ALPHONSE MUCHA werd geboren in het midden van de 19de eeuw tijdens het Habsburgse keizerrijk. Onbekend tot zijn 35ste en plots een sensatie in Parijs in de wereld van de art nouveau. Men vond hem terug in de eerste plaats in de affiche, daarna in boek- en tijdschriftillustratie , in de kamerschermen, gebrandschilderd glas, sieraden theaterdecors , beeldhouwkunst..Overal werd hij gecopieeërd, en kreeg buitensporig veel aandacht van het publiek en de media
Toch verging zijn roem bijna even plots als ze was gekomen. Na een kort verblijf in Amerika komt hij terug naar zijn land waar hij nog nog 29 jaar actief is Daar maakte hij zijn belangrijkste werken , o.a " Het Slavische epos" De verdwijning uit het collecief geheugen was het gevolg van de verschuiving van de kunst. De aandacht ging meer naar " les fauves" in frankrijk, naar de kubisten , het expressionisme en andere takken van de kunst. Mucha's Madonna en zelfs Gustav Klimt's spookbeelden leken naieve echo's uit het verleden.
Mucha kwam terug naar Praag tijdens de bouw van het stadhuis ' Obecni dum" waarin hij schitterende plafondschilderingen heeft gerealiseerd. . Maar vooral zijn " Het Slavvisch Epos" was zijn grootste uitdaging ! Dit werk bestaat uit 20 delen die worstelingen en de aspiraties moeten uitbeelden.
Mucha was een prominente vrijmetselaar, joodsgezind en voorvechter van een vrij Tjechië.Tijdens de oorlog was zijn werk verboden en verborgen voor de duitsers.Na de oorlog koos Tjechië in 1948 voor het communisme. Mucha's werk werd dus terug verboden en als décadent bestempeld, nu door het eigen regime. Het gevolg was dat veel van zijn werk verloren ging of vernietigd. Pas in de jaren 1960 mocht Mucha zijn "werk epos" tentoon stellen in Muravsky Krumlov. Een klein dorp.Zijn eigen werk werd tot 1998 miskend. Nochtans was zijn tentoonstelling in 1920 in New York en Chicago een enorm succes. Er kwamen 600.000 bezoekers op af. Ook te Parijs in de " Jeu de Paume" kende de tentoonstelling een enorm succes.Intussen is het kleine dorp Moravsky Krumlov een bedevaartsoord geworden met zijn Slavisch Epos.
Stilaan zijn we tot het besef gekomen dat de kunst van Alfons Mucha onmiskenbaar tot de grootste uit die tijd behoort. Dat ze een volksverbondene idealistische boodschap uitdraagt . Om dit een beetje nader toe te lichten zal ik trachten via deze weg u mee te voeren naar enkele van zijn schitterende realisaties
Reeds 7 jaar in Parijs wees niets erop; dat hij als kunstenaar zou doorbreken. Toen plots als bij wonder hij het geschenk uit de hemel kreeg " GISMONDA " een affiche voor een toneelstuk waarin de wereldberoemde Sarah Bernard de hoofdrol speelde !
De parijse theaterwereld stond in vuur en vlam voor deze plotse verschijning. Alphons Mucha was een wereldberoemdheid geworden.De affiche verscheen rond nieuwjaar 1895.De affichekunst had in Parijs ingang gevond rond 1880 door toedoen van Jules Cheret. In 1890 kwam Toulouse Lautrec met zijn gewaagde en felgekleurde "Moulin Rouge". De affiche van Mucha is in niets met zijn voorgangers te vergelijken. Hij beeldde Sarah levensgroot uit op ooghoogte van de Parijzenaar. Het was een geïdealiseerd , fijn gedetailleerd portret, gedempt van kleur , het hoofd omlijst door een aureool. Sarah Bernard bood hem onmiddellijk een 5-jarig kontrakt aan. Het publiek was zodanig enthousiast dat er een verkoopmarkt voor affiches ontstond
Mucha streefde ernaar zijn kunst betaalbaar te houden voor de gewone burger. Hij trachtte ze te brengen in de wereld van de consumptie en de gebruiksartikelen. Daarom produceerde hij affiche van consumttiegoederen van de meest uiteenlopende aard . Bij Mucha komt het er in de eerste plaats niet op aan om leuke beelden te brengen, maar eerder een morele les over te brengen via een direkte inprenting van zowel expleciete als verborgen symbolische boodschappen.In deze visie belichaamt Mucha de vrouw in menselijke gedaante als de grote wereldziel en brengt zij ons tot het inzicht dat het leven goed is en het geluk binnen bereik ligt van wie het wil nemen. Met dat inzicht tracht Mucha via zoveel mogelijk gebruiksartikelen ons die boodschap te brengen
Mucha was een eeuwige vitale optimist . Hij weigerde mee te gaan in de decadentie van zijn tijd, die meestal de vrouw uitbeeldde als " la femme fatale" . Dit is duidelijk te zien in zijn werk " de natuur"
U hoeft van mij geen wandelingen te verwachten tussen en naar de klassiekers. Daarvan zijn honderd of meer schitterende boeken geschreven en beelden getoond. In het begin van mijn waagstuk heb ik U verteld dat ik een tiental keer Praag en randgemeenten heb bezocht ( en uiteraard het ganse land heb doorkruist) . Natuurlijk heb ik het gouden straatje, het beroemde uurwerk en het meridiaanplein gezien . Over de Karlzbrug ben ik verscheidene keren gewandeld en dus heel wat klassieke gebouwen bewonderd waar de doorsnee toerist voor naar Praag gaat. Ik niet. Maar nogmaals honderden mooie klassieke gebouwen. Maar ik ging voor de art nouveau, de secessiongebouwen en de neo-stijlen . Voor mij 13 wandelingen waard...voor mij !
1. Door het centrum van de grootstad ; een wandeling tussen de secessiongebouwen van het Wenceslasplein . Een laan van 800 m lang en 60 m breed. Tot 1848 werd deze laan, de " paardemarkt" genoemd omwille van de handel die er gedreven werd. Het nationaal museum hetwelke de laan beheerst is gebouwd in de neo-renaissance stijl.
Even een raad mocht u eraan denken die wandelingen ook eens te maken. Praag , heb ik reeds gezegd, beschikt over een fantastisch openbaar vervoer. Ik ben met met al mijn " wandelingen" begonnen in het metrostation aan het museum en me vandaar uit gericht op alle bezienswaardigheden. (zie telkens bijgevoegd kaartje) Op die manier kan U op een redelijke termijn de (voor mij) 13 bezienswaardige punten in Praag op een dag of 3à 4 grondig bekeken hebben...einde goede raad)
Op het Wenceslasplein staat een ruiterstandbeeld uitgevoerd door Josef Myslbek. De ganse laan is versierd door neo-barokke huizen van onder andere Antonin Wiehl en op het eind op de hoek van de laan en Jidrinskastraat eveneens een neo-barok-paleis van dezelfde archtitekt gebouwd in 1900 ! Ook op het eind van de laan vinden we het eerste art nouveau-huis van architekt Jan Kotera , genaamd " Huis Peterka" De beelden op de gevel zijn van STANISLAZ SUCHARDA. Het meest opvallend Jugenstilgebouw op het wenceslasplein is vast en zeker " Hotel Europe" De oorspronkelijke benaming was " bij Aartshertog Stephan" De toenmalige eigenaar liet het gebouw oprichten door architekt " QUIDON BELSKY. De verbouwingen om zich aan de 'moderne' tijd aan te passen werden uitgevoerd door 2 architekten : BEDRICH BENDELMAIER en ALOÎS DRYAK. Het glasmozaiek is een uitvoering van schilder JAN FORSTER. De beeldengroep op de gevel door niemand minder dan de beroemste beeldhouwer LADISLAV SALOUN ! Verscheidene kunstenaars werkten mee aan het interieur. Een interieur wat ik zeer aanbeveel al kostte mijn laatste ingangsticket 1,5 euro . De wandbeschildering is van Lada Novak en de wondermooie belichting van FRANTA ANYZ . Heden is de sfeer en de staat van het gebouw bewaard gebleven ; rust en gezelligheid. Ook dat kwartiertje wachten in de file om een koffie te drinken schijnt volgens mijn laatst informatie van een vriend nog steeds tot de wandeling te behoren. Tegenover het hotel kan het kontrast niet groter zijn. Daar is het eerste betonnen gebouw opgetrokken door aannemer Vaclav Havel met de naam " Lucerna" Daarnaast een rijkversierde NEO_BAROKKE gevel van architekt BENDRICH BENDELMAYER. Op de hoek van het wenceslasplein en de Vidickova staat een huis van de beroemde architekt ANTONIN WIEHL met beschilderingen van NICOLAZ ARLES en kunstwerken van Jozef Fanta. Het grootste gebouw (paleis) op de laan vindt u op de hoek van het wenceslasplein en Vidickova gebouwd 1911/1914 , een huis van de neo-renaissance grootmeester-architekt ANTONIN PFEIFFER . De beelden zijn van SUCHARDA en JAN STURZA. Einde Wenceslasplein.
We wandelen verder en buigen af naar links in de 28 Octoberstraat. Eerst zien we het barok-classicistisch huis " UL" Een interessanter huis is het nummer 377/13* ontworpen door architekt OSWALD POLIVKA, gebouwd door aannemer Blecha en versierd door CELDA KLOUCEK . Het is een vermenging van stijlen, nl Jugendstil en neo-barok. Hoewel de jugendstil overheerst . De binnenhuisinrichting is van KAREL NOVAK . De hoek van de 28 octoberstraat en de Jungmannplaats wordt beheerst door het grootwarenhuis " Obchodnu Dum" in de zuivere jugenstil door architekt JOSEF KANDERT.Het is vooral interessant voor zijn zelfdragende stuckornamenten.
Op terugweg naar het Wenceslasplein bemerken we nog enkele interessante gebouwen : "U Pinkasu" restaurant . Verder zien we we nr 775/8 " U Zlatého Noha " een postsecessiongebouw . Het buurthuis, het meest interessante , 776/10 " U Trojice " gebouwd in de historiserende stijl door architekt ALOÏS DLABAC en versierd door de beroemdste beeldhouwers van tjechië ; LADISLAV SALOUN, FRANTISEK ROUS en VILEM AMORT.
Hier heb ik mijn eerste wandeling gestopt om alles een beetje te laten bezinken in " hotel europa" met een koffietje.
* dat ben ik u nog schuldig: ik heb aan een paar gidsen gevraagd vanwaar die rare nummering op de huizen. Geen van de drie kon me daar een antwoord op geven . Als ik wat tijd heb zoek ik het zelf wel op !
O ja de kaartjes volgen als mijn fotografe wat tijd heeft.
dat had u nog tegoed uit de reeks " Brussel keramiek"
HUIS VERMEREN-COCHE
Vele kunstenaars hebben met dit huis samengewerkt , gesticht door CHARLES WINDISH IN 1830.In het begin "DE AUBERGE CABARET" met als zaakvoerder Jacques Coché-Mommens. Hernomen in 1852 door EMILE THEODORE VERMEREN - COCHE. Om in het kort de geschiedenis te schetsen vinden we verscheidene katalogen , brieven en kalenders van het bedrijf in het begin van de 20 ste eeuw, volgende tekst ; De belgische manufactuur , Vermeren-Coché dateert van 1832 en kent een bescheiden start. Het was een oud werknemer van de fabriek ' Sèvre' , die als eerste een vergunning kreeg, om een porseleinfabriek te bouwen. Sindsdien is deze industrie dusdanig uitgebreid , dat ze de oppervlakte tussen de CH. De Waverstraat en de Milaanstraat en de Conseilstraat in beslag nam.
De kalender, in een inleidende tekst tekst voegt eraan toe dat ; het huis V-C onderscheidt zich vooral door zijn goede smaak die ze vooral in haar afdeling " decoratie" beoogt. Sinds enkele jaren houdt de manufactuur zich vooral bezig met keramisch aardewerk, bestemd voor architekturale doeleinden.
De verscheidene bestellingen die de overheid aan het bedrijf heeft willen gunnen, bevestigen de waarde van het produkt die werden geleverd door de directie om tot een produkt te komen dat de weersomstandigheden trotseerde en kleurvastheid garandeerde. Vanaf het bestuur van weduwe Coché in 1891 tot 1901 en haar neef Louis De MEULDRE-COCHE tussen 1901 en 1933 ,produceert men "keramisch aardewerk" . De hoofdzetel met expositieruimte en magazijnen zijn gelegen aan de Waverse Steenweg 141, maar de fabriek heeft intussen ook 3 bijhuizen : 1. Madeleinestraat, 56 Antwerpen 2. De tanneurstraat, 49, Oostende en Vlaanderenstraar, 11.
Door het feit dat Mevr. VC geen kinderen had hechtte ze zich vooral aan de dochter van haar broer , Marthe Coché , die ze in haar nabijheid opvoedde . Deze huwde in 1895 met Louis Robert De Meuldre, afkomstig uit een militaire familie. Deze nam na het huwelijk ontslag bij het leger om de zaken verder te behartigen die vanaf 1869 waren geleid door wedeuwe CH. V-C .
Een verkoopscataloog van 1898 met betrekking tot keramisch aardewerk maakt gewag van enkele merkwaardige producten gemaakt door één van de talentrijkste kunstenaars uit die tijd, ISIDOOR DE RUDDER, In de tekst wordt de kwaliteit, de weersbestendigheid en de waarde van het produkt benadrukt. Zelfs wordt de vergelijking gemaakt met buitenlandse profukten waar, in dit geval, de kwaliteit hoger wordt geprezen qua duurzaamheid. Men geeft daarbij volgende voorbeelden: men geeft daarbij de volgende voorbeelden : de panelen van het provinciaal gouvernement van Gent, station van Peruwelz en Jemappes, Old England brussel ( nù museum van musiekinstrument door architekt Paul Saintenoy. Men richt eveneens een uitnodiging aan de architekten en bouwheren voor een bezoek aan de fabriek, waar werken te zien zijn van o.a. Isidoor De Rudder, De tombay, Jacobs, Van Hove, Vandenbosch, ....Mevrouw Coché schrikt er niet voor terug om samen te werken met de beste modeleurs , perfekte tekenaars, en gerenomeerde kunstenaars-schilders. Onder de kunstenaars die er tijdens de art nouveau-periode werkten dienen we zeker Adolphe DE MOL te vermelden, zoon van Jean Martin De Mol, auteur van een prachtig paneel welke vrouw met hond voorstelt. Edmond Van Hove welke een médaillon ontwierp genaamd " la libellule" eveneens bewaard in de familiearchieven. De decorateur JEAN ANTOINE MERTEL . De keramiekschilder " EMILE DE VALORIA" waarvan 3 generaties elkaar zullen opvolgen aan het hoofd van de ateliers V.C. . Verder nog CHARLES AUGIST FRAIKIN, de keramist en chemist M SETTE, de beeldhouwer JULES LAGAE, ALFRED CRICK en vanzelfsprekend ISIDOOR DE RUDDER , ontwerper van 3 wondermooie muzen ; "la musique, la couleur en architecture" . Op de muren van de zetel , vandaag omgebouwd tot verkoopsruimte voor geschenken " DE MEULDRE " OP DE WAVERSE STEENWEG 141, Ixelles .
De beroemste onder hen is zonder twijfel De Rudder ( 1855/1943), leerling van Stallaert en Simonis. IDR behaalde de tweede prijs van Rome in 1882 .Hij was professor aan de koninkllijke Academie van 1911 tot 1927 en was zeker één van de grondleggers van de AN in Brussel. De produktie van keramiek AN was in die tijd noch voor De Rudder noch voor de andere kunstenaars hun hoofdbezigheid. Zij maakten meestal bustes, maskers of gebruiksvoorwerpen allerlei. De Rudder werkte samen met zijn vrouw HELENE MENIL, veelal aan borduurwerk. Aldus kregen ze de opdracht voor de trouwzaal van de stad brussel en van Sint Gillis, alsook die van de erezaal van de tentoonstelling te Tervuren in 1887. In 1892 komt De Rudder werken in de ateliers van mevr wed Coché , die openstaat voor nieuwigheden, zoals trouwens later haar neef, Louis Demeuldre. Zo werd aan tal van kunstenaars de kans geboden tot realisaties van een commerciële productie. Voor de kleurbepaling van zijn werken liet IDR zich bijstaan door Emile De Valeriola, die op dat ogenblik de leiding had van het atelier-schilders. De rudder is op dat ogenblik de enige kunstenaar die zich interesseert in dat domein en geeft zijn ondervinding door in een opmerkelijke toespraak , gehouden ter gelegenheid van het internationaal Congres voor Volkskunde, met betrekking tot " KERAMIEK IN OPEN LUCHT"
De rudder bleef bij de fabriek tot 1914 waar hij o.a. verschillende maskers ontwierp zowel in aardewerk als porcelein, geïnspireerd op legendarische figuren van de literatuur als van de opera. Eveneens maakte hij panelen zoals " les 4 arts" waarvan er slechts 3 bewaard zijn gebleven en waarvan het vierde verdween tijdens de tweede wereldoorlog.
Onder de voornaamste werken van het bedrijf VC vermelden we :
Conraetstraat, 56, St Gillis . ( realisatie rond 1895) die veel gelijkenis veroont met deze van het atelier op de waverse steenweg 141. Verschillende antiquairs en aannemers van herstellingen bevestigen ons dat deze figuren regelmatig voorkwamen in grote Brusselse huizen maar werden vernietigdtussen 1960 en 1970. Diezelfde heren hebben er zelfs veel afgebroken om door te verkopenaan buitenlanders vooral japanners. We (B Verbrugge / M Baeck) waren zelf getuige van een verkoop van panelen aan buitenlanders waarvan we de bestemming niet kennen . Bovenvernoemde panelen zijn de enkele overgeblevene kunstwerken waarvoor we bijzonder veel zorg moeten dragen en bewaren voor het nageslacht. Het warenhuis ( nu muziekinstrumenten meuseum) " Old England" Hofberg Brussel van architekt Paul Saintenoy verkoos de combinatie van staalstructuur van de gevel versierd met keramiektegels uit het bedrijf VC, welke hij zeer goed kende . De gevel van dit gebouw werd met prachtige medaillons uit het atelier afgewerk. Saintenoy maakte er eveneens gebruik van op de gevels van de Kroonstraat nummers 88 / 90 / 188.
Een grote fries is te zien onder de dakgoot op de Generaal Jacqueslaan, 31, Ixelles . Men ziet er witte waterlelies. Recht daar tegenover op nr 36 ziet u 3 panelen met wit/rozige bloemen op een blauw/groene achtergrond.
Eén van de mooist uitgevoerde werken van IDR is te bewonderen op het bedrijf zelf genaamd " le printemps" uitgevoerd in polychroom aardewerk. Eventjes terug naar het werk van IDR waarvan een paneel is verdwenen. Het wordt als het topwerk van De Rudder beschouwd en is te bewonderen in de zetel van VERMEEREN-COCHE !
Mijn oprechte dank gaat nogmaals naar allen die het mogelijk hebben gemaakt deze schitterende tentoonstelling in te richten en er een kataloog hebben aan toegevoegd welke ik vrij heb vertaald .
Ik kan niets beloven maar zal trachten van de drie fabrikanten enkele schitterende werken te tonen. Ik hang af van iemand die mooie foto's kan maken , alleen de tijd ontbreekt haar!