WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    24-11-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderen van Aristoteles
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RUBENSTEIN, R., Kinderen van Aristoteles. Hoe christenen, moslims en joden verlichting brachten in de donkere Middeleeuwen. A’dam, Anthos/Manteau, 2004, 341 pp. – ISBN 90 7634 187 7


    Historici hebben de Middeleeuwen vaak beschouwd en voorgesteld als een periode van duisternis tussen de klassieke Oudheid en de verlichte Moderne Tijd. De Middeleeuwen zouden, door de dominantie van de kerk en haar dogma’s, een periode zijn geweest van culturele en intellectuele stilstand, waarin het filosofisch debat weinig dieper ging dan de discussie over de vraag hoeveel engelen er op de punt van een naald passen.


    Na de overwinning op de Moren in Spanje in de dertiende eeuw, ontdekte men echter de in het Arabisch vertaalde werken van Aristoteles. Dit veroorzaakte veranderingen zonder weerga. Er kwamen barsten in het monopolie van de kerk op verklaringen van al wat bestond.

    De introductie van de leer van Aristoteles gaf aan de geleerden van die tijd een belangrijke stimulans om ideeën uit te wisselen en in debat te treden. Deze debatten waren de aanzet tot de splitsing tussen rede en geloof, die de basis vormde van de latere wetenschappelijke ontwikkelingen in Europa.


    Ook voor de kerk was deze ontdekking van groot belang. In het begin van de 14e eeuw besloot zij om niet langer de weg van de kerkvaders (o.a. Augustinus) te volgen, maar wel die van Thomas van Aquino, die op basis van de filosofie van Aristoteles een echte theologie opstelde. Men kon het geloof beredeneren en het verstand diende om de openbaring te begrijpen.

    Tegen deze visie kwamen de mystici in het verweer, voor wie geloof in eerste instantie op spirituele ervaringen gebaseerd was. De traditionele kerk heeft sindsdien altijd een dubbelzinnige relatie gehad met de mystieke richtingen.


    Het boek is een boeiend verhaal over, en tegelijk een correctie van mijn kennis van de evolutie in het gedachtegoed van nu nog bekende en lang vergeten denkers (scholastici en theologen) in de late Middeleeuwen. Het boek is tegelijk een opfrissing en verduidelijking van het ideeëngoed van de katharen en andere sekten die zich voor hun leer baseerden op de Aristotelische filosofie.

    Vlot te lezen, voorzien van een uitgebreide notenlijst, bibliografie en dito register.

     

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-11-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De theorie van Nagy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ONDERWAATER, A., De theorie van Nagy. De onverbrekelijke band tussen ouders en kinderen. Lisse, Swets & Zeitlinger, 2003 (6e dr.), 160 pp. – ISBN 90 265 1436 0


    De van oorsprong Hongaarse psychiater Boszormenyi-Nagy ontwikkelde zijn contextuele visie op de gezinsdynamiek uit de systeemtheorie en de psychodynamisch georiënteerde visie op het gezin. Met zijn aandacht voor relationele ethiek benadrukt Nagy in de eerste plaats de existentiële verbondenheid tussen ouders en kinderen, maar evenzeer de verbindingen tussen verschillende generaties in een familie.


    Centraal in de visie van Nagy staat de ethische dimensie van menselijke relaties. Relaties tussen mensen zijn nooit vrijblijvend, maar worden gekenmerkt door een balans van geven en nemen. Wederkerigheid, loyaliteit, vertrouwen, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid, en dialoog zijn inherent aan menselijke relaties. Deze begrippen krijgen in de hulpverlening vaak niet de nodige aandacht. De nadruk op zelfontplooiing in onze maatschappij dreigt deze fundamentele waarden weg te moffelen.


    De theorie van Nagy stamt uit de therapie met problematische gezinnen en kinderen met probleemgedrag. Toch is zijn rijke en diepe visie over de onderlinge ethische verbondenheid van toepassing op elke familie en elk gezin. Ik zou ze eigenlijk willen doortrekken naar alle menselijke relaties. Rechtvaardigheid mag dan een ethisch begrip zijn, het is volkomen in overeenstemming met de recente bevindingen over een inherente eigenschap van de sociale natuur van de mens. Mensen blijken in hun sociale relaties steeds ‘reciprociteit’ of wederkerigheid na te streven. Het is de oorsprong van onze moraal.


    Annelies Onderwaater beschrijft en bespreekt in haar boek eerst de 2 denkkaders die Nagy met zijn visie heeft willen verzoenen. Vooral de systeemtheorie wordt daarbij bondig maar inzichtelijk behandeld.

    In de volgende hoofdstukken komt de theorie van Nagy uitgebreid aan de orde. De geschriften van Nagy zelf zijn niet erg toegankelijk: zijn taal gebruik is complex en hij zet zijn denkbeelden niet duidelijk uiteen. Zijn begrippen blijven vaak vaag gedefinieerd en weinig begrensd.


    Onderwaater probeert met haar boek enige verheldering te brengen. Zij slaagt daar over het algemeen vrij goed in. De visie van Nagy hanteert een geheel eigen begrippenkader, en dat  wordt duidelijk uitgelegd en geïllustreerd met passende voorbeelden. Zij ziet ook de innerlijke tegenstrijdigheden en onvolledigheden in de contextuele visie. Het is daarom verhelderend dat zij ook regelmatig aandacht besteedt aan de verwante de inzichten van de Heidelbergse psychotherapeut Helm Stierlin.


    Geheel eigen aan de psychodynamische wortels, zijn volgens de contextuele visie gedragingen en intermenselijke relaties multipel interpreteerbaar. Dit brengt mee dat men deze visie niet met de standaarden van de wetenschap mag beoordelen. Toch betreft het hier een zeer waardevolle kijk op menselijke relaties, in de eerste plaats in verwantschapsperspectief. De ethische dimensie van menselijke relaties is echter evenzeer te verruimen naar menselijke relaties in het algemeen, tussen niet-verwante groepen, volkeren en naties. Daar gaat Onderwaater niet op in, het valt buiten het bestek van dit boek. Maar wie een fundamenteler inzicht wil in de gang van zaken in recht en politiek kan volgens mij niet naast de contextuele visie van Nagy kijken.


    Achteraan is een uitgebreide bronnenlijst opgenomen. Een aanrader ook voor wie niet meteen bij hulpverlening betrokken is!

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-10-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zin der zotheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MANS, I., Zin der zotheid. Vijf eeuwen cultuurgeschiedenis van zotten, onnozelen en zwakzinnigen. A’dam, SWP, 2004. – ISBN 90 6665 567 4


    Middeleeuwse zotten en dwazen zoals de Franse hofnar Triboulet, de heilige Jozef van Cupertino waren in onze ogen verstandelijk gehandicapt. In hun tijd werden zij echter niet als dusdanig gezien. Eeuwenlang gingen zotten, onnozelen en idioten als ongedefinieerde, vreemde schepselen door het leven. In de achttiende en negentiende eeuw werden idioten benoemd als menselijke wezens met een verstand ‘kleiner dan dat van dieren’.

    Pas in de negentiende eeuw werd zotheid een medische kwestie en ging men verschil maken tussen krankzinnigen als zieken en zwakzinnigen als zwakken van geest. Laatstgenoemden bleken ongeneeslijk, maar wel opvoedbaar.


    Als gevolg van deze veranderde zienswijze werden rond 1900 de eerste medico-pedagogische zwakzinnigengestichten gebouwd. In diezelfde tijd kreeg het onderwijs ook speciale ‘debielenscholen’. De afgelopen eeuw is het aantal scholen en inrichtingen voor zwakzinnigen voortdurend uitgebreid. Inge Mans laat zien dat dit niet alleen meer en betere zorg bracht, maar ook meer segregatie: zwakzinnigen - nu mensen met een verstandelijke handicap genaamd – kwamen tegelijk meer en meer buiten de samenleving te staan. In de jaren zeventig kwam de roep om integratie. Deze is echter niet vanzelfsprekend. De auteur behandelt in het slot waarom die intergratie zo moeizaam verloopt.

     

    Zin der zotheid heeft de diepgang van een wetenschappelijk onderzoek, is boeiend geschreven en vol van verhalen over zin en onzin die mensen door de eeuwen heen scheppen in de omgang met zotten, zwakzinnigen en mensen met een verstandelijke handicap. Het boek is een bewerking van het proefschrift uit 1998. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-10-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ons mens maakt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    RIDLEY, M., Wat ons mens maakt. Aanleg en opvoeding. A’dam/A’pan, Contact, 2004. – ISBN 90 254 1958 5


    De rode draad van dit boek gaat over nature en nurture: is de mens het product van zijn genen of van de opvoeding? Ridley toont op basis van de meest recente bevindingen uit het wetenschappelijk onderzoek aan dat deze vraag een schijnprobleem oproept. Onze genetische uitrusting kan pas ten volle tot ontplooing komen in een bepaalde omgeving, en de omgeving kan het organisme slechts vormen dank zijn zijn genetische uitrusting.


    Het boek gaat in op de meest verscheidene aspecten van het menselijk bestaan, van instincten tot cultuur en moraliteit. Het is een sprankelend verslag van de manier waarop de genen de hersenen vormen en geschikt maken voor het absorberen van ervaringen.

    Het boek bevat zeer veel recente gegevens, en werd door autoriteiten in deze materie als S. Pinker en R. Dawkins zeer positief beoordeeld.


    Het is vlot geschreven, maar vraagt toch heel wat concentratie. Een mooie aanvulling op het recente boek van Steven Pinker (Het onbeschreven blad) en een echte aanrader voor wie in deze materie geïinteresseerd is!

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-09-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verpleegkundige als patiënt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ODEKERKEN, S. (red.), De verpleegkundige als patiënt. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2004, 79 pp. – ISBN 90 313 4131 2


    Een dun, vlot leesbaar bundeltje met verhalen van verpleegkundigen die als patiënt opgenomen werden in het ziekenhuis. Een gelegenheid om even stil te staan bij de andere positie in de hulpverlening: die van patiënt of cliënt. Ongenoegen en gevoelens van miskenning, afhankelijkheid bij wie steeds beredderde, opluchting en geruststelling bij een warme medemenselijke bejegening, het komt allemaal aan de orde. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-09-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De papegaai van de paus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    van UYTVEN, R., De papegaai van de paus. Mens en dier in de Middeleeuwen. Leuven, Davidsfonds, 2003, 299 pp. – ISBN 90 400 8891 8


    In de Middeleeuwen leefden mensen en dieren veel dichter bij elkaar dan vandaag.

    Dieren waren enerzijds bedreigend. Er leefden immers nog vrij veel “wilde” dieren in de uitgestrekte bossen. Anderzijds waren de mensen in grote mate afhankelijk van dieren voor hun levensonderhoud en –wandel.

    Dit bracht mee dat de Middeleeuwers op een andere manier met dieren omgingen dan wij.


    Dieren hadden een speciale betekenis. Mensen werden als dieren voorgesteld en met dieren geassocieerd, aan dieren worden in de talloze fabels menselijke eigenschappen toebedeeld. Tegelijk worden in dierenfabels op een aanvaardbare wijze wantoestanden aan de orde gesteld.

    In de volgende hoofdstukken belicht de auteur verschillende aspecten van de omgang tussen mens en dier in de Middeleeuwen. Heel wat spreekwoorden en gebruiken, die soms nu nog in zwang zijn, worden hierdoor duidelijker. De lezer krijgt ook een levendig beeld van aspecten uit het dagelijkse leven in de Middeleeuwen, waar men meestal niet aan denkt: de voedingsgewoonten, de horden insecten die mensen lastig vallen, de muizen en ratten die meubilair kapot knagen en voorraden opeten.


    Al bij al is het een interessante en zeer uitgebreid gedocumenteerde uiteenzetting over een periode en een onderwerp waarover men meestal niet veel weet. De tekst wordt verlicht met veel sprekende illustraties en anekdotes.

    Het geheel is geschreven in een vlot leesbare taal. Na elk hoofdstuk volgt een selectieve bibliografie.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    24-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het verdriet van Darwin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DE LAENDER, J., Het verdriet van Darwin. Over de pijn en de troost van het rationalisme. Leuven/Voorburg, ACCO, 2004, 378 pp. – ISBN 90 34 5541 2


    De evolutietheorie ligt momenteel nog meer onder vuur dan in het jaar waarin wijlen Jan De Laender, psycholoog, dit boek heeft geschreven. Zijn boek vertrekt van de bedroevende vaststelling dat de evolutietheorie van Darwin in de menswetenschappen zeer lang vijandig is bejegend. De geschiedenis van de menswetenschappen, psychologie, sociologie en antropologie, is de geschiedenis van een gevecht tegen Darwin geweest.


    Dit verzet heeft zijn wortels in het anti-intellectualisme, de antirationalistische ingesteldheid die zeker in de huidige VS verontrustende proporties aanneemt. De verklaring en oorsprong hiervoor ziet De Laender in het feit dat het mensenbrein niet is ontworpen als een kennisapparaat om diep in de wereld door te dringen, maar om de wereld te begrijpen met de hulp van mythen, symbolen, sagen en fantastische verhalen. Het menselijk brein laat zich bovendien gemakkelijk leiden door wishful thinking, het wensdenken. Mensen geven bijna altijd de voorkeur aan een mooi verhaal boven een rationele maar genadeloze waarheid.


    De evolutietheorie vertelt geen ‘mooi’ verhaal. De diepe boodschap van de evolutietheorie is immers dat wij bestaan zonder zin of reden. We zijn voortgebracht door een proces dat geen goedheid kent en een diep egoïsme vormt de kern van al wat leeft. Het heelal is onverschillig voor ons lot, het heeft ons niet gewenst en herkent ons niet. Het verdriet van Darwin was dat hij de consequenties van zijn eigen theorie onder ogen moest zien.


    Aan de hand van een bijwijlen ontroerende biografie van Darwin vertelt De Laender de geschiedenis van de evolutietheorie. Ook de minder bekende Alfred Wallace krijgt zijn gerechtigde plaats in deze geschiedenis, en ook de Oostenrijkse monnik Gregor Mendel.

    Voor Darwin zelf was de idee van evolutie verschrikkelijk ontnuchterend. Maar als wetenschapper is hij erin geslaagd om zijn intuïtieve wensdenken ondergeschikt te maken aan rationeel denken. Hij heeft het altijd moeilijk gehad met de consequenties van zijn eigen ontdekkingen, maar hij had de moed om deze onder ogen te zien.


    Dit kan men niet zeggen van de meeste menswetenschappers, die zeker een eeuw lang hebben geweigerd gebruik te maken van hun natuurlijke basiswetenschap, de  biologie, en inzonderheid de evolutietheorie. Men heeft zich steeds gebaseerd op een verkeerd begrip van het reductionisme en de wetenschappelijke methode. Als psycholoog ervaart De Laender dit zeker niet als verheffend. Pas recent begint men de realiteit onder ogen te zien,  en het roer om te gooien.


    Omdat de theorie van Darwin eenvoudig lijkt, maar het niet is, geeft De Laender ook een beknopte maar zeer verhelderende beschrijving van de essentie van de evolutietheorie. Op het einde besteedt hij aandacht aan de meest voorkomende misverstanden over de evolutietheorie.

    De consequenties van de evolutietheorie zijn ontnuchterend en voor velen pijnlijk. Echte wetenschap doet ons erkennen dat er veel is wat we niet begrijpen. We moeten dus leren leven met onzekerheid. Maar we zijn niet overgeleverd aan magie en occulte krachten, of een God die ons lot bestiert. Het rationalisme biedt de troost dat de natuur niet wispelturig en regelloos is, het is een wereld gebonden aan wetten. De waarheid is immers dat orde, complexiteit, doelgerichtheid en intelligentie vanzelf ontstaan door een vreemd en tegenintuïtief proces.


    Jan De Laender heeft een gedenkwaardig boek neergezet.
    Dit boek situeert zich op de grens van natuurwetenschap, psychologie, geschiedenis en levensbeschouwing. De inhoud blijft actueel in een wereld die steeds meer de weg van de mythe opgaat.

    Het is enorm vlot en onderhoudend geschreven en leest als een trein. De inhoud is diepgaand, inzichtelijk en helder weergegeven. Het is een uniek boek, dat je makkelijk opnieuw ter hand neemt. Het geheel wordt gecompleteerd met een namenregister en een uigebreide bronnenlijst.


    Een echte aanrader zowel voor wie al overtuigd is als voor wie twijfelt en meer wil weten.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat gaat er in dat hoofdje om

    GREENSPAN, S. & N. BRESLAU LEWIS, Wat gaat er in dat hoofdje om? Hoe het denken van uw baby, peuter en kleuter zich ontwikkelt. (Vert. Building healthy minds) Utrecht/A’pen, Kosmos-Z&K, 2003 (3e dr.), 320 pp. – ISBN 90 215 9771 3


    Bovenaan het verlanglijstje van de meeste ouders staat de wens dat hun kinderen zowel verstandig zijn als sociaal vaardig. We hopen ook dat ze weten hoe ze zich moeten gedragen en weten wat goed en slecht is. We willen ook dat ze zelfvertrouwen hebben, doorzettingsvermogen en flexibiliteit.


    Deze verschillende vaardigheden staan niet los van elkaar. Leren en denken doen we niet alleen met ons verstand, maar ook met ons gevoel. En voor het omgaan met onze gevoelens gebruiken wij ons verstand. De emotionele en verstandelijke ontwikkeling van een kind zijn heel nauw met elkaar verweven. Emotionele interacties spelen immers een veel grotere rol bij het verstandelijk functioneren dan men ooit heeft gedacht. Dit is de kernboodschap van de auteurs. En meteen ook reiken zij het belangrijkste pedagogische hulpmiddel aan: de relatie met de ouder of opvoeder.


    Door meer dan 25 jaar van observaties en onderzoek hebben de auteurs de mijlpalen in de ontwikkeling leren onderscheiden. Het gaat om 6 typen essentiële ervaringen die zich voordoen in een fase van de eerste zes levensjaren van een kind. Ze lopen parallel met de groei van belangrijke gebieden in de hersenen.


    Hiervan hebben de auteurs een schema gemaakt, de ontwikkelingsgroeicurvekaart. Dit schema laat zien hoe goed een kind zijn verstandelijke en emotionele capaciteiten gebruikt om problemen op te lossen. Met behulp van deze kaart kan de ontwikkeling van een kind gevolgd worden, maar ze is vooral nuttig om te detecteren wanneer een kind een zetje kan gebruiken. Dit is zeer belangrijk voor de opvoeding en begeleiding van kinderen bij wie de ontwikkeling niet vanzelf gaat. De auteurs hebben hun inzichten met succes toegepast bij kinderen met leer- en gedragsstoornissen. Deze ervaringen worden in het boek dan ook regelmatig beschreven.


    In het boek krijgt elke fase een apart hoofdstuk toebedeeld. Hier wordt verhelderd wat er gebeurt, waarop je als ouder dient te letten en waarom, welke problemen zich kunnen voordoen en hoe je deze kan aanpakken. In bijlage zijn de ontwikkelingsgroeicurvekaart opgenomen en een overzicht van de zes belangrijke ontwikkelingsfasen en de groei van de hersenen.


    Dit is zeker een belangrijk boek, zowel voor ouders als voor professionele begeleiders van jonge kinderen of van oudere kinderen en volwassenen met een ontwikkelingsvertraging. De verschillende fasen worden nauwgezet en gedetailleerd uitgewerkt.


    Het geheel nodigt echter niet echt uit tot lezen. Een overvolle bladspiegel, relatief kleine letters, en dito regelafstand plegen een behoorlijke aanslag op de aantrekkelijkheid. Het boek is bovendien nogal dik, je moet er al heel wat tijd voor uit trekken. Dat is nu net waar jonge ouders, die er hun voordeel mee kunnen doen, zo’n gebrek aan hebben. Een meer leesbare versie zou dan ook heel welkom zijn, want het is een waardevol werk. Voor professionele begeleiders echter wel een degelijk naslagwerk.


    ©  Minervaria


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het raadsel van het kompas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ACZEL, A.D., Het raadsel van het kompas. A’dam, Prometheus, 2002, 150 pp. – ISBN 90 446 0024 9


    Aczel is wiskundige en hoogleraar statistiek. Met zijn vader heeft hij als kind ettelijke jaren doorgebracht op een zeevaartschip, waar hij heeft leren navigeren.


    De uitvinding van het kompas was bepalend voor de westerse geschiedenis. Een van de oorzaken van de bloeiende koopmanschap van naties als Venetië, Engeland en Holland was het gebruik van het magnetische kompas. Hierdoor verbeterden navigatiemogelijkheden zodanig dat goederen veel sneller konden vervoerd worden. Het kompas was het eerste instrument dat het handelsreizigers mogelijk maakte om op het land, ter zee en veel later in de lucht hun richting te bepalen, onder vrijwel alle mogelijke omstandigheden, zowel overdag als ’s nachts.


    Het verhaal van het kompas is een verhaal van menselijke intelligentie en vindingrijkheid, een verhaal van uitvindingen, innovaties en kansen.

    In dit boek onderzoekt ACZEL het mysterie achter die uitvinding, en legt uit hoe die de wereld veranderde. Het staat ook vol wetenswaardigheden over de wijze waarop in de voorbije eeuwen mensen onbekende gebieden verkenden, en exploreerden.


    Het boekje leest heel vlot en blijft interessant tot het einde.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mens, moraal en vrijheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MIDGLEY, M., Mens, moraal en vrijheid. Over goed en kwaad bij een denkende primaat. Baarn, Ten Have, 1998, 255 pp. – ISBN 90 259 4725 5

    Mary Midgley is gepensioneerd docent filosofie aan de universiteit van Newcastle. Haar interesse gaat vooral uit naar de verhouding tussen mens en dier, evolutie en het verband tussen wetenschap en het dagelijks leven.


    Het hoofddoel van dit boek is een duidelijk verband te vinden tussen ons evolutionaire en ons morele denken. Haar vraag is of de wetenschap een antwoord kan geven op de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.

    Allereerst maakt Midgley een kritische analyse van de wetenschap en haar methodes. Zij stelt vast dat de wetenschappelijke methode vooral gekenmerkt wordt door reductionisme. Dit is misschien wel een handige methode om inzicht te krijgen in de aard en de werking van de verschillende elementen van een verschijnsel. Maar er zitten een aantal addertjes onder het gras.


    Complexe verschijnselen worden aldus onterecht versimpeld. Bepaalde verklaringen krijgen een soort monopolie waardoor niet alle dimensies van een fenomeen in de verklaring worden betrokken. En er ontstaat een asymmetrische relatie: wat gereduceerd werd wordt niet meer samengevoegd.

    Voor de natuurwetenschappen is dat nog niet zo erg, alhoewel het in de biologie al voor problemen zorgt. Maar voor de sociale wetenschappen is dit gevaarlijk. Dit is heel duidelijk in de economie, waar het utiliteitsbeginsel heeft geleid tot ongebreideld enthousiasme voor een ongecontroleerde vrije markt.

    Moraal en menselijke vrijheid behoren tot het domein van de menselijke geest, de vraag is nu hoe deze kan verzoend worden met de bevindingen van de moderne wetenschap, en meer bepaald de studie van dierlijk gedrag en de evolutietheorie.


    Na deze lange introductie, soms met veel herhaling maar achteraf bezien wel noodzakelijk, spitst de auteur zich toe op resp. moraal en vrijheid.

    Zij gaat hierbij uit van de aard van de mens en het menselijk handelen. Nu volgt een boeiende uiteenzetting. Hieronder volgt een uiteraard onvolledige en subjectieve samenvatting van de gedachtegang van de auteur.


    Een cruciaal punt in haar redenering lijkt mij het onderscheid tussen oorzaken en redenen. Mensen handelen en laten niet zonder meer krachten op hen inwerken, die hun handelen zouden veroorzaken. De vergelijking met een vulkaan is hierbij zeer illustratief. Ook al spelen zich in de hersenen gebeurtenissen af, die veroorzaakt worden, het menselijk handelen wordt gestuurd door redenen. Die redenen resulteren uit die gebeurtenissen, maar vallen daar niet mee samen. De mens handelt vanuit een subjectieve evaluatie van keuzemogelijkheden.

    Wat tonen ethologische studies aan over moraal en vrijheid? In de eerste plaats is duidelijk dat de mens essentieel een sociaal dier is, gericht op samenwerking. Het leven in groepsverband is slechts mogelijk op basis van diepgewortelde sociale gevoelens en afhankelijkheid. Verder zijn voor de samenwerking sociale regels nodig. Deze vormen de grondslag voor de moraal. Maar de aanwezigheid van een moraal betekent nog niet dat men kan kiezen.


    Bij elke vorm van samenwerking is bovendien instemming vereist. Instemming onder de vorm van wederzijdse emotionele afhankelijkheid en welwillende aanvaarding gebeurt op basis van op zijn minst het rudiment van een (vrije) wil.

    Wat maakt het dan mogelijk dat de mens een vrije wil heeft?

    Hiervoor keert Midgley terug naar het onderscheid tussen oorzaken van gedrag en redenen voor het handelen. De mens is subject en object tegelijk, en kan min of meer bewust de keuzemogelijkheden evalueren.


    Hij is zich ook bewust van zichzelf en conflicterende neigingen in zichzelf, nl. concurrentie of coöperatie. Maar om toch als geheel op te treden, en dit conflict te verzoenen, kan en moet hij wel kiezen.

    Haar besluit: vrijheid is gelegen in de poging om eenheid te brengen in het innerlijke conflict, om –als gehele persoon – te kiezen wat men zal doen.


    Dit was al bij al zeer boeiende en uitdagende lectuur. Vlot te lezen, zeker de laatste delen. Een aanrader voor al wie geïnteresseerd is in de oorsprong en betekenis van de menselijke moraal en vrijheid.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Praktisch verstand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KARS, T., Praktisch verstand. Klein handboek voor non-conformisten. A’dam, Querido, 2003, 192 pp. – ISBN 90 214 7002 0


    De titel van dit handzame boekje is ontleend aan de Griekse wijsgeer Epicurus, die praktisch verstand als het hoogste goed beschouwde.


    Kars heeft de raad van Seneca opgevolgd: ‘wat wij de filosofen horen verkondigen, en wat wij in hun geschriften aantreffen, moeten wij toepassen bij ons streven een gelukkig leven te leiden.’

    In dit boekje heeft Kars de som van zijn lees- en levenservaringen weergegeven, een soort vademecum voor een gelukkig leven. Zoals de titel zegt: het is een handboek voor non-conformisten, voor wie zich niet gebonden acht aan onzinnige sociale regels. Het resultaat is een sublieme verzameling van  wijsheden, waarin iedereen zichzelf wel een beetje zal herkennen. Het is een compilatie van korte en minder korte bespiegelingen over de meest verscheidene onderwerpen uit het dagelijks leven, en een bonte verzameling van praktische ideeën en wenken. Kars baseert zich hiervoor op een beperkt aantal tenoren uit de wereldliteratuur. Een aansporing om een paar van deze werken ook zelf te lezen.


    Door zijn handig formaat valt het boekje makkelijk mee te nemen naar elke gelegenheid waar je vermoedelijk zal moeten wachten. De verschillende onderwerpen zijn bovendien achteraan nog eens in een lijst opgesomd, zodat je heel eenvoudig iets kan terugvinden over een onderwerp dat aan de orde is.


    Leest als een trein, en je wordt er ook nog wijzer van. Een luchtige aanrader!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het land van de stilte
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BROKS, P., Het land van de stilte. Neurologische vertellingen. A’dam, De bezige Bij, 2003, 263 pp. – ISBN 90 234 1271 0


    Paul Broks is neuropsycholoog en docent klinische psychologie. In dit boek geeft hij een aantal beschouwingen over de rol van de hersenen in ons gedrag. Deze worden opgehangen aan case-studies. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar de oorsprong van gedachten en gevoelens, van bewustzijn en zelf(besef).

    De stijl is eerder associatief: objectieve gegevens worden afgewisseld met eigen ervaringen. Vlot leesbaar boek.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mensentuin
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MORRIS, D., De mensentuin. Utrecht, Bruna Uitg. B.V., 2002, 223 pp. – ISBN 90 449 8003 3


    Dit is een ietwat late Nederlandstalige uitgave van het in 1969 verschenen boek The Human Zoo.


    Morris gaat ervan uit dat de huidige verstedelijkte en sedentaire mens in essentie toegerust is om als jager-verzamelaar te leven, maar door een culturele revolutie een verstedelijkt bestaan leidt. Hij vergelijkt dan ook het gedrag van de moderne mens met dat van dieren in een dierentuin.


    Zijn onderzoek bestrijkt de meeste domeinen van het menselijk leven, en zijn visie is gesteund op nauwkeurige observaties. Ondertussen zijn bepaalde elementen in deze theorie echter achterhaald, en sommige gedragingen kunnen ook op een andere manier verklaard worden. In elk geval zijn een aantal inzichten volgens mij nog steeds actueel, zoals de regels voor dominantie (ook al is het getal 10 wat te gladjes).


    Niettemin is het een interessant boekje, het leest vlot en geeft toch heel wat inzicht in het menselijk gedrag vanuit de ethologische en evolutionaire invalshoek.

     

    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onvermijdelijke illusies

    PALMARINI, M.P.,  Onvermijdelijke illusies. Hoe beredeneringsfouten ons denken beheersen. Utrecht, Het Spectrum, 1996, 224 pp. – ISBN 90274 4761 6


    Wanneer mensen beslissingen nemen of oordelen uitspreken, denken zij meestal dat zij dat doen op een rationele basis. Cognitief psychologisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat dit niet klopt. Mensen beslissen over soms heel belangrijke zaken intuïtief op basis van de illusie van rationaliteit. Dit gaat niet alleen op voor de gewone, maar evenzeer voor de hoger opgeleide mens.


    In zijn boek noemt Palmarini deze cognitieve illusies “tunnels van de geest”. Deze manier van denken is vastgeankerd in de wijze waarop ons brein werkt en hoort daarom tot ons cognitieve onbewuste. Mensen denken en oordelen niet spontaan op grond van rationele en logische wetmatigheden, maar op basis van intuïtie die zij ten onrechte als rationeel beschouwen.

    Deze tunnels werden ontdekt en onderzocht in verband met kansberekening waarin mensen de uitkomst van een situatie moeten beoordelen op basis van een paar beperkte gegevens. Dit is ook de gang van zaken in het dagelijks leven: mensen moeten vaak keuzes maken in situaties van onzekerheid, ze richten hun gedrag op een onbekende toekomst, en gebruiken hiervoor een beperkt aantal gegevens uit verleden en heden.


    Uit de experimenten over kansberekening van Tversky en Kahnemann blijkt dat mensen beslissingen nemen op basis van verschillende cognitieve illusies of tunnels, waarvan zij zich niet bewust zijn. Sterker nog, zij zijn er meestal van overtuigd dat hun beslissing een hoge mate van rationaliteit en logica bezit.

    In een omvangrijk hoofdstuk bespreekt de auteur acht verschillende mentale tunnels waarin mensen bij kansberekening verzeild raken.

    Een ander hoofdstuk is minstens even interessant. Hier bespreekt de auteur de consequenties van deze cognitieve illusies voor het redeneren van alledag. Hij noemt ze de zeven hoofdzonden, omdat ze volgens hem de meest ernstige en verraderlijke gevaren vormen voor onze kennis. Dit is meteen het meest leesbare hoofdstuk, en de inhoud is zeer herkenbaar.


    Ook al is het intuïtieve denken in ons brein geankerd, toch is de conclusie optimistisch. Als wij ons bewust worden van ons cognitieve onbewuste, kunnen wij redeneringsfouten vermijden. Dit doet sterk denken aan de conclusie van de psychoanalyse m.b.t. het (emotionele) onbewuste.

    Logica en rationaliteit zijn in het menselijk denken niet vanzelfsprekend, maar het feit dat wij deze ontdekt hebben wijst ons op de mogelijkheid om er gebruik van te maken. We kunnen rationaliteit oefenen, onze grenzen herkennen en daardoor onze oordelen verbeteren.
    Als afsluiter presenteert de auteur de “supertunnel”, waar zelfs Nobelprijswinnaars en illustere professoren in de wiskunde zich laten bedotten.


    Naar inhoud zeer interessant en leerrijk, naar vorm minder geslaagd. Een meer systematische benadering van het onderwerp was nuttig geweest.

    Hier en daar worden zaken gezegd die tegengesteld zijn aan de gepresenteerde theorie. Slordige vertaling? Of een cognitieve illusie? 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-06-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ontdekkers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BOORSTIN, D., De ontdekkers. De zoektocht van de mens naar zichzelf en zijn wereld. A’dam/Brussel, Elsevier, 1987, 798 pp. – ISBN 90 10 05931 6


    Een monumentaal boek over de geschiedenis van de menselijke ontdekkingen. Deze wordt behandeld over 4 grote domeinen: de ontdekking van de tijd, de aarde, de natuur en de samenleving.


    Die reis, die vaak als één grote triomftocht wordt voorgesteld, blijkt toch veel kronkeliger dan gedacht. Grote figuren passeren de revue, en naast hun baanbrekende inzichten en ontdekkingen huldigden zij vaak (zoals Newton) conservatieve uitgangspunten. Minder gekende ontdekkers waren soms meer visionair en revolutionair, maar hebben geen prominente plaats veroverd in de geschiedenisboeken. De auteur geeft ons ook een beeld hoe dat komt.


    Het is een zeer boeiend boek, maar echt niet in één ruk uit te lezen. Gelukkig maakt de vlotte schrijfstijl het mogelijk om op ieder moment de draad weer op te pakken na een paar hoofdstukken. Het was heel leerrijke lectuur.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De anatomie van de hoop
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GROOPMAN, J., De anatomie van hoop. Over de rol van hoop en optimisme bij ziekte en genezing. Utrecht, Kosmos-Z&K Uitg., 2004, 252 pp. – ISBN 90 215 9747 0

    Groopman is oncoloog, arts en hoogleraar. In prachtig vertelde verhalen uit zijn artsenpraktijk en ook over zijn eigen genezingsproces van een ernstige en pijnlijke aandoening, leert hij ons dat er meer is dan wetenschap en techniek. Hoop is vaak een cruciale factor in het genezingsproces. In twee interessante hoofdstukken belicht de auteur ook de biologische grondslag van hoop en veerkracht.

    Het is een vlot leesbaar boek. De persoonlijke ervaringen en het leerproces van de auteur vormen het uitgangspunt voor doorleefde en doordachte inzichten m.b.t. het opwekken en stimuleren van hoop bij mensen die geconfronteerd worden met een ernstige bedreigende levensopdracht.

    Het is ook een ontroerend boek. Een aanrader voor wie geïnteresseerd is in de beleving van ziekte en gezondheid.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrouwenkloosters in Venetië
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LAVEN, M., Vrouwenkloosters in Venetië. Slotzusters en gebroken geloftes in de Renaissance. A’dam, Contact, 2004, 320 pp. – ISBN 90 254 1500 8


    Tussen 1500 en 1700 behoorde Venetiê tot de 10 grootste steden in Europa. Aan bijna elk kanaal stond een vrouwenklooster en nonnen doken overal op in het dagelijks leven. Niet alleen vrouwen met een religieuze roeping werden non; ook dochters van de Venetiaanse upper class werden in een klooster gedumpt  om versnippering van het familiefortuin te voorkomen. Zij kregen dan een jaarlijkse toelage van de familie.


    Het dagelijkse leven in een klooster was daardoor ook doortrokken van familiale belangen, en de onderlinge verhoudingen tussen de nonnen was een weerspiegeling van de sociale verhoudingen buiten de kloosters. Er werd feest gevierd, gedanst en men ging er modieus gekleed.

    In de loop van de zestiende eeuw werden de vrouwenkloosters, als gevolg van de Contrareformatie, veel strenger. Er werden visitatiecommissies georganiseerd, en de nonnen werden streng beperkt in hun mogelijkheden. Dit had vooral desastreuze gevolgen voor zij die onvrijwillig in het klooster hun leven moesten slijten.


    Aan de hand van deze visitatierapporten en rechtbankverslagen schetst de auteur een beeld van de verborgen wereld van de nonnen. Het boek is zeer goed gedocumenteerd, met een uitgebreide noten- en bronnenlijst. De auteur slaagt er ook in om de lezer even te laten aanvoelen hoe de leefsfeer in die tijd kan geweest zijn: o.a. het tijdsbesef, de referentiepunten die de mensen toen hanteerden, de mentaliteit.

    Leest vlot.  

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruimte om te sterven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LEGET, C., Ruimte om te sterven. Een weg voor zieken, naasten en zorgverleners. Tielt, Lannoo, 2003, 199 pp. – ISBN 90  209 51545 9


    De auteur van dit boek is theoloog, en is nu docent medische ethiek te Nijmegen.

    Zijn beweegreden voor dit boek hangt samen met de wijze waarop het levenseinde de afgelopen jaren in Nederland in beeld gekomen is. In tegenstelling tot de technische discussie over de dood, wil de auteur aandacht besteden aan het sterven. Hij wil de vragen die opkomen bij het einde van het leven plaatsen in het kader van de vragen naar ‘het goede leven’: zoals de levenskunst is er ook een stervenskunst.


    Hij kiest hiervoor een originele inspiratiebron: de oude traditie van de middeleeuwse ‘ars moriendi’. Die stelt vijf spanningen centraal die in vrijwel ieder sterfbed aan de orde zijn.

    De auteur maakt van deze oude traditie een creatieve vertaling. In het middeleeuwse model ging het telkens om 2 polen die elkaar uitsluiten, waarbij de stervende moest kiezen voor de ‘goede’ pool. Leget benadrukt het belang van beide polen en belicht het stervensproces in het licht van een spanningsveld tussen beide polen. Dit noemt de auteur de innerlijke ruimte om te sterven. De taak van de andere is om de stervende te helpen deze innerlijke ruimte te verwerven en te exploreren.


    De auteur heeft een tijdlang meegewerkt in twee verpleeghuizen. Het boek is dus de neerslag van een visie die getoetst is aan praktische ervaring.

    Leget schrijft vanuit een christelijk geïnspireerde visie, maar vertrekt in elk hoofdstuk vanuit een algemeen humanistische beschouwing. De vertaling van de spanningen voor gelovige mensen wordt in elk hoofdstuk afzonderlijk besproken. Het is dus mogelijk dit over te slaan als men dat wil, zonder dat het boek aan waarde verliest.


    Een aanrader voor wie wil stilstaan bij een zeer menselijke en agogische benadering van het stervensproces. Minpunt: het soms wollig taalgebruik valt gaandeweg meer op (waarschijnlijk een verzadigingseffect). Niettemin toch vlot leesbaar.

    Voor wie, al dan niet als hulpverlener, regelmatig of zelfs af en toe met stervende mensen te maken heeft toch een aanrader. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke handicap
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KARS, H. & J.H.J. ZWETS, Problemen met het gedrag van mensen met een verstandelijke handicap. Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1998. – ISBN 90 313 2478 7


    Een goed toegankelijk inleidend boek over het onderwerp. Uitgangspunt is dat problemen met het gedrag nooit op zichzelf staan, maar zich altijd voordien in relatie tot andere mensen en binnen de context van een bepaalde leefomgeving. Hieraan wordt uitvoerig aandacht besteed.


    Het onderwerp wordt systematisch en volledig behandeld. Ook de neurologische basis van (probleem)gedrag wordt belicht. In afzonderlijke paragrafen komen een hele rij algemene en specifieke gedragsproblemen aan de orde, met hun achtergronden en behandeling. Het boek besluit met en algemene systematische visie op de omgang met gedragingen die als problematisch worden ervaren. Medicatie komt hierbij ook uitgebreid aan de orde.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2004
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bouwen aan zelfvertrouwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BISSCHOP, M., Bouwen aan zelfvertrouwen. Als tiener anders denken over jezelf. Tielt, Lannoo, 2004, 125 pp. – ISBN 90 209 5723 6


    Als een schoolkind tiener wordt verandert er heel wat op korte tijd. Niet alleen het lichaam verandert, maar ook de wijze waarop de tiener in het leven staat. Daar zijn die jonge mensen, en evenmin hun ouders, vaak nauwelijks op voorbereid.

    Tieners gaan ook anders denken. Hun hersenen zijn nog in volle ontwikkeling. Pas de laatste jaren is hier aandacht aan besteed.

    Voor veel tieners breekt een chaotische tijd aan. De dingen zijn niet meer vanzelfsprekend. Ze denken meer na, over gebeurtenissen, anderen en zichzelf. Vooral meisjes hebben het er nogal eens moeilijk mee en verliezen vaak veel van het zelfvertrouwen dat ze in hun lagere schooltijd hebben opgebouwd.


    Marijke Bisschop schreef daarom dit boekje voor de tiener zelf. Op een zeer bevattelijke wijze legt ze uit wat er op deze leeftijd allemaal verandert en hoe een tiener zelf de chaos in zijn/haar hoofd beter te lijf gaat. Tieners hebben vaak sombere gedachten over zichzelf en anderen.

    Stap voor stap legt ze uit hoe je als tiener met de sombere gedachten en gevoelens kan omgaan, en hoe je ze kan laten plaats maken voor meer positieve gedachten en gevoelens. De recepten zijn niet alleen toepasselijk voor tieners maar voor ons allemaal.


    Het boekje is geschreven op de maat van jonge tieners, van 11 tot 14 jaar. Het is geïllustreerd met de leuke tekenfiguurtjes Posi en Nega.

    Een aanrader voor tieners én voor hun ouders!


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!