Zondagochtend, halfzeven,
ik ontwaak, glip stilletjes uit bed om mijn vrouw niet te wekken en verdwijn in alle stilte in de badkamer. Eenmaal in mijn rennersoutfit, ga ik op m'n tenen naar de garage om de banden van mijn fiets op te pompen. Bij het openen van de garagepoort slaat de ijskoude sneeuwregen me in het gezicht. Alhoewel ik al erger heb meegemaakt , besluit ik toch maar eerst naar het weerbericht te luisteren op de radio. De weersvoorspelling is dramatisch: sneeuw, ijzel, hagel, stormwind... Uiteindelijk besluit ik maar terug te gaan slapen. Ik kleed me uit en, terug in bed, kruip ik dicht tegen mijn vrouw haar rug aan en fluister: "Het is verschrikkelijk slecht weer!" Waarop mijn vrouw, half slapend, antwoordt: Kan je geloven dat mijn man dáárin is gaan fietsen!"
|