WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    30-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijfwijzer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RENKEMA, J., Schrijfwijzer. Den Haag, SDU, 2002 (4e dr.), 468 pp. – ISBN 90 120 9023

    Een tekst is pas een goede tekst wanneer het taalgebruik de lezer aanspreekt, wanneer de opbouw duidelijk is en wanneer de formulering niet nodeloos ingewikkeld is.

    Dit boek wil schrijvers helpen bij problemen die zich bij het schrijven van allerlei teksten kunnen voordoen. Je krijgt er een antwoord op lastige kwesties. Is deze tekst welk geschikt voor de lezer? Wat moet er in een inleiding staan? Moet hier een nieuwe alinea beginnen? Loopt deze zin wel goed? Is dit woord correct? Waar moet de komma staan?

    Het gaat hier om vragen over begrijpelijkheid van een tekst en over taalverzorging. Antwoorden op deze vragen komen in dit boek ruimschoots aan de orde.


    Of een tekst begrijpelijk is hangt samen met de stijl en de opbouw van een tekst en met het leesgemak. Verzorgd taalgebruik, spellingkwesties en het gebruik van leestekens zijn vragen over taalverzorging. Elk van deze onderwerpen wordt in een afzonderlijk hoofdstuk grondig besproken. Bij elk thema worden de richtlijnen geïllustreerd met sprekende voorbeelden.

    Het boek is vooral een naslagwerk. Daarom is een register opgenomen waar men heel vlug een bepaald thema kan opzoeken.


    Een waardevolle wegwijzer voor wie al dan niet regelmatig teksten schrijft. Regelmatig wordt het werk herzien. Bij de laatste herziening is de inhoud behoorlijk uitgebreid. Men heeft ten behoeve van een breder publiek ook gezorgd voor een betere leesbaarheid.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het geheim van de schrijver
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DORRESTEIN, R. Het geheim van de schrijver. A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2000, 247 pp. – ISBN 90 254 9894 9

    Wie de ambitie heeft om een roman te schrijven wil iets vertellen wat voor hem of haar betekenis heeft, verhalen die de lezer moeten verontrusten of amuseren. Niets of niemand zit daar echter op te wachten. Als je dus verhalen wil schrijven die iets betekenen, moeten die ook willen gelezen worden. Maar hoe weet je of jouw verhaal ook de lezer iets zal zeggen? Schrijven is immers communiceren. Niet de schrijver moet vertederd zijn of geamuseerd, maar de lezer. De lezer moet het verhaal willen/kunnen volgen en erin mee gaan. De hamvraag is dus: hoe komt het verhaal tot zijn recht?

    Wie kan beter schrijven over schrijven dan een schrijver? Dit boek is bedoeld als handleiding voor de beginnende schrijver. De eigen ervaringen van de schrijfster zijn haar belangrijkste leidraad. De eigen meer en minder succesvolle initiatieven worden aan een kritische analyse onderworpen. Dorrestein vertelt daarmee ook een persoonlijk verhaal over vallen en opstaan, falen en succes. Het resultaat is een boek dat bol staat van de richtlijnen om fictie neer te zetten die uitnodigt tot lezen.

    Het boek bevat 3 delen, geloof, hoop en liefde genoemd. Geloof gaat over de betekenis, het nut en de functie van literatuur. Het is de overtuiging van de auteur dat literatuur verontrustend moet zijn. Fictie slaat een brug naar verdrongen emoties en kennis, laat zien dat verdriet en verlies onlosmakelijk het leven horen. Het is de articulatie van het onvermijdelijke lijden. Fictie  biedt daardoor een realistische in inclusieve kijk op het leven,

    Hoop behandelt de ambachtelijke kanten van het schrijven. Hier geeft Dorrestein talrijke technische adviezen over o.a. compositie en stijl. Ook de valkuilen komen uitgebreid aan de orde.

    De lezer, de anonieme instantie die het oog van de buitenwereld vertegenwoordigt, vraagt zich tenslotte allerlei af over de schrijver en het schrijfproces: waar haalt ie de inspiratie, hoe werkt de schrijver? In Liefde beantwoordt Dorrestein een aantal van deze vragen, en ontkracht daarmee de meest gangbare mythes die het schrijverschap omgeven.

    Voor een doorzichtige structuur neem je als lezer best notities, want die is op het eerste zicht niet zo duidelijk. Achteraan vindt men een handig trefwoordenregister. Er is een bronnenlijst met werken van schrijvers over schrijven.

    Het boek mag dan wel als handleiding bedoeld zijn, het leest als een roman. Zoals men van en schrijfster mag verwachten is de tekst zeer vlot leesbaar en inzichtelijk. Geheel in haar eigen stijl, behandelt zij het thema gevat (bv. “Schrijven is verwachtingen wekken en die vervolgens inlossen.”) en met humor.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Klare taal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VAN COILLIE, J., Klare taal. Efficiënt leren schrijven. Leuven, Davidsfonds, 2002, 211 pp. – ISBN 90 6306 440 3


    Vlotte zakelijke teksten schrijven waar de lezer iets mee kan, het is niet eenvoudig. Dit boek is een handleiding voor het schrijven van een efficiënte, dit wil zeggen doel- en lezergerichte tekst. Het gaat over vormgeving, opbouw, inhoud en stijl. Wie een tekst schrijft moet zich vooral bezig houden met het effect ervan: wat en wie is het doel?


    Het is een doe-boek, met veel oefeningen voor wie de eigen schrijfstijl wil verbeteren en/of anderen wil leren hoe ze het moeten doen.

    Dit is een basisboek met duidelijke taaladviezen, honderden voorbeelden en praktische oefeningen. Het is aantrekkelijk opgesteld en gepresenteerd, verlucht met cartoons van Stefaan Provijn. Een alfabetische trefwoordenlijst maakt opzoeken gemakkelijk.


    Minder uitgebreid dan Schrijfwijzer, maar wat inhoud betreft vergelijkbaar met Schrijfwijzer compact.

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De werkelijkheid heeft mij niet nodig
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SYBESMA, C., De werkelijkheid heeft mij niet nodig. Over mens, wetenschap en werkelijkheid. Leuven/Leusden, Acco, 2002, 335 pp. – ISBN 90 334 4876 9


    Mensen beschouwen de natuur als een werkelijkheid die buiten hen bestaat. Wetenschap bestudeert deze werkelijkheid met het doel de kennis erover te vergroten. De recente bevindingen van de quantumfysica trekken echter het intuïtief aanvoelen van een werkelijkheid buiten de mens in twijfel: de waarnemer lijkt de werkelijkheid zelf te beïnvloeden. Dit roept de vraag op naar het verband tussen mens, wetenschap en werkelijkheid


    In dit boek gaat de auteur, emeritus hoogleraar in de fysica en de biofysica, na hoe het de wetenschap is vergaan met het ‘wijs worden’ uit de werkelijkheid. Hij geeft hiervoor een chronologisch overzicht van de cruciale beslissingsmomenten en fundamentele nieuwe inzichten die het denken over de werkelijkheid hebben beïnvloed.


    Door de eeuwen heen ziet hij de reflectie op de natuur rondom de mens ontwikkelen van een kwalitatieve en spirituele beschrijving naar een kwantitatief-mathematische wetenschap. Dit heeft geleid tot verschillende opvattingen over de werkelijkheid als op zichzelf staande entiteit. De vraag is dan of er nog wel een buiten ons bestaande werkelijkheid kan worden beschreven en verklaard.


    Een boeiend en zeer degelijk gedocumenteerd boek over de geschiedenis van de natuurwetenschappen. Een boek om geregeld te raadplegen, want het is zo rijk aan materiaal dat het in één lezing nauwelijks te vatten is.

    Jammer van de vaak slordige lay-out en dito taalgebruik. Zeer uitgebreide bronnenlijst, namen- en zakenregister.


    ©  Minervaria


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-03-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het gelijk van Spinoza
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DAMASIO, A., Het gelijk van Spinoza. Vreugde, verdriet en het voelende brein. A'dam, Wereldbibliotheek, 2003, 319 pp. - ISBN 90 284 2002 9


    Boeken van Damasio zijn altijd boeiend, verrijkend en een plezier om te lezen. Dat kan eens te meer gezegd worden van dit werk.

    Gevoelens van pijn of genot, of van iets daartussenin vormen de grondslag van onze geest. We merken deze simpele werkelijkheid vaak niet op, omdat we zo in beslag genomen worden door de mentale beelden van de wereld om ons heen, samen met de beelden van de woorden en zinnen die ze beschrijven.


    Maar over de aard van gevoelens is in vergelijking tot onze andere functies weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan. Van al onze mentale verschijnselen worden gevoelens in (neuro)biologische zin het minst begrepen, alhoewel onze samenleving drijft op gevoelens. Gevoelens zijn, zo meent men, ongrijpbaar en gedoemd een eeuwig mysterie te blijven. Ze worden stelselmatig overgeslagen in wetenschappelijk onderzoek. Dit is onder andere de oorzaak van veel wederzijds onbegrip in de medische praktijk en hulpverlening.


    Toch zijn er filosofen die gevoelens centraal achtten in het menselijk bestaan. Een daarvan is Spinoza. Volgens Damasio is Spinoza van uitzonderlijk belang bij elk discussie over menselijke emoties en gevoelens. Spinoza beschouwde aandriften, motiveringen, emoties en gevoelens, die hij gezamenlijk de affecten of aandoeningen noemt, als een centraal aspect van het menszijn. Blijdschap en droefheid waren de twee belangrijkste concepten die hij gebruikte bij zijn pogingen menselijke wezens te doorgronden en middelen te opperen om beter te kunnen leven.


    In dit boek presenteert Damasio een coherente theorie de aard van gevoelens, hoe ze ontstaan en hoe ze ons leven beïnvloeden. Zijn visie is gebaseerd op grondige kennis van ons lichamelijk functioneren en neurologisch onderzoek. De kern ervan is dat gevoelens, zoals ze zich in het lichaam en geest openbaren, de uitdrukking zijn van menselijke opbloei en menselijk lijden. Gevoelens zijn niet louter een versiering die aan emoties worden toegevoegd. Gevoelens onthullen de staat van leven (homeostasis) van het hele organisme.


    Damasio legt op zeer inzichtelijke en coherente wijze uit hoe gevoelens tot stand komen, in relatie met emoties en de staat van ons lichaam. In het laatste deel van het boek gaat hij ook in op het belang van deze inzichten voor de wijze waarop wij kunnen omgaan met de existentiële dimensie van ons leven.


    Zijn betoog wordt ondersteund door recente ontdekkingen en inzichten uit de neurologie, en geïllustreerd met talrijke schema’s en  tekeningen. Het werk is voorzien van een uitgebreide notenlijst, een verklaren de woordenlijst en register.

    Een zeer waardevol werk!


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-02-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Intellectueel bedrog
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SOKAL, A. & J. BRICMONT, Intellectueel bedrog. Postmodernisme, wetenschap en antiwetenschap. Breda, EPO/De Geus, 1999, 287 pp. – ISBN 90 6445 085 4.


    De auteurs tonen hoe hedendaagse postmodernistische Franse filosofen en denkers concepten en terminologie uit de wiskunde en fysica geheel ten onrechte en zinloos toepassen op menselijke en sociale fenomenen. Zij produceren een imposant jargon, maar gebruiken de termen in een foutieve of onvolledige betekenis en zeggen dus zeggen in feite niets. Ze geven hun discours daarmee een pseudo-wetenschappelijk tintje, en proberen aan te tonen dat wetenschap niet meer is dan een ideologie of sociale constructie.


    Het is een moeilijk boek, en weinig toegankelijk voor niet-onderlegde lezers als ik. Bovendien konden de auteurs mij niet blijven boeien.

     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-02-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beestachtig rijk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    CONNIFF, R. Beestachtig rijk. De rijken der aarde als eigenaardige diersoort. Elmar bv, 2003, 384 pp. – ISBN 90 389 1312 5


    Een vlot geschreven studie van de handel en wandel van de rijke bovenlaag in de maatschappij, vanuit het standpunt van de ethologie en sociobiologie.


    Anders dan de Nederlandstalige titel suggereert, beschouwt de auteur de rijken niet als een aparte diersoort, maar als een ondersoort van de mens.

    Die beantwoordt niet fundamenteel aan andere kenmerken dan de doorsnee mens, maar accentueert bepaalde karakteristieken door zijn speciale positie.


    Een genuanceerde visie, waarin zowel positieve als negatieve eigenschappen van rijkdom aan de orde komen. Soms wat moeilijker te begrijpen wanneer het gaat om personen van wie je nog nooit hebt gehoord.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-11-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen van Aristoteles
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RUBENSTEIN, R., Kinderen van Aristoteles. Hoe christenen, moslims en joden verlichting brachten in de donkere Middeleeuwen. A’dam, Anthos/Manteau, 2004, 341 pp. – ISBN 90 7634 187 7


    Historici hebben de Middeleeuwen vaak beschouwd en voorgesteld als een periode van duisternis tussen de klassieke Oudheid en de verlichte Moderne Tijd. De Middeleeuwen zouden, door de dominantie van de kerk en haar dogma’s, een periode zijn geweest van culturele en intellectuele stilstand, waarin het filosofisch debat weinig dieper ging dan de discussie over de vraag hoeveel engelen er op de punt van een naald passen.


    Na de overwinning op de Moren in Spanje in de dertiende eeuw, ontdekte men echter de in het Arabisch vertaalde werken van Aristoteles. Dit veroorzaakte veranderingen zonder weerga. Er kwamen barsten in het monopolie van de kerk op verklaringen van al wat bestond.

    De introductie van de leer van Aristoteles gaf aan de geleerden van die tijd een belangrijke stimulans om ideeën uit te wisselen en in debat te treden. Deze debatten waren de aanzet tot de splitsing tussen rede en geloof, die de basis vormde van de latere wetenschappelijke ontwikkelingen in Europa.


    Ook voor de kerk was deze ontdekking van groot belang. In het begin van de 14e eeuw besloot zij om niet langer de weg van de kerkvaders (o.a. Augustinus) te volgen, maar wel die van Thomas van Aquino, die op basis van de filosofie van Aristoteles een echte theologie opstelde. Men kon het geloof beredeneren en het verstand diende om de openbaring te begrijpen.

    Tegen deze visie kwamen de mystici in het verweer, voor wie geloof in eerste instantie op spirituele ervaringen gebaseerd was. De traditionele kerk heeft sindsdien altijd een dubbelzinnige relatie gehad met de mystieke richtingen.


    Het boek is een boeiend verhaal over, en tegelijk een correctie van mijn kennis van de evolutie in het gedachtegoed van nu nog bekende en lang vergeten denkers (scholastici en theologen) in de late Middeleeuwen. Het boek is tegelijk een opfrissing en verduidelijking van het ideeëngoed van de katharen en andere sekten die zich voor hun leer baseerden op de Aristotelische filosofie.

    Vlot te lezen, voorzien van een uitgebreide notenlijst, bibliografie en dito register.

     

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-11-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De theorie van Nagy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ONDERWAATER, A., De theorie van Nagy. De onverbrekelijke band tussen ouders en kinderen. Lisse, Swets & Zeitlinger, 2003 (6e dr.), 160 pp. – ISBN 90 265 1436 0


    De van oorsprong Hongaarse psychiater Boszormenyi-Nagy ontwikkelde zijn contextuele visie op de gezinsdynamiek uit de systeemtheorie en de psychodynamisch georiënteerde visie op het gezin. Met zijn aandacht voor relationele ethiek benadrukt Nagy in de eerste plaats de existentiële verbondenheid tussen ouders en kinderen, maar evenzeer de verbindingen tussen verschillende generaties in een familie.


    Centraal in de visie van Nagy staat de ethische dimensie van menselijke relaties. Relaties tussen mensen zijn nooit vrijblijvend, maar worden gekenmerkt door een balans van geven en nemen. Wederkerigheid, loyaliteit, vertrouwen, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid, en dialoog zijn inherent aan menselijke relaties. Deze begrippen krijgen in de hulpverlening vaak niet de nodige aandacht. De nadruk op zelfontplooiing in onze maatschappij dreigt deze fundamentele waarden weg te moffelen.


    De theorie van Nagy stamt uit de therapie met problematische gezinnen en kinderen met probleemgedrag. Toch is zijn rijke en diepe visie over de onderlinge ethische verbondenheid van toepassing op elke familie en elk gezin. Ik zou ze eigenlijk willen doortrekken naar alle menselijke relaties. Rechtvaardigheid mag dan een ethisch begrip zijn, het is volkomen in overeenstemming met de recente bevindingen over een inherente eigenschap van de sociale natuur van de mens. Mensen blijken in hun sociale relaties steeds ‘reciprociteit’ of wederkerigheid na te streven. Het is de oorsprong van onze moraal.


    Annelies Onderwaater beschrijft en bespreekt in haar boek eerst de 2 denkkaders die Nagy met zijn visie heeft willen verzoenen. Vooral de systeemtheorie wordt daarbij bondig maar inzichtelijk behandeld.

    In de volgende hoofdstukken komt de theorie van Nagy uitgebreid aan de orde. De geschriften van Nagy zelf zijn niet erg toegankelijk: zijn taal gebruik is complex en hij zet zijn denkbeelden niet duidelijk uiteen. Zijn begrippen blijven vaak vaag gedefinieerd en weinig begrensd.


    Onderwaater probeert met haar boek enige verheldering te brengen. Zij slaagt daar over het algemeen vrij goed in. De visie van Nagy hanteert een geheel eigen begrippenkader, en dat  wordt duidelijk uitgelegd en geïllustreerd met passende voorbeelden. Zij ziet ook de innerlijke tegenstrijdigheden en onvolledigheden in de contextuele visie. Het is daarom verhelderend dat zij ook regelmatig aandacht besteedt aan de verwante de inzichten van de Heidelbergse psychotherapeut Helm Stierlin.


    Geheel eigen aan de psychodynamische wortels, zijn volgens de contextuele visie gedragingen en intermenselijke relaties multipel interpreteerbaar. Dit brengt mee dat men deze visie niet met de standaarden van de wetenschap mag beoordelen. Toch betreft het hier een zeer waardevolle kijk op menselijke relaties, in de eerste plaats in verwantschapsperspectief. De ethische dimensie van menselijke relaties is echter evenzeer te verruimen naar menselijke relaties in het algemeen, tussen niet-verwante groepen, volkeren en naties. Daar gaat Onderwaater niet op in, het valt buiten het bestek van dit boek. Maar wie een fundamenteler inzicht wil in de gang van zaken in recht en politiek kan volgens mij niet naast de contextuele visie van Nagy kijken.


    Achteraan is een uitgebreide bronnenlijst opgenomen. Een aanrader ook voor wie niet meteen bij hulpverlening betrokken is!

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-10-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zin der zotheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MANS, I., Zin der zotheid. Vijf eeuwen cultuurgeschiedenis van zotten, onnozelen en zwakzinnigen. A’dam, SWP, 2004. – ISBN 90 6665 567 4


    Middeleeuwse zotten en dwazen zoals de Franse hofnar Triboulet, de heilige Jozef van Cupertino waren in onze ogen verstandelijk gehandicapt. In hun tijd werden zij echter niet als dusdanig gezien. Eeuwenlang gingen zotten, onnozelen en idioten als ongedefinieerde, vreemde schepselen door het leven. In de achttiende en negentiende eeuw werden idioten benoemd als menselijke wezens met een verstand ‘kleiner dan dat van dieren’.

    Pas in de negentiende eeuw werd zotheid een medische kwestie en ging men verschil maken tussen krankzinnigen als zieken en zwakzinnigen als zwakken van geest. Laatstgenoemden bleken ongeneeslijk, maar wel opvoedbaar.


    Als gevolg van deze veranderde zienswijze werden rond 1900 de eerste medico-pedagogische zwakzinnigengestichten gebouwd. In diezelfde tijd kreeg het onderwijs ook speciale ‘debielenscholen’. De afgelopen eeuw is het aantal scholen en inrichtingen voor zwakzinnigen voortdurend uitgebreid. Inge Mans laat zien dat dit niet alleen meer en betere zorg bracht, maar ook meer segregatie: zwakzinnigen - nu mensen met een verstandelijke handicap genaamd – kwamen tegelijk meer en meer buiten de samenleving te staan. In de jaren zeventig kwam de roep om integratie. Deze is echter niet vanzelfsprekend. De auteur behandelt in het slot waarom die intergratie zo moeizaam verloopt.

     

    Zin der zotheid heeft de diepgang van een wetenschappelijk onderzoek, is boeiend geschreven en vol van verhalen over zin en onzin die mensen door de eeuwen heen scheppen in de omgang met zotten, zwakzinnigen en mensen met een verstandelijke handicap. Het boek is een bewerking van het proefschrift uit 1998. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-10-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ons mens maakt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RIDLEY, M., Wat ons mens maakt. Aanleg en opvoeding. A’dam/A’pan, Contact, 2004. – ISBN 90 254 1958 5


    De rode draad van dit boek gaat over nature en nurture: is de mens het product van zijn genen of van de opvoeding? Ridley toont op basis van de meest recente bevindingen uit het wetenschappelijk onderzoek aan dat deze vraag een schijnprobleem oproept. Onze genetische uitrusting kan pas ten volle tot ontplooing komen in een bepaalde omgeving, en de omgeving kan het organisme slechts vormen dank zijn zijn genetische uitrusting.


    Het boek gaat in op de meest verscheidene aspecten van het menselijk bestaan, van instincten tot cultuur en moraliteit. Het is een sprankelend verslag van de manier waarop de genen de hersenen vormen en geschikt maken voor het absorberen van ervaringen.

    Het boek bevat zeer veel recente gegevens, en werd door autoriteiten in deze materie als S. Pinker en R. Dawkins zeer positief beoordeeld.


    Het is vlot geschreven, maar vraagt toch heel wat concentratie. Een mooie aanvulling op het recente boek van Steven Pinker (Het onbeschreven blad) en een echte aanrader voor wie in deze materie geïinteresseerd is!

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-09-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verpleegkundige als patiënt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ODEKERKEN, S. (red.), De verpleegkundige als patiënt. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2004, 79 pp. – ISBN 90 313 4131 2


    Een dun, vlot leesbaar bundeltje met verhalen van verpleegkundigen die als patiënt opgenomen werden in het ziekenhuis. Een gelegenheid om even stil te staan bij de andere positie in de hulpverlening: die van patiënt of cliënt. Ongenoegen en gevoelens van miskenning, afhankelijkheid bij wie steeds beredderde, opluchting en geruststelling bij een warme medemenselijke bejegening, het komt allemaal aan de orde. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-09-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De papegaai van de paus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    van UYTVEN, R., De papegaai van de paus. Mens en dier in de Middeleeuwen. Leuven, Davidsfonds, 2003, 299 pp. – ISBN 90 400 8891 8


    In de Middeleeuwen leefden mensen en dieren veel dichter bij elkaar dan vandaag.

    Dieren waren enerzijds bedreigend. Er leefden immers nog vrij veel “wilde” dieren in de uitgestrekte bossen. Anderzijds waren de mensen in grote mate afhankelijk van dieren voor hun levensonderhoud en –wandel.

    Dit bracht mee dat de Middeleeuwers op een andere manier met dieren omgingen dan wij.


    Dieren hadden een speciale betekenis. Mensen werden als dieren voorgesteld en met dieren geassocieerd, aan dieren worden in de talloze fabels menselijke eigenschappen toebedeeld. Tegelijk worden in dierenfabels op een aanvaardbare wijze wantoestanden aan de orde gesteld.

    In de volgende hoofdstukken belicht de auteur verschillende aspecten van de omgang tussen mens en dier in de Middeleeuwen. Heel wat spreekwoorden en gebruiken, die soms nu nog in zwang zijn, worden hierdoor duidelijker. De lezer krijgt ook een levendig beeld van aspecten uit het dagelijkse leven in de Middeleeuwen, waar men meestal niet aan denkt: de voedingsgewoonten, de horden insecten die mensen lastig vallen, de muizen en ratten die meubilair kapot knagen en voorraden opeten.


    Al bij al is het een interessante en zeer uitgebreid gedocumenteerde uiteenzetting over een periode en een onderwerp waarover men meestal niet veel weet. De tekst wordt verlicht met veel sprekende illustraties en anekdotes.

    Het geheel is geschreven in een vlot leesbare taal. Na elk hoofdstuk volgt een selectieve bibliografie.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    24-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verdriet van Darwin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE LAENDER, J., Het verdriet van Darwin. Over de pijn en de troost van het rationalisme. Leuven/Voorburg, ACCO, 2004, 378 pp. – ISBN 90 34 5541 2


    De evolutietheorie ligt momenteel nog meer onder vuur dan in het jaar waarin wijlen Jan De Laender, psycholoog, dit boek heeft geschreven. Zijn boek vertrekt van de bedroevende vaststelling dat de evolutietheorie van Darwin in de menswetenschappen zeer lang vijandig is bejegend. De geschiedenis van de menswetenschappen, psychologie, sociologie en antropologie, is de geschiedenis van een gevecht tegen Darwin geweest.


    Dit verzet heeft zijn wortels in het anti-intellectualisme, de antirationalistische ingesteldheid die zeker in de huidige VS verontrustende proporties aanneemt. De verklaring en oorsprong hiervoor ziet De Laender in het feit dat het mensenbrein niet is ontworpen als een kennisapparaat om diep in de wereld door te dringen, maar om de wereld te begrijpen met de hulp van mythen, symbolen, sagen en fantastische verhalen. Het menselijk brein laat zich bovendien gemakkelijk leiden door wishful thinking, het wensdenken. Mensen geven bijna altijd de voorkeur aan een mooi verhaal boven een rationele maar genadeloze waarheid.


    De evolutietheorie vertelt geen ‘mooi’ verhaal. De diepe boodschap van de evolutietheorie is immers dat wij bestaan zonder zin of reden. We zijn voortgebracht door een proces dat geen goedheid kent en een diep egoïsme vormt de kern van al wat leeft. Het heelal is onverschillig voor ons lot, het heeft ons niet gewenst en herkent ons niet. Het verdriet van Darwin was dat hij de consequenties van zijn eigen theorie onder ogen moest zien.


    Aan de hand van een bijwijlen ontroerende biografie van Darwin vertelt De Laender de geschiedenis van de evolutietheorie. Ook de minder bekende Alfred Wallace krijgt zijn gerechtigde plaats in deze geschiedenis, en ook de Oostenrijkse monnik Gregor Mendel.

    Voor Darwin zelf was de idee van evolutie verschrikkelijk ontnuchterend. Maar als wetenschapper is hij erin geslaagd om zijn intuïtieve wensdenken ondergeschikt te maken aan rationeel denken. Hij heeft het altijd moeilijk gehad met de consequenties van zijn eigen ontdekkingen, maar hij had de moed om deze onder ogen te zien.


    Dit kan men niet zeggen van de meeste menswetenschappers, die zeker een eeuw lang hebben geweigerd gebruik te maken van hun natuurlijke basiswetenschap, de  biologie, en inzonderheid de evolutietheorie. Men heeft zich steeds gebaseerd op een verkeerd begrip van het reductionisme en de wetenschappelijke methode. Als psycholoog ervaart De Laender dit zeker niet als verheffend. Pas recent begint men de realiteit onder ogen te zien,  en het roer om te gooien.


    Omdat de theorie van Darwin eenvoudig lijkt, maar het niet is, geeft De Laender ook een beknopte maar zeer verhelderende beschrijving van de essentie van de evolutietheorie. Op het einde besteedt hij aandacht aan de meest voorkomende misverstanden over de evolutietheorie.

    De consequenties van de evolutietheorie zijn ontnuchterend en voor velen pijnlijk. Echte wetenschap doet ons erkennen dat er veel is wat we niet begrijpen. We moeten dus leren leven met onzekerheid. Maar we zijn niet overgeleverd aan magie en occulte krachten, of een God die ons lot bestiert. Het rationalisme biedt de troost dat de natuur niet wispelturig en regelloos is, het is een wereld gebonden aan wetten. De waarheid is immers dat orde, complexiteit, doelgerichtheid en intelligentie vanzelf ontstaan door een vreemd en tegenintuïtief proces.


    Jan De Laender heeft een gedenkwaardig boek neergezet.
    Dit boek situeert zich op de grens van natuurwetenschap, psychologie, geschiedenis en levensbeschouwing. De inhoud blijft actueel in een wereld die steeds meer de weg van de mythe opgaat.

    Het is enorm vlot en onderhoudend geschreven en leest als een trein. De inhoud is diepgaand, inzichtelijk en helder weergegeven. Het is een uniek boek, dat je makkelijk opnieuw ter hand neemt. Het geheel wordt gecompleteerd met een namenregister en een uigebreide bronnenlijst.


    Een echte aanrader zowel voor wie al overtuigd is als voor wie twijfelt en meer wil weten.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gaat er in dat hoofdje om

    GREENSPAN, S. & N. BRESLAU LEWIS, Wat gaat er in dat hoofdje om? Hoe het denken van uw baby, peuter en kleuter zich ontwikkelt. (Vert. Building healthy minds) Utrecht/A’pen, Kosmos-Z&K, 2003 (3e dr.), 320 pp. – ISBN 90 215 9771 3


    Bovenaan het verlanglijstje van de meeste ouders staat de wens dat hun kinderen zowel verstandig zijn als sociaal vaardig. We hopen ook dat ze weten hoe ze zich moeten gedragen en weten wat goed en slecht is. We willen ook dat ze zelfvertrouwen hebben, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.


    Deze verschillende vaardigheden staan niet los van elkaar. Leren en denken doen we niet alleen met ons verstand, maar ook met ons gevoel. En voor het omgaan met onze gevoelens gebruiken wij ons verstand. De emotionele en verstandelijke ontwikkeling van een kind zijn heel nauw met elkaar verweven. Emotionele interacties spelen immers een veel grotere rol bij het verstandelijk functioneren dan men ooit heeft gedacht. Dit is de kernboodschap van de auteurs. En meteen ook reiken zij het belangrijkste pedagogische hulpmiddel aan: de relatie met de ouder of opvoeder.


    Door meer dan 25 jaar van observaties en onderzoek hebben de auteurs de mijlpalen in de ontwikkeling leren onderscheiden. Het gaat om 6 typen essentiële ervaringen die zich voordoen in een fase van de eerste zes levensjaren van een kind. Ze lopen parallel met de groei van belangrijke gebieden in de hersenen.


    Hiervan hebben de auteurs een schema gemaakt, de ontwikkelingsgroeicurvekaart. Dit schema laat zien hoe goed een kind zijn verstandelijke en emotionele capaciteiten gebruikt om problemen op te lossen. Met behulp van deze kaart kan de ontwikkeling van een kind gevolgd worden, maar ze is vooral nuttig om te detecteren wanneer een kind een zetje kan gebruiken. Dit is zeer belangrijk voor de opvoeding en begeleiding van kinderen bij wie de ontwikkeling niet vanzelf gaat. De auteurs hebben hun inzichten met succes toegepast bij kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Deze ervaringen worden in het boek dan ook regelmatig beschreven.


    In het boek krijgt elke fase een apart hoofdstuk toebedeeld. Hier wordt verhelderd wat er gebeurt, waarop je als ouder dient te letten en waarom, welke problemen zich kunnen voordoen en hoe je deze kan aanpakken. In bijlage zijn de ontwikkelingsgroeicurvekaart opgenomen en een overzicht van de zes belangrijke ontwikkelingsfasen en de groei van de hersenen.


    Dit is zeker een belangrijk boek, zowel voor ouders als voor professionele begeleiders van jonge kinderen of van oudere kinderen en volwassenen met een ontwikkelingsvertraging. De verschillende fasen worden nauwgezet en gedetailleerd uitgewerkt.


    Het geheel nodigt echter niet echt uit tot lezen. Een overvolle bladspiegel, relatief kleine letters, en dito regelafstand plegen een behoorlijke aanslag op de aantrekkelijkheid. Het boek is bovendien nogal dik, je moet er al heel wat tijd voor uit trekken. Dat is nu net waar jonge ouders, die er hun voordeel mee kunnen doen, zo’n gebrek aan hebben. Een meer leesbare versie zou dan ook heel welkom zijn, want het is een waardevol werk. Voor professionele begeleiders echter wel een degelijk naslagwerk.


    ©  Minervaria


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel van het kompas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ACZEL, A.D., Het raadsel van het kompas. A’dam, Prometheus, 2002, 150 pp. – ISBN 90 446 0024 9


    Aczel is wiskundige en hoogleraar statistiek. Met zijn vader heeft hij als kind ettelijke jaren doorgebracht op een zeevaartschip, waar hij heeft leren navigeren.


    De uitvinding van het kompas was bepalend voor de westerse geschiedenis. Een van de oorzaken van de bloeiende koopmanschap van naties als Venetië, Engeland en Holland was het gebruik van het magnetische kompas. Hierdoor verbeterden navigatiemogelijkheden zodanig dat goederen veel sneller konden vervoerd worden. Het kompas was het eerste instrument dat het handelsreizigers mogelijk maakte om op het land, ter zee en veel later in de lucht hun richting te bepalen, onder vrijwel alle mogelijke omstandigheden, zowel overdag als ’s nachts.


    Het verhaal van het kompas is een verhaal van menselijke intelligentie en vindingrijkheid, een verhaal van uitvindingen, innovaties en kansen.

    In dit boek onderzoekt ACZEL het mysterie achter die uitvinding, en legt uit hoe die de wereld veranderde. Het staat ook vol wetenswaardigheden over de wijze waarop in de voorbije eeuwen mensen onbekende gebieden verkenden, en exploreerden.


    Het boekje leest heel vlot en blijft interessant tot het einde.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mens, moraal en vrijheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MIDGLEY, M., Mens, moraal en vrijheid. Over goed en kwaad bij een denkende primaat. Baarn, Ten Have, 1998, 255 pp. – ISBN 90 259 4725 5

    Mary Midgley is gepensioneerd docent filosofie aan de universiteit van Newcastle. Haar interesse gaat vooral uit naar de verhouding tussen mens en dier, evolutie en het verband tussen wetenschap en het dagelijks leven.


    Het hoofddoel van dit boek is een duidelijk verband te vinden tussen ons evolutionaire en ons morele denken. Haar vraag is of de wetenschap een antwoord kan geven op de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.

    Allereerst maakt Midgley een kritische analyse van de wetenschap en haar methodes. Zij stelt vast dat de wetenschappelijke methode vooral gekenmerkt wordt door reductionisme. Dit is misschien wel een handige methode om inzicht te krijgen in de aard en de werking van de verschillende elementen van een verschijnsel. Maar er zitten een aantal addertjes onder het gras.


    Complexe verschijnselen worden aldus onterecht versimpeld. Bepaalde verklaringen krijgen een soort monopolie waardoor niet alle dimensies van een fenomeen in de verklaring worden betrokken. En er ontstaat een asymmetrische relatie: wat gereduceerd werd wordt niet meer samengevoegd.

    Voor de natuurwetenschappen is dat nog niet zo erg, alhoewel het in de biologie al voor problemen zorgt. Maar voor de sociale wetenschappen is dit gevaarlijk. Dit is heel duidelijk in de economie, waar het utiliteitsbeginsel heeft geleid tot ongebreideld enthousiasme voor een ongecontroleerde vrije markt.

    Moraal en menselijke vrijheid behoren tot het domein van de menselijke geest, de vraag is nu hoe deze kan verzoend worden met de bevindingen van de moderne wetenschap, en meer bepaald de studie van dierlijk gedrag en de evolutietheorie.


    Na deze lange introductie, soms met veel herhaling maar achteraf bezien wel noodzakelijk, spitst de auteur zich toe op resp. moraal en vrijheid.

    Zij gaat hierbij uit van de aard van de mens en het menselijk handelen. Nu volgt een boeiende uiteenzetting. Hieronder volgt een uiteraard onvolledige en subjectieve samenvatting van de gedachtegang van de auteur.


    Een cruciaal punt in haar redenering lijkt mij het onderscheid tussen oorzaken en redenen. Mensen handelen en laten niet zonder meer krachten op hen inwerken, die hun handelen zouden veroorzaken. De vergelijking met een vulkaan is hierbij zeer illustratief. Ook al spelen zich in de hersenen gebeurtenissen af, die veroorzaakt worden, het menselijk handelen wordt gestuurd door redenen. Die redenen resulteren uit die gebeurtenissen, maar vallen daar niet mee samen. De mens handelt vanuit een subjectieve evaluatie van keuzemogelijkheden.

    Wat tonen ethologische studies aan over moraal en vrijheid? In de eerste plaats is duidelijk dat de mens essentieel een sociaal dier is, gericht op samenwerking. Het leven in groepsverband is slechts mogelijk op basis van diepgewortelde sociale gevoelens en afhankelijkheid. Verder zijn voor de samenwerking sociale regels nodig. Deze vormen de grondslag voor de moraal. Maar de aanwezigheid van een moraal betekent nog niet dat men kan kiezen.


    Bij elke vorm van samenwerking is bovendien instemming vereist. Instemming onder de vorm van wederzijdse emotionele afhankelijkheid en welwillende aanvaarding gebeurt op basis van op zijn minst het rudiment van een (vrije) wil.

    Wat maakt het dan mogelijk dat de mens een vrije wil heeft?

    Hiervoor keert Midgley terug naar het onderscheid tussen oorzaken van gedrag en redenen voor het handelen. De mens is subject en object tegelijk, en kan min of meer bewust de keuzemogelijkheden evalueren.


    Hij is zich ook bewust van zichzelf en conflicterende neigingen in zichzelf, nl. concurrentie of coöperatie. Maar om toch als geheel op te treden, en dit conflict te verzoenen, kan en moet hij wel kiezen.

    Haar besluit: vrijheid is gelegen in de poging om eenheid te brengen in het innerlijke conflict, om –als gehele persoon – te kiezen wat men zal doen.


    Dit was al bij al zeer boeiende en uitdagende lectuur. Vlot te lezen, zeker de laatste delen. Een aanrader voor al wie geïnteresseerd is in de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Praktisch verstand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KARS, T., Praktisch verstand. Klein handboek voor non-conformisten. A’dam, Querido, 2003, 192 pp. – ISBN 90 214 7002 0


    De titel van dit handzame boekje is ontleend aan de Griekse wijsgeer Epicurus, die praktisch verstand als het hoogste goed beschouwde.


    Kars heeft de raad van Seneca opgevolgd: ‘wat wij de filosofen horen verkondigen, en wat wij in hun geschriften aantreffen, moeten wij toepassen bij ons streven een gelukkig leven te leiden.’

    In dit boekje heeft Kars de som van zijn lees- en levenservaringen weergegeven, een soort vademecum voor een gelukkig leven. Zoals de titel zegt: het is een handboek voor non-conformisten, voor wie zich niet gebonden acht aan onzinnige sociale regels. Het resultaat is een sublieme verzameling van  wijsheden, waarin iedereen zichzelf wel een beetje zal herkennen. Het is een compilatie van korte en minder korte bespiegelingen over de meest verscheidene onderwerpen uit het dagelijks leven, en een bonte verzameling van praktische ideeën en wenken. Kars baseert zich hiervoor op een beperkt aantal tenoren uit de wereldliteratuur. Een aansporing om een paar van deze werken ook zelf te lezen.


    Door zijn handig formaat valt het boekje makkelijk mee te nemen naar elke gelegenheid waar je vermoedelijk zal moeten wachten. De verschillende onderwerpen zijn bovendien achteraan nog eens in een lijst opgesomd, zodat je heel eenvoudig iets kan terugvinden over een onderwerp dat aan de orde is.


    Leest als een trein, en je wordt er ook nog wijzer van. Een luchtige aanrader!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het land van de stilte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BROKS, P., Het land van de stilte. Neurologische vertellingen. A’dam, De bezige Bij, 2003, 263 pp. – ISBN 90 234 1271 0


    Paul Broks is neuropsycholoog en docent klinische psychologie. In dit boek geeft hij een aantal beschouwingen over de rol van de hersenen in ons gedrag. Deze worden opgehangen aan case-studies. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de oorsprong van gedachten en gevoelens, van bewustzijn en zelf(besef).

    De stijl is eerder associatief: objectieve gegevens worden afgewisseld met eigen ervaringen. Vlot leesbaar boek.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mensentuin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MORRIS, D., De mensentuin. Utrecht, Bruna Uitg. B.V., 2002, 223 pp. – ISBN 90 449 8003 3


    Dit is een ietwat late Nederlandstalige uitgave van het in 1969 verschenen boek The Human Zoo.


    Morris gaat ervan uit dat de huidige verstedelijkte en sedentaire mens in essentie toegerust is om als jager-verzamelaar te leven, maar door een culturele revolutie een verstedelijkt bestaan leidt. Hij vergelijkt dan ook het gedrag van de moderne mens met dat van dieren in een dierentuin.


    Zijn onderzoek bestrijkt de meeste domeinen van het menselijk leven, en zijn visie is gesteund op nauwkeurige observaties. Ondertussen zijn bepaalde elementen in deze theorie echter achterhaald, en sommige gedragingen kunnen ook op een andere manier verklaard worden. In elk geval zijn een aantal inzichten volgens mij nog steeds actueel, zoals de regels voor dominantie (ook al is het getal 10 wat te gladjes).


    Niettemin is het een interessant boekje, het leest vlot en geeft toch heel wat inzicht in het menselijk gedrag vanuit de ethologische en evolutionaire invalshoek.

     

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!