Foto

Lezingen.
Ook voor senioren.

Inhoud van de lezingen:

Lezing 1 : ”Mensen aanzetten tot lezen + het ontstaan van een boek”
Tijdens de lezing maken we kennis met de schrijver en zien we hoe een boek ontstaat, van in het hoofd van de schrijver tot wanneer de lezer het in zijn/haar handen heeft.
We leggen ook uit wat de taken zijn van de verschillende personages, zoals de onderzoeksrechter, de commissaris, de procureur en de wetsdokter.
We zien ook dat lezen en omgaan met taal aangenaam kan zijn door gebruik van komische woordspelingen. We doorlopen de boeken aan de hand van beelden/plaatsen waar de verhalen zich afspelen.
We lezen ook enkele fragmenten uit mijn boeken voor en tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 1,5 uur. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)

Lezing 2 : “Plezante gezegden en spreekwoorden”:

Tijdens deze lezing hebben we vooral aandacht voor komische/grappige gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen.
We bekijken ook kort de inhoud van mijn boeken.
En tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 60 a 75 minuten. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)


Graag wat meer info? Stuur even een mailtje.


Inhoud blog
  • AFPERSING (inkijk)
  • AFPERSING is de nieuwe "Somers en De Winter"
  • Inkijk "Alles voor de club"
  • "De riviermoorden" (2019) Inkijk leesmoment.
  • VOORSTELLING NIEUW BOEK "DE RIVIERMOORDEN"
  • Inkijkversie van de nieuwe "Somers en De Winter" (nr 9 in de reeks)
  • Afrekening in het bedrijf 2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Politiethrillers
    Blog van schrijver Ludo Geluykens. Hier kan je ook kennismaken met mijn nieuwe politiethriller 'AFPERSING' Kijk ook eens op www.ludogeluykens.be (zie favorieten rechts)
    12-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AFPERSING (inkijk)

    1 

    15 mei, Lier. 

     

    Het regende pijpenstelen op deze woensdagmorgen in mei. Het was dan ook zoeken naar een plaatsje wanneer hoofdinspecteur Paul De Winter en commissaris Bruno Somers de parking aan het Paradeplein opreden. 

    “Iedereen is weer terug met de auto”, zei Paul.

    “Ja, als het regent denken de mensen plots minder aan de klimaatopwarming, dan nemen ze weer vlotjes allemaal de auto”, zei Bruno.

    Paul vond toch nog een plaatsje helemaal achteraan op de parking. 

    “Heb jij een paraplu in de auto liggen?” vroeg Bruno.

    “Ik ben op alles voorzien”, antwoordde Paul. En hij nam vanuit het zijvak van de deur een kleine paraplu.

    “Kunnen we daar met twee onder?” vroeg Bruno.

    “Met een beetje wringen moet dat wel lukken”, antwoordde Paul.

    Paul stapte uit en opende de paraplu. Ondertussen liep Bruno rond de Golf en kwam mee onder de paraplu lopen. Ze liepen tegen mekaar om zo toch beiden van het regenscherm te kunnen genieten. Hoofdcommissaris Frans Peeters en zijn assistente Martine Verhaegen stonden vanuit het kantoor van Frans te kijken naar de parking.

    Planton Roger Wuytack had een grote bak in de inkomhal laten zetten waarin iedereen zijn paraplu kon laten uitlekken. Iedereen had natuurlijk een paraplu bij en wanneer je ze allemaal met die natte regenschermen door de gangen liet lopen stond gans het gebouw onder water.

    “Regenschermen in de bak plaatsen alstublieft”, riep Roger toen ze binnenkwamen.

    “Ook een goede morgen, Roger”, antwoordde Bruno.

    Paul plaatste zijn paraplu in de bak en ze gingen verder de gang in. Frans en Martine stonden nu in de deur van het kantoor van de hoofdcommissaris.

    “Goedemorgen, mannen”, zei Frans.

    “Morgen, chef”, antwoordden ze.

    “Het was echt een mooi zicht om jullie over de parking te zien lopen”, lachte Martine. “Zo dicht tegen mekaar, net een pas getrouwd koppeltje.”

    “Als je wil ga ik zo met jou wel eens rond de parking”, lachte Bruno. “Goed dicht tegen mekaar.”

    “Ja, dat zal wel”, lachte Martine.

    “Willen jullie een tas koffie?” vroeg Frans.

    “Graag”, antwoordden de speurders.

    Ze gingen binnen in het kantoor van de chef en Martine schonk voor hen de koffie in.

    “Hebben jullie nog iets gezien van de brand op het industrieterrein naast de ring?” vroeg Frans.

    “Neen, we zijn niet langs de ring gekomen”, antwoordde Paul. “Als het zo regent komen we altijd gewoon langs de Lispersteenweg, dat gaat dan veel vlotter.”

    “Wat is er aan de hand daar?” vroeg Bruno.

    “Een uitslaande brand bij dat meubelbedrijf in de Mallekotstraat”, antwoordde Frans.

    “Oei, dat zal daar dan wat zijn, met al dat hout in die opslagplaatsen”, zei Paul.

    “Ja, we hebben daar alles moeten afzetten en dat gaat nog een hele tijd duren”, zei Frans.

    “Hopelijk kan de regen dan nog wat helpen bij het blussen”, zei Martine.

    “Ja, alle beetjes helpen op zo’n moment”, zei Frans.

    “We zullen eens aan de slag gaan”, zei Bruno.

    “Hebben jullie dringende zaken te doen vandaag?” vroeg Frans.

    “Niets dat niet echt kan wachten”, antwoordde Bruno. “Waarom?”

    “Omdat bijna iedereen hier weg is, we hebben ook nog een paar ongevallen en met die brand daarbij zou het kunnen dat ik jullie hier vandaag nodig heb om in te springen”, antwoordde de hoofdcommissaris.

    “Geen probleem, laat maar weten”, zei Bruno.

    Ze dronken hun tas koffie uit en gingen daarna naar hun eigen kantoor.

    Ze namen eerst de post door. Daarna nam Bruno het dossier waarvoor hij gisteren nog contact had opgenomen met de burgemeester. Hij had ook ineens een afspraak gemaakt om dit deze voormiddag met hem te bespreken.

    “Ik ga nu naar de burgemeester”, zei hij tegen Paul. “Als het dringend is, mag je me bellen.”

    De commissaris verdween naar de overkant van het Paradeplein, waar de stadsdiensten gevestigd zijn.

    Bruno was nog maar net weg toen Martine in hun kantoor binnenkwam.

    “De chef vraagt of je wil komen helpen aan de balie”, zei ze. “Er zitten mensen die daar al een half uur zitten en er is niemand die hen te woord kan staan.”

    “Ik kom eraan”, zei Paul en hij ging onmiddellijk met Martine mee.

    “Neem mijn bureau maar”, zei Frans tegen Paul. “Ik moet blijkbaar ook naar de burgemeester, dus doe maar.”

    “Ik zal de eerste al gaan halen”, zei Martine en ze was al weg naar de inkomhal.

    Tot juist voor de middag bleef Paul de mensen ontvangen die meldingen kwamen doen. Uiteindelijk was iedereen geholpen net toen Frans en Bruno terugkwamen van de burgemeester.

    “Bedankt voor de hulp, Paul”, zei Frans.

    “Graag gedaan”, antwoordde Paul en hij ging terug mee met Bruno naar hun kantoor.

    “En zijn de problemen met de burgemeester opgelost?” vroeg Paul.

    “Jaja, uiteindelijk had het ook zonder onze tussenkomst kunnen opgelost worden, maar je kent die mannen hé, Polle. Ze moeten zichzelf belangrijk maken en zeker als het om één van zijn beste vrienden gaat”, antwoordde Bruno.

    “En heb jij een beetje kunnen helpen bij de collega’s?” vroeg Bruno.

    “Ja, ik heb wat klachten genoteerd, nu moeten ze daar maar zelf mee aan de slag gaan”, antwoordde Paul.

    “Zullen we eerst eens snel een broodje gaan eten?” vroeg Bruno.

    “Goed idee”, antwoordde Paul.

    Ze gingen wat verderop in de broodjeszaak een broodje eten en maakten nog een ommetje langs de vest. Het was ondertussen gestopt met regenen en Bruno vond dat het dan tussen de bomen zo fris rook, vandaar het ommetje naast de vest.

    Toen ze terug binnenkwamen op kantoor was het daar zeer druk. Alle ploegen die vanmorgen opgeroepen waren voor de brand en de ongevallen waren terug binnengekomen en zaten nu in de kantine hun belevenissen aan mekaar door te vertellen. Bruno en Paul verdwenen snel in hun kantoor, waar het rustiger was.

    De rust werd onderbroken toen rond vier uur de telefoon rinkelde. Het was een buitenlijn. Bruno nam op.

    “Met commissaris Bruno Somers.”

    “Goedemiddag, ik wil een klacht neerleggen tegen Piet Demeulenaere”, zei de vrouw aan de telefoon.

    “En wat houdt die klacht in?” vroeg Somers.

    “Ik wil dat hij stopt met mij te bedreigen”, antwoordde de vrouw.

    “Als het over een bedreiging gaat is het misschien beter dat je even tot hier komt”, zei Somers.

    “Ik heb nu geen tijd”, antwoordde de vrouw.

    “Wij kunnen ook tot bij u komen”, zei Somers.

    “Neen, neen, ik heb nu geen tijd”, antwoordde de vrouw.

    “Maar als het een bedreiging is, moet je daar wel tijd voor maken”, zei Somers.

    “Ja, maar nu niet. Het is niet dringend, maar ik wil hebben dat hij ermee stopt”, zei ze.

    “Mevrouw, we zullen dan toch wat meer informatie moeten hebben om een klacht te noteren”, zei Somers. “Zullen wij tot bij u komen?”

    “Neen, neen, nu niet”, antwoordde ze. “Ik heb het druk nu. Ik heb geen tijd.”

    “Morgenvroeg dan?” vroeg Somers.

    “Morgenvroeg om tien uur heb ik wel even tijd”, antwoordde de vrouw.

    “Kan je me dan je gegevens doorgeven? Naam, adres en telefoonnummer”, zei Somers.

    “Erika De Smedt Maaikeneveld 567 Lier en het telefoonnummer kunnen jullie wel aflezen zeker, hé”, zei ze en ze legde af.

    Bruno legde verbouwereerd de telefoon neer.

    “Dat heb ik nu nog nooit meegemaakt. Die vrouw wil een klacht neerleggen maar ze heeft geen tijd om dat te doen”, zei hij tegen Paul.

    “En nu?” vroeg Paul.

    “We mogen er morgen langsgaan”, antwoordde Bruno. “Om tien uur heeft ze wel even tijd.”

    “Klinkt allemaal wat vreemd”, zei Paul.

    “Ja, we zullen morgen zien hoe vreemd het allemaal is”, zei Bruno. “Nu gaan we afsluiten en naar huis vertrekken.”

    In het voorbijgaan sprongen ze nog even binnen bij de chef en vertelden ze hem van het vreemde telefoontje.

    “Heel vreemd”, zei Frans. “Ik ben benieuwd wat daar morgen uitkomt.”

    “Wij ook. Tot morgen, chef.”

    “Tot morgen, mannen.” 

    2 

    16  mei, Lier.

     

    Omdat ze pas om tien uur bij Erika De Smedt mochten zijn, waren Bruno en Paul vanmorgen toch maar eerst naar het politiekantoor gereden. Het was nu half tien en ze vertrokken naar het Maaikeneveld. Paul reed via de Mechelsesteenweg naar de Lintsesteenweg en zo kwamen ze in het Maaikeneveld en bij Erika De Smedt terecht.

    Net toen Paul de Golf parkeerde, vertrok er een Jaguar vlak voor hem.

    Ze belden aan en Erika kwam de deur opendoen.

    Bruno stond even met zijn mond vol tanden. Erika kwam namelijk de deur opendoen in een doorzichtig nachtkleed met niets onderaan. 

    “Kom binnen en neem plaats, ik trek snel even iets anders aan, er is juist een klant vertrokken.”, zei Erika. “Of mag ik dit aanhouden?”

    Somers stond nog steeds perplex te kijken naar al dat moois.

    “We wachten wel even”, zei De Winter.

    Enkele ogenblikken later was ze terug en droeg ze een jeans-broek en een topje.

    De commissaris had nu zijn stem teruggevonden en zei:

    “Je wilde klacht neerleggen. Vertel ons eens wat de klacht juist inhoudt.”

    “Wel, ik ben een escortdame. Ik ontvang dus mannen of ga bij hen op bezoek. Nu heb ik onder mijn klanten een klusjesman en vorig jaar wilde ik een veranda plaatsen hier achteraan. Kom, we gaan even kijken”, zei ze.

    Ze gingen door de living en kwamen zo in de nieuwe veranda terecht.

    “Kijk, dat is ze. Ze is nu helemaal klaar”, zei Erika.

    “Behalve nog wat opkuis van materialen die daar nog liggen”, zei De Winter, en hij wees naar de rommel die nog achter de veranda lag.

    “Ja, dat klopt en dat is nu juist het grote probleem”, zei de escortdame.

    “Die kan je toch laten weghalen”, zei Somers.

    “Neen, dat kan ik niet zomaar”, zei Erika.

    “Waarom niet?” vroeg De Winter.

    “Wel, ik had dus met de klusjesman een afspraak gemaakt voor het betalen van de veranda. Ik zou de materialen betalen, wat ik ook onmiddellijk heb gedaan. De werkuren zou ik ‘in natura’ betalen. Hij zou voor die werkuren vijf keer gratis van mijn diensten gebruik mogen maken”, zei Erika.

    “Het is dus een vaste klant?” vroeg Somers.

    “Ja, hij komt elke woensdagvoormiddag langs”, antwoordde Erika.

    “Heb je die overeenkomst ook op papier staan?” vroeg De Winter.

    “Op papier niet, maar ik heb dat gesprek toen wel opgenomen met mijn smartphone”, antwoordde Erika.

    “Hou dat maar goed bij”, zei Somers.

    “En wat is nu je klacht?” vroeg De Winter.

    “Wel, drie weken geleden waren zijn gratis diensten op en vroeg ik hem om te betalen en om zijn gereedschap en die rommel mee te nemen, wat hij weigerde. Vorige week weigerde hij weer en hij bedreigde mij met een mes”, zei Erika.

    “En wat wilde hij dan?” vroeg De Winter.

    “Hij wilde nog eens vijf extra gratis diensten, maar dat heb ik geweigerd”, zei ze.

    “En dus gisteren was hij hier weer?” vroeg Somers.

    “Ja, en hij weigerde weer te betalen.”

    “Waarom laat je hem dan nog binnen?” vroeg De Winter.

    “Hij heeft een sleutel”, antwoordde Erika.

    “Hij heeft een sleutel!”, zei Somers. “Hoe komt hij aan je huissleutel?”

    “Dat was om verder te kunnen werken aan de veranda wanneer ik niet thuis was”, antwoordde Erika.

    “En dus wil je nu tegen hem een klacht neerleggen”, zei De Winter.

    “Ja, dit moet stoppen.”

    “Wat wil je juist in de klacht zetten?” vroeg Somers. “En heb je zijn gegevens?”

    “Ik leg klacht neer tegen hem. Dat is Piet Demeulenaere, uit Emblem. Hij moet hier zijn materialen komen halen en hij moet mijn sleutel teruggeven”, antwoordde de escortdame. “En hij moet een verbod krijgen om hier nog te komen.”

    “Als hij de sleutel afgegeven heeft, kan hij niet meer binnen en kan je hem zelf de toegang weigeren”, zei Somers. “Je doet gewoon de deur niet meer open.”

    “Ja, dat is juist”, zei ze. “Maar kunnen jullie voor de rest wel zorgen?”

    “We zullen eens met hem gaan praten”, zei De Winter.

    “En laten jullie mij het resultaat weten?” vroeg ze.

    “Dat doen we”, zei Somers.

    “En nu moet ik mij gaan omkleden, want ik moet naar een klant”, zei Erika.

    De speurders stonden op en gingen door.

    “De man met de Jaguar zal zeker haar laatste klant geweest zijn”, zei Paul op weg naar de auto.

    “Dat zou best kunnen”, antwoordde Bruno.

    Toen ze in de Golf zaten, bespraken ze het gesprek nog eens terug.

    “Je was nogal van je melk toen ze kwam opendoen”, lachte Paul.

    “Je zou voor minder hé, Polle”, zei Bruno.

    “Ja, het was de moeite”, zei Paul.

    “Als je zo zonder te verwittigen voor zo’n prachtige vrouw komt te staan, die dan ook nog bijna niets aanheeft, dat doet iets met een mens”, zei Bruno.

    “En wat gaan we met de klacht doen?” vroeg Paul.

    “We gaan die man eens aan de tand voelen hé, en dan zien we wel”, zei Bruno.

    Ze reden verder en Paul kon het niet laten om het liedje van Bart Van den Bossche te beginnen zingen:

    “De heuveltjes van Erika, een bron van fantasie. 

    De heuveltjes van Erika, zo heerlijk en zo puur.”

    “Heuveltjes?” lachte Bruno. “Zeg maar bergen.”

    Ze waren nog steeds aan het lachen toen ze al op de parking van het politiekantoor aankwamen.

    “Wanneer gaan we naar de klusjesman?” vroeg Paul.

    “We zullen hem eens eerst bellen, hij zal wel hier of daar aan het werken zijn zeker”, antwoordde Bruno.

    Nadat ze in hun kantoor aangekomen waren belde Paul Piet Demeulenaere op. Hij was aan het werk ergens in Geel, maar de klus was daar bijna gedaan. Hij verwachtte om tegen drie uur in de namiddag terug thuis in Emblem te zijn. Hij vroeg hen wel om naar zijn magazijn te komen en niet naar zijn privéwoning.

    “Hij zal een beetje schrik hebben dat zijn vrouw te veel over zijn escapades hoort, denk ik”, zei Paul.

    “Ja, dat zal wel”, zei Bruno. “Dat heb je als je er zo op los leeft.”

    Frans Peeters was een kijkje komen nemen in hun kantoor, hij wilde weten hoe het gesprek vanmorgen verlopen was.

    Bruno bracht hem op de hoogte. 

    Paul kon het niet laten om toch in geuren en kleuren te vertellen hoe Bruno helemaal van slag was toen Erika in haar doorzichtig nachtkleed de deur kwam opendoen.

    Tijdens Paul zijn luchtige uitleg was Martine in stilte binnengekomen, ze had dus het hele verhaal gehoord.

    “Allee, Bruno. Dan heb je eens de kans om een mooie vrouw in nachtkleding te zien en dan ben je zo verbouwereerd dat je niets gezien hebt”, lachte ze.

    “Martine, ik verwachtte mij er helemaal niet aan, vandaar dat ik even schrok”, lachte Bruno. “Maar vergis je niet, ik heb alles klaar en duidelijk in mij opgenomen.”

    “Jaja, dat zal wel”, zei Martine. “Hier, ik heb jullie post bij, zo kunnen jullie weer terug met beide voetjes op de grond weer aan het werk.” En ze verdween de gang in.

    “En dus gaan jullie straks bij die klusjesman op bezoek?” vroeg Frans.

    “Ja, we gaan eens naar zijn kant van het verhaal luisteren”, antwoordde Paul.

    “Hou me op de hoogte”, zei Frans en hij was weg.

    Om half drie vertrokken de speurders naar Emblem. Paul nam de ring van Lier en kwam zo via de Liersesteenweg in de Dorpstraat terecht.

    Ze zagen dat naast het huis van Piet Demeulenaere een magazijn stond. Voor de poort stond een camionette. Een man was deze aan het uitladen.

    “Dat zal zeker onze man zijn”, zei Bruno en ze stapten op hem af.

    Ze legitimeerden zich en de klusjesman liet hen binnen in het magazijn.

    “Het is niet om een klus te komen doen bij jullie zeker?” vroeg Demeulenaere.

    “Neen”, antwoordde De Winter.

    “Wij komen van bij Erika De Smedt”, zei Somers. “Zij heeft een klacht tegen u ingediend.”

    “En waar gaat die klacht dan wel over?” vroeg de klusjesman zelfverzekerd.

    “Over het feit dat jij haar bedreigd hebt en je overeenkomsten niet naleeft”, zei De Winter.

    “Ik kom altijd mijn overeenkomsten na”, zei Demeulenaere.

    “Wil je nu zeggen dat je niet weet waar dit over gaat?” vroeg de commissaris.

    “Klopt”, antwoordde Piet, maar de speurders zagen dat hij zenuwachtig werd.

    “Wel”, zei De Winter. “Erika heeft ons uitgelegd wat jullie overeengekomen waren voor het plaatsen van haar veranda. Over hoe de materialen betaald werden en hoe de werkuren betaald werden.”

    “En ze beweert dat je gratis diensten al enkele weken op zijn en dat jij dat niet aanvaardt”, zei Somers.

    “Zij kan al veel zeggen”, zei Piet.

    “Ja, dat zou zij inderdaad kunnen. Maar wij hebben vastgesteld dat ze bewijsstukken heeft om haar klacht te staven”, loog De Winter.

    Demeulenaere dacht hier even over na.

    “En wat wil ze nu juist?” vroeg hij.

    “Dat je de overschot van het materiaal en je gereedschappen gaat ophalen, de boel daar opkuist en dat je haar sleutel teruggeeft”, zei Somers.

    “En dat je haar vervolgens gerust laat”, vulde De Winter aan.

    “Ik zal die spullen wel eens ophalen”, zei de klusjesman. “Is dat zo dringend?”

    “Dringend niet”, zei Somers. “Vandaag wordt waarschijnlijk moeilijk, maar ik stel toch voor dat je daar morgen alles ophaalt en de sleutel afgeeft.”

    “Ik zal zien wat ik kan doen”, zei Demeulenaere.

    “Neen, je gaat dat doen, wij zullen dat controleren. En wanneer het niet in orde is of ze nog klachten heeft, dan zullen wij met deze klacht verder gaan en dan zal de eerste die hierover iets hoort je vrouw zijn”, zei De Winter.

    “Oké, ik zal het morgen in orde brengen”, besloot de klusjesman.

    “Waarom heb je dat niet al eerder gedaan? Waarom heb je je niet aan je overeenkomst gehouden?” vroeg Somers.

    “Ik kon maar proberen, hé”, zei Demeulenaere. “Ik betaal niet voor wat ik gratis kan krijgen, hé.”

    Ze verlieten het magazijn en gingen terug naar de Golf.

    “Eigenlijk kan ik hem wel begrijpen”, zei Bruno.

    “Wat bedoel je daarmee?” vroeg Paul.

    “Enkele diensten van Erika gratis …”

    “Allee Bruno”, zei Paul.

    “We mogen toch eens lachen, hé Polle.”

    “Gaan we nog terug naar kantoor?” vroeg Paul.

    “Neen, we gaan Erika en onze chef nog bellen, en we gaan naar huis”, antwoordde Bruno.

    “Of rijden we nog even langs bij Erika?”, lachte Paul.

    “Polle, daag mij niet uit, hé”, lachte Bruno.

    Ze belden nog naar Erika en meldden haar dat Piet daar morgen alles zou komen opkuisen en de sleutel zou afgeven.

    “Dan zorg ik wel dat ik niet thuis ben”, antwoordde ze. “De sleutel kan hij in de brievenbus steken.”

    Daarna belde Bruno nog naar Frans Peeters en bracht hem op de hoogte van de resultaten van hun gesprek met Piet Demeulenaere.

    Nadien zette Paul Bruno thuis af en reed naar huis.

      

    Lees ook van Ludo Geluykens

    Moord op de scheidsrechter

    Bart Diericks, is General Director van een bank. Hij is, buiten zijn drukke zakenleven, ook nog actief als scheidsrechter in de Belgische nationale voetbalcompetitie. Zijn volgende wedstrijd is de topper in tweede klasse tussen Lierse en Antwerp. Twee dagen na de wedstrijd wordt het lijk van Bart Diericks gevonden op de trappen van de business seats, aan het voetbalstadion van Lierse. Hij is met een hard voorwerp op het voorhoofd geslagen en daarna heeft men zijn nek overgesneden. Op het voorhoofd van het lijk is met viltstift Z 1 geschreven. Of is het 2-1? Hoofdcommissaris Frans Peeters geeft het onderzoek in handen van politiecommissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter. Het spannende onderzoek brengt ons vanuit Lier naar Ranst, Antwerpen, Mechelen, Middelkerke, Deurne en Luxemburg. Na een helse zoektocht komen de speurders uiteindelijk bij de echte  moordenaar terecht.

    Adellijke intriges

    Baron Jean-Louis de la Faille wordt vermoord teruggevonden op het tuinterras van zijn kasteel in Lier. De baron is eigenaar van een mooie kunstgalerie. De zoon van de baron, die ook een galerie bezit, leidt een flamboyant leventje en behoort hierdoor tot de verdachten. Het wereldje van de kunst en de adellijke wereld lijken niet zo correct als men wel zou denken. De tentakels van de adel reiken tot in het criminele milieu van Charleroi. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter, de Lierse speurders, moeten zich verdiepen in het leven van de adellijke kringen om deze moord op te lossen. Het verhaal speelt zich af in de driehoek tussen Lier, Ranst en  Antwerpen, met uitschieters naar Middelkerke, Charleroi, Munsterbilzen, Breda en Moskou.

    Een drug te ver

    Sabine Janssens wordt tijdens het joggen naast de Nete vermoord. Gedurende het onderzoek naar de moordenaar van Sabine wordt de politie geconfronteerd met een drugsdode. Een jonge man is overleden tijdens een privé-feestje op zijn appartement. Beide voorvallen worden aan elkaar gelinkt. Het wordt duidelijk dat het onderzoek zich afspeelt in het drugsmilieu daarom worden de collega’s van de drugsbrigade er bij betrokken. Er ontstaat paniek bij de drugsdealers, met fatale gevolgen. Hoofdcommissaris Frans Peeters geeft het onderzoek in handen van politiecommissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter. De Lierse speurders belanden met hun onderzoek in het drugsmilieu van Lier en Antwerpen met vertakkingen naar Emblem, Middelkerke, Oostende en Hulst.

    Losgeld voor een kind

    Na afloop van de lessen in het Sint-Gummaruscollege in Lier was Lotte Claesens samen met haar vriendin An Goris naar An thuis gefietst. Nadat ze elkaar de nodige geheimen hadden verteld en naar de nieuwste hits van hun favoriete groepen hadden geluisterd, was Lotte naar huis vertrokken. Daar is ze echter nooit aangekomen. Haar moeder, Veerle Desmet, is in shock en neemt contact op met de vader van Lotte. Het meisje is een buitenechtelijk kind van Raymond Ongena, de directeur van Meubelen Ongena in Mechelen. Hij krijgt telefoon van de ontvoerders, die vijfhonderdduizend euro losgeld eisen. Het blijkt nog maar het begin te zijn van een aangrijpend, spannend verhaal. Politiecommissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter, de Lierse speurders, gaan samen met Child Focus op zoek naar het ontvoerde kind. Ze belanden met hun onderzoek in Lier, Vremde, Antwerpen, Duffel en Westvleteren.

    Moord aan de balie

    John Claes, een topadvocaat uit Lier wordt vermoord teruggevonden in Hotel Felix op het Zimmerplein. Marleen Van Rompuy, de schoonmaakster, vindt hem ‘s morgens wanneer zij de kamer wil schoonmaken. Claes had de avond voordien ingecheckt in het hotel omdat hij ruzie had met zijn vrouw. De balie van Antwerpen is geschokt door deze moord. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter onderzoeken of de moord te maken heeft met dossiers waar de advocaat aan werkte. Tijdens hun onderzoek blijkt dat er aan de balie zaken voorkomen die je in dit milieu niet zou verwachten. De moord op John Claes blijkt nog maar het begin te zijn van afrekeningen in het milieu van rechters en advocaten.Tijdens hun onderzoek belanden Somers en De Winter in Lier, Antwerpen, Borsbeek, Nijlen en de Ardennen

    Chantage in het schepencollege.

    Mieke Verstraeten, de schepen van Openbare Werken in Lier, vindt bij haar post een enveloppe met een kogel in. Haar man maakt zich ongerust en wilt dat ze dit meldt bij burgemeester Walter De Vos. De burgemeester linkt het voorval aan andere verhalen die de kop opsteken over het schepencollege. In buurgemeente Ranst heeft burgemeester Leo Huismans ook problemen binnen zijn gemeentebestuur. Wanneer er weer een bedreiging toekomt bij de schepen, blijkt dat dit nog maar het topje van de ijsberg is en dat er een connectie is tussen de problemen in de twee schepencolleges. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter moeten in beide schepencolleges op zoek gaan naar de waarheid. Het blijkt dat ‘ten dienste staan van de gemeenschap’ niet altijd de eerste doelstelling is bij de schepenen in Lier en Ranst.

    Afrekening in het bedrijf.

    Het transportbedrijf WorldWide Transport organiseert elk jaar managementdagen om de strategie van het bedrijf voor de toekomst te bespreken. De Belgische afdeling van WWT was door de hoofdzetel in Amsterdam aangeduid om deze bijeenkomst te organiseren in Sunparks, De Haan. Zoals wel meer gebeurt wordt de meeting gevolgd door een uitbundig feestje. Dit keer loopt het echter uit de hand en op zaterdagavond wordt Magda Vossen uit Lier vermoord teruggevonden in haar auto op een parking in Zandhoven. Magda is de secretaresse van Ivan Raeymaekers, de General Manager van WWT. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter moeten op zoek naar de moordenaar en belanden in een bedrijfsomgeving waar ze van de ene verbazing in de andere vallen. Het blijkt heel moeilijk om binnen het transportbedrijf de waarheid te achterhalen.

    Wraak in de familie.

    Mark Van Beeumen is postbode in Lier. Nadat hij door zijn vrouw is verlaten, leert hij de veel jongere Brigitte De Ridder kennen. Brigitte is eigenares van discotheek ‘The Moonlight’ in Emblem. Mark zijn geluk kan vanaf dan niet meer op, een knappe vriendin die vijftien jaar jonger is dan hij en aan geld geen gebrek heeft. Al snel heeft hij zijn job als postbode opgegeven. Aan zijn mooie leventje komt plots een einde wanneer Brigitte een verhouding begint met een jongere man. Ze kan haar verhouding een tijdje geheim houden maar Mark komt het toch te weten. Brigitte wordt vermoord teruggevonden in het huis van haar nieuwe vriend. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter gaan op zoek naar de moordenaar van Brigitte De Ridder. Het blijkt niet het enige misdrijf te zijn dat in de familie Van Beeumen gebeurt.

    De golfmoorden.

    Bart Swinkels en zijn vrouw Irma gaan oefenen op het golfterrein van Bossenstein in Broechem. Bij de afslag van Bart gaat de bal helemaal de verkeerde richting uit en komt terecht onder de bomen naast de haag. Tijdens de zoektocht naar de bal vinden ze tussen de bladeren het lijk van Ivo Schaessens, een zelfstandige schilder en behanger uit Lier. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter moeten in het golfmilieu op zoek naar de moordenaar. Somers, die sinds kort ook golf speelt, kan via zijn golfvrienden nuttige informatie bekomen om de zaak op te lossen. Tijdens hun onderzoek blijken op de golfterreinen van Edegem en Ranst dingen te gebeuren die niets met golf te maken hebben.

    De riviermoorden.

    Omdat ze een zeecruise te gevaarlijk vinden, beslissen commissaris Bruno Somers en zijn vrouw Sonja om een riviercruise te doen op de Seine. Achteraf blijkt dat één van de medereizigers, Nadja Van De Vijver, een secretaresse bij projectontwikkelaars LGD&B uit Lier, de dag na de cruise is vermoord in de buurt van de Eiffeltoren in Parijs. Tijdens hun onderzoek stoten commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter nog op een tweede moord. Deze gebeurde tijdens een riviercruise op de Rijn. Somers en De Winter moeten in de omgeving van de riviercruises op zoek naar de moordenaars. Al snel blijkt dat het op en naast de cruiseboten ook niet allemaal glitter en glamour is. 

    Alles voor de club.

    Door financiële problemen geraakt voetbalclub SK Lierse zijn licentie kwijt. Fred De Leeuw, een zakenman die de club wilde overnemen, verliest hierdoor een pak geld. De dag na het faillissement van de club wordt de directeur, Rudy Vercammen, vermoord teruggevonden. Uiteindelijk wordt SK Lierse gered door het geld van Steven Van Lierde, een andere zakenman. Deze neemt later ook basketbalclub Antwerp Giants over. Dat loopt allemaal vlot tot ook daar plots John Parker, een oud speler die nauw aanleunt bij het bestuur, vermoord wordt. Somers en De Winter moeten in de sportwereld en hun zakenpartners op zoek gaan naar de moordenaars. Het wordt snel duidelijk dat de clubs niet alleen sportieve problemen hebben.

    12-06-2021 om 10:03 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • Ludo Geluykens
  • Aankopen boek
  • Uitgeverij Leesgenot
  • Bistro Columbus Middelkerke

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 07/06-13/06 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 23/03-29/03 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 05/02-11/02 2018
  • 06/03-12/03 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 04/04-10/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 18/08-24/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/09-06/10 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 10/09-16/09 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!