Foto

Lezingen.
Ook voor senioren.

Inhoud van de lezingen:

Lezing 1 : ”Mensen aanzetten tot lezen + het ontstaan van een boek”
Tijdens de lezing maken we kennis met de schrijver en zien we hoe een boek ontstaat, van in het hoofd van de schrijver tot wanneer de lezer het in zijn/haar handen heeft.
We leggen ook uit wat de taken zijn van de verschillende personages, zoals de onderzoeksrechter, de commissaris, de procureur en de wetsdokter.
We zien ook dat lezen en omgaan met taal aangenaam kan zijn door gebruik van komische woordspelingen. We doorlopen de boeken aan de hand van beelden/plaatsen waar de verhalen zich afspelen.
We lezen ook enkele fragmenten uit mijn boeken voor en tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 1,5 uur. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)

Lezing 2 : “Plezante gezegden en spreekwoorden”:

Tijdens deze lezing hebben we vooral aandacht voor komische/grappige gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen.
We bekijken ook kort de inhoud van mijn boeken.
En tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 60 a 75 minuten. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)


Graag wat meer info? Stuur even een mailtje.


Inhoud blog
  • AFPERSING (inkijk)
  • AFPERSING is de nieuwe "Somers en De Winter"
  • Inkijk "Alles voor de club"
  • "De riviermoorden" (2019) Inkijk leesmoment.
  • VOORSTELLING NIEUW BOEK "DE RIVIERMOORDEN"
  • Inkijkversie van de nieuwe "Somers en De Winter" (nr 9 in de reeks)
  • Afrekening in het bedrijf 2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Politiethrillers
    Blog van schrijver Ludo Geluykens. Hier kan je ook kennismaken met mijn nieuwe politiethriller 'AFPERSING' Kijk ook eens op www.ludogeluykens.be (zie favorieten rechts)
    24-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 5

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het vijfde hoofdstuk van Losgeld voor een kind .

     

    5

     

     26 september, omgeving van Lier.

     

    Het was Frank die contact zocht met zijn kompaan in Vremde. Ze hadden afgesproken om elkaar nooit bij de echte naam te noemen om het de politie niet te gemakkelijk te maken. Aangezien de man van Vremde een Pool was noemde de andere hem Waldek. En Waldek noemde zijn compagnon dan maar Frank, zoals in de VRT-soap ‘Thuis’.

     

    “Waldek, alles in orde daar?”

     

    “Jawel Frank, ze is rustig nu.”

     

    “Ik ga dadelijk bellen en die Ongena zeggen wat we willen.”

     

    “Oké, bel je me nadien nog terug?”

     

    “Als er niets speciaals is niet. Zo weinig mogelijk contact. Normaal gezien bellen we dan maandag terug.”

     

    “Oké, tot maandag.”

     

    Frank installeerde zich aan tafel met zijn gsm, waarop hij een stemvervormer had aangesloten, en toetste de nummers in.

     

    “Met Raymond Ongena.”

     

    “Meneer Ongena, wij hebben uw dochter Lotte. Wij willen tegen maandag vijfhonderdduizend euro in cash geld: briefjes van honderd. De plaats van overhandiging hoor je maandag. Geen politie of je dochter gaat eraan en dan mag je je geld in je reet steken! Ik herhaal geen politie!”

     

    Raymond wilde vele vragen stellen, maar hij hoorde een klik. Gesprek afgelopen.

     

    De General Manager van Meubelen Ongena begon te beven en te schokken. Hoe konden de ontvoerders weten dat Lotte zijn dochter was? Hoe kon hij tijdens het weekend aan vijfhonderdduizend euro geraken? Hij moest toch de politie verwittigen, niet? Wie zat hierachter?

     

    Hij belde met Veerle om haar op de hoogte te brengen van het telefoontje.

     

    Veerle zat te huilen en te roepen aan de telefoon.

     

    “Wat gaan die mannen met haar doen? We gaan ons Lotte nooit meer terug zien! Heb je het geld al? Heb je al naar de politie gebeld?”

     

    Raymond liet ze maar razen. Hij wist ook niet wat er moest gebeuren. Hij kon niet meer logisch denken.

     

    “Ik zal eerst met de politie bellen”, zei hij. “Daarna zullen we verder zien.”

     

    Hij belde de politie en werd onmiddellijk doorverbonden met hoofdcommissaris Frans Peeters.

    Er werd nogal wat gediscussieerd over het al dan niet betalen van losgeld. Peeters wilde er niet van weten. Ongena wilde absoluut het geld overhandigen. Lotte was hem meer waard dan dat geld.

     

    Er werd een compromis bereikt.

    Raymond zou op zoek gaan naar het geld. Peeters zou ondertussen alles nog eens bekijken en maandag zouden ze dan samen beslissen wat er moest gebeuren en hoe er verder gehandeld kon worden. De politie zou ondertussen niet meer ‘zichtbaar’ in de Hagenbroeksesteenweg verschijnen. Dat risico wilde de hoofdcommissaris niet meer lopen.

     

    Ongena belde naar zijn financiële manager Michel Bosmans.

     

    “Michel, ik moet tegen maandag vijfhonderdduizend euro hebben. Cash, in briefjes van honderd.”

     

    “Maar Raymond, dat kan niet. Er is nergens nog een bank open. Maandagmorgen kan ik wel proberen. Waarom moet dit nu tijdens het weekend?”

     

    “Stel geen vragen, ik heb geen antwoorden. Zorg dat je het geld bijeen krijgt. Bel de bankdirecteuren maar op. Zet de banken maar het mes op de keel. Geen geld, dan ook geen klant Ongena meer.”

     

    Michel wilde nog reageren maar aan de andere kant lag de hoorn al terug op de haak.

     

    Michel Bosmans wist wat hij moest doen tijdens het weekend. Geld zoeken.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    24-06-2013 om 15:04 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 4

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het vierde hoofdstuk van Losgeld voor een kind .

    4

     

    26 september, Mechelen.

     

    Raymond Ongena, de tweeënvijftigjarige General Manager van Meubelen Ongena, gevestigd in het Industriepark Noord in Mechelen, zat aan zijn gigantisch antiek eiken bureau. Hij overschouwde de gebouwen van de meubelfabriek die hij zelf had opgericht. ‘In feite heb ik niet slecht geboerd’, sprak hij in zichzelf. Zijn gedachten gingen al naar het weekend. Hij zou zaterdag gaan golfen met de Director van de ING-bank van Lier, zijn woonplaats. Zondag zouden zijn schoonouders op bezoek komen. Niet zo’n prettig vooruitzicht, maar ja. Deze bezoekjes beschouwde hij als verplichtingen zoals hij er wel meerdere had op zijn werk.

     

    Vanmiddag had hij nog een bespreking met zijn financiële manager Michel Bosmans. Bosmans was één van zijn eerste medewerkers en hij had zich opgewerkt tot zijn rechterhand. Nog enkele financiële acties afronden en het weekend kon beginnen.

     

    Het rinkelen van zijn telefoon bracht hem terug in de wereld van vandaag.

     

    “Ongena!”, sprak hij nors in de hoorn van het toestel.

     

    “Raymond, Veerle hier, ons Lotte is al van gisterenavond vermist. Ik kan het niet meer aan. Kan je niet tot hier komen?” vroeg de moeder van Lotte huilend.

     

    “Wat! En dat kom je me nu pas vertellen? Waarom heb je me gisterenavond dan niet gebeld?” bulderde Raymond.

     

    “Omdat je tegenwoordig toch geen tijd meer hebt voor ons”, snikte Veerle.

     

    “Ik kom onmiddellijk.” Hij gooide de hoorn terug op het telefoontoestel, riep naar Michel dat hun meeting naar maandag verplaatst werd en vertrok.

     

    Veerle was een van zijn eerste echte veroveringen geweest tijdens zijn huwelijk met zijn eerste vrouw. Lotte was een ‘ongelukje’ uit die relatie. Toen zijn toenmalige vrouw Marina Van Campenhout hiervan had gehoord, had ze onmiddellijk het ouderlijk dak verlaten met de kinderen, Tom en Sara. Het kostte hem nog altijd maandelijks een bom geld aan alimentatie. Maar dat behoorde tot zijn ‘way of life’, zoals hij dat onbezonnen noemde.

     

    Na twintig minuten stond hij op de stoep bij Veerle in de Hagenbroeksesteenweg.

     

    Veerle legde hem uit dat Lotte al sinds gisterenavond weg was en dat ze nog niets hadden vernomen. Er waren al wel enkele tips binnengekomen maar de onderzoeksrechter had er niet veel hoop op dat er iets ‘bruikbaars’ tussen zou zitten.

     

    “Kan ik dan geen privéopsporingsdienst inschakelen?” vroeg hij.

     

    “Laat de politie en de mensen van Child Focus maar hun werk doen”, antwoordde Veerle.

     

    “En wat gaan die vandaag nog allemaal doen?” wilde Raymond weten.

     

    “Binnen tien minuten is Rudy Mertens terug hier. Hij is naar een vergadering met de onderzoeksrechter”, zuchtte de moeder van Lotte.

     

    Rudy had niet echt nieuwe gegevens bij. Er waren een paar tips binnengekomen maar zoals gewoonlijk dacht iedereen dat ze de gezochte persoon ergens gezien hebben. Er waren er zelfs bij die haar gezien hadden in de Ardennen, vertelde Rudy.

     

    “Maar dat kan toch”, gromde Raymond. “Iemand ontvoert ze en neemt ze mee naar zijn buitenverblijf in de Ardennen.”

     

    “Ja, dat zou kunnen”, antwoordde de consulent van Child Focus. “Maar ze hadden haar gisterenmiddag om vier uur daar gezien en volgens mijn gegevens zat Lotte toen op school.”

     

    Er was niet veel meer te vertellen. Het was nog steeds bang afwachten. Met de tijd verdween ook de hoop op een goede afloop.

     

     

     


    24-05-2013 om 10:09 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 3

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het derde hoofdstuk van Losgeld voor een kind .

     

     

    3

     

     26 september, Lier, politiekantoor.

     

    Het ging er vrolijk aan toe op het politiekantoor aan het Paradeplein in Lier. Commissaris Bruno Somers en hoofd-inspecteur Paul De Winter zaten rustig te keuvelen aan het bureau van Martine Verhaegen, de assistente van hoofdcommissaris Frans Peeters. Ook Roger Wuytack, de planton, was mee aangeschoven om de laatste dag van de week in te zetten met een kopje koffie.

     

    “Waar zit onze chef eigenlijk?” vroeg Paul. Het was inderdaad niet de gewoonte van Peeters om als laatste te arriveren.

     

    “Die zal denken dat het al weekend is zeker”, lachte Bruno. “Of heeft hij een dag verlof?”

     

    “Neen, niet dat ik weet”, antwoordde Martine.

     

    “En aangezien hij alles tegen jou verteld zal dat dus niet zijn”, zei Paul. “We zullen toch maar aan de slag gaan zeker? Chef of geen chef.”

     

    De speurders zochten hun werkplek op en startten de computers. Het nakijken van de mail was tegenwoordig het eerste dat op de dagelijkse to-do lijst stond. Er waren geen dringende opdrachten binnengekomen tijdens de nacht.

     

    “Bruno! Kom eens naar mijn kantoor”, riep Frans Peeters die juist binnengekomen was. “En breng je gsm mee.”

     

    “Ook goedemorgen”, zei commissaris Somers met de glimlach op zijn gezicht. Hij zag dat de hoofdcommissaris niet echt in een opgewekte bui verkeerde.

     

    “Ja, ja. ‘t Is al goed. Ik heb het begrepen”, ging Peeters verder. “Het was een zware nacht. Ik ben bijna de ganse nacht bezig geweest met een onrustwekkende verdwijning. Vandaar.”

     

    “Wat was er dan aan de hand?” wilde Bruno weten.

     

    Frans vertelde hem het ganse verhaal van de verdwijning van Lotte Claesens.

     

    “En is ze nog steeds niet teruggevonden?”

     

    “Neen. Dat ziet er niet goed uit. We zullen maar afwachten en blijven hopen op een happy-end”, zuchtte Peeters. “Kom binnen een uurtje maar terug met Paul, daartegen heb ik denkelijk al wel nieuws van de onderzoeksrechter. Maar ik had je eigenlijk geroepen om je dit te geven.” Hij legde een BlackBerry op tafel. “Ik heb er twee mogen bestellen en deze zijn gisteren binnengekomen. Eén voor jou en één voor mij.”

     

    “Ola, we gaan tegenwoordig mee met de tijd. Wat een vooruit-gang”, lachte Somers.

     

    “Ja, ja. Ze doen hun best. Nu de lonen nog wat aanpassen en dan hebben we geen reden meer om te klagen”, antwoordde Peeters.

     

    “Die petitie voor de aanpassing van de lonen wil ik zeker mee ondertekenen.”

     

    “Dat dacht ik al”, zei de hoofdcommissaris. “Maar ja, dat zal niet voor vandaag zijn. Ga jij de simkaart van je gsm even in de BlackBerry steken? Dan kan je je oude gsm hier laten. Ik moet die terug binnenbrengen.”

     

    Bruno stak de simkaart van het oude toestel in het nieuwe en startte zijn nieuw speelgoed op.

     

    “Normaal gezien zou alles in orde moeten zijn”, sprak Peeters. “Je zou je mailtjes nu ook op je BlackBerry moeten krijgen.”

     

    “Ik zal dat eens allemaal gaan uittesten”, zei Bruno en hij verdween uit het kantoor van Peeters.

     

    Hoofdinspecteur Paul De Winter had zo zijn mening over het nieuwe toestel van zijn chef.

     

    “Konden ze voor mij nu ook niet zoiets bestellen?” vroeg hij.

     

    “Dat zal niet hé, Polle”, antwoordde Bruno. “Het verschil in rang moet op alle vlakken zichtbaar zijn.”

     

    “Ja, ja, straks brengen ze voor mij nog een telex”, gromde Paul.

     

    “Breng ze niet op gedachten”, lachte de commissaris.

     

    Na een uurtje gingen de speurders naar het kantoor van Peeters voor de stand van zaken in het dossier van Lotte.

     

    De hoofdcommissaris had in feite niets nieuws meer te vertellen. De onderzoeksrechter had de affichecampagne opge-start en de affiches waren nu ook effectief uitgehangen. Het nieuws van de onrustwekkende verdwijning van de twaalfjarige Lotte was ondertussen ook al op radio en televisie geweest.

    Het was nu afwachten tot de tips binnenkwamen waarmee de onderzoeksrechter dan aan de slag kon gaan.

     

    “Blijf voor de rest van de dag maar stand-by, hier op kantoor”, zei Peeters. “Voorlopig kunnen we niet veel meer doen dan wachten.”

     

    Toen ze op de terugweg naar hun werkplek voorbij het kantoor van Martine gingen, riep deze Bruno binnen.

     

    “Wat is er allemaal aan de hand?” vroeg ze.

     

    Somers vertelde haar het verhaal van de verdwijning.

     

    “Dat moet zowat het ergste zijn wat je als ouder kan meemaken”, zei de assistente.

     

    “Je mag daar allemaal niet aan denken, want dan kan je gewoon niet meer normaal leven”, beaamde Bruno de opmerking van Martine.

     

    Nu ze toch binnen moesten blijven, gebruikten Somers en De Winter hun tijd voor het opschonen van hun dossiers. Door de opvolging van de ‘dringende zaken’ was het de gewoonte geworden om de afgewerkte dossiers gewoon op elkaar in de kast te leggen. Niet echt praktisch wanneer je ze vroeg of laat weer eens moest inkijken.

     

    Toen de hoofdcommissaris in de late namiddag kwam melden dat er in de zaak Lotte Claesens niet echt bruikbare tips binnenkwamen, besloten de speurders om er vroegtijdig de brui aan te geven voor deze week.

     

    Bruno beloofde Frans dat hij regelmatig op zijn BlackBerry zou kijken om desgevallend hulp te kunnen bieden bij de opsporing van het verdwenen meisje.

     

    “Zie je nu hoe plezant dat het is om zo’n nieuwe hoogtechnologische middelen ter beschikking te hebben?” zei de commissaris tegen Paul.

     

    “Hum, hum”, was alles wat uit De Winter zijn mond kwam.

     

    “Zullen we nog iets gaan drinken in De Solsleutel?” stelde Somers voor.

     

    “Neen, ik heb Betty beloofd om vandaag op tijd thuis te zijn, we moeten nog weg straks”, antwoordde Paul.

     

    “Sinds je met Betty samenwoont, is je dorst geweldig afgenomen vind ik”, lachte Bruno. “Het begint redelijk serieus te worden hé, Polle. Wanneer gaan jullie trouwen?”

     

    “Ha, ha, ha”, grijnsde De Winter. “Maar eigenlijk heb je wel gelijk. Wij voelen ons beiden goed in deze relatie. Het is eigenlijk de eerste keer dat ik zo’n goed gevoel heb.”

     

    “Tijd om aan kindjes te beginnen, vriend”, gierde Bruno.

     

    “Martine, je kansen zijn nu voorgoed verdwenen. Je hebt de trein gemist”, proestte Somers het uit.

     

    “Er zullen nog wel treinen komen zeker?” antwoordde Martine met een lach. Ze wist dat dit de beste manier was om dit gesprek te beëindigen.

     

    “Vergeet er dan niet op te springen hé. Want daar komt het op aan. Je moet er durven opspringen”, bulderde de commissaris nu.

     

    De speurders verlieten het politiekantoor op weg naar huis, het weekend tegemoet.

     

    “Hopelijk wordt het geen werkweekend”, zuchtte Bruno. “Ik hoop dat het meisje snel gevonden wordt.”

     

     



     

    04-05-2013 om 14:21 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 2

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het tweede hoofdstuk .


     

    2

      

    25 september, Lier, Hagenbroeksesteenweg.

     

    Veerle Desmet, de moeder van Lotte, had haar boodschappen gedaan in de Colruyt. De aangekochte eetwaren waren in de kasten verdwenen en de flessen met frisdrank in de garage gezet. De spaghetti stond op het vuur en de spaghettisaus was klaar om in de microgolfoven opgewarmd te worden. Ze had het weer eens voor elkaar! Wat een drukte toch als je alles alleen moet regelen. Haar man Roel Claesens was enkele jaren geleden omgekomen bij een verkeersongeluk: hij was met zijn wagen in het Albertkanaal terechtgekomen aan ‘t Boothuis in Massenhoven. Het was haar nog steeds niet duidelijk of dat nu een ongeluk was geweest of zelfmoord.

     

    Het was ondertussen al kwart na zeven en Lotte was nog steeds niet thuis. Veerle had al eens gebeld naar haar gsm, maar Lotte nam niet op.

     

    “Het zal weer plezant zijn bij An”, zuchtte Veerle. “Die jeugd toch hé. Dat vergeet de tijd en dan eens even iets laten weten hoort er ook al niet bij.”

     

    Om half acht belde Veerle naar de moeder van An.

     

    “Is Lotte nog daar?”

     

    “Neen, die is al ongeveer een uur geleden vertrokken”, ant-woordde deze.

     

    “Dan had ze toch al lang thuis moeten zijn”, zei Veerle.

     

    “Misschien is ze onderweg nog een vriendinnetje tegengekomen.” De moeder van An probeerde haar gerust te stellen.

     

    “Ja, dat kan. Ik zal nog maar even afwachten.”

     

    Na nog een half uur wachten begon Veerle zich toch stilaan ongerust te maken.

     

    “Waarom neemt ze haar gsm niet op?

    Waarom laat ze niks weten?

    Zou ze misschien gevallen zijn? Of nog erger aangereden door een auto?”

     

    Ze hield het niet meer uit. Ze nam de auto en ging op zoek. Ze reed de weg die Lotte normaal zou nemen: eerst de Hagenbroeksesteenweg, dan via Hagenbroek Noord naar de Handboogweg om ten slotte aan het huis van An aan het Hutveld uit te komen.

     

    Lotte was nergens te zien.

     

    Het werd ook al donker.

     

    Ondertussen had ze al zeker twintig keer gebeld naar haar gsm, zonder reactie.

     

    Ze belde aan bij de ouders van An. Ook An had al meerdere keren geprobeerd om Lotte te bellen, maar ook zij kreeg geen antwoord.

     

    “Zou ik niet naar de politie bellen?” vroeg Veerle.

     

    “Ja, we moeten toch iets doen”, antwoordde de mama van An.

     

    De politie van Lier werd verwittigd, die lieten weten dat ze iemand gingen langs sturen.

     

    Na een half uur, Veerle was juist thuisgekomen, arriveerden de agenten aan de Hagenbroeksesteenweg.

     

    “Hoe lang is je dochter al verdwenen?” vroeg de agent.

     

    “Ze is om half zeven doorgereden aan het Hutveld in Ranst.”

     

    “En ze neemt haar gsm niet op?” vroeg de tweede politieman.

     

    “Neen. En ik heb de weg al terug gereden die ze normaal zou moeten doen en daar is niets te zien”, antwoordde Veerle.

     

    “Misschien heeft ze een andere weg genomen. Of ze is bij iemand binnen gegaan”, stelde de agent.

     

    “Maar dan zou ze mij toch verwittigen”, snikte de moeder van Lotte.

     

    “Mevrouw, normaal gezien kunnen wij nu nog niks doen. Officieel is dit nog geen verdwijning, maar we zullen al eens beginnen met enkele andere mogelijke wegen te gaan bekijken die ze misschien kan gevolgd hebben”, probeerde de agent Veerle te troosten. “Mocht ze ondertussen thuis komen, laat het ons dan weten.”

     

    “En komen jullie dan daarna terug? Of wat gebeurt er dan?” vroeg Veerle.

     

    “We zullen zeker iets laten weten”, antwoordde de agent.

     

    De agenten reden via alle mogelijke wegen van het Hutveld in Ranst naar de Hagenbroeksesteenweg in Lier en terug.

    Geen Lotte te zien.

    Geen telefoon van de moeder van Lotte om te zeggen dat ze was thuis gekomen.

     

    Het was ondertussen al na tienen.

     

    “Dit begint op een onrustwekkende verdwijning te lijken”, zei de agent, die zelf ook een dochtertje had, tegen zijn collega. “Zullen we de hoofdcommissaris verwittigen?”

     

    “Ja, laat ons dat maar doen. Maar misschien doen we dat beter van bij haar thuis, dan kan de moeder de nodige gegevens doorgeven”, antwoordde hij.

     

    In het huis van Lotte was de moeder ondertussen in paniek geslagen bij het horen van de woorden ‘onrustwekkende verdwijning’.

     

    De agenten probeerden haar te troosten, maar dat lukte niet. Ze belden naar hoofdcommissaris Frans Peeters en legden hem de situatie uit.

     

    “Ik zal zelf contact opnemen met Child Focus en hen vragen om naar mevrouw te bellen”, zei Peeters. “Jullie blijven daar om de situatie op te volgen.”

     

    “Oké”, antwoordde Johan, de jongste agent.

     

    “De hoofdcommissaris gaat Child Focus verwittigen, zij zullen je dadelijk contacteren”, zei hij tegen Veerle.

     

    Zijn woorden waren nog niet koud of de telefoon rinkelde al.

    De dame van Child Focus vroeg hoe oud Lotte was.

     

    “Twaalf jaar”, zei de moeder.

     

    “En wat is er juist gebeurd? Hoe lang is ze al verdwenen?”

     

    Veerle gaf in horten en stoten het ganse verhaal weer vanaf haar thuiskomst tot nu.

     

    “Aangezien uw kind jonger is dan dertien jaar moeten we dit beschouwen als een onrustwekkende verdwijning”, besloot de dame van Child Focus.

     

    “En wat gaat er nu gebeuren? Wat moet ik doen? Wat gaan jullie doen? Wat gaat de politie doen?” vroeg Veerle al huilend.

     

    “Ik ga nu samen met hoofdcommissaris Peeters en de onder-zoeksrechter bekijken of we een campagne met affiches kunnen opzetten, tenminste als jij hiermee akkoord gaat?”

     

    “Ik ga met alles akkoord, als mijn dochter maar snel terug is”, snikte Veerle.

     

    “Kan jij dan ondertussen al een goede foto zoeken van Lotte zoals ze er nu uitziet, en deze naar ons doormailen?”

     

    “Dat zal ik doen”, besloot de bezorgde moeder.

     

    Na de bespreking tussen onderzoeksrechter Willy Janssens, hoofdcommissaris Frans Peeters en Child Focus werd besloten om onmiddellijk een affichecampagne te starten. Tegelijkertijd vertrok er een consulent van Child Focus naar Lier om Veerle bij te staan gedurende de campagne.

     

    Even voor middernacht arriveerde Rudy Mertens aan de woning van de familie Desmet in de Hagenbroeksesteenweg in Lier. De agenten lieten de verdere afhandeling van de zaak over aan de consulent van Child Focus en keerden terug naar het Paradeplein waar het hoofdkantoor van de politie van Lier gevestigd was.

     

    “Wat gaat er nu allemaal gebeuren?” wilde Veerle weten.

     

    “We starten een affichecampagne op. Alle getuigenissen die via ons nummer 116 000 binnenkomen gaan rechtstreeks en integraal door naar de onderzoeksrechter”, antwoordde Rudy Mertens.

     

    “Waar gaan ze die affiches dan hangen? En wie doet dat? Kan ik iets doen?”

     

    “De affiches worden vannacht nog verdeeld onder onze partners zodat deze morgenvroeg allemaal ophangen.”

     

    “En waar gaan ze die dan hangen?” vroeg Veerle.

     

    “Onder andere bij Delhaize, Colruyt en Spar. De foto met de gegevens zal ook te zien zijn op de schermen van de verdeelpunten van de Nationale Loterij. Er zullen ook nog affiches hangen in de stations van de NMBS, in de voertuigen van De Lijn en in de tankstations van Total.”

     

    “En op de televisie, kunnen ze daar niets uitzenden?” vroeg de ongeruste moeder.

     

    “Ja, er zullen via radio en televisie oproepen gedaan worden en we gaan ook via de gsm-operatoren berichten uitsturen”, besloot de consulent.

     

    “En wat kan ik nog doen? Ik wil zelf iets doen! Nu!”

     

    “We zullen er eerst al eens voor zorgen dat de campagne kan starten,” zei Rudy. “Heb je al een recente foto gevonden?”

     

    “Mag dat ook een digitale foto zijn?”

     

    “Natuurlijk, dat is nog gemakkelijker. Dan kunnen we hem doormailen. Als we moeten inscannen verlies je altijd op de kwaliteit en de foto is het belangrijkste van de hele campagne”, gaf Rudy aan.

     

    Veerle vond een gepaste foto op de computer en deze werd dan ook onmiddellijk naar Child Focus doorgestuurd.

     

    De affiches konden worden gedrukt dus de campagne kon starten.

     

    “Ik zou toch nog eens graag zelf op zoek gaan”, gaf Veerle aan.

     

    “Dan gaan we toch samen de weg nog eens doen die Lotte zou moeten gevolgd hebben om thuis te komen”, zei Mertens.

     

    Hij reed met de bezorgde moeder nogmaals de weg die haar dochter met de fiets had moeten afleggen. De lichten van zijn auto gaven af en toe een flikkering weer in de omliggende  velden. Telkens dachten ze dat het de weerkaatsing van een reflector van de fiets van Lotte zou zijn. Maar het waren steeds weer stukjes blinkende steen of glas die de weerkaatsing veroorzaakten.

     

    Na een uur gaven ze het op.

     

    Alle hoop werd vanaf nu gesteld op de affichecampagne.

     

    Het werd een eindeloze nacht voor de angstige moeder.

     

    12-04-2013 om 13:48 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 1

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het eerste hoofdstuk .

     

    1

     

     

     

    25 september, Lier, Kanunnik Davidlaan.

     

    Om klokslag vier uur in de namiddag ging de bel van het Sint-Gummaruscollege in Lier. De lessen zaten erop voor vandaag en de jeugd kwam uitbundig vanuit de verschillende klaslokalen gestormd. Hier en daar slenterde er een enkeling tussen de scholieren die zo snel mogelijk wilden ontsnappen. Lotte Claesens had, zoals meestal op donderdag, afgesproken met haar beste vriendin An Goris. Ze hadden de afspraak dat ze elke donderdag, wanneer de moeder van Lotte de boodschappen deed, enkele uren doorbrachten op het Hutveld in Ranst waar haar vriendin woonde. De twaalfjarige bakvissen hadden elkaar twee jaar geleden leren kennen toen ze samen in dezelfde klas terechtkwamen. Sindsdien waren ze hechte vriendinnen geworden, ‘partners in crime’ zoals ze zichzelf vaak gibberend noemden. Nadat ze uitbundig afscheid hadden genomen van de andere vriendinnen namen ze hun fietsen en gingen op weg langs de Vest om zo via de Hagenbroeksesteenweg en de Handboogweg naar An thuis te fietsen. Het was vandaag een zonnige dag en de meisjes vertrokken dan ook met een lange sliert volgelingen de Vest op. De luidruchtige rij fietsers werd kleiner naargelang de afgelegde weg groter werd. Aan elke kruising van de weg sloegen er scholieren af die het thuisfront bijna bereikt hadden. Na enkele stops, er moesten hier en daar afscheidskussen gegeven worden, bereikten ze uiteindelijk de woning van An.

    De fietsen gingen in het fietsenrek en de boekentassen vlogen op de grond: Tijd om te ontspannen. An zette de radio aan en Lotte startte de computer op. Eerst moesten de e-mailtjes gecontroleerd worden, daarna nog even snel Facebook bekijken, want al die belangrijke berichten mochten toch niet verloren gaan. De sms’jes werden zelfs tijdens de lessen bijgehouden. Nadat ze dus wisten wat al hun vrienden en vriendinnen gingen doen en al gedaan hadden, trokken ze naar de kamer van An om hun eigen belevenissen van de laatste week in geuren en kleuren uit de doeken te doen. An was gisteren na het paardrijden een jonge hengst tegen het lijf gelopen en er waren zelfs al enkele tongkussen uitgedeeld. Lotte had het een beetje gehad met het andere geslacht. De laatste witte ridder had het te bont gemaakt. Ze had gezien dat hij ook een ander meisje had gekust, onaanvaardbaar toch?

    Ondertussen was de mama van An ook thuisgekomen en ze had voor de meiden vers fruitsap geperst.

     

    “Blijf je eten?” vroeg de mama aan Lotte.

     

    “Neen, ik moet om zeven uur thuis zijn. Mama ging spaghetti maken”, antwoordde het meisje met een glimlach om haar lippen. Spaghetti was haar lievelingseten.

     

    “Dan moet je niet te lang meer treuzelen, anders kom je te laat thuis en dan zal je mama ongerust zijn.”

     

    Lotte moest nog naar twee nieuwe nummers luisteren op de iPod van An. Daarna nam ze haar boekentas en samen met haar vriendin ging ze op zoek naar haar fiets.

     

    “Tot morgen hé!”

     

    “Doei.”

     

    Lotte vertrok vanaf het Hutveld naar de Handboogweg om zo via het Hagenbroek Noord naar huis te fietsen. Ze woonde op de Hagenbroeksesteenweg in Lier.

     

    Tijdens het fietsen had Lotte, zoals zovele tieners tegenwoordig, de beide oortjes van haar iPod in haar oren. De muziek was haar gezel tijdens het rijden. Ze had juist de nieuwe hit van Kings of Leon gedownload en het was tijdens dit nummer dat ze zo opging in de muziek van haar favoriete rockband dat ze niet opmerkte dat er een grijze camionette naast haar kwam rijden. De camionette stopte vlak voor haar. Uit de zijdeur sprong een man. Hij sleurde Lotte van haar fiets, wierp haar in de laadruimte en gooide ook haar fiets naar binnen. Hij sprong terug in de camionette en trok de deur dicht. De chauffeur vertrok en reed via de Hagenbroeksesteenweg richting ring rond Lier.

     

    Lotte voelde de pijn van het neerkomen op de laadvloer van de camionette. Ze was zo geschrokken dat ze niet onmiddellijk realiseerde wat er gebeurde. Ze zag een man met lang haar, een baard en een zonnebril. Het meisje begon wild om zich heen te trappen en te slaan met haar armen. De man nam haar armen en wrong ze achter haar rug.

     

    “Auw, je doet me pijn!”, riep ze.

     

    De ontvoerder antwoordde niet. Hij bond haar armen vast zodat ze al veel minder weerstand kon bieden. Lotte bleef roepen en tieren en met haar voeten stampen, ze raakte haar ontvoerder daarbij op de borst. De man bleef stoïcijns kalm. Hij bond ook haar benen vast.

     

    “Laat me los, wat willen jullie? Ik heb pijn!” riep ze.

     

    De ontvoerder zei nog steeds niets. Hij nam een zakdoek en stak die in de mond van het meisje.

     

    Het werd stil in de camionette.

     

    Nu deed de ontvoerder ook nog een blinddoek voor haar ogen.

     

    Het was nu ook donker in de camionette.

     

    De chauffeur, die heel de tijd nog niets had gezegd, reed met een normale snelheid op de ring rond Lier.

     

    Niet opvallen was zijn eerste opdracht.

     

    De ontvoerder die naast Lotte zat, had ondertussen haar gsm afgepakt. Hij gaf hem aan de chauffeur die het zijraampje opende en het toestel in de middenberm wierp.

     

    De camionette verliet de ring. De chauffeur nam de Antwerpsesteenweg om zo via Boechout richting Vremde te rijden, waar zijn collega een appartementje huurde in de Lindelei. Het appartement was gelegen boven de garage. De camionette stopte voor de garage. De chauffeur opende de garagepoort en reed binnen. Lotte werd door de tweede ontvoerder met de lift naar boven gebracht. De andere ontvoerder vertrok onmiddellijk terug. Er werd niet gesproken tussen de ontvoerders. Kennelijk hadden ze deze opdracht goed voorbereid en alle risico’s geanalyseerd. Ze wilden zich zo weinig mogelijk her-kenbaar maken voor achteraf.

     

    Eenmaal boven op het appartement van de ontvoerder werd Lotte in een kamer opgesloten. De man had wel haar handen en haar voeten losgemaakt. Hij deed haar blinddoek af en nam de zakdoek uit haar mond.

     

    “Als je je stil houdt mag alles eraf blijven”, zei hij. “Als je gaat roepen of gaat trappen dan gaat alles terug aan, begrepen?”

     

    Lotte, die ondertussen als een hoopje miserie op het bed tegen de muur zat, knikte.

     

    “Ik zal je goed verzorgen, je moet niet bang zijn. Ik ga je geen pijn doen. Als je naar het toilet moet, klop je maar op de deur, dan laat ik je op de gang naar het toilet gaan”, zei de ontvoerder. Hij verliet de kamer en sloot de deur af.

     

    Lotte barstte in tranen uit. Waar was ze terecht gekomen? Waarom hadden ze haar meegenomen? Wat moest ze nu doen? Wat zou haar mama denken? Ze keek rond in de kamer. Er stond een eenpersoonsbed, een klein tafeltje en een stoel. Dat was alles. Het rolluik van het venster was naar beneden.

     

    Na een paar uur - ze kon de tijd niet schatten de ontvoerder had ook haar horloge afgepakt - kwam de man de kamer binnen.

     

    “Ik heb wat eten voor je gemaakt”, zei hij. “Als je nog iets wil hebben, vraag je het maar.”

     

    Lotte bekeek het dienblad dat haar ontvoerder voor haar op het tafeltje had gezet. Opgewarmde pizza, een bus fruitsap en een plastic beker. De pizza was al in stukken gesneden. Geen vork en geen mes. De ontvoerders namen geen risico. Hier was over nagedacht.

     

    Ze probeerde om een stukje van de pizza op te eten maar het lukte haar niet. Ze had geen trek. Ze wilde hier weg.

     

    Ze dronk een beetje fruitsap en ging terug op het bed zitten. Wat kon ze doen? De ene huilbui volgde op de andere. Ze kon niet nadenken.

     

    Uiteindelijk viel ze in slaap.

     

    23-03-2013 om 12:32 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind.

    De gemeente Ranst en uitgeverij Leesgenot
    nodigen u uit op de voorstelling van

    “Losgeld voor een kind”

    De nieuwe politiethriller van

    Ludo Geluykens           

                                                                                 


    Programma

     

    ·       Deuren: 18. 45 uur

     

    ·       19.00 uur : Verwelkoming

     

    ·       Roel Vermeesch schepen van cultuur, leidt het boek in.

     

    ·       Mogelijkheid tot aankopen van boek  (€ 19,90)

     

    ·       Aansluitend bieden wij u graag een drankje aan en signeert de auteur zijn nieuwste boek.


     

    Op woensdag  13 maart 2013 om 19 uur

    In de bibliotheek van Ranst.

    Gasthuisstraat 17

    2520 Ranst

    15-02-2013 om 20:13 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 9


    Promotiefilm "Een drug te ver."

     

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met de negende bladzijde .

     

    De Coninck begon onmiddellijk zijn probleem uit te leggen.

    “Kijk, het slachtoffer liep in de richting van de jachthaven. Dat staat vast. De kogel is rechts vooraan in haar hoofd binnengedrongen en er links achteraan weer uitgegaan. We hebben hier links van ons alles uitgekamd en alles minutieus doorzocht. Geen kogel te vinden.”

    “Kan die kogel niet omhoog gegaan zijn?” vroeg Paul.

    “Neen, kan niet. De in- en de uitgang van de kogel is op gelijke hoogte. Dus de kogelinslag moet ongeveer op deze hoogte zijn.” Louis wees met zijn hand aan zijn kin.

    “Kan het slachtoffer hier neergelegd zijn?” vroeg Bruno.

    “Volgens Rik Pauwels, de wetsdokter, is het lijk niet verplaatst”, gaf De Coninck aan.

    “Zullen we eens een kleine reconstructie houden?” stelde Somers voor.

    Hij zette Paul neer op de plaats van het slachtoffer.

    “Wijs nu eens aan waar de kogel is binnengedrongen”, beval hij aan De Coninck.

    Louis wees rechts vooraan op het hoofd van De Winter.

    “En waar is hij buitengekomen?”

    Louis wees links achter op het hoofd van Paul.

    “Dus je gaat er van uit dat de schutter vanaf de overkant heeft geschoten?” stelde Bruno.

    “Dat is de stelling ja, klopt.”

    “En daar vind je niets van kogelinslag?” Somers wees naar de houten schutting die de kogel had moeten opvangen als de stelling van Louis klopte.

    “En als ze nu eens juist naar links gekeken heeft op het moment van inslag?” verraste de hoofdinspecteur de man van de tech-nische recherche.

    “Ja, dan krijg je natuurlijk een andere lijn van je kogelbaan”, antwoordde De Coninck. Hij besefte dat hij dit zelf ook wel had moeten bedenken.

    “Ik laat dat verder uitzoeken, bedankt voor de hulp”, besloot hij.

    “Laat je ons weten hoe het afloopt?” vroeg Bruno nog.

    “Ja, je krijgt morgen toch alle resultaten.”

    “Goed, tot morgen.”

    Ze wandelden terug naar de Golf.

     


    15-09-2012 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 8

    Promotiefilm "Een drug te ver."

     

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met de achtste bladzijde .


    Ze condoleerden de zus van het slachtoffer en namen plaats.

    “Het moet een hele schok voor je zijn om op deze manier met de feiten geconfronteerd te worden”, begon Bruno. “Zou je toch kunnen proberen om ons een paar inlichtingen te geven? Alle informatie kan ons helpen om de zaak op te lossen.”

    “Ik zal trachten jullie vragen te beantwoorden”, snikte Nadine.

    Paul begon het gesprek.

    “Heb jij enig idee wie dit kan gedaan hebben?”

    “Neen, ik kan er echt niet bij dat iemand dit kan doen.”

    “Had ze een vriend?”

    “Niet dat ik weet.”

    “Vertelde ze wel eens iets aan jou?”

    “Wij weten bijna alles van elkaar.”

    “Heeft ze je ooit iets verteld van een afgesprongen relatie of zo?”

    “Neen, ze was gelukkig zoals ze was. Ze is getrouwd geweest maar twee jaar geleden is haar huwelijk op de klippen gelopen.”

    “En haar ex-man? Zien ze elkaar nog? Zijn er daar wrijvingen?”

    “Neen, ze zijn in alle vriendschap uit elkaar gegaan.”

    “Kan je ons zijn naam, adres en telefoonnummer geven?”

    Ze schreef de gegevens over uit haar agenda en gaf ze aan Paul.

    “En momenteel heeft ze geen vriend?”

    “Ze was niet echt dringend op zoek naar een relatie.”

    “Problemen op het werk misschien?”

    “Daar heb ik toch nooit iets over gehoord.”

    “Ze had ook geen schulden of zo?”

    “Volgens mij niet.”

    “Ik denk dat we het voorlopig hierbij kunnen houden”, zei Bruno. Hij overhandigde nog zijn visitekaartje aan Nadine en ze namen afscheid.

    Ze waren nog maar pas vertrokken vanuit Emblem toen de gsm van de commissaris rinkelde.

    “Somers.”

    “Bruno, Louis De Coninck hier. Ik heb een probleem. Ik kan geen kogel vinden op de plaats delict.”

    “Hoe bedoel je?”

    “Wel, juist zoals ik het zeg. Er is een kogel dwars door het hoofd van het slachtoffer gegaan, maar ik vind nergens de kogel of de restanten ervan.”

    “Dat is heel vreemd. Weet je wat, wij zijn toch in de buurt. We komen langs.”

    De speurders reden terug naar de Kleine Nete en vonden de inspecteur van de technische recherche op de plaats waar het lijk gevonden was.


    05-08-2012 om 09:58 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 7

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


     We gaan verder met de zevende bladzijde .


    Hij had vanmorgen thuis geen tijd gehad om de Gazet Van Antwerpen door te nemen. Het volgen van de actualiteit was een van zijn vaste bezigheden. Zowel voor zijn beroep als voor de politiek en het sport. Hij wilde met alles ‘bij’ zijn.

    “Ik zal het allemaal wel zelf doen hé, terwijl mijn personeel slaapt”, lachte Peeters.

    Somers werd meteen wakker en realiseerde zich niet onmiddellijk waar hij was.

    “Je was ver weg makker”, zei de hoofdcommissaris.

    “Ja, ik wilde je krant wat lezen, maar ik moet in slaap gevallen zijn.”

    Hij nam de stoel mee naar binnen en ze gingen in het kantoor van de chef zitten.

    “En hoe ver ben je gekomen, Sus?”

    “Wel, die vrouw die ons vanmorgen belde is wel degelijk de zus van het slachtoffer. Ze heeft de identificatie al gedaan.”

    “En waar is die vrouw nu?”

    “Ze is naar huis, onder begeleiding. Ik heb slachtofferhulp meegestuurd.”

    “En wie is die jonge dame die vermoord is?”

    “Dat is Sabine Janssens. Ze was verpleegster, dertig jaar en vrijgezel. Ze woont in Lier, in de Van Boeckellaan. Ze was vanmorgen gaan joggen, zoals ze bijna iedere dag deed.”

    “Allee, dan weten we toch al wie het slachtoffer is”, zuchtte Bruno.

    ‘Ja, veel meer heb ik niet. Hier zal je het voorlopig moeten mee doen.”

    Paul en Martine arriveerden van hun lunch.

    “Zie ne keer hier, Sus, het koppel van ’t jaar se. Er bloeit iets moois binnen het korps”, lachte Bruno.

    “’t Zullen schoowèn kinnekes zijn, denk ik”, veinsde Peeters mee.

    “Ik zal maar gaan verder werken, zeker”, gromde Martine. “Dan kunnen jullie nog wat verder dromen.”

    “Wat staat er verder op het programma?” vroeg Paul, om de gesprekken terug op het rechte pad te krijgen.

    “Zullen we al eens eerst met de zus van het slachtoffer gaan praten?” stelde Bruno voor. “Ik praat je wel bij in de auto.”

    Ze namen de Golf en vertrokken.

    “Waar naartoe?” vroeg De Winter.

    “Naar de Dorpsstraat in Emblem.”

    Via de ring reden ze naar Emblem.

    De vrouw van slachtofferhulp deed de deur open.

    “Goedemiddag, mevrouw. Hoofdinspecteur De Winter en commissaris Somers. Kunnen wij een paar vragen stellen?”

    “Kom binnen, ik zal de weg tonen.”

    “De heren zijn van de politie en willen een paar vragen stellen”, gaf de dame van slachtofferhulp aan.

    10-07-2012 om 20:02 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 6

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


     We gaan verder met de zesde bladzijde .


    “Hoe laat hadden ze afgesproken?” wilde Paul weten.

    “Ze wilden om negen uur vertrekken, Sabine zou eerst nog gaan joggen. Tegen vijf voor negen belde Nadine dan aan bij haar zus maar er kwam geen reactie. Ook op haar gsm antwoordde ze niet.”

    “Dat ziet er niet goed uit”, antwoordde Paul. “Die vrouw die vermoord is naast de Kleine Nete was aan het joggen.”

    “Dat dacht de hoofdcommissaris ook. Hij is er nu zelf naartoe”, besloot Martine.

    “Dan zullen we maar even afwachten tot onze chef terug is om verder actie te ondernemen”, zei Bruno. “We kunnen niet veel anders doen nu.”

    “Hier mannen, de post van vandaag”, riep de planton toen ze voorbij zijn desk gingen.

    “Bedankt Roger, de krant ben je zoals gewoonlijk weer vergeten hé”, lachte de commissaris.

    “Die gaat naar de grote chef, dat staat zo in mijn instructies”, grijnsde Wuytack.

    De speurders trokken zich terug in hun kantoor.

    “Ik heb een lijntje voor jullie”, riep Martine vanuit het bureau van Peeters.

    “Neen, bedankt, snuif het zelf maar op”, proestte Somers het uit.

    “Geef maar door”, viel Paul in.

    “Hoofdinspecteur De Winter, goedemorgen.”

    “Paul, wij zijn hier bezig met het buurtonderzoek. Hoever moeten wij daarmee gaan?”

    “Je moet zeker beide kanten van het water doen.”

    “Ja, ja, maar tot waar? Tot in Emblem of tot in Luik”, grapte de agent.

    “Tot aan de jachthaven zal wel goed zijn zeker”, gaf De Winter aan. “Komen jullie morgen verslag uitbrengen?”

    “Doen we, tot morgen.”

    Het doornemen van de post werd als een verplicht dagelijks nummertje afgewerkt. Er waren dingen die ze liever deden, maar het hoorde er nu eenmaal bij. “It’s part of the job”, zei Bruno altijd.

    “Gaan we snel iets eten?” vroeg Paul.

    “Doe maar, ik vast wel vanmiddag. Ik heb wat fruit bij”, antwoordde Somers.

    “Ik wil wel meegaan Polle”, riep Martine.

    “Amaai, dat gaat nogal eens een vonk geven. Onze twee vrijgezellen samen op stap. Voorzichtig zijn hé Polle. En als je niet voorzichtig bent, pas dan wat op hé”, bulderde Bruno.

    “Normaal gaat die toch nooit worden denk ik”, lachte Martine. “Kom Polle, we zijn weg.”

    Bruno nam de krant van de hoofdcommissaris en zette zich met een stoel voor de deur van het politiebureau.



    23-06-2012 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 5

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

     We gaan verder met de vijfde bladzijde .


    “Ik fietste zoals elke morgen naar mijn werk. Toen ik net de jachthaven gepasseerd was, zag ik dat er even verderop iets op de weg lag. Ik ben hier dan gestopt en zag dat het een vrouw was die op de grond lag. Eerst dacht ik dat ze gevallen was, maar dan zag ik al dat bloed en het gat in haar hoofd.”

    “En wat heb je toen gedaan?”

    “Ik ben dan daar naar dat huis gelopen en heb van daaruit de hulpdiensten gebeld.”

    De speurders stapten uit de combi.

    “We hebben hem gevonden, Polle”, grijnsde Bruno.

    “Wie?” vroeg Paul, die niet goed kon volgen.

    “Wel, die ene man die nog geen gsm heeft.”

    “Ja, ik had het kunnen denken”, zei de hoofdinspecteur. “Zullen we maar eens terug gaan naar de plaats delict? Ik zie dat iedereen al is aangekomen.”

    Zowel de wetsdokter als de technische recherche waren ondertussen inderdaad al gearriveerd.

    Louis De Coninck, van de technische recherche, stond bij Rik Pauwels, de wetsdokter.

    “Morgen heren”, zei Bruno.

    “Morgen”, klonk het in koor.

    “Dat ziet er hier niet goed uit”, stelde Pauwels.

    “Inderdaad Rik, je kunt weeral aan de slag”, antwoordde Paul.

    “Jullie kunnen zeker wel een tijdje verder zonder ons?” lachte Bruno.

    “Dat zal geen probleem zijn”, gaf De Coninck aan.

    “Wanneer krijgen we jullie rapporten?” informeerde Bruno

    “Dat zal voor morgenvroeg zijn”, antwoordden zowel de wetsdokter als de inspecteur van de technische recherche.

    “Dan gaan wij maar eens rondkijken of er iemand iets gezien heeft”, besloot de commissaris.

    De speurders verlieten de plaats delict en gingen op weg naar hun auto.

    “Zullen we maar een paar collega’s op pad sturen om het buurtonderzoek te doen chef? Of ga je liever zelf op huisbezoek?” 

    “Stuur maar een paar buurtagenten op onderzoek en laat ze ook de overkant van de Kleine Nete niet vergeten”, repliceerde de commissaris.

    De Winter gaf de opdracht door aan de planton.

    Toen ze terug op kantoor aankwamen stond Martine hen al op te wachten.

    “Er heeft een vrouw gebeld die zich ongerust maakte omdat haar zus niet open doet. Ze hadden een afspraak om te gaan shoppen in Antwerpen.”

    “En hoe is die mevrouw haar naam?”

    “Nadine Janssens, ze woont in Emblem. Haar zus Sabine woont in Lier in de Van Boeckellaan.”


    04-06-2012 om 21:27 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 4

    UITNODIGING


    De raad van kunst en cultuur organiseert i.s.m. de bibliotheek :


    APERITIEFCAUSERIE

    Ludo Geluykens en Peter-Paul Dirickx

    Twee Ranstse thrillerschrijvers in gesprek

     

    Zondag 3 juni om 10u30

    in de hoofdbib te Ranst

     

    Toegang : gratis.

     

    Moderator: Sylvain Liekens (journalist)

     

    Onlangs verschenen er 2 thrillers van Ranste bodem. Beide boeken werden zeer enthousiast onthaald.

    De raad van kunst en cultuur organiseert i.s.m. de bibliotheek een ontmoeting tussen deze twee auteurs.

    Aansluitend wordt u een drankje aangeboden.

    - Wat drijft deze auteurs om thrillers te schrijven?

    - Waar halen ze inspiratie voor een spannend verhaal?

    - Hoe publiceer je een boek en krijg je het in de boekhandel?

     

    Er zijn van beide schrijvers gratis boeken te winnen.

    -------------------------------------------------------------------------------------

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     We gaan verder met de vierde bladzijde .

     

     2

     20 augustus, politiekantoor Lier.

    Iedereen was al op post toen Bruno Somers en Paul De Winter even voor acht uur het politiekantoor van Lier aan het Paradeplein binnen kwamen.

    “Iedereen is blijkbaar uit zijn bed gevallen op deze prachtige morgen!” lachte commissaris Somers

    “Ook ne goeie morgen hé”, antwoordde hoofdcommissaris Frans Peeters.

    “Zal ik al eens een tas koffie halen?” stelde hoofdinspecteur De Winter voor.

    “Dat vind ik nu eens een goed idee”, zei Martine, de assistente van hoofdcommissaris Peeters.

    Paul ging op zoek naar het zwarte vocht. Roger Wuytack, de planton, had net verse gezet.

    “Roger, mag ik een kan meenemen?”

    “Daar heb ik hem voor gezet hé, Polle.”

    Toen de hoofdinspecteur met de koffie binnen kwam, rinkelde de telefoon van Peeters.

    Iedereen zag aan de grimas op het gezicht van de commissaris dat er iets niet pluis was.

    “Er is vanmorgen een jogster vermoord naast de Kleine Nete”, zei Frans.

    “Wanneer en waar is het juist gebeurd?” wilde Paul weten.

    “Een fietser heeft het lijk gevonden rond half acht. Het moet ergens tussen de brug en de jachthaven zijn”, antwoordde Peeters.

    “We zullen dan maar onmiddellijk ter plaatse gaan zeker?” stelde Somers voor.

    “Ja, doe dat, ik zal wel de nodige mensen verwittigen”, sprak de hoofdcommissaris.

    Bruno en Paul dronken nog snel hun koffie uit en vertrokken.

    Peeters nam de telefoon en verwittigde Louis De Coninck van de technische recherche. Nadien belde hij nog met Rik Pauwels, de wetsdokter, en hij bracht ook onderzoeksrechter Willy Janssens op de hoogte.

    Hoofdinspecteur De Winter stuurde de Golf door de Lisperstraat. Aan het Herman Vanderpoorten stadion, de thuisbasis van SK Lierse, sloeg hij af richting Kleine Nete. Op het einde van de straat stonden de collega’s die de weg afgesloten hadden. Ze gingen te voet verder tot op de plaats delict.

    Het was geen mooi zicht. In het hoofd van het slachtoffer was een gat van een kogel. Overal bloed rondom het lijk.

    Een agent kwam juist toe met een deken om het lijk te bedek-ken.

    “Wie heeft het lijk gevonden?” vroeg Paul aan de agent.

    “Een fietser die naar zijn werk reed. Hij zit ginder in de combi”, antwoordde de collega.

    De speurders wandelden tot aan de politiewagen. De man die de ontdekking had gedaan was nog helemaal van de kaart.

    “Hoe heb je het ontdekt?” vroeg Bruno.  




    16-05-2012 om 12:52 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 3

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

     We gaan verder met de derde bladzijde .


    Om half zes stond hij al op zijn boot. Hij had hem gisteren kunnen aanmeren op de laatste ligplaats richting Lier. Hij had nu dus een perfect zicht op de Kleine Nete en op het naastliggende fietspad dat Sabine gebruikte voor haar loopsessies. Als alles normaal verliep zou ze dus iets na zes uur passeren. De FN 5.7 was er helemaal klaar voor, inclusief geluidsdemper natuurlijk. Met dit wapen, dat je in België niet kon kopen, kon je door een kogelvrije vest schieten. Zo krachtig was het. Het was ook een echt pareltje voor een scherpschutter, die Hans dus was. Je kon namelijk feilloos je doelwit raken van op honderdvijftig meter afstand. En dat was precies wat hij wilde doen, knallen van op ongeveer honderdvijftig meter afstand.

    Hans opende het zijraampje van zijn stuurhut. Van hieruit zag hij op het looppad. Hij nam zijn verrekijker en stelde die af op de brug. Daar liep het pad met een bocht onderdoor. Van daar zou hij Sabine kunnen volgen.

    Na tien minuten was het zover. Hij had zijn slachtoffer in beeld. De afstand was nog iets te ver. Hij liet haar nog een beetje verder komen en legde dan aan. Hij richtte op haar hoofd.

    “Plof”

    Sabine zeeg neer.

    Hans pakte alles weer rustig in, sloot zijn boot af en keerde terug naar huis. Hij ging bewust niet langs het looppad. Via het kleine toegangsstraatje tot de haven kwam hij direct op de Lispersteenweg, waar hij woonde. Hij moest nog tweehonderd meter overbruggen.

    Toen hij thuis kwam legde hij eerst zijn pistool terug in de kluis op de zolder, nam een douche en ging naar zijn werk.

    Hans was dispatcher bij GELUD-koerier. Deze binnenlandse koeriersdienst was gevestigd aan de ring van Lier. Zijn taak bestond erin om de pakjes te verdelen onder de chauffeurs.

    Als baas van deze chauffeurs had hij het zo aangelegd dat hij met één bepaalde chauffeur een heel goede relatie had. Deze chauffeur was Ronny Martens. Ronny was de persoonlijke leverancier van cocaïne aan zijn drie klanten in de omgeving van Lier. Zo bleef hij zelf uit beeld. In ruil zorgde hij ervoor dat Ronny, die in zijn vrije tijd ook nog DJ was, geregeld contacten voor optredens kreeg van zijn vrienden.

    Het systeem werkte als volgt:

    -   Hans voer met zijn boot vanuit Emblem naar Antwerpen.

    -   Daar lag de boot van de leverancier van de cocaïne.

    -   Na de overhandiging van de drugs keerde hij terug naar Emblem.

    -   Hans verdeelde de drugs in drie kleine kluisdoosjes die werden afgesloten met een cijfercode. Op elk doosje stond de naam van de klant. Deze drie doosjes gingen dan in een hardboard malet zoals elke manager er één heeft.

    -   Hij overhandigde deze dan de volgende morgen aan Ronny.

    -   Deze wist waar hij de doosjes moest leveren.

    -   De klant nam het doosje aan, pakte de drugs eruit en stopte het overeengekomen geld erin. Cash, geen opspoorbare elektronische sporen.

    -   Ronny gaf ´s avonds de malet terug aan Hans.

    Deze cyclus herhaalde zich gemiddeld om de twee weken, naargelang de behoefte van de klanten.

    Vandaag was het een gewone dag, geen drugsleveringen voor Ronny.

    Voor Hans was het dus ook een gewone dag zoals alle andere.

    Hij parkeerde zijn BMW 550i op de parking voor het bureaugedeelte van het bedrijf. Hij hield zijn badge tegen de badgelezer, waarna de deur opende en hij binnen ging. Op de dispatch waren zijn medewerkers al druk bezig met het verdelen van de papieren. Hij ging in het magazijn en begroette daar zijn chauffeurs. Ook Ronny was al aan de slag.

    “Morgen Ronny, alles kits makker?”

    “Alles in orde, Hans.”

    “Hoe gaat het met de optredens?”

    “Dat gaat, ik mag niet klagen. Volgend weekend mag ik weer twee keer spelen. Vrijdag in Den Bengel in Lier en zaterdag in Café Rock-´n-Roll in Koningshooikt.”

    “Allee, dan gaan de zaken goed. Zoveel te beter.”

    Den Bengel en de Rock-´n-Roll waren twee van de drie cafés waar Ronny de coke van Hans leverde. De derde was taverne Den Johnny op het Zimmerplein in Lier.

    Hans deed de ganse toer van het magazijn en ging dan terug in zijn kantoor zitten. Hij startte zijn computer op en begon met het doornemen van zijn mail.

    Niks gebeurd. Het leven ging gewoon door, voorlopig toch.

     


    27-04-2012 om 11:36 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 2
    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.
    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


     We gaan verder met de tweede bladzijde .


    Hij was uit zijn lood geslagen. Maar hij kon toch nog repliceren met een kwinkslag.

    “Ja, Sabine, mooie dag, mooi gezelschap hé. Je bent al zo vroeg op weg!”

    “Ja, ik heb deze week de late shift, dan loop ik ’s morgens om zes uur, lekker fris nog nu. ’t Amusement nog hé”, riep ze.

    Hij wist onmiddellijk dat dit zware gevolgen kon hebben voor zijn verdere leven. Als zij dit ging vertellen aan Inge, zijn vrouw en haar beste vriendin, dan kon hij het vergeten.

    Tijdens het verloop van de dag had hij dit nog wel uit zijn hoofd kunnen zetten. Daar had Tinne wel voor gezorgd. Hij dacht nog eens terug aan die prachtige dag op het water gisteren. Wanneer hij aan Tinne dacht moest hij telkens weer denken aan de hit van AC/DC, “Whole Lotta Rosie”. En in gedachte zong hij:

    “Never had a woman, never had a woman like you. Doing all the things, doing all the things that you do…”

    En ze deed heel wat ‘things’ tijdens hun rondvaart.

    Maar nu moest hij handelen, als hij zijn mooie leventje niet wil-de verknallen. Hij moest Sabine beletten dat ze iets zou vertellen tegen zijn vrouw. Hij nam zijn FN 5.7 en vertrok.

    Hans was vroeger nog vijf jaar lang bij de SIE van de politie geweest, het speciaal interventie eskadron, als scherpschutter. Van daaruit had hij iemand leren kennen die in drugs handelde. Deze persoon had hem dan weer in verbinding gebracht met een drugsdealer die ook de bewuste pistolen van FN kon leveren. Als scherpschutter en kleine drugsdealer had hij deze gelegenheid niet kunnen laten voorbij gaan. Hij zou zijn pistool nu voor de eerste keer ‘echt’ gaan gebruiken. Spijtig voor Sabine, maar hij kon niet anders.


    23-03-2012 om 08:24 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een drug te ver 1

    Voor de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


    We gaan verder met de eerste bladzijde .

     

    1

     

     

     

    20 augustus, Lier, Lispersteenweg.

     

    Hans Verhoeven was al om vijf uur opgestaan. Hij had zijn vrouw Inge wijsgemaakt dat hij ging joggen. Maar wat hij in gedachten had, was iets helemaal anders. Hij was vroeg opgestaan om een afrekening te regelen. Hans was namelijk gisteren betrapt door Sabine, een vriendin van zijn vrouw. Hij had een afspraakje geregeld met Tinne, een blonde schone van op zijn werk. Tinne was ook fotomodel in haar vrije tijd. Verhoeven had haar beloofd om ze kennis te laten maken met de mooie kant van de binnenwateren in de omgeving van Lier. Zij zou hem dan kennis laten maken met een paar persoonlijke schone kanten. Hans had een boot, die lag in de jachthaven van Emblem, enkele honderden meters verwijderd van zijn huis. Ze hadden afgesproken om zes uur ’s morgens. Inge, zijn vrouw, had de vroege dienst. Zij was verpleegster in het ziekenhuis. Echter juist toen hij met Tinne de loopplank naar zijn boot opging riep er iemand.

    “Hey Hans, goedemorgen, zo vroeg en al in zo’n schoon gezelschap.”

    Het was Sabine, die al aan het joggen was op dit vroege uur.


    08-03-2012 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De gemeente Ranst en uitgeverij Leesgenot
    nodigen u uit op de voorstelling van

    “Een drug te ver”

    De nieuwe politiethriller van

    Ludo Geluykens    

    Programma

    ·       Verwelkoming

     

    ·       Werner Cazaerck, korpschef van de lokale politie in Lier, leidt het boek in.

     

    ·       Mogelijkheid tot aankopen van boek  (€ 19,90)

     

    ·       Aansluitend bieden wij u graag een drankje aan en signeert de auteur zijn nieuwste boek.


    Op woensdag 7 maart 2012 om 19 uur

    In de bibliotheek van Ranst.

    Gasthuisstraat 17

    2520 Ranst

    Graag reserveren via

    ludogeluykens@skynet.be   /  0478 450 150

          

    03-02-2012 om 18:28 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adellijke intriges 14

    VOLGENDE WEEK KAN U HIER MEER INFO VINDEN OVER MIJN NIEUW BOEK...


    VOOR DE LAATSTE MAAL KAN U HIER EEN (EXTRA LANGE) GRATIS STUK LEZEN UIT ADELLIJKE INTRIGES.


    Voor de persberichten en recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


    We gaan verder met de veertiende bladzijde van "Adellijke intriges."
     

    Ze gingen verder de ganse galerie door en kwamen dan terug in de privévertrekken terecht.

    In het salon stonden allemaal zware eiken meubelen.

    Ze liepen ook door de woonkamer en de slaapkamers. Alle kamers waren ingericht met echte antieke meubelen. Alles was ‘echt’: de linnenkasten, het buffet, ladekasten, schrijftafels, commodes, eettafel en stoelen.

     

    “Polle, kan jij nu ook zeggen welke stijl dat allemaal is?”

     

    “Ik heb heel veel gezien, volgens mij is er heel wat ‘Lodewijk’ materiaal bij, maar of dat nu van de veertiende of de zestiende is, dat kan ik niet zien.”

     

    “Ik zou het zeker niet allemaal willen betalen, of zelfs niet onderhouden”, merkte Somers op.

     

    “Kom chef, we gaan naar het terras. Misschien kunnen we wel een koffie krijgen.”

     

    “Zullen we op de barokstoelen gaan zitten aan de baroktafel?”, lachte Bruno.

     

    “Wel, je zou wel eens gelijk kunnen hebben, volgens mij is het ‘echte’ barok.”

     

    “Zo zie je maar hé Polle, af en toe kan zelfs ik juist gokken.”

     

    Leentje was er nog. Ze bracht hun een verse kop Rombouts, met een koekje, zoals het past op een kasteel.

     

    “Is Robert er al?”, wilde Paul weten.

     

    “Meneer Robert is zojuist toegekomen. Hij zit nu met Nathalie in het salon. Zal ik hem roepen?”, vroeg ze.

     

    “Vraag of hij binnen een paar minuutjes komt”, antwoordde Bruno.

     

    “Je hebt het gehoord, het is ‘meneer’ Robert hé, Polle.”

     

    Ze bekeken het prachtige gazon en de mooie tuin. Volgens de commissaris moest het onderhoud van de tuin alleen al ‘stukken van mensen’ kosten.

     

    Nathalie kwam, nog steeds huilend, Robert voorstellen aan de speurders.

     

    “Meneer de la Faille, Bruno Somers en dit is mijn collega Paul De Winter.”

     

    Ze condoleerden Robert bij het overlijden van zijn vader.

     

    “Hoe heb je het droevige nieuws vernomen?”

     

    “Euh….Nathalie heeft me gebeld.” Bruno zag dat er een ‘hapering’ zat in zijn reactie.

     

    “Wanneer heb je je vader voor het laatst gezien?”

     

    “Ik was deze morgen nog hier.”

     

    “Verwachtte hij iemand, vandaag?”

     

    “Niet dat ik weet.”

     

    “Had de baron vijanden?”

     

    “Mijn vader was een zeer geliefd man. Ik denk niet dat iemand hem kwaad zou willen doen.”

     

    “Is er in het kasteel beveiliging aanwezig?”, informeerde Paul.

     

    “Er is een camerasysteem met opnameapparatuur, de recorders staan in het bureau.”

     

    “Kunnen we daar dan nu eens gaan kijken?”

     

    Ze gingen terug naar binnen om de beelden te bekijken.

     

    “Kijk, ze hebben de draad doorgeknipt”, stelde Paul vast.

     

    “En de cassette is eruit gehaald en waarschijnlijk meegenomen. Dat zijn geen gewone voorbijgangers geweest Polle, eerder professionelen, die wel degelijk van de toestand binnen het kasteel op de hoogte waren.”

     

    “Is er iets verdwenen?”, vroeg de commissaris aan Robert.

     

    “Dat kan ik zo niet zeggen. Daarvoor zal ik een inventaris moe-ten doen.”

     

    “Zou je dat zo snel mogelijk willen doen, en ons het resultaat laten weten. Dat is zeer belangrijk voor het verder onderzoek.”

     

    “Zal ik doen, hebben jullie mij nog nodig?”

     

    “Neen, ga maar. We spreken mekaar nog.”

     

    De zoon van de baron ging terug naar Nathalie.

     

    “En, Polle, wat denk je?”

     

    “Ik zie nog niet veel. En wat denk jij?”

     

    “Ik heb alleen gezien dat Robert ‘haperde’ bij het antwoord op je vraag, hoe hij op de hoogte was gebracht, maar dat kan van de emotie geweest zijn ook.”

     

    “Chef, ik denk dat we toch ook die twee vrouwen nog eens op de rooster zullen moeten leggen. Het kan toch niet dat die moordenaar zo maar uit het niets hier binnen komt.”

     

    “Ja, Polle, dat klopt, we blijven inderdaad met nogal wat vra-gen zitten.”

     

    “Is de Sus al weg?” vroeg Bruno.

     

    “Ik weet het niet, zal ik het eens vragen aan Nathalie?”

     

    “Ja, doe dat, en zeg dat wij ook gelijk weg zijn.”

     

    Hij ging terug naar het salon. Hoofdcommissaris Peeters was al een tijdje weg, vernam hij van de ex van Robert.

     

    “Wij weten voorlopig genoeg”, zei hij tegen haar. “Wij komen zeker nog langs vandaag of morgen.”

     

    “Oké. Als ik hier niet ben, kom je maar bij mij thuis langs. Dat is toch maar juist achter de hoek hier teneinde de straat.”

     

    “Oh, voor ik het vergeet, toch nog één vraagje. Hoeveel ingangen zijn er hier voor het kasteel?” vroeg Paul.

     

    “Alleen de grote hoofdingang.”

     

    “Bedankt, en tot volgende keer.”

     

    “De Sus is al een tijdje weg”, zei Paul tegen zijn chef.

     

    “Dan zijn wij ook maar weg hé.”

     

    Ze reden met de Golf terug naar het politiebureau.

     

    “Blijkbaar is er maar één ingang aan het kasteel”, zei Paul, terwijl hij de Golf op de parking reed.

     

    “Dan moet er toch iemand iets gezien hebben.”

    19-01-2012 om 18:17 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adellijke intriges 13

    Voor de persberichten en recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met de dertiende bladzijde van "Adellijke intriges."


    “Ja, ik heb hem onmiddellijk gebeld.”

     

    “Had de baron vijanden?”

     

    “Niet dat ik weet, maar in het wereldje van de kunsthandel is er nogal wat jaloezie.”

     

    “Wanneer er veel geld mee gemoeid is, loop je altijd risico”, vulde Bruno aan.

     

    Paul noteerde ook de gegevens van Nathalie en zei haar dat ze mekaar zeker één van de uren terug zouden zien.

     

    “Hou je wel ter beschikking.”

     

    “Polle, zullen wij ondertussen eens door het kasteel lopen om te zien of er ons niets opvalt? ”

     

    “Dat lijkt me een goed idee, dan kunnen we daarna eens met meneer Robert gaan spreken.”

     

    “Die zal hier ondertussen toch al wel zijn zeker”, repliceerde de commissaris.

     

    Ze begonnen hun rondgang in de ridderzaal. Bij het binnenkomen viel het Paul al onmiddellijk op dat hier wel heel ‘speciale’ schilderijen hingen.

     

    “Amaai, chef, hier hangt voor een paar miljoen bijeen.”

     

    “Een paar miljoen euro’s?”

     

    “Jazeker.”

     

    “Zijn dat dan zo’n dure schilderijen?” Bruno was niet zo op de hoogte van de waarde van “kunst”.

     

    “Ik zie een Matisse, een Monet, een Degas en een Permeke, allemaal heel bekende, dure kunstenaars. Het zijn niet hun bekendste werken, maar ik schat dat hier toch wel voor enkele miljoenen aan de muur hangt.”

     

    “Toch wel knap, Polle, dat je dat allemaal zo weet.”

     

    “Iemand moet toch het cultuurgehalte van de politie van Lier hoog houden hé”, antwoordde Paul, hiermee doelend op de geringe kennis van echte kunst in hun korps.

     

    “Van sport en muziek mag je me wat vragen, maar ik kan het verschil niet zien tussen een duur en een goedkoop schilderij”, zei Bruno. “Maar ik heb thuis een kenner zitten hé.”

     

    Hiermee bedoelde hij zijn vrouw Sonja, die in haar vrije tijd ‘vanalles’ deed op gebied van kunst: zijdeschilderen, aquarel, olieverf en dan deed ze ook nog dingen met fietsbanden en bloemschikken… zo zei Bruno het toch altijd.

     

    “Zeg Polle, zie jij hier iets van beveiliging?”

     

    “Ik zie wel bewegingssensoren, maar ze werken volgens mij niet. Normaal zie je een rood lampje branden.”

     

    “Het zijn misschien nieuwe modellen.”

     

    “We zullen het straks eens vragen aan de zoon.”

     

    Ze gingen verder naar de zalen van de galerie.

     

    “Hier hangen wel meer schilderijen”, merkte Bruno op.

     

    “Ja maar wel van een ‘mindere’ waarde.”

     

    “Zou er iemand kunnen zien of hier iets verdwenen is?”

     

    “Als ik iets zou meenemen, zou ik het uit de ridderzaal nemen”, merkte de hoofdinspecteur op.


    31-12-2011 om 11:30 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adellijke intriges 12

    Voor de persberichten en recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met de twaalfde bladzijde van "Adellijke intriges."


    “Ik heb dan onmiddellijk naar Nathalie gebeld. Die is direct gekomen en zij heeft jullie verwittigd.”

     

    “Waarom belde je Nathalie?”

     

    “Zij is zowat de vriendin van de baron. Ze helpt hem bij alles.”

     

    “Is er je, in de loop van de voormiddag, niets opgevallen?”

     

    “Neen, ik ben zoals gewoonlijk, om negen uur begonnen, heb koffie gezet voor meneer en ben dan aan mijn dagelijkse klus begonnen.”

     

    “Niemand gezien of gehoord?”, probeerde Bruno nogmaals.

     

    “Jawel, meneer Robert, de zoon van de baron is hier vanmorgen even geweest,”

     

    “Weet je ongeveer wanneer dat was?”

     

    “Dat moet iets na negenen geweest zijn. Hij heeft even met zijn vader gesproken en is iets voor tien uur nog komen zeggen dat hij weg was.”

     

    “Komt meneer Robert hier dikwijls?”

     

    “Ja, die komt regelmatig, bijna dagelijks.”

     

    “Voor de rest heb je niets speciaals gezien of gehoord? Je hebt niemand horen roepen of zo?”

     

    “Neen, ik werk altijd met de radio aan. Dan hoor je niet veel anders meer hé.”

     

    Paul noteerde nog de persoonlijke gegevens van Leentje en ze spraken af dat ze, indien nodig, later nog wel eens terug zouden komen voor meer vragen.

     

    Bruno ging Nathalie halen. Die zat ondertussen nog steeds te huilen in het salon.

    Nathalie was opmerkelijk beter gekleed dan Leentje. Je kon zien dat ze een betere smaak had op het gebied van kleding.

    Ze had dan ook van het rijkeluisleventje geproefd toen ze getrouwd was met Robert, dacht Bruno.

     

    “Waarom belde Leentje eerst naar jou ?”

     

    “Dat is omdat ik hier zowat alles regel, en ze is dat gewoon. Wanneer ze een probleem heeft komt ze daarmee bij mij.”

     

    “Hoe zou je jouw relatie met Jean-Louis de la Faille kunnen omschrijven?”

     

    “Wij hebben een goede vriendschappelijke relatie. Ik help de baron bij alles waar hij mijn hulp bij kan gebruiken.”

     

    Bruno keek even met een vragende blik naar Paul. Die begreep onmiddellijk wat zijn vriend wilde zeggen en nam het gesprek over, vóór deze verder gênante vragen zou stellen.

     

    “En waarom doe je dat?”

     

    “Ik deed dat vroeger, toen ik nog met Robert getrouwd was, en ik ben dat altijd blijven doen.”

     

    “En wat denkt Robert daarvan?”

     

    “Dat zal je aan hem moeten vragen, denk ik”, antwoordde Nathalie nogal bitsig.

     

    “Heeft er trouwens iemand Robert verwittigd?”


    13-12-2011 om 15:18 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adellijke intriges 11

    Speciale acties voor aankoop boeken van Ludo Geluykens, de schrijver zal aanwezig zijn op:

     

    De Kerstmarkt in het Begijnhof  in Lier :

    9, 10 en 11 december


    Deze dagen zijn de boeken te verkrijgen aan speciale "EINDEJAARSPRIJZEN"


    =========================================================

    Voor de persberichten en recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


    We gaan verder met de elfde bladzijde van "Adellijke intriges."

    “Commissaris Bruno Somers en dit is mijn collega, hoofdinspecteur Paul De Winter. Kunnen wij jullie een paar vragen stellen?”

     

    De jongste van de twee, Leentje, zei dat ze wel even apart konden gaan zitten in de keuken. Daar was het nu rustig. Nathalie zou nog even in het salon blijven zitten.

    De kookruimte was zeker geen ouderwetse kasteelkeuken. De modernste toestellen stonden er in een klassiek uitgevoerde keuken.

    Ze gingen aan de tafel zitten die in het midden van het vertrek stond.

     

    “Gaat het al een beetje?”, suste Paul.

     

    “Ik zal proberen, maar het zal niet gemakkelijk zijn”, snikte Leentje.

     

    “Hoe heb je het ontdekt?”

     

     “Ik had gedaan met het kuisen van de ridderzaal en de galerie om iets vóór half twaalf en ging de baron opzoeken in de tuin om te melden dat hij het alarm terug mocht opzetten. Toen ik buiten kwam zag ik dat meneer helemaal weggezakt in zijn stoel zat. Ik dacht eerst dat hij sliep, maar wanneer ik bij hem kwam zag ik al dat bloed op zijn hoofd. Ik voelde of zijn hart nog klopte, wat niet het geval was.”

     

    Ze stopte nu even en nam een slok water. Paul had uit de ijskast een fles plat water genomen en een glas voor haar uitgeschonken.

     

    “Wat heb je daarna gedaan?”, vroeg Bruno, “de politie gebeld?”

     


    24-11-2011 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • Ludo Geluykens
  • Aankopen boek
  • Uitgeverij Leesgenot
  • Bistro Columbus Middelkerke

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 07/06-13/06 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 23/03-29/03 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 05/02-11/02 2018
  • 06/03-12/03 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 04/04-10/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 18/08-24/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/09-06/10 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 10/09-16/09 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!