Ik wil me vandaag nog beperken tot kennismaking met enkele voorname architekten en beeldhouwers uit de tijd rond de eeuwisseling in Tjechïe en begin met GORDON SCHAUER, die zich verbaast over het feit waarom die "oudere garde" zich blijft binden aan de vroegere neostijlen , terwijl zoveel mogelijkheden liggen in de vernieuwing. Hij begrijpt niet in een artikel van 1891 waarin hij zijn verbazing daarover uitdrukt. Terugkeren naar het ( neo-stijlen) oude terwijl de vernieuwing voor het grijpen ligt. Maar dat in die tijd een bepaalde reden voor. De publieke opinie had de afbraak van vele historische gebouwen zien gebeuren met pijn in het hart en dwong de architektenwereld tot een vervanging van al dat moois in hun ogen. Grote delen uit de 16de en 17 de eeuw werden toen afgebroken om gezondheidsredenen en andere, zoals uitbreiding en onderhoudskosten. De jonge architekten grepen de kans om te tonen wat zij in hun mars hadden zoals bijvoorbeeld Gordon
Schauer Hij was van oordeel dat de architektuur meer op het nuttige moest inspelen; bijvoorbeelden tunnels, precies berekende bruggen, viadukten en spoorwegbruggen. Dit in schril kontrast of onder druk van de publieke opinie of uit eigen beweging van de meeste architekten.
In die tijd werd het "nijverheidspaleis" door Bedrich Münzberger
en
en Frantisek Pràsil gebouwd. Deze gewaagde constructie maakte grote indruk op het publiek. Dit gebouw werd opgericht voor de wereldtentoonstelling aan de rand van Praag
. Het was/ is één van de attrakties en van de meest gewaagde ondernemingen uit die tijd . Als ik wat tijd heb breng ik van dit prachtstuk waarvoor architekten van vandaag in bewondering staan voor zoveel vernuft rond 1900. Dit laatste terloops. Ik breng het nog ter sprake in een speciale wandeling er naartoe samen met straten art-nouveauhuizen in de buurt.
Ik was enkele dagen afwezig omwille van de gebeurtenissen in Engeland en vond er voorrang te moeten geven aan mijn "blog rechts" . Maar beiden intensief tegelijkertijd onderhouden is me te lastig geworden.
waarvan ik reeds een indruk gaf van het Brücke-museum , bezit bovendien nog enkele mooie kleinere musea zoals van Käthe Kollwitz . Hier is het de bedoeling om u het BRÖHAN MUSEUM te leren kennen. Ik heb het zelf bezocht en kan zeggen dat ik er zeer goede herinneringen aan hebben. Gespecialiseerd in Jugendstil en Art Deco tot Functionalisme.
BRÖHAN-MUSEUM Landesmuseum für Jugendstil, Art Deco und Funktionalismus Schloßstraße 1a 14059 Berlin Deutschland
Zur Sammlung : als u op sammlung klik krijgt u slechts 1 % te zien van het geheel. Er zijn werkelijke prachtige stukken te zien. Let wel, het zijn niet dezelfde stukken die u in het museum zal te zien krijgen. Deze stukken, hierna waarvan de kunstenaars worden vermeld, komen uit de kataloog die ter plaatse (of elders?) te koop is.
Das Bröhan-Museum – Berliner Landesmuseum für Jugendstil, Art Deco und Funktionalismus – ist nach seinem Gründer Karl H. Bröhan (06.07.1921 – 02.01.2000) benannt. Als leidenschaftlicher Sammler und großer Kenner von Jugendstil, Art Deco und der Kunst der Berliner Secession eröffnete Karl H. Bröhan 1973 ein Privatmuseum in einer Dahlemer Villa. Anlässlich seines 60. Geburtstags schenkte Bröhan die Sammlung dem Land Berlin. 1983 wurde das Bröhan-Museum in den heutigen Räumen eröffnet, die zum Ensemble des Schloss Charlottenburg gehören und ursprünglich für das Garderegiment errichtet wurden. Seit 1994 ist das Bröhan-Museum ein Landesmuseum.
Die Sammlung von Karl H. Bröhan ist uns Aufgabe und Verpflichtung. Das Bröhan-Museum verfügt über eine einzigartige Sammlung zu Jugendstil, Art Deco und der Kunst der Berliner Secession. Als Museum für Jugendstil, sowie Kunst und Gestaltung der ersten Hälfte des 20. Jahrhunderts, zeigen wir auf rund 1000 qm Ausstellungsfläche eine Präsentation aus dem Sammlungsbestand, die sich in einem zweijährigen Rhythmus verändert.
Gleichzeitig suchen wir nach der zeitgemäßen Relevanz und Umsetzung der Fragen, die die Kunst und Gestaltung des 20. Jahrhunderts geprägt haben. In den Wechselausstellungen werden deshalb neben Themen des Jugendstils, des Art Deco und der Berliner Secession auch Fragen von Kunst und Gestaltung bis in die Gegenwart in den Blick genommen. Jungendstil, Art Deco und Berliner Secession sind unsere Kernkompetenzen, die in den Wechselausstellungen durch Themen der Kunst, der angewandten Kunst, des Designs von 1950 bis heute ergänzt werden.
EFFIE HEGERMAAN- LINDENCRONE ( 1860 -1945 )
Direktør Pia Wirnfeldt og arkæolog Allan Andersen står med et fad lavet af Effie Hegermann-Lindencrone fra begyndelsen af det 20. århundrede. ( kan iemand de vertaling bezorgen ? )
ARNOLD KROGG
HECTOR GUIMARD
Lyon, 10 maart 1867– New York 20 mei 1942) is een Frans architect die wordt beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de art nouveau in Frankrijk.
Internationaal gezien kan Guimard kunnen worden beschouwd als een vrijbuiter in de art nouveau: hij kreeg geen volgelingen en liet geen school na. Daarom werd hij gedurende lange tijd beschouwd als een tweederangsspeler van de beweging – de afwezigheid van (geestelijke) nazaten contrasteerde met de grote overdaad aan vormen en typologieën van zijn architectonische en decoratieve werk, waarmee hij met een verbluffende creativiteit in zo'n vijftien jaar het beste van zichzelf gaf.
HENRY VAN DE VELDE
Henry Clemens van de Velde
Antwerpen, 3 april 1863 – Zürich, 15 oktober 1957 was een Belgische kunstschilder, ontwerper, vormgever en architect.
Samen met Victor Horta geldt Van de Velde als een der belangrijkste vertegenwoordigers van de art nouveau[1] Hij wordt ook wel de "apostel van het functionalisme" genoemd. Vanaf de eerste jaren van de 20e eeuw speelde hij een toonaangevende rol in de architectuur en de decoratieve kunsten, vooral in Duitsland.
HENRY VAN DE VELDE, Bloemenwerf, het huis van de architect, Vanderaeylaan in Ukkel (Brussel), 1895. Archives d’architecture moderne, Brussel
François-Raoul Larche ,
Raoul Larche, geboren in Saint-André-de-Cubzac deen stierf in Parijs op, Was een Franse beeldhouwer.
Befaamd om de beelden van de wereldberoemde danseres Loïe Fuller
Gent 30 augustus 1866 - Sint-Martens-Latem 20 februari 1941) was een Vlaamse beeldhouwer, schilder en tekenaar
Minne was al dertig toen hij nog een jaar, van 1895 tot 1896, cursus ging volgen aan de Brusselse Academie, bij Charles Van der Stappen. In 1898 ging hij zich in Sint-Martens-Latem vestigen en nam er de eerste Latemse groep kunstenaars op sleeptouw, de kunstschilders Albijn Van den Abeele, Valerius De Saedeleer, Albert Servaes en Gustave Van de Woestyne. Het werd de groep der mystieke symbolisten, de zgn. eerste Latemse School
Bordeaux 20 april 1840 – Parijs, 6 juli 1916) was een Franse kunstschilder die tot het symbolisme wordt gerekend. Het werk van Redon lijkt een droomwereld te verbeelden, die bevolkt is door feeën, monsters, geesten en andere fantasiefiguren.
Edmond François Aman-Jean (Chevry-Cossigny, Seine-et-Marne 13 november 1858 – Parijs 23 januari 1936) was een Frans kunstschilder. Hij wordt gerekend tot de stroming van het symbolisme.
Geboren op 30 september1865 in Algerije En gestorven op 24 september in Frankrijk. Was een franse symbolist vooral schilder, tekenaar, keramiest en binnenhuisarchitekt.
De oude stadsring , de Pariska en de Jodenstad, zijn naast de Burg de meest bezochte plaatsen van Praag zowel van de toerist als van de Pragenaar. Vanaf het Wentzeslazplein gaan we via Mustek (metro) door de Malanstricovastraat naar de oude stadsring. Naast de oude bezienswaardigheden ,kan men op het grote plein het grote plein het alleroverheersende gedenkteken bewonderen van Jan Hus
Samen met het " Palacky-gedenkteken
behoren deze beelden tot de grootste meesterwerken van de art-nouveau beeldhouwkunst.
Het verschil tussen de rechtopstaande strakke hoofdgestalte van Jan Hus en de bewegingsdynamiek van een groep op een wervelend kleed is zeer merkwaardig. Aan de achterzijde van het beeld is tussen de groep Hussitten en de groep Excultanten een rustige moederfiguur te zien als symbool van de nationale opstanding. In de stormachtige opwellende massa van het standbeeld spelen de de afzonderlijke figuren een bijzondere rol. De gezichten , vrij verbonden met het geheel, maken afzonderlijk toch deel uit van het geheel. "De vlucht" een kop vol overgave . " Meditatie en concentratie" de ene met open , de andere met gesloten ogen. Tot slot " resignatie" de voorstelling van de bitterheid om de de onvervulde en onbegrepen droom. Enkel Jan Hus staat daar fier rechtop vol vertrouwen in de toekomst van de natie .
De aanvang van dit monument in 1905, uit steen en brons was als nagedachtenis van de 500ste verjaardag van de verbranding van Jan Hus in Konstanz. Het symbolisch-stylistisch van Ladislav Saloun werd hier zeker bereikt.
Vanaf 1896-1899 werd de oude stadsring gesaneerd, Pariska inbegrepen. Als redenen werden opgegeven , een te hoog sterftecijfer, besmettelijke ziektes , overbevolking.. Zo werden ongeveer 600 gebouwen afgebroken en ontstond direkt daarna een nieuw stadsdeel. De hoofdas was Pariska ( voorheen Mikulasska. Van het oude stadsdeel bleef enkel het joodse gemeentehuis , 6 synagogen en het oude kerjhof over. De nieuwe bebouwing begon aan de hoek van de oude stadsring . Hier bouwde Oswald O-Polivka een neo-barok sesessionspaleis nr 932/934 als brandweerkazerne . Het gebouw heeft 2 delen ; het rechtse en breedste deel is voorzien van beelden van L Saloun, Frantisek Prochaska en Bohuslav Schnirsch met het inschrift ' alarm slaan, vuur blussen'. In het midden nog een allegorische mozaïk ontworpen door Frantisek Urban. De ornamentele stuckwerken zijn uitgevoerd door Fantisek Kraumann. De hoofdgevel heeft een overwegend sesessionskarakter. De aantrekkingdskracht tot deze straat wordt nog verhoogd door de zichten in de richting van de Chechbrug of naar de oude stadsring , resp. gemeentehuis en de torens van St Gallus. We wandelen door de straat met het inzicht de architecturale schoonheid te bekijken. Direkt aan het begin houden we halt. Aan de rechterzijde tot aan de Sirikastraat zien we huizen in de historiserende stijlen ( neobarok, neorenaissance). De linkerzijde biedt ons de sesessionspracht ( afscheiding van de vroegere stijlen) zien van in het begin. Nummer 1703/1 aan de Mikulaskerk is neo barok en de eigendom van architekt Jan Koula .( gebouwd in 1905). Huis 1704/3 met inschrift " waar een wil is, is een weg" afbeeldingen zoals een vrouw met kroon, schild en banier ondersteunen het opschrift. Hetis gebouwd door de architekt Rudolf Koukol. Twee huizen 1076/7 en 68/9 werden getekend door architekt Jan Veyjrich . Het eerste is in feite geen Jugendstil doch met typische stuckelementen. . Huis 68/9 was een handelszaak " Merkur" Op de hoek ziet men de buste an de beroemde zanger Otokar Marak door beeldhouwer Jan Kavan. De reliëfs op het gelijkvloers zijn van Antonin Popp. Buurhuis 67/11 is gebouwd door architekt Makovec (1902) De ingang in smeedijzer valt op, het herhalend stuckornament eveneens. Nr 66/13 is van architekt Veyjrich . Nummer 15 van architekt Matej Blecha in neo-gotische stijl. Een interessant Jugendstilbeeld van Sint Gregorius met de diaken siert de hoek. De neo-gothiek spreekt uit de wapenschilden. Eén van de sprekendste sesessions-renaissancehuizen is nr 981/17 door Frantisek Weyr Het opvallendste element in de gevel is een uit hout gesneden pauw met verguld kroontje . In de kelder bevindt zich een stijlvol restaurant " In de oude synagoge" ( U star synagogy)
Nog een interessant deel van de straat is het deel tussen de Sirokastraat en Bilkovahoek. De hoekhuizen zijn overwegend in Jugendstil, terwijl de tussenhuizen overwegend in neorenaissance alhoewel met jugendstilornamenten versierd. De architekten waren overwegend Karel Masek, Emmanuel Dvorak en Jan Veyjrich. Een algemeen verschijnsel in de pariskastraat is het figurale en dierlijk plastich element in Jugendstil. 131/28 is echte in de pure sesessionstijl. Dit is vooral merkbaar aan de gevel, de hoek en het decor. Op de middenste gevelas bevindt zich een naar voor gewelfde erker. Onder een andere hoekerker bevindt zich een uitmuntend pauwenpaar (typisch sesession). We zien een verhoogde attika , met aan de hoeken slanke vazen waardoor het gebouw nog (optisch)verhoogt . Bekijk de stuckwerken over de ganse gevel. (architekt Masek). Het huis 131/28; het interieur is ook zeer bijzonder . De mozaïkvloer met kleine ornamenten is volledig intakt gebleven. Zeer mooie glasramen maar het opvallendst zijn de deuren , waar de vrouwenmaskers ingesneden zijnin de deurlijsten.
In het park bij de synagoge staat het beeld "MOZES" van Frantisek Bilek uit 1905. Het huis 205/23 door architeckt Josef Makovec in sesession-jugendstil is zeker een wandeling waard moeite.
Op het eind van de Pariska loopt een brug over de Moldau, die in zuivere sesessionstijl werd gebouwd. met ijzeren bogen, de hedendaagse Svatopluc Cech-brug ( vroeger; de brug Novy Most). De konstruktieplannen werden uitgewerkt door de stadsdiensten terwijl de uitvoering onder de leiding stond van archtitekt Jan Koula. De bouwwerken werden door 3 grote ondernrmingen uitgevoerd rn beëindigd in april 1907. Het is een waar monument in sesessionstijl van de stad Praag.
Rven een koffiepauze , tot straks.......
De 4 beelden " Victorie " in brons stonden oorspronkelijk op de brugeinden. Na de verbouwingswerken werden ze verplaatst . Ze zijn gemaakt door Antonin Popp. Nog mooie beelden van beeldhouwer Ludwig Herzel, Karel Opatny, Ludek Wurzel ' wapen van Praag) . In de gehamerde koperplaatvullingen van de brugbogen vindt men motieven van Karel Klusacek.Vanop de brug heeft men zeer mooie zichten . Daarna begeven we ons naar het museum van schne kunsten aan de 17 novemberstraat. Dit is interessant voor liefhebbers van aanverwante kunst. Het gebouw is opgetrokken in de neo-renaissance stijlvan 1897 tot 1901 door architekt Josef Schulz. De beelden op de voorgevel zijn van Antonin Popp en Bohuslav Schnirch. Wereldberoemd is er de verzameling " glaskunst". Voor liefhebbers of verzamelaars van glas een enige kans. We gaan enkele stappen verder en komen terug aan de muur van het joods kerkhof en terug op onze wandeling nr 7.
Verder een neobarok huis op209/6 Op de hoek van de Brehovastraat/Maiselovastraat 41/21 een laat sesessiongebouw mer ronde vensreropeningen met vazen versierd . Davidster en portretsilhouetten van vooraanstaande Joodse persoonlijkeheden. De architekten waren Frantisek Weyr en Richard Klenka. We wandelen tot aan de Maiselova/Siroka met 2 prachtige sesessionshuizen , als we reeds voorbij het Raadshuis zijn , dierecht tegenover mekaar staan. Nr 9 heeft een zeer mooie ingang ; 2 grote figurale beelden. De windvang valt op door de marmeren tafeling vloermozaïek en stucjversiering. In de Maiselova zien we eveneens op nr 5 eensesessiongevel , ook op 60/3.
We gaan nu rechts de Kaprovastraat in. Hier kijken we naar de gevel 15/11 met zijn keramische versiering als het ware een sap van zwart, witte en gouden bladeren over de gevelversierd. Tussen alle versieringen prijken 2 levensgrote beelden van geglazuurd keramiek van beeldhouwer Richard Luksch
begeleid door Gustav Klimt en de Wiener Werstatte. Het beeld toont aan wat de sesessionsbeweging in zich had. Op 51/6 aan de overkant een "wesp" als stijlmotief van de verbeeldingskracht van de sesessionsbeweging. We zouden de wandeling hier kunnen eindigen maar dan hadden we de beelden op de Radnice op het Marianske Namesty gemist ( nieuw raadhus). Dit bereiken we via de Valentinska. Het nieuw raadhuisis een breed gebouw tussen de Marianske en de kleine ring. O. Polivka putte uit zijn rijke sesessionservaring , maar bracht toch barokke elementen aan. Het gebouw is niet zozeer op zichzelf zo bijzonder maar door de beelden van beroemde meesters . In de hall een beeld van Antonin Strunc, allegorische beeldengroepen van beeldhouwer Stanislav Sucharda. Op het balkon beeldengroep " bescheidenheid, moed, kracht, uithouding" van Josef Maratka.
We eindigen bij de buitengevel met vrijstaande beelden van : "een" en " Rabi Low " van Ladislav Saloun, waarvan we in het begin van deze wandeling de beeldengroep 'JAN HUS' hebben bewonderd .
Bruno Paul (1874 -1968 Duitse architekt, illustrator, interieurarchitekt, meubelontwerper. In 1896 begon hij te illustreren voor ht tijdschrift Jugend .
Voor vandaag stoppen we met de duitse Jugendstil , maar daar was nog veel meer. Dit was een tussendoortje voor de wandelingen in Praag .
Bernhard Pankok / geboren 16. Mai 1872 in Münster (Westfalen); pverlede, 5. April 1943 in Baierbrunn. Hij was een duitse schilder, Greafieker, Architekt en Designer .
Geboren op 27. Mai1862 in Kilchberg voorstadje van Zürich Zwitserland ; overleden op 26/2/1927 in München .Was een tekenaar ontwerper van meubelen en beeldhouwer rn bord. Hij mag tot de stichters van de Jugenstil in duitsland worden gerekend.
Thomas Theodor Heine (Leipzig, 28 februari1867 - Stockholm, 26 januari1948) was een Duitse kunstschilder, tekenaar en satiricus. Zijn vader was fabrikant. Hoewel opgegroeid in een Joods gezin ging Heine later over tot het protestantisme. Hij verwierf bekendheid door zijn bijdragen aan het weekblad Simplicissimus, waarvan hij medeoprichter was.
Heine studeerde tussen 1884 en 1889 aan de kunstacademie in Düsseldorf. Omdat hij in conflict raakte met enkele docenten, trok hij naar München. Hier begon hij aan zijn schilderwerk en tekende voor de Fliegende Blätter en Die Jugend. Hij hield zich eveneens bezig met vormgeving en typografie. Thomas Theodor Heine ontwierp rond de eeuwwisseling enkele affiches voor de Berliner Sezession. net als anderen uit de kring rond Die Jugend en Simplicissimus, was Heine een bekende voor de Sezession.
In 1896 werd hij met Albert Langen medeoprichter van Simplicissimus, waar Heine een van de belangrijkste leveranciers van illustraties werd.
Was een schilder, illustrator, een duits typogtaaf verbonden aan de Duitse Jugendstil. Studeerde aan de Hamburgse kunstschool , daarna in Nürembergaan de akademie der beeldende kunsten vooraleer aan de Academie voor beeldende kunst te studeren te Munchen. In 1894 faf hij het op mry dchilderen en verkocht zijn werken aan zijn vrienden om zich verder in de kunst te kunnen vervolmaken.
Werkte voor " Jugend" en voor het mooiste maandblad van de jugendstil "PAN"
We begeven ons in een zeer interessant deel van de oude staf, welke rond de eeuwwisseling deel per deel vernieuwd werd. Hier onstonden tussen de oude gebouwen, prachtige nieuwe huizen en straten. In de Salvatorska huis 931/8 komen we , door rechts vanuit de pariska af te slaan, in de Kostècna in de richting Salvatorkerk. We zoeken het huis " Stenc" achter de hoger kerktoren. De voorgevel springtt in het oog. Het heeft een strakke lijn en staat in schril kontrast met de sierlijke secession. Deze gevel bestaat uit nieuwe materialen welke het decoratief kontrast uitmaken, samen met de precies gekozen kleuren ( rood-witgroene contrasten in de stenen. Het huis werd gebouwd door een leerling van Jan Kotera; namelijk Otakar Novotny voor de eigenaar -uitgever Jan Stenc.
Vanuit Salvatorska gaan we tot aan het kruispunt U Kolkovné, Dusni en Vezenska waar we verschillende huurhuizen zien. Huis nr 9 is praktisch hetzelfde als huis 910/2 " U Ostèpu" . Bij deze electische huizen zien we dezelfde versieringen in de secessionstijl . Bekijk de torentjes op beide gebouwen. Men zou deze huizen als neo-barok of als neo-renaisance kunnen bestempelen, maar vanwege hun sesessionversiering ( thechische verhalen en vrgitale motieven) houden we het op de secessionstijl (bv.huis 910/3) Vanaf huis 135/7 in de Elisky Krasnohorskestraat begint een reeks post - sessionsgebouwen(na 1910) Van rechts mondt in deze straat een korte straat waarvan ons de 2 hoekhuizen interesseren . " U sv. Ducha" De naam van de bewoner en de architekt staan erin gebeiteld. Op de linkerkant van de Kranohorskestraat bekijken we de rode gevel van huis 135/7 . Het Herculesmotief komt in de stad veelvuldig voor. Aan de hoofdingang staan op half-zuilen grote vazen die het geheel nog meer benadrukken. Huis 122/6 op de hoek van de Krasnohorskestraat/Bilkova is qua keramische , elliptische en vale figuren zeer interessant. In de Bilkovastraat valt het huis 864/13 en 15 opdoor hun gevel . Bij de verschillende versieringen bemerkt men oa. het wapen van Praag n de spreuk " Buh zehny praci" ( God zegene de arbeid) De invloed van de Jugendstil is er duidelijk zichtbaar. We wandelen terug naar de Bilkova/Dusni. In die straat op de hoek 112/16 ziet men er gebogen balkons, afgewerkt met gietijzereren ballustrades , bezet met florale motieven. . Aan de zgn Spaanse Synagoge , gaan we door een mooi park , langs de H. Geestkerk naar links in de Vezenskastraat. Het huis 912/6 valt op door het huis van H. Wenzel en aan beide zijden grote architectonische beeldkoppen. Het inschrift " Heilige Wenzel" ( sv Vaclac) is nog steeds bewaard. Prachtige gevel versierd door vogels en kinderfiguren. Huis nr 7 is een mooi Jugenstil-huurhuis met florale ornamenten die zich welig herhalen over de ganse gevel
Het mooiste huis is echter 914/9 (uit 1905) op de hoek van de Vezenska/Kozi met een torenhoek en erker. De beide gevels treden als 't ware naar voor. Ongeëvenaarde stuckwerken wisselen zich voortdurend af over de beide gevels met kleurrijke keramieken, vooral boven de ingang aan de Kozistraat. Let ook op de volute-konsolen onder de erkers.
In de Halstalskastraat bouwde Vaclav Havel twee buurthuizen met architekt Oswald Polivka., nrs 4 en 6 , beiden met het Jugendstilkarakter. Nr 4 valt op door zijn gestilleerd 'boommotief' . Deze verheft zich over de totale hoogte van de voorgevel en is een zeer mooi voorbeeld van art nouveau-stijl. Bij nr 6 valt voornamelijk de torenachtige krisaliet op , eveneens de wondermooie versiering van de hoofdingang en de ronde venster met een mosaiek van gestilleerde bloemen.
Van Hastalka gaan we terug door de Kozistraat in de Dlouhastraat met de elliptische figuren waar ons direct huis 743/9 opvalt(1908) gebouwd door aannemer Janda. Het is een voorbeeldig sessions-huis met typische kopgevel, die een erker draagt en een voorgevel met overgoten jugendstilmotieven, die zich rond een vrouwenmasker herhalen. Tussen Dlouha en Masna , het sessesionhuis 704/16 . Jugendstilelementen versieren de ingang en de vensters. Op de hoekgevel vindt u het opschrift " U zlate stiky' een mooi Jugendstil ornament. Vanaf dit huis gaan we naar het eindpunt van deze wandeling " HOTEL PARIS. Een aanrader voor schilderij-liefhebbers is echter de permanente tentoonstelling. Dan dient u door de Romana links af te slaan naar de Hastalske-plaats af te slaan, en van daar naar het ANezska naar het Anosky klaster te gaan ( klooster H. Agnes). De tentoonstelling is in de zalen en herbergt schilderijen en beeldhouwwerken rond de eeuwisseling 1900. Het klooster dateert uit de gotische periode en is op zichzelf al een bezienswaardigheid. Verscheidene kunstenaars verbleven in Parijs en dat is duidelijk merkbaar; Antonin Chitussi, Vojtech Hynais, Viktor Barvitius..Ook beeldhouwers uit die periode : Antonin Popp, Cernek, Vosnik, Josef Mauder ....
We komen terug naar het kruispunt Dlouha/ Rybna . Op de hoek staat het Jugenstilhuis huis Wohanka nr 714 ontworpen door architect Frantisek Buldra.De gevel is versierd van de beroemde Celda Kloucek.
Door de Rybnastraat komen we in de Kealodvorskastraat . Vlak naast het warenhuis Kotva zien we 2 interessante huizen, nr 1085/12 is een neo-gotisch en versierd met zuivere jugendstilelementen zoals huis 1086/14. De hoek van de Celetna en U prasné bravy wordt bezet door een sessesionshuis, gebouwd door de fameuze architekten Bedrich Bendelmayer en Quido Belsky. Het huis nr 1079 bij de achterkant sluit aan bij het gebouw zodat beide huizen een eenvormig blok vormen.
We komen eindelijk aan het doel van de wandeling ; " HOTEL PARIS" Gebouwd door archtekt Jan Vejrich van 1905/1907. Typische neo-gothische stijl , met zuivere Jugenstil-invloed zowel door op de gevels een florale, figurale en plastische ornamentiek , als door de bonte samengestelde mozaïeken door het gebruik van volksinspiratie naar Karel Maseryk. Destijds had het gebouw enorme weerklank en gold het wegens zijn eigenaardige stijl als voorbeeld voor de Sessesion-Jugendstil episode. Het is gebouwd in de vorm van een stoomschip. Het interieur is van uitzonderlijke klasse . Smaakvol gebruik van materialen, zoals marmer, hout, metalen onderdelen op een harmonische manier verwerkt. Vanuit de kamers van het hotel heeft men mooie zichten op de mooie stad Praag.
NOTA/ Voor deze wandeling heb ik me laten bijstaan door een gids die (min of meer) Nederlands praatte en verstond ! Zélf ken ik tamelijk goed de art nouveau in Brussel, de jugendstil in Wenen. Maar de stijlen in Praag en dan vooral in de pariska en omtrek zijn op bepaalde momenten niet uit mekaar te ondescheiden en hebt u een gids nodig van ter plaatse om u op de details te wijzen. Ik mocht dus voor deze wandeling nogal wat notities maken.
Eigenlijk kunnen we hier beter van een bezoek spreken want u kan vauit eender welke kant van de stad met de metro naar het gebouw als u uitstapt bij metro MUSTEK.
Het stadhuis is een meervoud secessiongebouw . In het begin van de 20ste eeuw reageert Praag op de groeiende kulturele honger van de praagse burger en bouwt op de grens van na Prikopé een prachtig gebouw. Onder impuls van het publiek wordt in 1903 een wedstrijdaanbesteding uitgeschreven voor de bouw van het gemeentehuis. Het waren uiteindelijk Antonin Balsanek en Oswald Polivka die de leiding zouden nemen in dit grootse projekt. Het duurde van 1905 tot 1912 vooraleer dit ontwerp in gebruik werd genomen. Het beslaat een opp van 4200m2. Vooraan op de hoeken van de vooruitgeschoven gevel staan beelden van Lasislav Saloun, die een mosaiekbeeld omsluiten van Karel Spillar " HULDE AAN PRAAG" De plastische versiering van deze gevel en de kolonnen van de lichtdragers zijn van Karel Novak. Verder beelden van Antonin Mara, Josef Maratka en Frantisek Uprka.
In het midden op de 1ste verdieping zich de SMETANAzaal , de centrale plaats van het gemeentehuis met een capaciteit van 1500 plaatsen.
NOTA / EVEN TOT HIER WANT IK BEN NOG NIET OPTIMA VORM. mAAR ONGEVEER OM 2 UUR ZAL DE TEKST AF ZIJN SORRY !
Aan beide zijden van het podium bevinden zich allegorische figuren van L. Saloun namelijk " DE TJECHISCHE DANS " en " MIJN VADERLAND ' De beschilderingen zijn van Frantisek Zenisek De beelden van Karel Novak.
Karel Spillar is de ontwerper en uitvoerder van de wandschilderingen "MUZIEK-DANS-POÊZIE en DRAMA " Het orgellichaam met medaillons van Bedrich Smetanas is een ontwerp van Frantisek Hergesel. De portretmedaillons van Josef Kaldova.
Op het gelijkvloers bevindt zich een ruimte dienstdoend als " garderobe".
In de zijvleugels zien we de representatieruimtes, verbruikzalen en handelsruimtes. De zaal is ontworpen door architekt Antonin Balsanek. De zijvleugels door architekt Oswald Polivka . U kan rondom het gebouw wandelen .
De rechte gang van de 1ste verdieping brengt ons naar de " SLADKOVSKY-zaal" Zoals in de meeste interieurs van het gemeentehuis zijn de Jugendstilluchters uit edelmetaal en glas vervaardigd .
Het RIEGERSALON springt vooral in het oog door schilderijen van Max Svabinsky. Bovendien werd de zaal versierd met mooie beelden en het oorspronkelijk meubilair . ( de ontwerpers hiervan heb ik niet kunnen vinden).
Verder nog de wondermooie PALACKY-zaal met schilderijen van JAN PREISLER. Verder nog de GREGZ-zaal en het KLEIN SALON door Bozena Mencova.
De grootste van alle zalen is de " PRIMATORZAAL" Het is een cikelvormige zaal met een vlakke koepel , beschilderd door de wereldberoemde ALFONS MUCHA (midden van de koepel) Het is een allegorisch-symbolisch werk , met de klemtoon op nationale gevoelens en Tjechische verhalen.
De gevel opent zich met 3 grote vensters naar de plaats van de republiek met een terrasdeur in het midden. In het midden een glasraam van Alfons Mucha . In die tijd was het werk van Mucha onderwerp van hevige discussie (hij had zijn land voor meer dan een jaar verlaten) . Maar vandaag is datzelfde ontwerp de trots van de Primatorzaal .
Merkwaardig is eveneens de SLAVACKY-zaal . Men komt erin via het BOZENA - NEMCOVA-salon. Als bijzonderheid ziet men er een in Jugendstil uitgevoerde aquarium met messingversieringen.
Terug op het gelijkvloers in de theeroom valt de combinatie op " wit en goud" , ge-inspireerd op empirestijl.
De restaurantruimteS op het gelijkvloers en kelders werden versierd door JACOB OBROVSKY , JAROSLAV PANUSKA, ROMAN HAVELKA , en VACLAV JANSA. In het café links staat een kunstige fontein met nymphen van JOSEF PEKAREK. In de kleedruimte een bijzondere versiering in reliëfs van fauna en flora door BOHUMIL KAFKA .
Heden wordt het gemeente huis nog gebruikt waarvoor het bestemd was en is.
Het mag bestempeld worden als het meesterwerk tijdens het Jugendstiltijdperk door de meesters-architekten ANTONIN BALSANEK en OSWALD POLIVKA . Bijgestaan door de meesters beeldhouwers, schilders en andere topkunstenaars .
NOTA: De meeste van deze wijsheid heb ik vertaald uit een duitse brochure die ik ter plaatse te pakken kreeg !
Antonín Balšánek Oswald Polivka
Karel Spillar " Hulde aan Peaag" Schilderij bovenaan
VAN BED NAAR TOILET EN OMGEKEERD. Misschien deze namiddag terug op post. Dan zet ik het mooidyr gebouw van Praag in beeld . En het kost de beoeker weinig of bijna geen moeite. Misschien tot deze namiddag , anders morgen.
Hier heb ik niet veel werk aan en 't is ook mooi , vind ik zélf. Daarom hoeft niet iedereen mijn mening te delen. Dit kan ik gewoon overnemen uit mijn club-documentatie. Het kost een paar euro , maar je hebt ook wat, zeggen de Nederlanders !
Cluster of tabular Azurite crystals from the famous Easter Pocket of Tsumeb. This was formerly in the Georg Gebhard collection, released approximately 5-6 years ago. I was fortunate to be able to select from the approximately 15-20 Easter Pocket Azurites available at that time, and this was my favorite cluster. Largest crystal reaches 2.1 cm wide, and all crystals are lustrous and with the tabular habit and translucency that are characteristic for the pocket. The pocket was found in 1994 and is well documented in Gebhard's book on Tsumeb. A few incomplete crystals along the edges, otherwise undamaged.
Tourmaline on Quartz
Cruzeiro mine, Sao Jose da Safira, Doce valley, Minas Gerais, Brazil
ex. Art Soregaroli
Small Cabinet, 5.7 x 3.0 x 2.3 cm
This is a first-class combination piece in which a gemmy, 5.7 cm Elbaite Tourmaline from the famous Cruzeiro Mine of Brazil impales a gemmy Quartz crystal. The green Elbaite crystal has excellent gemminess and nice color saturation, with a darker, very good termination. The luster of the Elbaite is good, and the 3 cm Quartz crystal has superb luster that allows you to see right through it, along with a few frosted faces that provide excellent contrast. This is old material, from the 1970s or 1980s. The aesthetics are exquisite.
Peter Behrens stopt met schilderen in 1897 en komt onder invloed van Henry Van de Velde rond 1900. In 1896/98 had hij zich vooral toegelegd op tapijtontwerpen, behang, boekbinden, illustraties en juwelen. In 1907 wordt hij in dienst genomen bij AEG en waar hij een fantastisch gebouw neerzet in Berlijn
INDUSTRIEEL GEBOUW VOOR AEG BERLIJN
ZIJN VILLA IN DARMSTADT OP DE MATHILDERNHÖHE
Behrens volgde zijn opleiding in Karlsruhe, Düsseldorf en München. In de laatste stad was hij in 1893 een van de oprichters van de Münchner Sezession. In 1899 vestigde hij zich in de kunstenaarskolonie op de Mathildenhöhe in Darmstadt waar hij zijn eerste stappen als architect zette (hij bouwde er zijn eigen woonhuis). In 1903 werd hij tot directeur van de school voor kunstnijverheid in Düsseldorf benoemd en in 1907 vestigde hij zich als zelfstandig architect in Berlijn. Tot zijn medewerkers behoorden Walter Gropius Ludwig Mies van der Rohe (bauhaus) en Charles-Édouard Jeanneret (later bekend als: Le Corbusier), die allen later grote faam zouden verwerven. In hetzelfde jaar was hij een van de oprichters van de Deutscher Werkbund en werd hij vormgevingsadviseur (Künstlerischer Berater) bij de Berlijnse firma AEG, waarvoor hij een samenhangende huisstijl ontwierp, die de vormgeving van de fabrieksgebouwen, de producten en het reclamemateriaal omvatte. De in 1899 door hem ontworpen signatuur van een tweemaster voor het Insel Verlag wordt nog steeds gebruikt. In 1932 werd hij directeur van de Architectuurschool van de Wiener Akademie, en in 1936 voorzitter van de architectuurafdeling van de Pruisische Akademie der Kunsten.
VOOR KUNST (ook) MUNCHEN (zoals Richard Riemersmid)
BRUNO PAUL
Paul werd geboren in Seifhennersdorf , een dorp op het platteland van Saksen , in 1874. Zijn vader was een onafhankelijke handelaar, ambachtsman, en de handelaar in bouwmaterialen. Op twaalf jaar oud verliet Paul Seifhennersdorf voor Dresden , waar hij woonde kort Gymnasium alvorens een leraar training school.By 1892 he was determined to pursue a career in the arts. Door 1892 was hij vastbesloten om een carrière na te streven in de kunsten. In 1893 werd hij als student aan de Saksische Academie voor Schone Kunsten geaccepteerd.
In 1894, Paul verhuisde hij naar München , toen de artistieke hoofdstad van Wilhelmine Duitsland. Hij werd ingeschreven aan de Academie van München als een leerling van de schilder Paul Hoecker , één van de stichtende leden van de Munich Secession . Hoecker ontvangt Paul in de kring van vooruitstrevende kunstenaars van de stad, die hem als zijn klasgenoten opnemen; Reinhold Max Eichler , Max Feldbauer , Walter Georgi, Angelo Jank, Walter Puttner , Leo Putz , Ferdinand von Reznicek en Walter Schulz.. In 1896, Paul verliet hij de academie om aan een onafhankelijke carrière te beginnen. Na kort werkzaam als atelier schilder, verwierf hij blijvende roem als illustrator.
Hij leverde regelmatig bijdrage aan het tijdschrift Jugend waar Oostenrijk de naam Jugendstil aan ontleende.
De leidende figuren van deze beweging, met inbegrip van Peter Behrens, Bernhard Pankok en Richard Riemerschmid , evenals de meerderheid van de stichtende leden van de Secession München, die allen die ' JUGEND' van illustraties voorzagen . Na 1897 is Paul toegetreden tot de staf van het satirische tijdschrift Simplicissimus . Zijn wekelijkse bijdragen van Paul aan Simplicissimus tussen 1897 en 1906 bezorgden hem internationale bekendheid.