Tijdens een geochachetocht kwamen we aan een kapel in Geel Ten Aard... De moeite om er even bij stil te staan...
Heel lang geleden stonden er 7 hutjes op Ten Aard. De boeren van Ten Aard waren doodarme, onwetende mensen. De grond was mager en zanderig. De grond bracht nauwelijks genoeg op om mens en dier in leven te houden. Na veel zagen, kregen ze een kapel met een armoedig altaar, vermolmde biechtstoel, een scheve communiebank, enkele kreupele stoelen (allemaal zaken die men elders afgedankt had). De pastoor zou graag verandering gebracht hebben, maar hoe? Elke zondag klonk zijn sermoen: Beminde parochianen, doet toch in godsnaam uw best om onze kapel wat op te frissen. Begin maar met het zorgen dat we ten minste een Heilige in onze kapel krijgen. De boeren wisten eigenlijk niet wat een Heilige was. Tijdens de lente spitte een boer zijn land om. Hij vond een rood kronkelig ding. Van heel zijn leven had hij zoiets nog niet gezien. Hij riep de andere boeren bij elkaar. Niemand kende dit wonderlijk ding. Wie weet is het geen Heilige. Samen trokken ze naar de pastorij en lieten dit wonderlijke schepsel zien aan de pastoor : Kijk uw heilige! De pastoor kwam vlug kijken, maar zag dat het een doodgewone pier was en stuurde de boeren terug naar huis. Beteuterd en beschaamd trokken ze terug naar huis. Toch konden ze het niet over hun hart krijgen om dat zeldzame, in hun ogen kostbaar beest zomaar in het veld te laten los lopen. Na rijp beraad vinden ze er niets beters op dan het aan een ijzeren ketting vast te maken en het achter het altaar gebonden te leggen. Op zekere morgen merkten ze dat de pier verdwenen was. Daarom noemt men de vroegere bewoners, de pieren van Ten Aard.
Categorie:Bezienswaardigheden
|