Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
21-06-2012
Cooling down
Sportmannen lopen na hun loopwedstrijd nog even uit of stretchen hun spieren.
Ik was daar nooit een held in en gaf er de voorkeur aan om gewoon aan te komen , even uithijgen en dan de douche in, als die er was.
Maar hier ben ik begonnen aan mijn "cooling down": Een korte etappe van 20km.
Vanmorgen sliepen we nog om 6u45, dat was al lang geleden. Een afscheidsgeschenk van St. Jacobus misschien?
En we hadden toch al de tijd. Onderweg zie ik een dame lopen op 1 slipper en 1 botin. Daar neem ik stiekem een foto van.
Een beetje later stap ik ze voorbij. "Ça va, le pied ?" Geen antwoord. "You have a blister?" probeer ik nog eens? En ja hoor, nu heb ik wel contact.
Het zijn 2 dames van Denemarken, met mooie Deense namen die ik even snel weer vergeet als ze uitgesproken zijn. Mijn hoofd zit vol....
Ze zijn samen voor een week op stap en ja, ze ervaren de "weg" zoals hij kan zijn, mooi maar onverbiddelijk voor beginners met de verkeerde schoen.
Gelukkig zijn ze bijna aan de meet, nog 30 km...
Waar heb ik dat nog meegemaakt? A ja, ik weet het weer, In Bornem natuurlijk, tijdens een van mijn dodentochten, maar ook op mijn pelgrimstocht de dagen na Le Puy-en-Velay en St.Jean-Pied-de-Port liep het vol met "beginners met hun voeten vol bleinen".
Ondertussen komen we al aan in Pedrouzo na 20km rond de middag, onze laatste halte voor Santiago de Compostela.
STOP , een korte etappe vandaag, en zachtjes uitbollen.
Per toeval (???) komen we terecht in een "aangepaste" albergue : Er speelt heel de tijd rustgevende Oosterse muziek, gelijk in een sauna. Dat doet deugd : geen drukke Spanjaarden vandaag ( behalve juist nu komen er 6 binnengestapt). En een aangename gastheer, die het niet alleen voor de centen doet...
Op de koop toe kom ik nog een Hollandse meid tegen die in Maastricht vertrokken is.
Ze heet Heleen en we kunnen gezellig wat bijpraten buiten op het terras in de tuin.
Morgenmiddag zal ik aankomen in het einddoel, SANTIAGO DE COMPOSTELA.
Wie had dat ooit gedacht, buiten ikzelf en enkele andere kenners natuurlijk!!
Hij vertrok , ik denk in St Jean-Pied-de-Port , met zijn vriend.
Maar het loopt niet altijd even lekker want de copain kan 's morgens niet snel genoeg op weg zijn en stapt als een PGV (pèlerin à grande vitesse) zijn etappe van 20-25km.
Zo komen ze dus al rond de middag, doodmoe (de copain) aan op hun volgende bestemming.
De copain is daarenboven ook nog een snurker, dus slapen ze zoveel mogelijk op een kamer met 2 en niet op een zaaltje.
Gisteren was het niet anders en Chris was kort na de middag al een beetje verloren rond aan het wandelen toen hij te horen kreeg dat ik zijn taal sprak.
Chapeau Chris voor jou camino met je vriend, en zoals ik je al zei: "Kom nog eens terug, alleen voor jou camino want je kunt het , je hebt de spirit."
Vanmorgen hadden we even een bibbermoment: We verlaten onze gite om aan de overkant van de straat een ontbijt te nemen in een café samen met Charlotte en Henk. Als we willen vertrekken steken we de straat weer over om onze rugzakken op te pikken maar we staan voor een gesloten deur van onze gite. De meeste pelgrims zijn al een hele poos weg , maar wij namen onze tijd omdat we toch maar een korte etappe wilden stappen vandaag. Gelukkig komt de laatste (?) pelgrim juist op dat moment naar buiten gestapt, zodat we kunnen binnen glippen om onze rugzak op te halen!
Juist genoeg om te vertellen dat ik wou gaan boodschappen doen met Mimi en Patou voor onze diner. Als ik buiten kom steekt iemand de straat over in mijn richting : " Jij zou ook een Belg zijn?" Dat was het begin van mijn ontmoeting met Chris uit Torhout, op stap met zijn copain Roger. Meer hierover op een andere keer. Morgen volgt een rustige dag tot ? Niet te dicht bij santiago want daar zijn er enkel maar dure hotelletjes beschikbaar en dat is niet in oveeenstemming met mijn budget.
Hallo daar in België ! Ik voel me vandaag een beetje als in de Tour de France: de bergritten zijn gereden, ook de tijdritten en de ploegentijdrit zitten erop, de prijzen zijn gedeeld en het podium ligt al vast, als er geen malheuren meer gebeuren. Enkel het klinken van het glaasje champagne met de ploegleider al rijdend voor de tv-camera in de laatste rit en het rondtoeren op de Champs-Elysées moet nog gebeuren. Maar ook die overgangsritten voor de laatste dag kunnen nog verrassingen inhouden! Om te beginnen voel ik vandaag allemaal andere dingen in mijn lijf !! Gisterenavond ineens een pijnscheutje in mijn kuit toen ik ging kijken of de bar nog open was (om 20u30 !!! dat is toch nog een redelijk uur hé voor een pelgrim?) Vanmorgen een krampke tijdens het stappen in mijn teen. Ook mijne schouder doet weer pijn, maar nu op een andere plaats. Een lijf is toch iets raar... 2700 km gestapt en ineens begint het weer wat op te spelen ???
Maar er valt ook nog plezant nieuws te rapen. Al stappend stak me een jonge Spaanse voorbij met blonde krulletjes. "Ola, buen camino" zeg ik dan natuurlijk. Ze spreekt ook vloeiend Frans en we hebben een leuke babbel over koetjes en kalfjes. Ze wordt wel begeleid door 2 jonge Spaanse bewakers die ze op de camino heeft ontmoet, maar die niks verstaan van onze conversatie, dus af en toe vertaalt ze wat voor hen. Ze heet Laia en woont ergens in Barcelona,Catalonië.
In de namiddag kom ik ook een Nicolas Bello tegen en hij woont in de omgeving van Avignon, sinds hij gepensioneerd is. Voordien woonde hij heel dicht bij Patou en Mimi in Montbéliard en werkte daar in de grote Peugeot fabriek. Hij is ook thuis vertrokken en heeft er al een 1700km op zitten via "la Voie d'Arles". We hebben dezelfde geweldige ervaringen gehad in onze lange tocht, en zo vliegt mijn dag weer voorbij. Geen tijd om aan die kleine kwaaltjes van hierboven te denken als je stapt en tatert. Ik ben nu in Arzua, op 40km van het einddoel gestrand. Vrijdag zullen we in Santiago aankomen , als het goed gaat. Hopelijk blijft het weder droog.
Na de boodschappen lopen we langs een terrasje. Er zitten 2 koppels uit Nederland. De ene dame masseert de tenen van de andere dame. Ik neem een stoel en zet me ernaast. Ik bied mijn voet aan... "Jamaar, hij moet wel gewassen zijn." "Ik heb juist een douche genomen" repliceer ik. "Het is wel 2 euro per teen zegt de echtgenoot ernaast." Ik heb het al begrepen, dit wordt weer niks. Ja, soms loopt het op de Camino niet zoals je hoopt dat het zou kunnen lopen
Toch hou ik de moed erin hoor.
En vergeet niet om de mooie projectjes van kinderdagverblijf "het Veer" te sponsoren. Hiervoor mijn oprechte dank bij voorbaat.
In Portomarin was er verder niet veel te beleven. Ik ontmoette er aan de kerk weer de verstokte roker uit England, die ik voor het eerst tegenkwam in Foncebadon. Hij beweert dat hij 's morgens altijd heel vroeg vertrekt. Al enkele dagen stapt hij verder aan ons tempo. Ik kan het niet goed plaatsen maar ik gun hem het voordeel van de twijfel. Ook zag ik in een café 3 religieuzen, 3 nonnen, naast mij op internet hun mailtjes lezen, en plezier dat ze samen hadden op hun pelgrimstocht. Zoals een hongerig paard de stal ruikt, zo trekken wij ook verder naar ons doel. Elke 500m staat er nu een paaltje langs de weg dat ons helpt bij het aftellen van de kilometers tot in Santiago de Compostela. We begonnen vanmorgen bij het paaltje van 90 km toen we Portomarin verlieten rond 8u. Toen ik ter hoogte van km-paaltje 75 was kwam er een SMS-ke toe van Hugo. Voor degenen die het al vergeten waren: ik ben thuis vertrokken op 3 maart en ik kwam in Reims, na 350km stappen, de eerste pelgrim tegen in de kathedraal daar. Dat was Hugo die ook op 3 maart vertrokken was van bij hem thuis in Oostakker. Hij bleef een dag langer in Reims dan ik, en nu, 3 maanden later en 2200 km verder is hij weer in mijn buurt gekomen. Hij had vandaag al stappend een ontmoeting gehad met Charlotte en Henk, " de Carixxen" waar ik al zoveel mooie momenten mee heb beleefd de laatste weken in Spanje. Als zij horen dat hij Vlaams spreekt zeggen ze , "we kennen nog een Vlaming hier, Mark". "Toch niet Mark Dejongh?" ..... We spreken af in Palas de Rei, waar ik mijn trip eindig voor vandaag. Een kwartiertje nadat ik Drappy, mijn rugzak, naast mijn bedje gezet heb in onze kamer voor 11 personen op de 2e verdieping komt hij daar aan. Het wordt een heel erg intens weerzien. Hij ziet er stralend uit en is ook enkele kilo's kwijtgespeeld. Hij heeft dezelfde avonturen mogen beleven als ik. Dit is zo moeilijk uit te leggen: vele weken alleen in de harde mooie natuur van Reims, via Vézelay tot in Le Puy- en-Velay. Ook door de sneeuw geploeterd (en dan nog wel op zijn eentje) op col du Béal en col des Supeyres. Dan de grote trek vanuit Le Puy-en-Velay op de Camino Podiensis richting St Jean-Pied-de-Port van al die Fransen, Duitsers, enkele Belgen en nog vele andere nationaliteiten. Na een maand zijn er al velen weer terug naar huis, of ze stoppen aan de voet van de Pyreneeën. Maar wij stapten allebei nog verder door elk aan zijn tempo, los van elkaar: de tocht van bijna 800 km door Spanje langs de Camino Frances. We proberen een beetje bij te praten en dan trekt hij weer verder want hij stapt nu dagelijks veel langere etappes dan ik: ieder zijn Camino. Ik ben weer een heel speciale mooie ervaring rijker als ik zijn rugzak nastaar...
Saphia is de tekst die op het petje stond van de Japanse. Ze zat bij de aankomst in Portomarin op de trap aan de ingang van het dorpje. Vlug een foto van het verloren en dan weergevonden voorwerp, met de eigenares erbij
Vertel ik het of vertel ik het niet? Ik vind dat ik jullie dit niet mag onthouden , alhoewel ik weet dat alleen mensen met een caminoverleden dit echt zullen kunnen smaken en misschien ook nog enkele anderen. Maar dit is nu eenmaal OOK de "Camino". We passeren in Barbadelo, na een uurtje stappen, en er staat een oude meneer aan de kant van de weg: "Daar staat een mooie Romaanse kerk" wijst hij ons de weg naar een zijwegel. We laten ons verleiden voor die kleine omweg van een 100-tal meter. Via het kerkhof komen we aan een kleine Romaanse ingang en gaan naar binnen. Het is er donker, maar hij steekt het licht aan voor ons. De rugzak even uit, en we wandelen naar voor. Het wordt stil in ieder van ons en ineens vraagt Emmanuel : "on chante?" - "zullen we zingen?" We halen ons tekstkaartje met "Ultreia", het lied van de pelgrims dat we al heel lang geleden in Conques hebben geleerd, uit onze bagage. En met ons vieren zingen we aarzelend en zachtjes het refrein en de eerste 2 strofes. Enige tijd terug was ik aangedaan door het Kyrie Eleison, gezongen door de 2 Duitse dames, nu doen we het zelf!!! Al zongen we misschien wat vals, het ging bij mij door merg en been. Ondertussen heeft de pastoor (het meneerke) de micro aangezet en komt hij met een blad aangestapt: "English?" Ik zeg "ja" en direct stopt hij dat blad in mijn handen. Ik lees het gebed in het Engels voor in de micro voor ons 4. Het klinkt zo stemmig daar!! En dan geeft hij ons de pelgrimszegen en we laten onze credential afstempelen door hem, een stempeltje met een echte ziel, de ziel van het romaanse kerkje "iglesia de Santiago" in Barbadelo en ook van de brave pastoor. Als ik dit 4 maanden later thuis herlees krijg ik weer de tranen in mijn ogen
Als ik verder stap denk ik weer aan 3 maart, de dag dat mijn Camino begon. Na 8 km m'n allereerste halte in St. Niklaas bij Maria, een collega die ook al de camino Frances gestapt heeft met haar man Paul. Op hun toilet hangt een spreuk en ik herinner me nog een stukje van de mooie tekst: " zing alsof niemand je kan horen "
Het is maandagmorgen 18 juni. Onze wekker krijgt weer geen kans om af te lopen, want in de hall naast onze slaapkamer zijn er al heel veel rugzakken gereed gezet door de collega-pelgrims voor een nieuwe stapweek. Emmanuel is als eerste uit het bed gesprongen (hij sliep boven mij) en verdwijnt zonder iets te zeggen. Wat later komt hij weer binnen met al onze was die nog te drogen hing boven op de 2e verdieping in de "keuken-zithoek" van de albergue. We gaan ons ontbijt daarboven verorberen, breken onze wasdraad weer af en zijn nog maar eens de laatsten om de gite te verlaten zoals al zoveel keer ervoor. Adieu Alphonso IX Vandaag gaat het richting Portomarin. In Sarria staat kilometerpaal 111, maar volgens onze reisgids moet je er nog 5 km bijtellen. Hoe dan ook, we zullen stoppen met nog minder dan 100 km te gaan vanavond. We stappen door een heel mooi bos met eeuwenoude eiken. Sommige zien er heel knoestig en misvormd uit, precies echte kabouterhuisjes.
En je denkt dan:" zo laat in bed, al zo lang aan het stappen, die zal wel goed slapen". Maar als ik om een uur of 2 even op sta voor een bezoekje aan het sanitair, begin ik weer te denken aan Anita en Rita, de 2 Belgische fietsers uit Kalmthout. De achternaam van Anita valt me weer te binnen: "Stevens", zoals er zoveel zijn in Kalmthout. " Onze Guy heeft nog een tijdje bij jullie vader op den bureau gewerkt" herinner ik me ineens weer. Ik vond dat ik dit nog even moest aanvullen op mijn blog, want de wereld was die dag, toen ik hen ontmoette, echt wel klein!
Alphonso IX was een koning die in Sarria stierf in de jaren 1200, toen hij op pelgrimstocht was naar Santiago de Compostela. Daarnaast is Alphonso IX nu een heel chic hotel waar je toch ook een pelgrimsmenu kan eten voor minder dan 10. We wagen onze kans en spreken daar af met de "Carrixen" ( het koppel uit De Haan dat regelmatig ons pad kruist en al hun bagage op een karretje, een "Carrix", meetrekt). De pelgrimsmenu is alleen maar voor 's middags... Maar daarnaast geven ze 's avonds nog een "menu del dia" van 13 die ook best meevalt. Oef !! We zitten in een hoek apart in onze "pelgrimskleren". Het is wel al na 22u. als we de keet verlaten, maar toevallig sluit onze gite vandaag om 22u30 en niet om 22u zoals meestal. Gelukkig maar!
Manu en ik gaan op stap om eten te zoeken, terwijl Mimi en Patou zich ondertussen over hun en onze was ontfermen. Na een tochtje door het oude centrum komen we in het moderne deel van Sarria terecht, op zoek naar een bakker. We vinden zo direct niks. Een oud koppel passeert en ik waag mijn kans in perfect Spaans: "Panaderia por favor?" De meneer en zijn madame bekijken mekaar eens bedenkelijk en beginnen onbegrijpelijke dingen te vertellen. En dan ineens " Follow me". We zetten ons in beweging achter hen. Gelukkig is het een oud koppel dat ik aansprak, want we kunnen niet zo snel meer uit de voeten na een DAGJE stappen. En we volgen hen maar, eerste links , dan tweede rechts , etc etc . We kijken al eens naar elkaar en hebben wat twijfels. Maar het zien er echt rechtgeäarde en heel brave mensen uit die ons geen pee willen stoven. Na nog een paar honderden meters gaan ze een bakker binnen waar je ook taartjes kan eten. Ze zetten zich aan tafel en bestellen een gebakje. Wij zijn ook gered. Twee stokbroden "por favor" en dan nog wat gebakjes, en enkele blikjes frisdrank, als dank voor het ophangen en opvouwen van onze was, voor onze 2 vrouwelijke kamergenoten die achterbleven in de gite. Zo zorgen we ervoor dat zij ons niet beu geraken daar, de laatste week op de Camino...
Onze gite communale in Triacastela had een speciaal sfeertje: het waren allemaal kamertjes met 2 stapelbedden. Ze gaven allen uit op een gang via 2 klapdeurtjes, zoals in een saloon van de far west. Niks bijzonders eigenlijk, maar (pas) in de vroege ochtend, wanneer het nog stil was, ontdekten we dat die deurkes heel veel lawaai maakten als ze flapperen, en zoals je weet zit de Spaanse camino vol vroege vogels.... Als we dan besluiten om ook maar (vroeg) op te staan gaat Emmanuel naar de wasplaats ( 2 lavabootjes en douches voor de heren). Wat later komt hij een beetje ongelukkig terug. Terwijl hij op het toilet zat is zijn rode handdoek verdwenen. "Misschien een stier?" lachen wij. Na 5´ gaat hij nog eens kijken. Tevergeefs, nergens geen rode handdoek meer te bespeuren. Als we onze rugzak hebben ingepakt en we staan vertrekkensklaar, loopt hij nog eens een tweede keer terug. Triomfantelijk komt hij met zijn handdoek terug aan. Hij voelt zich een ander mens, want een Camino zonder handdoek is niet zo handig. Ik weet ervan mee te spreken. Maar vooral het gevoelen dat de handdoek per ongeluk was meegenomen en wat later weer teruggelegd geeft ons allen een beter gevoel om de nieuwe dag te starten ! Het gaat er nog steeds eerlijk aan toe op de Camino.
We gaan op zondagmorgen ontbijten in het eerste "cafeetje " dat we tegenkomen. Zodra we binnen zijn draait de uitbater de deur op slot!! We eten zijn laatste brood op en drinken zijn laatste chocomelk...Daarom ging dus die deur op slot ! Het is in totaal 15.20€. Ik betaal met mijn gevonden geld, en het is de eerste keer in Spanje dat het me overkomt : ik krijg een korting van 20 eurocent, zodat onze gevonden "pot" van daags voordien ineens "volledig"opgesoupeerd is. Weeral een administratieve kopzorg die van me afvalt.
Rond een uur of 2 komen we al aan in Sarria op zondagmiddag. Alle winkels zijn gesloten. We installeren ons in een mooie chique gite, met GRATIS internet, gelegen langs de trappen van de hoofdweg van het stadje. Er vindt juist een tijdrit op een mountainbikeparcours plaats. De trappen liggen vol strobalen en de "atleten" komen er in vliegende vaart afgedenderd om de zoveel minuten. In de keuken van de gite eten we samen onze laatste broodrestjes op.
Ik vertelde jullie van mijn ontmoeting met father Augustin. Mijn vrienden Michelle, Patricia en Emmanuel, waar ik al heel de tijd mee optrek sinds de Pyreneeën, hadden daarbij een kleine bedenking. Vrij vertaald komt het hier op neer: "de eerste keer dat hij op de Camino iemand ziet lopen die een rok / kleed draagt loopt ie er achter. Hij heeft niet eens opgemerkt dat het een pater was." Maar ik weet wel beter en trek me echt niet aan wat ze daarvan denken !
Nu zit ik al een hele poos te tokkelen. Tijd om er mee op te houden, want ik heb hier ook nog een sociaal leven... De rest van het caminonieuws is voor later.
Sinds we in Spanje zijn is het, behalve op de eerste dag, bij de oversteek van de Pyreneeën, redelijk droog gebleven. Maar op zaterdag 16 juni was ons geluk met het weer allemaal opgebruikt. Regen al van bij het vertrek in de vroege morgen. We stijgen een paar honderd meter tot in O' Cebreiro op 1300m en komen daar al helemaal doorweekt toe. Wat spijtig want we hebben zeker geweldige landschappen "gemist door de mist". Ook het Sancta Maria a Real (oudste kerkje van de Camino uit de 9e eeuw) gaat letterlijk de mist in. O'Cebreiro, een van de mooiste dorpjes op de Camino Frances, lopen we als verzopen waterkiekens door, nadat we kort het kerkje hebben bezocht en daarna even een koffie hebben gedronken. Een vergeefse poging was dat om ons wat op te warmen. In het overvolle café van het hotel zaten naast mij een paar Hollanders op leeftijd die met de bus een stukje van de Camino doen. Ik had niet echt veel zin om als verkleumde natte puit wat te vertellen in mijn moedertaal aan die mensen die juist uit hun warme airco-autobus komen gestapt. Kunt ge U dat voorstellen? Maar dan trekken we snel verder en komen aan op de Col de Poio, die ook gelegen is op 1300m hoogte. Er waait een koude wind en het is nog steeds mistig. Daar vinden we een restaurantje met kachel én centrale verwarming die brandt (niet evident in Spanje in juni). Dus we houden daar halt voor de "menu peregrino"van 9€, koffie inclusief, naast een groep wielertoeristen. Wat een welgekomen meevaller. Allen gezellig dicht opeen, wat opwarmen en onze natte spullen zo dicht mogelijk bij de kachel installeren. Na het eten zijn onze kleren wat droger geworden, onze schoenen daarentegen nog niet. Maar het regent niet meer en we stappen vol nieuwe moed bergaf verder richting Triacastela (nog 12 km). Daar komen we pas rond de vijven aan. Eerst passeren we nog wat piepkleine gehuchtjes. We zijn in Castilië aangekomen, de armste provincie van de hele camino en ook van heel Spanje. Ineens, op de smalle holle zandweg ontmoeten we een boer met zijn 20 koeien. We zetten ons voorzichtig, maar heel snel aan de kant, want die beesten stormen vooruit zonder opzij te kijken. En de oude man, met een stokje in de hand, mept er duchtig op los: van de ene koe op de andere, zonder dat dat ook maar enig effect heeft op dat koebeest. Die loopt gewoon verder, op nog geen halve meter van ons. En af en toe valt er een plavei op de grond, natuurlijk ook op het moment dat ze ons passeert. Dit is Spanje, en de Camino Frances op zijn best. Het doet me terugdenken aan dezelfde taferelen in mijn prille jeugd, meer dan 50 jaar geleden, toen ik een jaar of 3-4 was. Ik liep als klein drolleke naast mijn grootvader op de boerderij tussen die voor mij "enorme" koebeesten. Mooie jeugdherinneringen van Nieuwmoer-Kalmthout, die weer opborrelen in de Camino ! Dank U St. Jacques...
Vanuit Villafranca del Bierzo vertrekken we de volgende morgen om 8u richting Las Herrerias. In de eerste km vind ik met mijn speurdersogen een leeg pakje sigaretten op straat. Niks bijzonders natuurlijk, maar daarnaast ook nog 2 briefjes: eentje van 5€ en eentje van 10€. Ik deel mijn vreugde met mijn 3 vrienden en beloof hen er iets samen mee te doen. Wat later zie ik een Japanse, of Koreaanse, of Chinese juffrouw met "mijn" zwart klakske lopen. "Is it yours?" "Yes" Ik leg haar uit dat ik het gisteren in de wijngaarden vond. Op zijn oosters volgt direct een welgemeend dankuwel. Mijn dag kan nu al niet meer stuk en hij is nog maar net begonnen. Emmanuel en ik willen weer een variante van de Camino nemen,de "camino duro" die over de heuvelkammen loopt en 2 km langer is. We beseffen echter dat we verkeerd zitten en dat we de afslag naar omhoog gemist hebben bij het vertrek in Villafranca ergens. Maar met een gedetailleerde landkaart gaan we in Pereje, het volgende gehucht op zoek naar de juiste weg boven op de heuvelkam. Het is een paar 100m steil klimmen, maar dat zijn we al gewoon, en Emmanuel denkt niet te veel aan zijn zere been op dit ogenblik. Na enkele momenten van twijfel en een heel eind wandelen over de steile weg omhoog, komen we toch op de zogenaamde "Camino Duro" (moet ik dit vertalen?!) terecht. Hij leidt ons over de bergkam verder naar een plantage vol heel oude kastanjebomen. Het uitzicht op de vallei is heel mooi, de extra klim zeker waard. We nemen daar de tijd om ons laatste beetje brood ( zonder zout) en een beetje water te verbruiken ( de toespijs zit in de rugzak van de dames beneden). Na een lange afaling houden we halt in een café om een chocolade te drinken (echte gesmolten chocolade in een grote tas) : (te) zware kost ... We komen een uur of 2 na Mimi en Patou aan in Las Herrerias.
Ze hebben al een plaatske voor ons gereserveerd in een klein gezellig huisje. Omdat geen van hen beiden Engels spreekt hebben ze voor mij onder Erica, een meisje uit California, een bed gekozen. Er ligt een briefje op: " Pour Mark d'Anvers"... Naast mij slapen Michelle en Loradana (Lorry for the friends) uit Canada. Een eindje verder in het enige restaurantje van het gehucht, gaan we nog vlug, als "laat middagmaal", 4 gegrilde heel kleine forellekes eten, een kleine aanvulling op die hete chocolade. Mimi vergeet er in het restaurant een plastic zak met "afval voor de vuilbak". Na enkele honderden meters haalt de waardin ons terug in om het kleinood aan de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen : het leven zoals het is op de Camino Frances. We hebben maar wijselijk gezwegen tegen die lieve waardin over de inhoud van het zakje. 's Avonds maak ik wat beter kennis met Erica. Ik ben ze al wel een paar keer "tegengekomen" zoals dat op de Camino gaat. Maar als ik haar wat vertel over mijn tocht tot nu toe en hoe dat allemaal begonnenwas thuis, heel lang geleden krijgt ze de tranen in haar ogen. Als ik stop zegt ze: "thanks for make me crying" Wat je toch allemaal kan tegenkomen hé op de camino? Wat later wil ze nog met mij op de foto. Ik voel me al bijna een rariteit. Maar ja, zoveel pelgrims kom je inderdaad niet tegen die al 2500 km gestapt hebben op weg naar Santiago de Compostela. Misschien is er toch echt wel iets mis met mij? Nee hoor, ik voel me gewoon gelukkig, dag na dag op die Camino. want : "Ik ben geworden wie ik ben!"