Een uitzonderlijk mooi exemplaar van calciet op een matrix van gekristalliseerde malachiet.
Calcite on crystallized Malachite Tsumeb, Namibia ex. Los Angeles County Museum, Marion Stuart Collections Large Cabinet, 16 x 7.5 x 8 cm
John Schneider Photo
This dramatic piece is one of the most astonishing , visually-impacting calcite specimens I have ever seen. It features sparkling, lustrous, pristine yellow calcites perched on the most glorious carpet of sparkling, chatoyant malachite you've ever seen (even better in person).
Prosper Williams sold it in 1976 to the Los Angeles County Museum, from whence it was traded to the Marion Stuart Collection in a rare deaccession in 1977. It was the Sussman's first choice specimen when the Stuart collection was broken up at Tucson in 2000, and they waited in line to be the very first people into Dave Bunk's booth at the opening of the show. I know this because myself, Steve Neely, Steve Smale, and a number of others also really wanted this specimen at the time and we were all waiting in line BEHIND Marshall's bald head to get it on the offchance he did not (grumble...).
Er mag, nee er moet ook voor onze eigen Vlaamse kunst eens wat meer reclame worden gemaakt. Want die hebben we meer dan we weten. In Torhout bijvoorbeeld kan u een museum bezoeken , vooral over aardewerk. Het werd zelfs bekend over de ganse wereld en erkend als topkwaliteit. Zelf ben ik lid van deze vereniging. Er is in het museum zelf een boek te koop met alle mooiste kunstwerkjes. Ga er eens een kijkje nemen. 'tIs waarlijk de moeite en mag voor mijn part gerust naast de beste franse kunstenaars staan. http://www.toerismetorhout.be/het-museum
Enkele realisaties pottenbakkerij Maes Torhout
Ik had al eerder franse kunstwerken getoond . U kan dus zelf vergelijken. Mogen deze van de Torhout er niet mee wedijveren ? IN Kortrijk werden gelijkaardige kunstwerken gebakken . Ik probeer er enkele te tonen:
De in 1870 geboren burgerlijk ingenieur Pieter-Jozef Laigneil (°1870 - †1950) startte in 1898 te Kortrijk een eigen pottenbakkersbedrijf. Voorheen had hij o.a. een keramiekhandel in Brussel waar hij er het Torhouts aardewerk aan de man bracht.
Met de Torhoutse pottenbakkerij Maes sloot hij in 1897 een exclusief verkoopcontract af. De samenwerking liep al na enkele maanden spaak toen beiden o.a. de eigendomsrechten op de modellen en de toepassing van de blauwe kleur op het aardewerk opeisten. De Kortrijksche Kunstpotterij - zoals zijn bedrijf heette - groeide gestaag, eerst met een woonhuis, daarna met bijkomende ateliers, opslagruimtes en extra ovens.
De Eerste Wereldoorlog veroorzaakte heel wat schade aan de pottenbakkerij. Uitgeweken naar het Engelse Bournemouth, bewees Laigneil ook daar een uitstekend zakenman te zijn. De door zijn Vlaamse vrienden opgestuurde ontwerpen voor aardewerk, tegels, meubels, sieraden… liet hij er door plaatselijke ambachtslieden uitvoeren.
De herstart te Kortrijk na de oorlog voldeed niet meer aan de verwachtingen. De vraag naar kunstaardewerk – een luxeproduct – was immers niet groot. In de jaren 20 verminderde dan ook langzaam de activiteit. Hij sloot de deuren van de pottenbakkerij in 1926 en vestigde zich te Brussel als immobiliënmakelaar.
wat letterlijk " wilden" betekent. Hier gaat het echter om een groep franse schilders in de tijd van het exrpressionisme die de aandacht trokken door hun onderwerpen, kleuren, contouren . Hun grootste sucessen lagen rond 1900/1910 . Enkelen zoals Rouault zijn doorgegaan tot het eind van hun leven in diezelfde stijl. Het Gentse museum bezit er enkelen daar Rouault zeer goed bevriend was met de toenmalige directeur. Expressionisme en het daaraan verbonden rauvisme is een van mijn favorieten.
Voor de fijnproevers van de art nouveau gaan we hier eens niet spreken over Horta, Hankart of architekten als Blérot of Van Rijselberghe. We gaan het hebben over de kunsttegels in keramiek. Deze moeten dringend uit de schaduw van hogerbesproken architekten en hun huizen worden gehaald . Deze zijn door de kunstminnaar voldoende bekend mag ik veronderstellen. Daarom nu een specialleke
De tegelfabriekanten voor de tegelpanelen in huizen , in winkels en op gevels in het Brusselse
De 3 voornaamste fabriekanten waren:
Guilliaum Jansens St Agatha Berchem (de keinste maar meest artisanale)
Celestin Helman St Agatha Berchem
Vermeren-Coché Ixelles Waverse Steenweg
Het gaat hier over de 3 fabrieken op Brussels grondgebied , gebaseerd op familiarchieven, de archieven die werden bewaard in desbetreffende gemeenten, intensieve inventarisering op het terrein door 2 Nederlandstalige vorsers ; Mario Baeck en Bart Verbrugge. U mag het gerust pionierswerk noemen. Saarbij nog enkele bibliografische bronnen en katalogen uit die tijd hebben het mogelijk gemaakt een(franstalige) brochure uit te geven ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling. Het rok eigenaardig genoeg niet de aandacht van de aechikten of kunsthistorici . Tijd dus om deze kunstak vanonder het stof te halen. Hieraan werkten med; de vorsers uiteraard, schepen van kunst en kultuur, de heer JJ Boelpape Anderlecht, onder de leiding van de heer Benoit Schoonbrood . De tentoonstelling ging door in " La Maison des Artistes" te Anderlecht
Mijn dank gaat uit naar deze mensen die onze kultuur daarmee nog een trapje hoger hebben geplaatst ( 2002) De cataloog is in het frans en heb ik vrij naar het Nederand vertaald. Een beetje ondeugend heb ik de vertaling in het Nederlands naar schepen Boelpape 'als dank' teruggestuurd. Met de vraag of hij diezelfde catalogus ook in het Nederlands wou laten drukken. Hij heeft me zeer vriendelijk geantwoord dat daarvoor " geen budget meer was " ...in het Nederlands.
KERAMIEK ART NOUVEAU BRUSSEL
Zoals J. Helbig schrijft in zijn " Ancienne Céramique de carrelage et de revètement en Belgique" Het is vanaf midden 20ste eeuw dat we een terugkeer merken van de monumentale keramiek. Het hoogepunt van de siertegelpanelen van de AN situeert zich vooral tussen 1894 en 1914, het jaar waarop de AN quasi totaal ineen stort . De voornaamste fabrieken lieten zich omringen door gekende kunstenaars . Ze werden gesticht eind 19de eeuw, zoals bv Célestin Helman met hun bedrijd in St Agatha Berchem , en nog een keramiekmanifaktuur te Hemiksem. Twee faktoren hebben in deze materie een belangrijke rol gepeeld;
Vooreerst was Brussel in die materie een zeer levendige en artististieke stad en één van de meest geïndustrialiseerde in de regio. Het artistieke was vooral te danken aan de groep "les vingts" onder de leiding van advokaat Octave Maus.
Vervolgens is men bezorg om de hygiëne waaraan de keramiektegels voor het volle pond kunnen beantwoorden. Ze vormden als voornaamste verkoopsargument " netheid . In de kataloog van C Helman staat letterlijk ; " Netheid is onze opperste wet en kent u een produkt dat gemakkelijker te onderhouden is dan " émaille" ?