Lezing 1 : ”Mensen aanzetten tot lezen + het ontstaan van een boek” Tijdens de lezing maken we kennis met de schrijver en zien we hoe een boek ontstaat, van in het hoofd van de schrijver tot wanneer de lezer het in zijn/haar handen heeft. We leggen ook uit wat de taken zijn van de verschillende personages, zoals de onderzoeksrechter, de commissaris, de procureur en de wetsdokter. We zien ook dat lezen en omgaan met taal aangenaam kan zijn door gebruik van komische woordspelingen. We doorlopen de boeken aan de hand van beelden/plaatsen waar de verhalen zich afspelen. We lezen ook enkele fragmenten uit mijn boeken voor en tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie. De lezing duurt ongeveer 1,5 uur. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)
Lezing 2 : “Plezante gezegden en spreekwoorden”:
Tijdens deze lezing hebben we vooral aandacht voor komische/grappige gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen. We bekijken ook kort de inhoud van mijn boeken. En tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie. De lezing duurt ongeveer 60 a 75 minuten. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)
Blog van schrijver Ludo Geluykens. Hier kan je ook kennismaken met mijn nieuwe politiethriller 'AFPERSING' Kijk ook eens op www.ludogeluykens.be (zie favorieten rechts)
24-06-2013
Losgeld voor een kind 5
Voor
de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij
mijn favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met het vijfde hoofdstuk
van Losgeld voor een kind .
5
26 september, omgeving van Lier.
Het
was Frank die contact zocht met zijn kompaan in Vremde. Ze hadden afgesproken
om elkaar nooit bij de echte naam te noemen om het de politie niet te
gemakkelijk te maken. Aangezien de man van Vremde een Pool was noemde de
andere hem Waldek. En Waldek noemde zijn compagnon dan maar Frank, zoals in de
VRT-soap Thuis.
Waldek,
alles in orde daar?
Jawel
Frank, ze is rustig nu.
Ik
ga dadelijk bellen en die Ongena zeggen wat we willen.
Oké,
bel je me nadien nog terug?
Als
er niets speciaals is niet. Zo weinig mogelijk contact. Normaal gezien bellen
we dan maandag terug.
Oké,
tot maandag.
Frank
installeerde zich aan tafel met zijn gsm, waarop hij een stemvervormer had
aangesloten, en toetste de nummers in.
Met
Raymond Ongena.
Meneer
Ongena, wij hebben uw dochter Lotte. Wij willen tegen maandag
vijfhonderdduizend euro in cash geld: briefjes van honderd. De plaats van
overhandiging hoor je maandag. Geen politie of je dochter gaat eraan en dan mag
je je geld in je reet steken! Ik herhaal geen politie!
Raymond
wilde vele vragen stellen, maar hij hoorde een klik. Gesprek afgelopen.
De
General Manager van Meubelen Ongena begon te beven en te schokken. Hoe konden
de ontvoerders weten dat Lotte zijn dochter was? Hoe kon hij tijdens het
weekend aan vijfhonderdduizend euro geraken? Hij moest toch de politie
verwittigen, niet? Wie zat hierachter?
Hij
belde met Veerle om haar op de hoogte te brengen van het telefoontje.
Veerle
zat te huilen en te roepen aan de telefoon.
Wat
gaan die mannen met haar doen? We gaan ons Lotte nooit meer terug zien! Heb je
het geld al? Heb je al naar de politie gebeld?
Raymond
liet ze maar razen. Hij wist ook niet wat er moest gebeuren. Hij kon niet meer
logisch denken.
Ik
zal eerst met de politie bellen, zei hij. Daarna zullen we verder zien.
Hij
belde de politie en werd onmiddellijk doorverbonden met hoofdcommissaris Frans
Peeters.
Er
werd nogal wat gediscussieerd over het al dan niet betalen van losgeld. Peeters
wilde er niet van weten. Ongena wilde absoluut het geld overhandigen. Lotte was
hem meer waard dan dat geld.
Er
werd een compromis bereikt.
Raymond
zou op zoek gaan naar het geld. Peeters zou ondertussen alles nog eens
bekijken en maandag zouden ze dan samen beslissen wat er moest gebeuren en hoe
er verder gehandeld kon worden. De politie zou ondertussen niet meer
zichtbaar in de Hagenbroeksesteenweg verschijnen. Dat risico wilde de
hoofdcommissaris niet meer lopen.
Ongena
belde naar zijn financiële manager Michel Bosmans.
Michel,
ik moet tegen maandag vijfhonderdduizend euro hebben. Cash, in briefjes van
honderd.
Maar
Raymond, dat kan niet. Er is nergens nog een bank open. Maandagmorgen kan ik
wel proberen. Waarom moet dit nu tijdens het weekend?
Stel
geen vragen, ik heb geen antwoorden. Zorg dat je het geld bijeen krijgt. Bel de
bankdirecteuren maar op. Zet de banken maar het mes op de keel. Geen geld, dan
ook geen klant Ongena meer.
Michel
wilde nog reageren maar aan de andere kant lag de hoorn al terug op de haak.
Michel
Bosmans wist wat hij moest doen tijdens het weekend. Geld zoeken.