar dat u het weet. Trouwens dat geldt niet alleen voor Blaton , maar voor heel wat vindplaatsen.
Ik wil me vandaag nog beperken tot kennismaking met enkele voorname architekten en beeldhouwers uit de tijd rond de eeuwisseling in Tjechïe en begin met GORDON SCHAUER, die zich verbaast over het feit waarom die "oudere garde" zich blijft binden aan de vroegere neostijlen , terwijl zoveel mogelijkheden liggen in de vernieuwing. Hij begrijpt niet in een artikel van 1891 waarin hij zijn verbazing daarover uitdrukt. Terugkeren naar het ( neo-stijlen) oude terwijl de vernieuwing voor het grijpen ligt. Maar dat in die tijd een bepaalde reden voor. De publieke opinie had de afbraak van vele historische gebouwen zien gebeuren met pijn in het hart en dwong de architektenwereld tot een vervanging van al dat moois in hun ogen. Grote delen uit de 16de en 17 de eeuw werden toen afgebroken om gezondheidsredenen en andere, zoals uitbreiding en onderhoudskosten. De jonge architekten grepen de kans om te tonen wat zij in hun mars hadden zoals bijvoorbeeld Gordon
Schauer Hij was van oordeel dat de architektuur meer op het nuttige moest inspelen; bijvoorbeelden tunnels, precies berekende bruggen, viadukten en spoorwegbruggen. Dit in schril kontrast of onder druk van de publieke opinie of uit eigen beweging van de meeste architekten.
In die tijd werd het "nijverheidspaleis" door Bedrich Münzberger
en
en Frantisek Pràsil gebouwd. Deze gewaagde constructie maakte grote indruk op het publiek. Dit gebouw werd opgericht voor de wereldtentoonstelling aan de rand van Praag
. Het was/ is één van de attrakties en van de meest gewaagde ondernemingen uit die tijd . Als ik wat tijd heb breng ik van dit prachtstuk waarvoor architekten van vandaag in bewondering staan voor zoveel vernuft rond 1900. Dit laatste terloops. Ik breng het nog ter sprake in een speciale wandeling er naartoe samen met straten art-nouveauhuizen in de buurt.
Ik was enkele dagen afwezig omwille van de gebeurtenissen in Engeland en vond er voorrang te moeten geven aan mijn "blog rechts" . Maar beiden intensief tegelijkertijd onderhouden is me te lastig geworden.
waarvan ik reeds een indruk gaf van het Brücke-museum , bezit bovendien nog enkele mooie kleinere musea zoals van Käthe Kollwitz . Hier is het de bedoeling om u het BRÖHAN MUSEUM te leren kennen. Ik heb het zelf bezocht en kan zeggen dat ik er zeer goede herinneringen aan hebben. Gespecialiseerd in Jugendstil en Art Deco tot Functionalisme.
BRÖHAN-MUSEUM Landesmuseum für Jugendstil, Art Deco und Funktionalismus Schloßstraße 1a 14059 Berlin Deutschland
Zur Sammlung : als u op sammlung klik krijgt u slechts 1 % te zien van het geheel. Er zijn werkelijke prachtige stukken te zien. Let wel, het zijn niet dezelfde stukken die u in het museum zal te zien krijgen. Deze stukken, hierna waarvan de kunstenaars worden vermeld, komen uit de kataloog die ter plaatse (of elders?) te koop is.
Das Bröhan-Museum – Berliner Landesmuseum für Jugendstil, Art Deco und Funktionalismus – ist nach seinem Gründer Karl H. Bröhan (06.07.1921 – 02.01.2000) benannt. Als leidenschaftlicher Sammler und großer Kenner von Jugendstil, Art Deco und der Kunst der Berliner Secession eröffnete Karl H. Bröhan 1973 ein Privatmuseum in einer Dahlemer Villa. Anlässlich seines 60. Geburtstags schenkte Bröhan die Sammlung dem Land Berlin. 1983 wurde das Bröhan-Museum in den heutigen Räumen eröffnet, die zum Ensemble des Schloss Charlottenburg gehören und ursprünglich für das Garderegiment errichtet wurden. Seit 1994 ist das Bröhan-Museum ein Landesmuseum.
Die Sammlung von Karl H. Bröhan ist uns Aufgabe und Verpflichtung. Das Bröhan-Museum verfügt über eine einzigartige Sammlung zu Jugendstil, Art Deco und der Kunst der Berliner Secession. Als Museum für Jugendstil, sowie Kunst und Gestaltung der ersten Hälfte des 20. Jahrhunderts, zeigen wir auf rund 1000 qm Ausstellungsfläche eine Präsentation aus dem Sammlungsbestand, die sich in einem zweijährigen Rhythmus verändert.
Gleichzeitig suchen wir nach der zeitgemäßen Relevanz und Umsetzung der Fragen, die die Kunst und Gestaltung des 20. Jahrhunderts geprägt haben. In den Wechselausstellungen werden deshalb neben Themen des Jugendstils, des Art Deco und der Berliner Secession auch Fragen von Kunst und Gestaltung bis in die Gegenwart in den Blick genommen. Jungendstil, Art Deco und Berliner Secession sind unsere Kernkompetenzen, die in den Wechselausstellungen durch Themen der Kunst, der angewandten Kunst, des Designs von 1950 bis heute ergänzt werden.
EFFIE HEGERMAAN- LINDENCRONE ( 1860 -1945 )
Direktør Pia Wirnfeldt og arkæolog Allan Andersen står med et fad lavet af Effie Hegermann-Lindencrone fra begyndelsen af det 20. århundrede. ( kan iemand de vertaling bezorgen ? )
ARNOLD KROGG
HECTOR GUIMARD
Lyon, 10 maart 1867– New York 20 mei 1942) is een Frans architect die wordt beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de art nouveau in Frankrijk.
Internationaal gezien kan Guimard kunnen worden beschouwd als een vrijbuiter in de art nouveau: hij kreeg geen volgelingen en liet geen school na. Daarom werd hij gedurende lange tijd beschouwd als een tweederangsspeler van de beweging – de afwezigheid van (geestelijke) nazaten contrasteerde met de grote overdaad aan vormen en typologieën van zijn architectonische en decoratieve werk, waarmee hij met een verbluffende creativiteit in zo'n vijftien jaar het beste van zichzelf gaf.
HENRY VAN DE VELDE
Henry Clemens van de Velde
Antwerpen, 3 april 1863 – Zürich, 15 oktober 1957 was een Belgische kunstschilder, ontwerper, vormgever en architect.
Samen met Victor Horta geldt Van de Velde als een der belangrijkste vertegenwoordigers van de art nouveau[1] Hij wordt ook wel de "apostel van het functionalisme" genoemd. Vanaf de eerste jaren van de 20e eeuw speelde hij een toonaangevende rol in de architectuur en de decoratieve kunsten, vooral in Duitsland.
HENRY VAN DE VELDE, Bloemenwerf, het huis van de architect, Vanderaeylaan in Ukkel (Brussel), 1895. Archives d’architecture moderne, Brussel
François-Raoul Larche ,
Raoul Larche, geboren in Saint-André-de-Cubzac deen stierf in Parijs op, Was een Franse beeldhouwer.
Befaamd om de beelden van de wereldberoemde danseres Loïe Fuller
Gent 30 augustus 1866 - Sint-Martens-Latem 20 februari 1941) was een Vlaamse beeldhouwer, schilder en tekenaar
Minne was al dertig toen hij nog een jaar, van 1895 tot 1896, cursus ging volgen aan de Brusselse Academie, bij Charles Van der Stappen. In 1898 ging hij zich in Sint-Martens-Latem vestigen en nam er de eerste Latemse groep kunstenaars op sleeptouw, de kunstschilders Albijn Van den Abeele, Valerius De Saedeleer, Albert Servaes en Gustave Van de Woestyne. Het werd de groep der mystieke symbolisten, de zgn. eerste Latemse School
Bordeaux 20 april 1840 – Parijs, 6 juli 1916) was een Franse kunstschilder die tot het symbolisme wordt gerekend. Het werk van Redon lijkt een droomwereld te verbeelden, die bevolkt is door feeën, monsters, geesten en andere fantasiefiguren.
Edmond François Aman-Jean (Chevry-Cossigny, Seine-et-Marne 13 november 1858 – Parijs 23 januari 1936) was een Frans kunstschilder. Hij wordt gerekend tot de stroming van het symbolisme.
Geboren op 30 september1865 in Algerije En gestorven op 24 september in Frankrijk. Was een franse symbolist vooral schilder, tekenaar, keramiest en binnenhuisarchitekt.
De oude stadsring , de Pariska en de Jodenstad, zijn naast de Burg de meest bezochte plaatsen van Praag zowel van de toerist als van de Pragenaar. Vanaf het Wentzeslazplein gaan we via Mustek (metro) door de Malanstricovastraat naar de oude stadsring. Naast de oude bezienswaardigheden ,kan men op het grote plein het grote plein het alleroverheersende gedenkteken bewonderen van Jan Hus
Samen met het " Palacky-gedenkteken
behoren deze beelden tot de grootste meesterwerken van de art-nouveau beeldhouwkunst.
Het verschil tussen de rechtopstaande strakke hoofdgestalte van Jan Hus en de bewegingsdynamiek van een groep op een wervelend kleed is zeer merkwaardig. Aan de achterzijde van het beeld is tussen de groep Hussitten en de groep Excultanten een rustige moederfiguur te zien als symbool van de nationale opstanding. In de stormachtige opwellende massa van het standbeeld spelen de de afzonderlijke figuren een bijzondere rol. De gezichten , vrij verbonden met het geheel, maken afzonderlijk toch deel uit van het geheel. "De vlucht" een kop vol overgave . " Meditatie en concentratie" de ene met open , de andere met gesloten ogen. Tot slot " resignatie" de voorstelling van de bitterheid om de de onvervulde en onbegrepen droom. Enkel Jan Hus staat daar fier rechtop vol vertrouwen in de toekomst van de natie .
De aanvang van dit monument in 1905, uit steen en brons was als nagedachtenis van de 500ste verjaardag van de verbranding van Jan Hus in Konstanz. Het symbolisch-stylistisch van Ladislav Saloun werd hier zeker bereikt.
Vanaf 1896-1899 werd de oude stadsring gesaneerd, Pariska inbegrepen. Als redenen werden opgegeven , een te hoog sterftecijfer, besmettelijke ziektes , overbevolking.. Zo werden ongeveer 600 gebouwen afgebroken en ontstond direkt daarna een nieuw stadsdeel. De hoofdas was Pariska ( voorheen Mikulasska. Van het oude stadsdeel bleef enkel het joodse gemeentehuis , 6 synagogen en het oude kerjhof over. De nieuwe bebouwing begon aan de hoek van de oude stadsring . Hier bouwde Oswald O-Polivka een neo-barok sesessionspaleis nr 932/934 als brandweerkazerne . Het gebouw heeft 2 delen ; het rechtse en breedste deel is voorzien van beelden van L Saloun, Frantisek Prochaska en Bohuslav Schnirsch met het inschrift ' alarm slaan, vuur blussen'. In het midden nog een allegorische mozaïk ontworpen door Frantisek Urban. De ornamentele stuckwerken zijn uitgevoerd door Fantisek Kraumann. De hoofdgevel heeft een overwegend sesessionskarakter. De aantrekkingdskracht tot deze straat wordt nog verhoogd door de zichten in de richting van de Chechbrug of naar de oude stadsring , resp. gemeentehuis en de torens van St Gallus. We wandelen door de straat met het inzicht de architecturale schoonheid te bekijken. Direkt aan het begin houden we halt. Aan de rechterzijde tot aan de Sirikastraat zien we huizen in de historiserende stijlen ( neobarok, neorenaissance). De linkerzijde biedt ons de sesessionspracht ( afscheiding van de vroegere stijlen) zien van in het begin. Nummer 1703/1 aan de Mikulaskerk is neo barok en de eigendom van architekt Jan Koula .( gebouwd in 1905). Huis 1704/3 met inschrift " waar een wil is, is een weg" afbeeldingen zoals een vrouw met kroon, schild en banier ondersteunen het opschrift. Hetis gebouwd door de architekt Rudolf Koukol. Twee huizen 1076/7 en 68/9 werden getekend door architekt Jan Veyjrich . Het eerste is in feite geen Jugendstil doch met typische stuckelementen. . Huis 68/9 was een handelszaak " Merkur" Op de hoek ziet men de buste an de beroemde zanger Otokar Marak door beeldhouwer Jan Kavan. De reliëfs op het gelijkvloers zijn van Antonin Popp. Buurhuis 67/11 is gebouwd door architekt Makovec (1902) De ingang in smeedijzer valt op, het herhalend stuckornament eveneens. Nr 66/13 is van architekt Veyjrich . Nummer 15 van architekt Matej Blecha in neo-gotische stijl. Een interessant Jugendstilbeeld van Sint Gregorius met de diaken siert de hoek. De neo-gothiek spreekt uit de wapenschilden. Eén van de sprekendste sesessions-renaissancehuizen is nr 981/17 door Frantisek Weyr Het opvallendste element in de gevel is een uit hout gesneden pauw met verguld kroontje . In de kelder bevindt zich een stijlvol restaurant " In de oude synagoge" ( U star synagogy)
Nog een interessant deel van de straat is het deel tussen de Sirokastraat en Bilkovahoek. De hoekhuizen zijn overwegend in Jugendstil, terwijl de tussenhuizen overwegend in neorenaissance alhoewel met jugendstilornamenten versierd. De architekten waren overwegend Karel Masek, Emmanuel Dvorak en Jan Veyjrich. Een algemeen verschijnsel in de pariskastraat is het figurale en dierlijk plastich element in Jugendstil. 131/28 is echte in de pure sesessionstijl. Dit is vooral merkbaar aan de gevel, de hoek en het decor. Op de middenste gevelas bevindt zich een naar voor gewelfde erker. Onder een andere hoekerker bevindt zich een uitmuntend pauwenpaar (typisch sesession). We zien een verhoogde attika , met aan de hoeken slanke vazen waardoor het gebouw nog (optisch)verhoogt . Bekijk de stuckwerken over de ganse gevel. (architekt Masek). Het huis 131/28; het interieur is ook zeer bijzonder . De mozaïkvloer met kleine ornamenten is volledig intakt gebleven. Zeer mooie glasramen maar het opvallendst zijn de deuren , waar de vrouwenmaskers ingesneden zijnin de deurlijsten.
In het park bij de synagoge staat het beeld "MOZES" van Frantisek Bilek uit 1905. Het huis 205/23 door architeckt Josef Makovec in sesession-jugendstil is zeker een wandeling waard moeite.
Op het eind van de Pariska loopt een brug over de Moldau, die in zuivere sesessionstijl werd gebouwd. met ijzeren bogen, de hedendaagse Svatopluc Cech-brug ( vroeger; de brug Novy Most). De konstruktieplannen werden uitgewerkt door de stadsdiensten terwijl de uitvoering onder de leiding stond van archtitekt Jan Koula. De bouwwerken werden door 3 grote ondernrmingen uitgevoerd rn beëindigd in april 1907. Het is een waar monument in sesessionstijl van de stad Praag.
Rven een koffiepauze , tot straks.......
De 4 beelden " Victorie " in brons stonden oorspronkelijk op de brugeinden. Na de verbouwingswerken werden ze verplaatst . Ze zijn gemaakt door Antonin Popp. Nog mooie beelden van beeldhouwer Ludwig Herzel, Karel Opatny, Ludek Wurzel ' wapen van Praag) . In de gehamerde koperplaatvullingen van de brugbogen vindt men motieven van Karel Klusacek.Vanop de brug heeft men zeer mooie zichten . Daarna begeven we ons naar het museum van schne kunsten aan de 17 novemberstraat. Dit is interessant voor liefhebbers van aanverwante kunst. Het gebouw is opgetrokken in de neo-renaissance stijlvan 1897 tot 1901 door architekt Josef Schulz. De beelden op de voorgevel zijn van Antonin Popp en Bohuslav Schnirch. Wereldberoemd is er de verzameling " glaskunst". Voor liefhebbers of verzamelaars van glas een enige kans. We gaan enkele stappen verder en komen terug aan de muur van het joods kerkhof en terug op onze wandeling nr 7.
Verder een neobarok huis op209/6 Op de hoek van de Brehovastraat/Maiselovastraat 41/21 een laat sesessiongebouw mer ronde vensreropeningen met vazen versierd . Davidster en portretsilhouetten van vooraanstaande Joodse persoonlijkeheden. De architekten waren Frantisek Weyr en Richard Klenka. We wandelen tot aan de Maiselova/Siroka met 2 prachtige sesessionshuizen , als we reeds voorbij het Raadshuis zijn , dierecht tegenover mekaar staan. Nr 9 heeft een zeer mooie ingang ; 2 grote figurale beelden. De windvang valt op door de marmeren tafeling vloermozaïek en stucjversiering. In de Maiselova zien we eveneens op nr 5 eensesessiongevel , ook op 60/3.
We gaan nu rechts de Kaprovastraat in. Hier kijken we naar de gevel 15/11 met zijn keramische versiering als het ware een sap van zwart, witte en gouden bladeren over de gevelversierd. Tussen alle versieringen prijken 2 levensgrote beelden van geglazuurd keramiek van beeldhouwer Richard Luksch
begeleid door Gustav Klimt en de Wiener Werstatte. Het beeld toont aan wat de sesessionsbeweging in zich had. Op 51/6 aan de overkant een "wesp" als stijlmotief van de verbeeldingskracht van de sesessionsbeweging. We zouden de wandeling hier kunnen eindigen maar dan hadden we de beelden op de Radnice op het Marianske Namesty gemist ( nieuw raadhus). Dit bereiken we via de Valentinska. Het nieuw raadhuisis een breed gebouw tussen de Marianske en de kleine ring. O. Polivka putte uit zijn rijke sesessionservaring , maar bracht toch barokke elementen aan. Het gebouw is niet zozeer op zichzelf zo bijzonder maar door de beelden van beroemde meesters . In de hall een beeld van Antonin Strunc, allegorische beeldengroepen van beeldhouwer Stanislav Sucharda. Op het balkon beeldengroep " bescheidenheid, moed, kracht, uithouding" van Josef Maratka.
We eindigen bij de buitengevel met vrijstaande beelden van : "een" en " Rabi Low " van Ladislav Saloun, waarvan we in het begin van deze wandeling de beeldengroep 'JAN HUS' hebben bewonderd .
Bruno Paul (1874 -1968 Duitse architekt, illustrator, interieurarchitekt, meubelontwerper. In 1896 begon hij te illustreren voor ht tijdschrift Jugend .
Voor vandaag stoppen we met de duitse Jugendstil , maar daar was nog veel meer. Dit was een tussendoortje voor de wandelingen in Praag .
Bernhard Pankok / geboren 16. Mai 1872 in Münster (Westfalen); pverlede, 5. April 1943 in Baierbrunn. Hij was een duitse schilder, Greafieker, Architekt en Designer .
Geboren op 27. Mai1862 in Kilchberg voorstadje van Zürich Zwitserland ; overleden op 26/2/1927 in München .Was een tekenaar ontwerper van meubelen en beeldhouwer rn bord. Hij mag tot de stichters van de Jugenstil in duitsland worden gerekend.
Thomas Theodor Heine (Leipzig, 28 februari1867 - Stockholm, 26 januari1948) was een Duitse kunstschilder, tekenaar en satiricus. Zijn vader was fabrikant. Hoewel opgegroeid in een Joods gezin ging Heine later over tot het protestantisme. Hij verwierf bekendheid door zijn bijdragen aan het weekblad Simplicissimus, waarvan hij medeoprichter was.
Heine studeerde tussen 1884 en 1889 aan de kunstacademie in Düsseldorf. Omdat hij in conflict raakte met enkele docenten, trok hij naar München. Hier begon hij aan zijn schilderwerk en tekende voor de Fliegende Blätter en Die Jugend. Hij hield zich eveneens bezig met vormgeving en typografie. Thomas Theodor Heine ontwierp rond de eeuwwisseling enkele affiches voor de Berliner Sezession. net als anderen uit de kring rond Die Jugend en Simplicissimus, was Heine een bekende voor de Sezession.
In 1896 werd hij met Albert Langen medeoprichter van Simplicissimus, waar Heine een van de belangrijkste leveranciers van illustraties werd.