VOLGENDE WEEK KAN U HIER MEER INFO VINDEN OVER MIJN NIEUW BOEK...
VOOR DE LAATSTE MAAL KAN U HIER EEN (EXTRA LANGE) GRATIS STUK LEZEN UIT ADELLIJKE INTRIGES.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de veertiende bladzijde van "Adellijke intriges."
Ze gingen verder de ganse galerie door en kwamen
dan terug in de privévertrekken terecht.
In het salon stonden allemaal zware eiken meubelen.
Ze liepen ook door de woonkamer en de slaapkamers.
Alle kamers waren ingericht met echte antieke meubelen. Alles was echt: de
linnenkasten, het buffet, ladekasten, schrijftafels, commodes, eettafel en
stoelen.
Polle, kan jij nu ook zeggen welke stijl dat
allemaal is?
Ik heb heel veel gezien, volgens mij is er heel
wat Lodewijk materiaal bij, maar of dat nu van de veertiende of de zestiende
is, dat kan ik niet zien.
Ik zou het zeker niet allemaal willen betalen, of
zelfs niet onderhouden, merkte Somers op.
Kom chef, we gaan naar het terras. Misschien
kunnen we wel een koffie krijgen.
Zullen we op de barokstoelen gaan zitten aan de
baroktafel?, lachte Bruno.
Wel, je zou wel eens gelijk kunnen hebben, volgens
mij is het echte barok.
Zo zie je maar hé Polle, af en toe kan zelfs ik
juist gokken.
Leentje was er nog. Ze bracht hun een verse kop
Rombouts, met een koekje, zoals het past op een kasteel.
Is Robert er al?, wilde Paul weten.
Meneer Robert is zojuist toegekomen. Hij zit nu
met Nathalie in het salon. Zal ik hem roepen?, vroeg ze.
Vraag of hij binnen een paar minuutjes komt,
antwoordde Bruno.
Je hebt het gehoord, het is meneer Robert hé,
Polle.
Ze bekeken het prachtige gazon en de mooie tuin.
Volgens de commissaris moest het onderhoud van de tuin alleen al stukken van
mensen kosten.
Nathalie kwam, nog steeds huilend, Robert
voorstellen aan de speurders.
Meneer de la Faille, Bruno Somers en dit is mijn
collega Paul De Winter.
Ze condoleerden Robert bij het overlijden van zijn
vader.
Hoe heb je het droevige nieuws vernomen?
Euh
.Nathalie heeft me gebeld. Bruno zag dat er
een hapering zat in zijn reactie.
Wanneer heb je je vader voor het laatst gezien?
Ik was deze morgen nog hier.
Verwachtte hij iemand, vandaag?
Niet dat ik weet.
Had de baron vijanden?
Mijn vader was een zeer geliefd man. Ik denk niet
dat iemand hem kwaad zou willen doen.
Is er in het kasteel beveiliging aanwezig?,
informeerde Paul.
Er is een camerasysteem met opnameapparatuur, de
recorders staan in het bureau.
Kunnen we daar dan nu eens gaan kijken?
Ze gingen terug naar binnen om de beelden te
bekijken.
Kijk, ze hebben de draad doorgeknipt, stelde Paul
vast.
En de cassette is eruit gehaald en waarschijnlijk
meegenomen. Dat zijn geen gewone voorbijgangers geweest Polle, eerder
professionelen, die wel degelijk van de toestand binnen het kasteel op de
hoogte waren.
Is er iets verdwenen?, vroeg de commissaris aan
Robert.
Dat kan ik zo niet zeggen. Daarvoor zal ik een
inventaris moe-ten doen.
Zou je dat zo snel mogelijk willen doen, en ons
het resultaat laten weten. Dat is zeer belangrijk voor het verder onderzoek.
Zal ik doen, hebben jullie mij nog nodig?
Neen, ga maar. We spreken mekaar nog.
De zoon van de baron ging terug naar Nathalie.
En, Polle, wat denk je?
Ik zie nog niet veel. En wat denk jij?
Ik heb alleen gezien dat Robert haperde bij het
antwoord op je vraag, hoe hij op de hoogte was gebracht, maar dat kan van de
emotie geweest zijn ook.
Chef, ik denk dat we toch ook die twee vrouwen nog
eens op de rooster zullen moeten leggen. Het kan toch niet dat die moordenaar
zo maar uit het niets hier binnen komt.
Ja, Polle, dat klopt, we blijven inderdaad met
nogal wat vra-gen zitten.
Is de Sus al weg? vroeg Bruno.
Ik weet het niet, zal ik het eens vragen aan
Nathalie?
Ja, doe dat, en zeg dat wij ook gelijk weg zijn.
Hij ging terug naar het salon. Hoofdcommissaris
Peeters was al een tijdje weg, vernam hij van de ex van Robert.
Wij weten voorlopig genoeg, zei hij tegen haar.
Wij komen zeker nog langs vandaag of morgen.
Oké. Als ik hier niet ben, kom je maar bij mij
thuis langs. Dat is toch maar juist achter de hoek hier teneinde de straat.
Oh, voor ik het vergeet, toch nog één vraagje.
Hoeveel ingangen zijn er hier voor het kasteel? vroeg Paul.
Alleen de grote hoofdingang.
Bedankt, en tot volgende keer.
De Sus is al een tijdje weg, zei Paul tegen zijn
chef.
Dan zijn wij ook maar weg hé.
Ze reden met de Golf terug naar het politiebureau.
Blijkbaar is er maar één ingang aan het kasteel,
zei Paul, terwijl hij de Golf op de parking reed.
Dan moet er toch iemand iets gezien hebben.
|