Foto

Lezingen.
Ook voor senioren.

Inhoud van de lezingen:

Lezing 1 : ”Mensen aanzetten tot lezen + het ontstaan van een boek”
Tijdens de lezing maken we kennis met de schrijver en zien we hoe een boek ontstaat, van in het hoofd van de schrijver tot wanneer de lezer het in zijn/haar handen heeft.
We leggen ook uit wat de taken zijn van de verschillende personages, zoals de onderzoeksrechter, de commissaris, de procureur en de wetsdokter.
We zien ook dat lezen en omgaan met taal aangenaam kan zijn door gebruik van komische woordspelingen. We doorlopen de boeken aan de hand van beelden/plaatsen waar de verhalen zich afspelen.
We lezen ook enkele fragmenten uit mijn boeken voor en tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 1,5 uur. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)

Lezing 2 : “Plezante gezegden en spreekwoorden”:

Tijdens deze lezing hebben we vooral aandacht voor komische/grappige gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen.
We bekijken ook kort de inhoud van mijn boeken.
En tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie.
De lezing duurt ongeveer 60 a 75 minuten. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)


Graag wat meer info? Stuur even een mailtje.


Inhoud blog
  • AFPERSING (inkijk)
  • AFPERSING is de nieuwe "Somers en De Winter"
  • Inkijk "Alles voor de club"
  • "De riviermoorden" (2019) Inkijk leesmoment.
  • VOORSTELLING NIEUW BOEK "DE RIVIERMOORDEN"
  • Inkijkversie van de nieuwe "Somers en De Winter" (nr 9 in de reeks)
  • Afrekening in het bedrijf 2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Politiethrillers
    Blog van schrijver Ludo Geluykens. Hier kan je ook kennismaken met mijn nieuwe politiethriller 'AFPERSING' Kijk ook eens op www.ludogeluykens.be (zie favorieten rechts)
    09-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Inkijkversie van de nieuwe "Somers en De Winter" (nr 8 in de reeks)

    Wraak in de familie

    Eerste druk maart 2017
    Copyright © Ludo Geluykens / Leesgenot, 2017

    Site van de auteur: www.ludogeluykens.be

    Uitgeverij Leesgenot: Dennenlaan 32 2520 Ranst
    +32 3 485.72.63
    www.leesgenot.be

    Ontwerp omslag: Shutterstock
    Foto omslag Kris Geluykens/slidedesigners

    ISBN: 9789490660123
    D 2017/12.183/1
    NUR-Code: 330

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. De personages in dit boek zijn niet gerelateerd aan bepaalde personen. Indien we toch die indruk zouden wekken, hebben we nooit de bedoeling om gelijk wie te kwetsen.
    Ludo Geluykens

    Wraak in de familie

    Uitgeverij: Leesgenot - © - 2017


    Van dezelfde auteur :
    Moord op de scheidsrechter
    Adellijke intriges
    Een drug te ver
    Losgeld voor een kind
    Moord aan de balie
    Chantage in het schepencollege
    Afrekening in het bedrijf
    Wraak in de familie


    I

    Het eerste deel speelt zich tien jaar geleden af.

    1

    7 maart, Mechelsesteenweg, Lier.

    Mark Van Beeumen zat met zijn vriendin Brigitte aan de ontbijttafel in hun woning aan de Mechelsesteenweg in Lier. Mark was een gelukkig man. Zijn vriendin was vijftien jaar jonger dan hij en samen baten ze haar discotheek uit in Emblem. Ooit was het anders geweest, tien jaar geleden, Mark was toen postbode in Lier en stond in die tijd bekend als de play-boy van De Post. Op verschillende plaatsen van zijn dagelijkse ronde mocht Mark bij de vrouwen die alleen thuis waren een kop koffie komen drinken en meestal bleef het daar niet bij. ‘The postman always rings twice’, was op hem niet van toepassing. De deuren gingen open zonder dat hij moest aanbellen. Dat was voor hem ook een fantastische tijd, maar zijn toenmalige vrouw Ria kreeg weet van zijn amoureuze uitspattingen en had hem op staande voet uit huis gezet. Dat was het begin van een moeilijke periode waar hij liever niet aan werd herinnerd. Hij had toen op een kleine gemeubelde studio gewoond aan de Grote Markt in Lier en leefde op pizza’s en bier. Maar de situatie klaarde op toen hij Brigitte leerde kennen. Brigitte was gevallen voor de charmes van de play-boy-postbode. Brigitte was toen al eigenaar van discotheek ‘The Moonlight’, in Emblem. Mark zijn geluk kon vanaf toen niet meer op. Een knappe vriendin die vijftien jaar jonger was dan hij en die aan geld geen gebrek had. Al snel had hij zijn job als postbode opgegeven en was hij mee gaan helpen in de discotheek. Dat wil zeggen: hij hielp als supervisor tijdens de weekends. Hij moest controleren of de garçons niet te veel geld in hun zakken staken in plaats van af te rekenen aan de kassa. Tijdens de week reed hij rond in chique auto’s, dan eens in de Porsche van Brigitte en dan weer eens in zijn Mercedes Sport.

    Vandaag moest hij eerst naar de discotheek om te kijken of de leveranciers alle bestelde dranken en andere benodigdheden voor het weekend hadden geleverd en daarna kon hij nog eens langsgaan bij zijn ouders in Ranst.

    “Ga jij mee de leveringen controleren, schat?” vroeg hij.

    “Ik zou liever thuisblijven. Kan jij dat niet alleen?” antwoordde Brigitte.

    “Geen probleem, alleen zal dat ook wel lukken denk ik”, zei Mark. “Ik rij nadien nog eens bij ons thuis langs dan. Is dat goed?”

    “Natuurlijk. Blijf je daar dan eten?”

    “Ons moeder zal dat wel willen denk ik”, lachte Mark.

    “Doe dat dan maar, dan moet ik geen eten maken.”

    “Moet jij dan niet eten?”

    “Ik eet wel snel een broodje in de stad.”

    Mark trok naar de badkamer, nam een douche, scheerde zich en vertrok naar Emblem.

    In de voorraadkamer van discotheek ‘The Moonlight’ controleerde hij aan de hand van de leverbonnen of de geleverde hoeveelheid klopte. Bij de vaten bier was er iets fout. Er stonden twintig vaten bier op de bon en hij telde er maar negentien.

    Hij belde naar Brigitte en vroeg of zij soms iets gehoord had van de brouwer over deze onvolledige levering.

    “Ik weet er alles van”, zei Brigitte. “Nadja heeft morgen een feestje en zij had daarvoor een vat gevraagd. Ik heb dat daar laten leveren.”

    “Oké, dan is alles in orde. Je ziet dat ik alles goed in het oog houd, hé”, zei Mark.

    “Ja, ja”, antwoordde Brigitte. “Je bent al goed wakker. Je wordt nog een echte zakenman.”

    Mark sloot alles af en reed naar zijn ouders in Ranst.

    Jos Van Beeumen en zijn vrouw Greta, de ouders van Mark hadden een bedrijf in afbraakwerken op het industrieterrein in Ranst. Ze hadden nog twee zonen, Geert en Frank, en een dochter Vera.

    Afbraakwerken Van Beeumen was jaren geleden klein begonnen, maar was ondertussen uitgegroeid tot een gespecialiseerd bedrijf, één van de grootste van de provincie Antwerpen.

    Het huis van de Van Beeumens stond op een groot stuk grond dat vlak naast de bedrijfsterreinen lag. Vader Jos had de gewoonte om alle middagen thuis te zijn voor het eten, Mark wist dat en daarom passeerde hij regelmatig rond de middag langs het ouderlijke huis.

    Toen Mark zijn auto parkeerde op de oprit van het huis stond Greta op een laddertje de ramen te poetsen, haar vaste job op woensdagmorgen. Moeder had de punctuele gewoonten van vader Jos overgenomen. Alles moest op zijn tijd.

    “Een vast stramien in je leven geeft je een goed gevoel”, zei Jos Van Beeumen altijd.

    Greta was blij toen ze Mark zag.

    “Blijf je eten?” vroeg ze.

    “Daar ben ik speciaal voor gekomen”, lachte Mark.

    “Dan ga ik nog snel wat vlees uitleggen.”

    “Ik ga ondertussen eens langs bij ons vader hiernaast”, zei Mark.

    Hij ging door de tuin naar de magazijnen.

    Tegen twaalf uur kwamen vader en zoon Van Beeumen eten. De geur van de worsten kwam hen al tegemoet van in de tuin.

    “Er staat stoemp met worst op het menu”, zei Greta.

    “En daar een goede pint bier bij, meer moet dat niet zijn”, zei Jos.

    “Daar ben ik nu speciaal voor langsgekomen”, zei Mark.

    Om één uur trok Jos terug naar het magazijn en vertrok Mark naar huis.


    2

    7 maart, Paradeplein, Lier.

    Het was al druk in het kantoor van hoofdcommissaris Frans Peeters. Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter zaten samen met Roger Wuytack, de planton, bij de chef in een werkoverleg toen Martine Verhaegen, de assistente van de hoofdcommissaris, binnenkwam met een brede glimlach op haar gezicht.

    “Willen jullie verse koffie?” vroeg ze.

    “Daar zitten we op te wachten”, zei Peeters.

    “En als je die dan met zo’n lach op je gezicht binnenbrengt, zijn we nog gelukkiger”, zei Paul.

    “Wanneer een vrouw lacht, moet ik altijd denken aan het liedje van Golden Earring ‘When the lady smiles’”, zei Bruno en hij begon te zingen:

    “When the lady smiles, you know it drives me wild.”

    “Ik moet dan vooral aan de volgende strofe denken”, lachte Martine en zij begon ook te zingen:

    “When the lady smiles, she holds me in her hand.”

    “Ze hebben toch altijd het laatste woord, hé”, lachte Frans.

    “Die vrouwen toch”, zei Wuytack. “Uiteindelijk draait alles rond hen.”

    Martine was ondertussen al onderweg om koffie te halen.

    “Wat staat er op jullie programma voor vandaag?” vroeg Frans Peeters.

    “We gaan onze dossiers bijwerken zodat we deze kunnen klasseren”, antwoordde Bruno.

    “Kan Paul dat niet alleen?” vroeg Frans.

    “Als dat moet, wel”, antwoordde De Winter.

    “En wat heb je voor mij in gedachten?” vroeg Bruno.

    “De gouverneur komt vandaag op bezoek bij de burgemeester op het stadhuis en ik zou nog wel wat extra mensen kunnen gebruiken om de boel in het oog te houden”, zei de hoofdcom-missaris.

    “Dan ga ik mee naar het stadhuis”, antwoordde Bruno. “De veiligheid van de burgemeester gaat voor alles.”

    “Het gaat hier over de veiligheid van de gouverneur, hé”, zei Peeters.

    “Voor ons is de burgemeester veel belangrijker, hé chef”, zei Bruno.

    “Ik vertrek om tien uur, je kan met mij meerijden”, besloot Peeters.

    Somers en De Winter trokken naar hun kantoor. Bruno keek nog snel zijn mails na en beantwoordde de dringendste onmid-dellijk.

    De Winter begon met het bijwerken van de lopende, en het afsluiten van de afgewerkte dossiers.

    Tegen tien uur ging Bruno naar het kantoor van Frans en vertrokken ze samen naar het stadhuis waar de gouverneur om half twaalf zou arriveren voor een werklunch.

    Op alle hoeken van de straten die op de Grote Markt uitkwamen stonden politieagenten en in het stadhuis zelf was op de tweede verdieping een kamer ingericht waar de coördinatie van de veiligheid plaatsvond. Frans en Bruno gingen onmiddellijk naar boven.

    “Waarom zijn er zo’n grote veiligheidmaatregelen genomen?” vroeg Bruno.

    “De gouverneur heeft blijkbaar anonieme bedreigingen ont-vangen”, antwoordde Frans.

    Somers kreeg een walkietalkie en moest plaats nemen op het balkon van het stadhuis om van daaruit de Grote Markt te observeren. De veiligheidscoördinator riep alle agenten die op wacht stonden één voor één op om de toestellen uit te testen. Er mochten geen problemen ontstaan vandaag. Het korps van Lier had een naam hoog te houden.

    Alle toestellen werkten en Bruno nam plaats op het balkon van het stadhuis, vanwaar hij oogcontact had met alle agenten die op de hoeken van de straten stonden.

    Om elf uur kwam vanuit de Koningin Elisabethlei in Antwerpen het bericht dat de gouverneur vertrokken was. Het circus was op gang getrokken. De burgemeester kwam een luchtje scheppen op het balkon.

    “De bedreiging van de gouverneur wordt precies nogal serieus genomen”, zei Somers.

    “Ja, de opdracht is vanuit de nationale veiligheid gekomen”, antwoordde de burgemeester.

    “Er lopen tegenwoordig nogal wat gekken rond die op deze manier in de kijker willen lopen”, zei Somers.

    “En die beseffen totaal niet wat ze in gang zetten”, zei de burgemeester.

    Toen de gouverneur stipt om halftwaalf aankwam, ontstond er even paniek wanneer een man de Grote Markt kwam opgelopen. De man werd tegengehouden maar onmiddellijk weer vrijgelaten toen bleek dat hij gewoon op weg was naar het station om zijn trein te halen.

    “We kunnen geen enkel risico nemen”, zei Peeters naar aanleiding van dit voorval.

    De werklunch verliep verder zonder incidenten.

    Om twee uur verliet de gouverneur met zijn gevolg het stadhuis en werd de situatie terug normaal. Iedereen mocht terugkeren naar zijn dagelijkse werkzaamheden.

    Hoofdcommissaris Peeters en commissaris Somers woonden nog de afsluitende evaluatievergadering bij op de tweede verdieping van het stadhuis. De burgemeester had voor de mannen van de beveiliging broodjes voorzien zodat de agenten toch ook iets te eten hadden.

    “Is dat de overschot van de werklunch?” vroeg Somers.

    “Zij zullen wel wat beters gehad hebben zeker”, antwoordde Peeters.

    Rond drie uur waren Peeters en Somers terug op het kantoor aan het Paradeplein.

    De hoofdcommissaris kreeg bericht dat de gouverneur veilig en wel terug in Antwerpen was aangekomen en de verantwoor-delijke van de nationale veiligheid bedankte hem voor de goede samenwerking.

    Bruno hielp Paul nog met het afwerken van de dossiers en tegen vijf uur gingen de speurders naar huis.

    “Tot morgen”, riep Bruno naar de chef.

    “Nu heb je vandaag toch wel een makkelijk dagje gehad, hé”, riep Martine.

    “Lang geleden dat ik nog zo ontspannen gewerkt heb”, zei Bruno. “Zouden ze bij de nationale beveiliging geen mannen meer kunnen gebruiken?”

    “Mannen misschien wel”, zei Martine.

    “Martine, daag hem niet uit”, lachte Frans.

    “Altijd bereid om een proef af te leggen, hé, Martinneke”, lachte Bruno.

    “Ga dat maar bij Sonja bewijzen”, lachte Frans. “Tot morgen.”

    Paul zette Bruno thuis af en reed verder naar Oelegem.

    09-03-2017 om 10:46 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De gemeente Ranst en uitgeverij Leesgenot
    nodigen u uit op de voorstelling van:


    “Wraak in de familie.”


    De nieuwe politiethriller van
    Ludo Geluykens

    Programma

    • Deuren: 18.45 uur

    • 19.00 uur : Verwelkoming.

    • Hilde Goris, schepen van feestelijkheden, communicatie, jeugd en gezinsbeleid, leidt het boek in.

    • Mogelijkheid tot aankopen van boek (€ 19,90)

    • Aansluitend bieden wij u graag een drankje aan en signeert de auteur zijn nieuwste boek


    Op woensdag 8 maart 2017 om 19 uur
    In de bibliotheek van Ranst.
    Gasthuisstraat 17
    2520 Ranst

    Gelieve uw komst te bevestigen via:
    ludogeluykens@skynet.be / 0478 450 150

    13-01-2017 om 14:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-04-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afrekening in het bedrijf 2

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
    We gaan verder met het tweede deel van 'Afrekening in het bedrijf’.

    Ludwig Vandenbergh, de General Services Manager, die instond voor zowat de gehele organisatie ter plaatse, wist te melden dat voor alle aanwezige managers overnachtingen waren voorzien. Hij had voldoende huisjes geboekt op het terrein van Sunparks De Haan.

    “Hoe heb je de indeling van de huisjes geregeld?” vroeg Ivan Raeymaekers.

    “Ik heb het zodanig uitgewerkt dat de meeste managers samen liggen met hun landgenoten. Alleen de Security Managers uit de verschillende landen verblijven allemaal samen in een huisje, dat heeft Luk Geerts zo gevraagd”, antwoordde Ludwig Vandenbergh.

    “Dat klopt”, zei Geerts. “Zo kan ik als het moet één van mijn collega’s inzetten en zij willen ook allemaal betrokken worden zodat ze kunnen zien hoe de meeting geregeld is op gebied van security. Zo zijn ze al voorbereid voor wanneer ze zelf de meeting moeten organiseren in de toekomst.”

    “Slapen de mannen en de vrouwen samen?” vroeg Flor De Bruyn.

    “Dat zou je wel willen, hé”, lachte Luk Geerts.

    “Neen, natuurlijk niet, de vrouwen slapen apart”, antwoordde Ludwig Vandenbergh.

    “Laat ons dat vooral zo houden”, zei Ivan Raeymaekers.

    “Zijn er ook managers die niet blijven overnachten?” vroeg Magda Vossen.

    “Ja, twee managers van depot Waregem en een Nederlander die in Zeeuws-Vlaanderen woont”, antwoordde Ludwig Vanden-bergh.

    “Wil je hen een brief sturen waarin we hen als bedrijf erop wijzen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor hun verplaatsingen en dat ze moeten letten op hun drankgebruik?” vroeg de General Manager.

    “Daar zal ik voor zorgen”, antwoordde de Human Resources Manager.

    De General Services Manager legde nog uit dat alle maaltijden geregeld waren voor zowel de twee avonden als voor tussen de meeting door. Er was een aparte zaal voorzien waar ze samen met alle managers de maaltijden konden nemen. Deze zaal lag vlak naast de grote zaal waarin ze op vrijdagavond de ‘ontspanningsavond’ hadden gepland.

    “En is voor die avond ook alles geregeld?” vroeg Ivan Raeymaekers.

    “Alles wordt door Sunparks zelf geregeld: muziek, drank, broodjes. We moeten alleen betalen”, lachte Ludwig Vanden-bergh.

    “En wat met de mensen die iets anders willen doen?” vroeg Magda Vossen.

    “Alle faciliteiten staan steeds ter beschikking van de aanwezigen”, antwoordde de General Services Manager. “Ze kunnen gaan zwemmen, biljarten, tennissen, squashen en zelfs de sauna staat ter beschikking.”

    “De sauna zegt me wel iets”, zei Magda.

    “Als je iemand nodig hebt om je handdoek te dragen, laat het dan maar weten”, lachte Luk Geerts. “De afdeling Security staat steeds ten dienste.”

    “Dat geloof ik vast”, lachte Ivan Raeymaekers.

    “En hoever staat het met de agenda voor de meeting?” vroeg de General Manager.

    “We beginnen met de verwelkoming op vrijdagnamiddag om half drie. Dan krijgen de managers ook de sleutel van hun huisje en kunnen ze hun spullen daar achter laten. Om vier uur stipt beginnen we met de meeting. Eerst verwelkom jij de managers en daarna neemt Alvin Johnson over. Hij zal dan de rest van de namiddag voor zijn rekening nemen tot zes uur”, zei Magda Vossen.

    “Wanneer moeten we aan tafel zitten?” vroeg Flor De Bruyn.

    “Het avondeten is tegen zeven uur voorzien zodat we rond negen uur kunnen beginnen met het avondprogramma”, antwoordde Magda.

    “En wanneer beginnen we zaterdagmorgen?”

    “Vanaf zeven uur is er ontbijt voorzien. De meeting begint om half negen. In de voormiddag is de afdeling Sales aan de beurt. Om twaalf uur hebben we de lunch en om half twee neemt Operations over tot vier uur. Alvin Johnson sluit dan de meeting af daarna hebben we nog een buffet voorzien zodat iedereen nog wat kan eten alvorens naar huis te vertrekken”, antwoordde Magda.

    “Dus alle voorbereidingen zijn getroffen?” vroeg de General Manager. “Is ginder in De Haan ook alles geregeld?”

    “Normaal zou daar ook alles in orde moeten zijn. En Luk Geerts gaat straks nog een laatste controle uitvoeren”, zei Ludwig Vandenbergh.

    “Ik vertrek vanavond al naar ginder en kan dan indien nodig nog bijsturen”, antwoordde Luk Geerts.

    “Dan zien we mekaar morgen allemaal in De Haan”, besloot Ivan Raeymaekers.

    Ze verlieten allemaal de meetingroom en gingen op weg naar hun eigen kantoor.

    “Kan ik je even spreken?” vroeg Mark Schouppe, de Financiële Manager, aan Luk Geerts.

    “Natuurlijk”, antwoordde Luk en hij bleef staan om het gesprek te beginnen.

    “In je kantoor graag”, antwoordde Schouppe.

    Ze gingen een verdieping hoger naar het kantoor van de Security Manager.

    “Ik heb dit briefje tussen mijn ruitenwisser gevonden vanmorgen toen ik thuis vertrok”, zei Schouppe en hij gaf het papiertje aan Geerts, die het hardop las.

    “Als je nog wat langer wil blijven leven stop dan met die spelletjes. Ik weet je overal te vinden!”

    “Moet ik dat serieus nemen?” vroeg Schouppe.

    “Dat is je eigen beslissing. Ik weet niet waarover het hier gaat”, antwoordde Geerts.

    “Ik ook niet”, zei de Financiële Manager.

    “Echt niet?” vroeg Luk.

    “Neen.”

    “Dan zou ik dit toch maar even melden bij de politie”, antwoordde de Security Manager.

    “Ik zal er nog eens over nadenken”, besloot Schouppe en hij vertrok.

    Geerts wist wel dat Schouppe het niet zo nauw nam met de huwelijkstrouw. Hij had al jaren een verhouding met Magda Vossen de secretaresse van Ivan Raeymaekers, de General Manager.

    “Misschien was het één wel een gevolg van het ander”, dacht hij.

    Hij stak het papiertje in een lade van zijn bureau.

    08-04-2016 om 08:01 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-03-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afrekening in het bedrijf 1

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het eerste deel van 'Afrekening in het bedrijf’.


    I

    Het eerste deel speelt zich vijf jaar geleden af.


    1

    8 april, Industriestraat, Lier.

    Bij het transportbedrijf WWT (WorldWide Transport) waren ze volop bezig met de laatste voorbereidingen van de managementdagen die zouden doorgaan volgend weekend van vrijdagavond tot zaterdagavond in het domein van Sunparks De Haan. De Belgische afdeling van WWT was door de hoofdzetel in Amsterdam aangeduid om deze managementmeeting voor alle wereldwijde afdelingen te organiseren. Ze hadden ge-opteerd voor Sunparks De Haan omdat het zo gemakkelijk was om alle managers te laten overnachten in één van de huisjes op het domein en omdat de omgeving ook uitnodigde om te ontspannen buiten de meetings. Zo kon men bijvoorbeeld gemakkelijk eens tot aan zee wandelen om een frisse neus te halen. Een gezonde geest in een gezond lichaam.

    Het hoofdkantoor van WWT Belgium was gevestigd in de Industriestraat in Lier, naast de Ring. Er waren ook depots in Waregem, Antwerpen, Luik en Luxemburg, die rapporteerden aan de hoofdzetel in Lier. Het depot van Luxemburg was gemakkelijkheidshalve aan de Belgische tak van het bedrijf toegevoegd omdat het te klein was om zelfstandig te werken. Een bijkomende reden was ook dat in België zowat iedereen Frans sprak in tegenstelling tot op de hoofdzetel in Nederland, waar iemand vinden die de Franse taal beheerste, vergelijkbaar was met het zoeken naar een speld in een hooiberg. Vandaag, donderdag, moesten alle presentaties die men zou gebruiken tijdens het weekend, binnen zijn op de afdeling Human Resources.

    Op de afdeling General Services was Ludwig Vandenbergh, de manager van deze afdeling, volop bezig met controleren of alle bestellingen ook afgeleverd waren. De controle verliep moeizaam, want sommige dingen waren in Lier afgeleverd en andere waren dan weer rechtstreeks bij Sunparks in De Haan afgezet.

    Luk Geerts, de manager van de afdeling Safety & Security, bekeek zijn actieplan nog eens. Er was vanuit de hoofdzetel speciale aandacht gevraagd voor de security omdat men de nieuwe strategie van het bedrijf wilde bespreken die zou worden uitgezet in de gehele organisatie. Het zou niet de eerste keer zijn dat een concurrent van de gelegenheid gebruik zou maken om bij de presentaties binnen te glippen om zo al onmiddellijk te kunnen inspelen op de nieuwe strategie van WWT.

    Om drie uur in de namiddag was een laatste meeting gepland waarop alle managers die betrokken waren bij de organisatie waren uitgenodigd. Ivan Raeymaekers, de General Manager, was als eerste aanwezig in de meetingroom, samen met zijn secretaresse Magda Vossen. Tien minuten later was iedereen aanwezig en opende Ivan Raeymaekers de meeting. De bedoeling was dat alle managers een update gaven van hun voorbereidingen.

    Luk Geerts mocht beginnen. Hij legde uit dat voor alle uitgenodigde managers een securitybadge was gemaakt die bij het onthaal uitgereikt zou worden en dat hij zijn mensen, die de toegang tot de zaal controleerden, de opdracht had gegeven om geen enkel persoon zonder badge in de zaal binnen te laten.

    Flor De Bruyn, Human Resources Manager, kon melden dat hij alle presentaties voor de meeting binnen had gekregen met uitzondering van deze van Alvin Johnson, de General Director, die zouden ze pas op het laatste moment binnenkrijgen. Luk Geerts legde uit dat hij dat omwille van securityredenen zo had afgesproken met de General Director.

    15-03-2016 om 18:02 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-01-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitnodiging (klik op foto)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    30-01-2016 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-12-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaarswensen.

    Beste vrienden, lezers,

    In deze eindejaarsperiode wil ik jullie allemaal een gelukkig en vooral een gezond 2016 wensen.

    Hopelijk vinden jullie ook in 2016 weer de tijd om af en toe eens een boek te lezen.

    Daarom alvast deze tip:

    De nieuwe Somers en De Winter met de titel "Afrekening in het bedrijf" verschijnt op 1 maart.Voorstelling van het boek gaat door in de BIB van Emblem op 9 maart 2016 om 19 uur.

    Zet die dag alvast in je agenda.

    Met vriendelijke groeten,

    Ludo Geluykens

    Dennenlaan 32 2520 Ranst

    ludogeluykens@skynet.be

    gsm : 0478 450 150

    27-12-2015 om 11:21 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boekenbeurs & Kerstmarkten.

    Beste vrienden, lezers,

    Het einde van het jaar is alweer in zicht en dan beginnen we weer aan de feestdagen en de bijhorende geschenken te denken…
    Een ideaal geschenk is nog steeds een goed boek. Vandaar dat ik jullie informeer waar jullie mij de volgende weken kunnen vinden en waar jullie dan ook mijn boeken kunnen kopen.

    Hierbij de informatie:

    Op 28 en 29 november sta ik op de tentoonstelling van de Gouden Handen in het Gildenhuis in Broechem.

    Op 6 december ben ik aanwezig op de kerstmarkt van Amakuzand in de Populierenhoeve in Zandhoven.

    Op 11, 12 en 13 december sta ik op de kerstmarkt in Lier.

    Op 20 december sta ik op de kerstmarkt in Emblem.

    De boekenbeurs en de kerstmarkten zijn natuurlijk ideale gelegenheden om een boek aan te kopen dat je dan ofwel zelf kan lezen ofwel eerst kan lezen en daarna als geschenk aan iemand geven.


    KERSTSPEL:

    Ik heb een nieuw kerstspel geschreven dat in openlucht wordt opgevoerd in Zoersel op 20, 21, 22, 23 en 26 december.

    Ik hoop jullie op één (of meer) van deze evenementen te ontmoeten, dan kunnen we weer eens bijpraten.

    Met vriendelijke groeten,
    Ludo Geluykens
    Dennenlaan 32
    2520 Ranst
    ludogeluykens@skynet.be
    gsm : 0478 450 150

    24-10-2015 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chantage in het schepencollege 3

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het derde deel van 'Chantage in het schepencollege'.

    “Hier en daar op een receptie hoor ik wel eens wat, maar meestal vind ik de verhalen nogal vergezocht”, zei de hoofdcommissaris.

    “Wat heb je met de burgemeester afgesproken?” vroeg de commissaris.

    “Hij wil dat we dit allemaal eens onderzoeken op een onopvallende manier, zonder dat we er te veel ruchtbaarheid aan geven.”

    “En wie gaat dat doen?”

    “Aangezien jij blijkbaar toch niet veel anders te doen hebt dan mijn krant lezen, en aangezien je toch nog enkele dagen alleen moet werken tot Paul terug is, dacht ik dat jij dit wel zou aankunnen”, lachte Peeters.

    “Een kwestie van bezigheidstherapie dus”, lachte Bruno. “Ik zal het eens bekijken.”

    “Doe dat en hou me op de hoogte”, zei Frans.

    “Ik ben al vertrokken, chef. Ik laat je dan maar alleen achter met je belangrijke werk”, hij knipoogde en gaf de hoofdcom-missaris zijn krant terug.

    Somers besloot om een afspraak te maken met de burgemeester om het eens te hebben over de verschillende verhalen die Peeters hem vertelde. Hij zou ook een afspraak maken met Mieke Verstraeten om eens te kijken of zij mogelijke aanwijzingen had aangaande de afzender van de kogel.

    Na heel wat vruchteloze pogingen kreeg hij uiteindelijk toch burgemeester Walter De Vos aan de lijn. Bruno legde uit dat hij contact opnam als vervolgstap op het gesprek dat de hoofdcommissaris vanmorgen met hem had gehad.

    “Wanneer kunnen we mekaar hierover even spreken?”, vroeg Somers.

    “Ik heb het de komende dagen nogal druk”, antwoordde De Vos. “Morgenvroeg moet ik om negen uur bij het bestuur van SK Lierse zijn voor een vergadering. Misschien kunnen we vóór deze meeting afspreken?”

    “Voor mij is dat geen probleem, waar kunnen we dan afspreken? In het stadhuis?”

    “Misschien bij SK Lierse, dat is wat gemakkelijker om te parkeren”, antwoordde de burgemeester.

    “Voor mij is dat inderdaad wel iets gemakkelijker”, zei Somers. “Tegen half negen?”

    “Ik laat een ruimte reserveren tegen half negen. We zien mekaar daar. Tot morgen.”

    “Tot morgen, burgemeester”, besloot Somers.

    Bruno was met deze afspraak in zijn nopjes. Op deze manier kon hij nog eens in de kantoren van zijn geliefkoosde voetbalclub komen en misschien kon hij wel een babbeltje slaan met enkele bestuursleden. Mogelijk zag hij zelfs nog enkele spelers.

    Mieke Verstraeten was in de late namiddag beschikbaar bij haar thuis. Bruno beloofde dat hij daar tegen half vier zou zijn.

    Na de middag sprong Bruno nog even binnen bij Frans Peeters en bracht hem op de hoogte van zijn verdere afspraken. Nadien vertrok hij te voet naar de Begijnhofstraat, waar Verstraeten woonde. Hij wandelde via de Baron Opsomerlaan naar de Kanunnik Davidlaan en zo verder naar de Begijnhofstraat. Hij keek op zijn horloge, het was half drie, dat was nog wel even te vroeg. Hij besloot om nog iets te gaan drinken op de Grote Markt. Door de Eikelstraat kwam hij aan het Stadhuis en ging binnen in café d’Eycken Boom. Hij bestelde een koffie en keek eens rond wie er zoal op dit uur in het café zat. Het viel hem op dat er meer vrouwen dan mannen zaten. Hij vroeg aan de dienster die zijn bestelling bracht of ze wist hoe het kwam dat er meer vrouwen dan mannen in het café waren.

    “Omdat de vrouwen ouder worden dan de mannen en dus meestal hun man overleven”, antwoordde de dienster.

    “En dat noemen ze dan het zwakke geslacht”, lachte de commissaris.

    “Jullie mannen zeggen dat, wij weten wel beter”, antwoordde ze met een knipoog.

    Hij dronk rustig zijn koffie uit en twijfelde even of hij het kleine glaasje advocaat, dat standaard bij de koffie gegeven werd, zou laten staan of niet. Het besluit was snel genomen. Hij lepelde het rustig naar binnen.

    Om twintig na drie stond Somers in de Begijnhofstraat voor het huis van schepen van Openbare Werken Mieke Verstraeten. Hij belde aan en het was haar man Willy die de deur kwam opendoen.

    “Kom binnen, Mieke is er nog niet, maar ze heeft mij verwittigd dat u zou komen”, zei de man.

    Ze gingen in het salon zitten. De commissaris keek rond en zag dat het huis gemeubeld was in de stijl van de woning zelf. Allemaal stijlmeubelen met al redelijk wat jaren op de teller.

    “Jullie zitten hier wel mooi”, begon Somers.

    “Ja, wij zijn bij de gelukkigen die in deze omgeving nog een huis op de kop hebben kunnen tikken.”

    “Wonen jullie hier al lang?”

    “Dat zal nu tien jaar zijn.”

    “Dan hebben jullie dus ook alle veranderingen hier in de buurt meegemaakt”, zei de commissaris.

    “We waren een onderdeel van de veranderingen”, antwoordde Willy.

    “Wat bedoel je daarmee?”

    “Wel, tijdens de heraanleg van de Grote Markt, met alle wegomleidingen en andere miserie tot gevolg, hebben wij ons huis opgeknapt. Een upgrade gegeven als het ware.”

    “Wat vind je trouwens van de Grote Markt nu?” wilde Somers weten.

    “Die fonteinen, dat is natuurlijk een misbaksel van jewelste, dat hadden ze nooit mogen doen, maar voor de rest vind ik het zicht wel oké.”

    “De Lierenaars geraken er nochtans niet over uitgepraat”, lachte Somers.

    “Ja, maar dat is niet alleen hier zo, hé. Telkens als er ergens veranderingen gebeuren heb je voor- en tegenstanders. Dat is nu eenmaal zo. Maar als ik met vrienden op de Grote Markt sta ben ik best trots dat ik hier in de omgeving kan wonen”, zei Willy Tange.

    Op dat moment kwam Mieke Verstraeten binnen.

    “Ik heb je toch niet te lang laten wachten?” vroeg ze.

    “Neen, neen, helemaal niet”, zei Somers. “Ik ben hier nog niet zo lang.”

    “Maar Willy, je hebt de commissaris nog niet eens iets te drinken aangeboden. Wat gaan jullie drinken?” vroeg de schepen van Openbare Werken.

    “Voor mij een beetje plat water, als het kan”, antwoordde de commissaris.

    Nadat iedereen voorzien was van drank begon Bruno Somers over de kogelbrief.

    “Wanneer is de brief toegekomen?” vroeg hij.

    “Wanneer juist weet ik niet, maar Willy heeft hem vanmorgen gevonden toen hij de krant uit de brievenbus ging halen”, zei Mieke.

    “Wanneer was dat ongeveer?”

    “Dat zal zo rond half acht geweest zijn, denk ik”, antwoordde Willy.

    “Maar je hebt vannacht of deze morgen niets in de bus horen vallen? Of verdachte geluiden gehoord buiten? Een auto die stopte voor de deur of zo?”

    “Neen, wij slapen boven. En wij zijn nogal vaste slapers”, zei Willy.

    “Heb je vroeger nog andere bedreigingen ontvangen?” vroeg de commissaris.

    “Neen, toch niets dat me is bijgebleven.”

    “Werk je momenteel aan dossiers die bij bepaalde mensen zeer gevoelig liggen?”

    “Met elk dossier dat je afkeurt, stel je mensen teleur hé”, antwoordde Mieke.

    “Heb je de dossiers hier thuis liggen?”

    “Neen, die liggen allemaal bij de behandelende personen op de Dungelhoeff.”

    “Ik zou al de dossiers waarin je een negatief advies geeft willen doornemen. Kan je me die laten bezorgen?”

    “Ik laat ze morgenvroeg bezorgen op het politiekantoor aan het Paradeplein.”

    “Oké, dan zal ik er morgen eens doorgaan en nadien kom ik waarschijnlijk nog wel bij je terug met enkele vragen”, besloot Somers.

    De commissaris stond al recht en wilde vertrekken toen hij aan een andere mogelijke oorzaak dacht.

    “Is het mogelijk dat de kogel voor jou zou kunnen zijn?” vroeg hij aan Willy.

    “Neen, ik zou niet weten wie ik iets in de weg gelegd heb”, antwoordde de man van de schepen.

    Somers besefte wel dat de man, indien hij al iets geheim hield, dit nu zeker niet in het bijzijn van zijn vrouw zou vertellen. Daarom zei hij:

    “Mocht je toch nog aan iets denken, laat het me dan weten.”

    Hij overhandigde zijn kaartje aan Willy en vertrok.

    06-06-2015 om 21:47 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chantage in het schepencollege 2

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het tweede deel van 'Chantage in het schepencollege'.

    2

    7 januari, Paradeplein, Lier.

    Commissaris Bruno Somers was vandaag wat later aangekomen op het politiekantoor aan het Paradeplein. Martine Verhaegen, de assistente van hoofdcommissaris Frans Peeters, had hem gisteren verwittigd dat de chef vandaag zeker niet voor elf uur op kantoor zou zijn. En aangezien zijn collega en vriend hoofdinspecteur Paul De Winter nog met verlof was, moest hij met niemand rekening houden. Paul De Winter was tijdens de zomer getrouwd met Betty Cautreels, en Somers was getuige geweest bij de feestelijkheden.

    De commissaris had, op aangeven van zijn vrouw Sonja, Paul en Betty een weekje aan zee beloofd in hun appartementje in Middelkerke. Het had allemaal nogal lang geduurd maar uiteindelijk waren Paul en Betty deze week naar zee vertrokken. Zondag zouden ze terug thuiskomen.

    Bruno en Martine zaten rustig bij te kletsen in het kantoor van de hoofdcommissaris. Bruno had de krant erbij genomen en was de sportbijlage aan het doornemen. Martine was in het andere stuk van de krant aan het lezen.

    “Veel nieuws staat er alweer niet in vandaag”, zei ze. “Trouwens, heb je nog iets gehoord van Paul?”

    “Daar zullen we niet veel van horen hé, Martinneke. Die zijn bezig aan hun uitgestelde wittebroodsweken”, lachte de commissaris.

    “Ik vind het toch mooi dat jullie hem deze week verlof cadeau gedaan hebben. Dat zou ik ook wel eens willen doen”

    “Dan heb je twee mogelijkheden hé. Ofwel trouw je, en krijg je ook een weekje als geschenk, ofwel neem ik je eens mee en laat ik je kennismaken met al het moois dat er te beleven is aan onze kust en op ons appartement.”

    “Ja, ja, en zeker dat laatste, denk ik”, lachte Martine terwijl ze terug naar haar kantoor wandelde.

    Somers nam de krant mee naar zijn bureau. Hij passeerde nog langs Roger Wuytack, de planton, om de post op te halen en startte vervolgens zijn computer op.

    Er waren geen dringende mails en dus begon hij verder in de krant te lezen.

    “Martine, waar is mijn krant?” riep hoofdcommissaris Frans Peeters.

    “Ik denk dat Bruno die heeft meegenomen”, antwoordde zijn assistente.

    “Somers!”

    “Ja, ja, ik ben er al.”

    Bruno stapte met de krant onder de arm binnen in het kantoor van Peeters.

    “Slecht geslapen?” vroeg Bruno.

    “Neen, dat niet, maar ik kom net van een vergadering met de burgemeester en ik heb dit van hem gekregen.” Hij wierp de enveloppe van Mieke Verstraeten op tafel.

    De commissaris keek in de enveloppe en vroeg:

    “Wie heeft die gekregen?”

    “Mieke Verstraeten. Schepen van Openbare Werken”

    “Zat er nog een brief bij?”

    “Neen, enkel deze kogel.”

    “Vreemd”, besloot Bruno.

    “Ja, vind ik ook. De burgemeester vertelde me dat er wel vaker bedreigingen worden geuit aan het schepencollege, maar dit begint toch wel een beetje ver te gaan”, zei hij.

    “Daar kan ik hem wel in volgen. Wat wil hij dat je hiermee gaat doen?”

    “Hij vreest dat er enkele gefrustreerde medeburgers rond lopen omdat er verschillende verhalen de ronde doen van gesjoemel in het stadsbestuur.”

    “Is dat zo? Heb jij daar al iets van gehoord?”

    19-03-2015 om 11:36 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chantage in het schepencollege
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De stad Lier en uitgeverij Leesgenot
    nodigen u uit op de voorstelling van

    “Chantage in het schepencollege”

    De nieuwe politiethriller van Ludo Geluykens

    Programma:

    • Deuren: 18.45 uur.

    • 19.00 uur : Verwelkoming door Rik Verwaest, schepen van toerisme in Lier.

    • Frank Boogaerts, burgemeester van Lier, en Lode Hofmans, burgemeester van Ranst, leiden het boek in.

    • Mogelijkheid tot aankopen van boek (€ 19,90)

    • Aansluitend bieden wij u graag een drankje aan en signeert de auteur zijn nieuwste boek


    Op dinsdag 17 maart 2015 om 19 uur
    In het Stadhuis van Lier.
    Grote Markt
    2500 Lier
    Gelieve uw komst te bevestigen via:
    ludogeluykens@skynet.be / 0478 450 150

    23-01-2015 om 12:47 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chantage in het schepencollege 1

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.


    We gaan verder met het eerste deel van 'Chantage in het schepencollege'.

    1

    7 januari, Begijnhofstraat, Lier.

    Het was ijzig koud in de slaapkamer van Mieke Verstraeten. Mieke was in Lier schepen van Openbare Werken voor de partij Groen Lier. De winterprik bleef maar aanhouden. Ze opende haar ogen en tegelijk voelde ze dat haar neus koud en vochtig was. Onder de lakens was het lekker warm. Haar man, Willy Tange, was al opgestaan en Mieke hoorde dat hij bezig was in de keuken. Ze trok de kamerjas aan die ze boven op de dekens had gelegd als extra bescherming tegen de koude en ging naar de badkamer. Met een warme jogging aan verscheen ze enkele minuten later in de keuken. Ze gaf Willy een vluchtige kus op de wang en zette zich aan tafel. Willy had al voor koffie gezorgd en de tafel gedekt.

    “Hoe ziet je agenda eruit voor vandaag?” vroeg haar man, terwijl hij haar koffie inschonk.

    “Eerst om half tien een onderhoud met de burgemeester en daarna is er schepencollege.”

    “Dan kom je niet thuis eten?”

    “Neen. Waarom?”

    “Dan ga ik straks een flinke winterwandeling doen.”

    “Dat is een uitstekend idee”, antwoordde Mieke. “Profiteer er maar eens goed van nu je nog kan.”

    Haar man was al een tijdje werkloos en in deze tijd was het nogal moeilijk om terug werk te vinden. Ze had al haar contacten reeds aangesproken om hem aan een nieuwe baan te helpen en er was goede hoop dat Willy binnen enkele weken terug aan de slag kon.

    Ze hoorden de bromfiets van de postbode en enkele seconden later plofte de krant in de brievenbus.

    “Haal jij de krant even? Dan maak ik al wat plaats op tafel”, zei Mieke.

    Willy kwam even later terug in de keuken met de krant en een witte enveloppe.

    “Hier, voor jou. Een brief zonder postzegel. Waarschijnlijk van één of andere aanbidder”, lachte hij.

    Mieke opende de enveloppe en veerde recht toen ze de inhoud zag.

    “EEN KOGEL!”, riep ze.

    Ze liet de kogel over de tafel rollen en keek of er nog iets in de enveloppe zat. De enveloppe was leeg.

    “Een kogel in een briefomslag, zonder verdere uitleg. Er staat zelfs geen naam van de bestemmeling op. Misschien is het wel voor jou”, zei Mieke.

    “Ik vind dit niet om te lachen”, gromde Willy.

    “Ach schat, ik krijg wel eens meer te maken met malcontente mensen”, zei de schepen.

    “Ja, iemand die jou eens uitscheldt of iets roept, maar dit vind ik er toch wel wat over.”

    “Ik zal het straks melden aan de burgemeester en eens vragen wat hij er van denkt.”

    “Vraag maar dat hij dit door de politie laat onderzoeken, je moet hier niet te licht over gaan.”

    “Ja, ja, ik zal het zeggen”, zei Mieke en ze verdween naar de badkamer om zich klaar te maken voor alweer een drukke dag.

    Willy deed de kogel terug in de enveloppe en legde deze bij de smartphone van zijn vrouw, zo zou ze hem zeker niet vergeten. Nadien nam hij de krant en begon hij te lezen.

    Na een half uur kwam Mieke terug binnen in de keuken, nam haar smartphone en de brief en stak ze deze in haar tas.

    “Tot straks, schat.”

    “Tot straks”, antwoordde hij en gaf haar een kus.

    “En profiteer maar eens goed van je winterwandeling. Ik ben al benieuwd naar de foto's.”

    En weg was ze.

    23-01-2015 om 12:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 7

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het zevende deel van 'Moord aan de balie'.

    4

    27 april, Middelkerke.

    Bruno en Sonja waren gisterenavond nog vertrokken naar Middelkerke om er het weekend door te brengen. Enkele dagen lekker ontspannen: wat fietsen, wandelen, een terrasje doen. Natuurlijk ook de dagelijkse loopsessies voor Somers. En ook nog wat lezen als er nog tijd over bleef.
    Hun kinderen, Els en Tim zouden vanmorgen met de trein arriveren in het station van Oostende en Bruno zou ze gaan ophalen.
    Somers was tijdens zijn looprondje vanmorgen bij de Standaard Boekhandel in Middelkerke binnengesprongen en had een krant meegenomen. Hij was nu rustig het eerste stuk van de extra dikke weekendeditie van de Gazet Van Antwerpen aan het lezen. De moord op de advocaat uit Lier stond ook hier in de krant.

    “Zou je niet stilaan gaan vertrekken?” vroeg Sonja. “Het is half elf en de trein komt aan om tien na elf.”

    “Ik ben al weg se”, lachte Bruno.

    Via de luchthaven van Oostende reed hij naar het station. Hij had tijd genoeg, dacht hij. De trein is toch nooit op tijd. Hij moest lachen terwijl hij dit dacht. Hier in België zijn er toch nog zekerheden. De trein is nooit op tijd en de helft van de tijd zitten we zonder regering. Voor de rest gaat het hier goed.

    Om twintig na elf kwamen Els en Tim uit het station geslenterd, rugzak op de rug, jas op de arm.
    Bruno reed terug langs de zee tussen Oostende en Middelkerke. Er was al veel volk op het strand. Op de zeedijk was er een mix van lopers, wandelaars en fietsers.

    “Wat staat er op de planning?” vroeg Somers.

    “Op het strand liggen zeker?”, antwoordde Tim niet al te enthousiast.

    “Het weer heb je in ieder geval al mee”, lachte Bruno, terwijl hij even naar Els knipoogde. Zij had het strandvoorstel op de trein gedaan.

    De commissaris parkeerde de auto in de ondergrondse garage en wanneer ze boven op het appartement aankwamen stond de tafel al gedekt. Sonja was nog snel even naar de bakker geweest en had pistoletjes en koffiekoeken meegebracht.
    De rugzakken werden op het bed gezwierd, uitpakken was voor later. Eerst eten.

    Na het middagmaal trokken Els en Tim met het windzeil naar het strand. Bruno en Sonja vertrokken voor een wandeling langs het water. Ze wandelden voorbij het casino en zo verder tot in Mariakerke. Voor de tijd van het jaar was het behoorlijk druk op het strand.

    “Iedereen wil blijkbaar dit eerste mooie weekend aan zee zijn”, zei Sonja.

    “Ja, wat zon meepikken om de koude lente te onderbreken en dan weer stilaan op naar de zomer. Het zal alweer snel moederdag zijn”, lachte Bruno.

    Op de dijk in Mariakerke vonden ze een plaatsje op een terras. Een fris biertje en een sangria waren het vervolg.
    Ze wandelden terug over de dijk en wanneer ze tegen zes uur terug op het appartement kwamen waren Els en Tim al terug van het strand. Tim was een douche aan het nemen, Els was een boek aan het lezen.

    Om zeven uur was iedereen klaar. Ze hadden gereserveerd in hun stamcafé De Columbus. De cafébaas had een tafeltje vrij gehouden. Ze bestelden mosselen met friet en dronken er een fles witte wijn bij voor Sonja en de kinderen. De commissaris bleef trouw aan zijn drieëndertiger. De avond kabbelde rustig verder en na het dessert bleven ze nog wat napraten bij een lekkere tas koffie. Rond elf uur waren ze terug op het appar-tement.
    De slaapplaatsen werden in gereedheid gebracht en Bruno en Sonja lieten de kinderen achter in de living. Het zou nog wel even duren alvorens deze besloten om te gaan slapen.
    In de slaapkamer van de ouders was het licht snel uit en was het ook vlug stil. De wandeling, de wijn en het bier deden hun werk…

    Zondagmorgen, nadat Bruno zijn rondje had gelopen, en iedereen zich uit bed had gesleept, was het tijd voor de brunch. Sonja had voor alles gezorgd. Ze was vanmorgen nog samen met Els naar het supermarktje achter de hoek geweest.

    Na de uitgebreide brunch was er nog tijd voor een klein wandelingetje en nadien keerden ze allen terug huiswaarts. Bruno wilde voor de files thuis zijn.

    Rond vijf uur kwamen ze in Ranst aan. Terwijl Sonja en Bruno begonnen met het uitpakken van de koffers, ontstond het gebruikelijke gekibbel tussen Tim en Els over wie er de frietjes ging halen bij frituur ‘De Kwetterwei’. Els verloor de strijd. Net op het moment dat Tim zich op de zetel wilde gooien, vroeg Bruno hem om te helpen met de valiezen naar boven te doen. Na drie keer vragen kwam Tim in beweging.

    Nadat Els terug was van de frituur aten ze gezellig samen in de veranda de frieten op. De koele Jupiler van de commissaris smaakte hem.

    Na het eten werd alles in de afwasmachine gezet.

    Na het gebruikelijke nieuws en Sportweekend keek Bruno nog naar Witse en nadien zocht hij zijn bed op. Het zou morgen alweer een drukke werkdag worden.

    23-08-2014 om 11:06 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 6

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het zesde deel van 'Moord aan de balie'.

    Op de terugweg begon het te onweren. Hoe dichter ze bij het politiekantoor kwamen hoe donkerder het werd. Op het moment dat ze Lier binnen reden begon het te donderen en te bliksemen. De regen viel met bakken uit de lucht. Paul parkeerde de Golf op het parkeerterrein.

    “We gaan nu toch niet uitstappen?”, zei Bruno.

    “Ik heb wel een paraplu in de koffer liggen, denk ik”, antwoordde Paul.

    “Op de tijd dat we die genomen hebben, zijn we al kletsnat. Ik blijf wel even zitten”, gromde de commissaris.

    Het bleef maar regenen. Paul had ondertussen al gebeld naar de planton om te melden dat ze al terug waren, maar dat ze op de parking nog even wachtten tot het een beetje minder hard regende. Na tien minuten was het ergste voorbij en liepen ze naar binnen. Hoofdcommissaris Peeters en zijn assistente Martine Verhaegen stonden hen achter de receptie op te wachten.

    “Ik dacht al dat jullie op de parking bleven wonen”, lachte Peeters.

    “Alsof jij daar zou doorlopen”, bromde Somers.

    “Ik zou een paraplu bij mij hebben”, giechelde Martine.

    “Ja, ja, ’t is al goed”, antwoordde Bruno en de speurders verdwenen in hun kantoor.

    “Laat ze maar een paar minuten afkoelen”, zei Peeters, “daarna kunnen we de zaak bespreken op mijn bureau.”

    Een kwartiertje later zaten ze allemaal in het kantoor van de hoofdcommissaris. Bruno meldde dat ze in het advocaten-kantoor niet echt veel nuttige informatie hadden gekregen. Frans Peeters had beter nieuws. Hij had met onderzoeksrechter Willy Janssens de procedures nog eens doorgenomen. Deze namiddag zouden de onderzoeksrechter en de stafhouder samen met enkele mannen van de technische recherche een huiszoeking doen op het advocatenkantoor om zo toch onder andere te weten te komen aan welke dossiers de advocaten momenteel werken.

    “Dan zullen we die resultaten maar even afwachten”, zei De Winter.

    “Hoe staat het met de huwelijksfestiviteiten?” vroeg Peeters, die de sfeer wat wilde opvijzelen.

    “Alles loopt naar wens”, antwoordde Paul.

    “En hoe stelt de toekomstige mevrouw De Winter het?” lachte Bruno.

    “Opperbest, ik moest trouwens vragen of je geen ‘start to run’ programma wil opmaken voor haar. Ze zou willen beginnen joggen.”

    “Dan kom ik ook mee doen”, antwoordde Martine. “Ik zou al lang willen beginnen, maar alleen is maar alleen.”

    “Dan beginnen we de trainingen in het bos van Zevenbergen in Ranst”, zei Bruno. “Ik zal de sleutel van de jeugdlokalen vragen dan kunnen we ons daar omkleden.”

    “Kunnen we dat dan niet bij jullie thuis?” vroeg Martine, “of mag dat niet van Sonja?”

    “Dat is niet het probleem, maar na het sporten moeten we toch samen onder de douche kunnen hé en in de jeugdlokalen hebben ze een grote douche”, gierde Bruno.

    “Man, man, man, daar zijn kosten aan”, lachte Frans.

    “Zo’n gelegenheid mag ik toch niet laten voorbij gaan hé, Sus” lachte Bruno. “Ik zie het al zo voor mij.”

    “We zullen nog maar wat gaan werken zeker?”, stelde Paul. “Dat onweer heeft hem blijkbaar geen goed gedaan.”

    Eenmaal terug in hun kantoor zag Somers dat de resultaten van de technische recherche en de wetsdokter binnengekomen waren. John Claes was om kwart na tien overleden. De doodsoorzaak was overmatig bloedverlies na het oversnijden van de keel. Eerst was het slachtoffer met iets op het hoofd geslagen. In zijn bloed was 0,15 promille alcohol aangetroffen. De technische recherche had wel vingerafdrukken gevonden in de kamer, maar die waren van John Claes en van Marleen Van Rompuy de schoonmaakster. Louis De Coninck had nog gezocht naar het glas waaruit de vermoedelijke dader gedronken had, maar de afwasmachine had zijn werk goed gedaan. Geen vingerafdrukken van deze man dus. Het voorwerp waarmee de dader de keel van het slachtoffer had overgesneden was niet gevonden en van een voorwerp waarmee John Claes op het hoofd geslagen was bleek ook geen spoor te zijn.

    “We hebben dus nog geen enkel aanknopingspunt”, zei De Winter.

    “Zo ziet het er naar uit”, antwoordde Bruno. “We zullen het zelf moeten uitzoeken.”

    “Ik heb gevraagd om een lijst te krijgen van de gesprekken van zijn gsm. Misschien dat dit een vertrekpunt kan zijn”, zuchtte Paul. “Ik zal die mannen eens bellen.”

    Claes had de laatste week onder andere gebeld met zijn medevennoot, zijn vrouw, enkele confraters, twee onderzoeksrechters en ook met Freddy Koekelbergs. Deze laatste had hem ook enkele malen opgebeld.

    “We kunnen die man misschien al eens opbellen?” stelde Paul voor.

    “Doe dat”, antwoordde Bruno. “Je weet maar nooit.”

    De Winter belde de man en het bleek over een vriend te gaan van de advocaat. Koekelbergs woonde in Deurne en was thuis. Ze mochten langs komen. Bruno en Paul wipten nog even binnen bij Peeters en ze spraken af dat ze maandagmorgen de resultaten van de huiszoeking bij John Claes zouden bespreken. Indien er voordien nog iets onverwachts zou gebeuren gingen ze elkaar bellen.

    Via Ranst en Wommelgem reden ze langs de Makro en kwamen zo in de Regenbooglei in Deurne waar Freddy Koekelbergs woonde. Er was nog één parkeerplaatsje vrij, achteraan in de straat. Ze moesten dus helemaal terug wandelen tot vooraan in de straat.

    Koekelbergs woonde alleen, was niet getrouwd en had geen kinderen. Hij woonde in een oud herenhuis dat wel goed onderhouden was. Ze gingen in het antiek eiken salon zitten, achteraan net voor de kleine veranda. Vooraan in de living had Koekelbergs enkele schilderijen hangen die verdacht veel leken op de echte werken van Bruegel. Het grootste schilderij was een reproductie van De Boerenbruiloft. Het andere kende Paul niet.

    “Jij bent dus een goede vriend van advocaat John Claes?” vroeg De Winter.

    “Dat klopt helemaal”, antwoordde de gastheer. “Wij kennen elkaar al van op de universiteit van Antwerpen. Altijd dezelfde studies gedaan.”

    “Ben jij dan ook advocaat?” vroeg Somers.

    “Neen. Ik ben in de privé gegaan. Ik werk als Human Resources Manager bij Janssens in Turnhout.”

    “En hoe moeten we jullie vriendschap dan zien? Wat doen jullie zoal samen?” vroeg de hoofdinspecteur.

    “Wij gaan wel eens samen naar het voetbal kijken. Wij gaan ook af en toe met nog enkele andere oud-studenten een weekendje naar de Ardennen. En wanneer het voor John, of voor mij, allemaal wat te veel wordt, spreken wij af voor een wandelingetje hier in het Rivierenhof. Het is verbazingwekkend hoe je tot rust komt wanneer je hier een wandeling doet en je hoort niets anders dan de wind die waait tussen de bomen en de vogels die fluiten, of je ziet plots een reiger opstijgen. Dan kan je de knop wel even omdraaien, en dat is wat wij beiden af en toe wel eens nodig hebben.”

    “Jullie bellen elkaar ook regelmatig, heb ik gezien”, zei de commissaris.

    “Inderdaad, als wij mekaars mening over iets willen weten, of bevestiging zoeken van een mogelijke oplossing van een probleem, bellen wij elkaar.”

    “En, had Claes problemen?” wilde Somers weten.

    “Niet dat ik weet. Maar in zijn job zit je natuurlijk altijd in de problemen, elke nieuwe zaak is een nieuw probleem”, antwoordde Koekelbergs.

    “En privé?” vroeg De Winter. “Had hij thuis problemen?”

    “Dat denk ik niet, hij heeft mij er toch nooit iets van gezegd.”

    “En denk je dat hij het je zou vertellen indien hij problemen had?” vroeg Somers.

    “Daar zijn vrienden toch voor, niet?” stelde Freddy.

    “Heeft hij je ooit iets verteld over een bedreiging of iets gelijkaardigs?” vroeg De Winter.

    “Neen.”

    Ze lieten hun kaartjes achter op de salontafel en vroegen aan Koekelbergs om hen te verwittigen moest hij nog iets ontdekken dat zij moesten weten.

    Toen ze terug in de Golf zaten, trok Bruno het gesprek op gang. Hij vond dat iedereen wel heel erg positief was over de advocaat.

    “Het lijkt wel een perfecte man met een perfect leven”, stelde hij.

    “Dat is inderdaad het beeld dat we momenteel krijgen”, bevestigde Paul.

    “Als het echt zo’n perfecte man was, gaat het moeilijk worden om deze moord op te lossen”, besloot Somers.

    De commissaris belde nog naar het kantoor om te horen hoe ver het stond met de huiszoeking bij John Claes. Het duurde even, maar na een paar minuten wachten kreeg hij toch Frans Peeters aan de lijn.

    “De onderzoeksrechter is nog volop bezig, maar ze krijgen de volledige medewerking van de collega’s van Claes”, vertelde de hoofdcommissaris.

    “Maar nog geen ‘brandend’ nieuws?” vroeg Paul.

    “Neen, voorlopig niet. Maar wat niet is kan nog komen hé”, zei Peeters.

    “Laat het ons hopen”, zuchtte Somers.

    “We zien elkaar maandagmorgen”, besloot de chef.

    Ondertussen waren ze al tot in Wommelgem geraakt. Het was nogal druk, wat op vrijdagmiddag wel vaker gebeurt met al die grote winkels in de buurt.

    “Zullen we nog iets gaan drinken?”

    “Neen, Polle. Wij vertrekken vanavond naar zee, en ik moet nog gaan inpakken.”

    “Oké, dan zet ik je thuis af.”

    20-07-2014 om 10:14 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 5

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het vijfde deel van 'Moord aan de balie'.

    3

    26 april, Lier, politiekantoor.

    Het nieuws over de moord op advocaat John Claes was voorpaginanieuws in zowat alle kranten. Sommigen haalden ook al verdachte zaken aan die de advocaat had behandeld en stelden onomwonden dat de moordenaar in één van deze zaken te vinden zou zijn.

    “Het gissen naar de moordenaar is begonnen”, zei Paul.

    “En dat zal niet meer stoppen tot we de echte moordenaars gevonden hebben”, antwoordde Bruno.

    “Dan stel ik voor dat we daar zo snel mogelijk werk van maken”, zei Frans Peeters, die ondertussen ook binnengekomen was. “Wat staat er op het programma vandaag?”

    “Ik wil op het advocatenkantoor van Claes eens gaan horen of ze de laatste tijd geen bedreigingen hebben ontvangen. Of misschien hebben ze daar wel een vermoeden wie de moord kan gepleegd hebben”, zei Somers. “En ik zou ook willen weten met welke zaken John Claes bezig was. Misschien vinden we daar wel de oplossing.”

    “We moeten wel opletten dat we hier geen procedurefouten maken”, zei de hoofdcommissaris.

    “Wat bedoel je?”

    “Je kunt niet zomaar bij een advocaat binnenvallen. Zij hebben beroepsgeheim.”

    “Ik mag toch wel een paar vragen stellen zeker? Ze moeten niet antwoorden als ze niet willen, hé.”

    “Ja, dat is waar. Ik zal ondertussen met onderzoeksrechter Willy Janssen eens bekijken hoe we de dossiers kunnen raadplegen. Wie er daarbij aanwezig moet zijn”, besloot Peeters.

    Somers en De Winter vertrokken naar het advocatenkantoor van John Claes, dat gelegen was aan de Britselei in Antwerpen. Onderweg namen ze contact op om te vragen of er aan het kantoor parkeergelegenheid was. Er waren blijkbaar enkele plaatsen voorbehouden voor klanten. Ze namen de autostrade in Wommelgem en reden zo via de ring van Antwerpen naar de Leien. Paul parkeerde de Golf naast een BMW 7. Ze meldden zich aan bij de blonde receptioniste en vroegen of ze iemand konden spreken die hen wat inlichtingen kon geven over de gang van zaken op het kantoor. De rondborstige blondine pleegde enkele telefoontjes en er verscheen een man in driedelig maatpak die hen vroeg om mee te komen. In zijn kantoor stelde hij zich voor als Bram Van Cleemput, de zakenvennoot van John Claes.

    “Dus jullie beheren dit advocatenkantoor met twee?” begon De Winter.

    “Klopt. Vroeger was John de enige eigenaar en werkte ik hier als advocaatmedewerker. Drie jaar geleden stelde hij mij voor om medevennoot te worden”, antwoordde Van Cleemput.

    “Dus jij weet perfect welke zaken hier in behandeling zijn?” vroeg Somers.

    “Ik ben op de hoogte van alle lopende zaken.”

    “Kan je ons zeggen over welke zaken het zoal gaat?” probeerde Paul.

    “Meestal gaat het om strafrecht, meer kan ik jullie niet zeggen. Beroepsgeheim.”

    “Maar we moeten toch kunnen nagaan of de zaken waar jullie aan werken geen verband houden met de moord op je collega”, stelde Bruno.

    “Dan zal je dat moeten aanlopen zoals het hoort. Met een bevelschrift en met de aanwezigheid van de juiste personen”, antwoordde de advocaat.

    “Daar wordt druk aan gewerkt”, zei de commissaris. “Maar kan je ons niet ‘off the record’ zeggen of je misschien enig verband ziet met een of andere zaak? Zie jij iemand in staat om Claes te vermoorden?”

    “Neen, ik zie niet onmiddellijk een moordenaar in onze directe omgeving.”

    “Had hij op persoonlijk vlak met iemand problemen?” vroeg Paul.

    “Hij had de laatste tijd blijkbaar wel wat problemen thuis, heb ik gehoord”, zei de vennoot.

    “Ja, daar hebben we ook al van gehoord, maar we gaan er niet van uit dat zijn vrouw hem vermoord heeft”, zei hoofdinspecteur De Winter.

    “Jij ziet dus niet echt een verdachte in de zaken die jullie behartigen?” vroeg Somers.

    “Meneer, wij hebben alleen maar verdachten hier. Als er vijf mensen binnenkomen zijn dat vijf potentiële verdachten. Anders kom je niet naar een advocaat, hé”, antwoordde Van Cleemput.

    Somers nam zijn BlackBerry en liet Van Cleemput de foto van de man in Hotel Felix zien. Hij zei dat hij hem niet kende. Bruno liet zijn kaartje achter voor het geval de advocaat zich nog iets belangrijks zou herinneren.

    16-06-2014 om 19:17 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 4

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het vierde deel van 'Moord aan de balie'.

    De commissaris zag dat de hotelmanager de foto van hun verdachte had doorgemaild en hij zette deze foto dan ook direct door naar een collega op het politiekantoor. Hij belde de agent op en vroeg om te kijken of het systeem de man herkende.

    John Claes woonde in de Nieuwpoortstraat. Via de Mechelsestraat en Lisperstraat reed Paul naar de Voetbalstraat. Na vijf minuten parkeerde hij de Golf voor de deur van de woning van de advocaat. Mevrouw Claes verwachtte hen. Ze stelde zich voor als Hilde Van Oudenhoven. Ze gingen door de hal naar de zithoek. Het appartement van Claes besloeg de gehele verdieping. Op de andere verdiepingen waren dit twee verschillende appartementen. Er was een heel grote living met een aparte zithoek. De meubels in de woonkamer waren van zwaar eikenhout. De zithoek was gemaakt in dezelfde stijl als de meubelen van de living. Er was ook een grote open keuken waarin in het midden van de ruimte een kookeiland was voorzien. Ze woonden al zes jaar in dit appartement en waren tien jaar getrouwd. Ze hadden geen kinderen.

    “Waarom was je man gisteren in Hotel Felix gaan slapen?” vroeg De Winter.

    “Dat weet ik niet”, antwoordde ze.

    “Mevrouw, we gaan hier geen spelletjes spelen hé. Je man gaat niet zomaar in een hotel logeren op vijf minuten van zijn appartement, als er niets aan de hand is. De waarheid graag, dat kan ons allemaal een boel tijd besparen”, bitste Somers.

    “We hadden ruzie”, gaf mevrouw Claes ten slotte toe.

    “En over wat ging die ruzie?” vroeg Paul.

    “Over van alles.”

    “Kan het iets preciezer?” vroeg Bruno.

    “Over mijn moeder”, zei Hilde.

    “Ja, en wat is het probleem juist?”

    “Hij wilde niet dat mijn moeder hier zou komen inwonen”, antwoordde mevrouw Claes.

    “Was het de eerste keer dat hij ergens anders ging slapen?” vroeg Paul.

    “Ja.”

    “Was het de eerste keer dat jullie ruzie hadden over je moeder?” vroeg Bruno.

    “Neen.”

    “Had je man vijanden?”

    “Meneer, John is, euh, was advocaat hé. Dan kom je wel eens met mensen in aanraking die geen verlies kunnen verdragen.”

    “Kan je enkele namen noemen?”

    “Dan zal je eens in zijn dossiers moeten kijken, denk ik.”

    “Dat zullen we zeker doen”, antwoordde De Winter. “Waar was jij gisterenavond?”

    “Denk je dat ik mijn man vermoord heb?” vroeg de verontwaardigde echtgenote.

    “Wij denken niets, wij gaan alleen maar alle pistes na”, gromde De Winter.

    “Ik was hier thuis.”

    “Alleen?”

    “Ja, wat dacht je anders, met mijn minnaar?”

    “Heb je die dan?” foeterde Somers.

    De Winter voelde dat het uit de hand begon te lopen en rondde het gesprek af. Hij vroeg nog wel het telefoonnummer van haar moeder.

    “We komen later nog wel eens terug”, besloot hij. “Voorlopig hebben we genoeg informatie.”

    In de auto belde ze naar de hoofdcommissaris. Ze vertelden hem dat zij ook niet echt een goed gevoel hadden bij de ondervraging van mevrouw Claes.

    “Ik denk dat ze iets verzwijgt”, zei Bruno. “En dat fabeltje van haar moeder, daar geloof ik ook al niet veel van.”

    “Dat kan je wel checken bij die moeder”, antwoordde Frans Peeters.

    “Ja, dat zullen we zeker doen.”

    “Wat kan ik aan procureur De Backer melden? Hij wil straks een persconferentie geven”, zei de hoofdcommissaris.

    “In deze omstandigheden zou ik niet te veel zeggen. Trouwens we weten ook nog niet veel. Vraag hem om een persbericht uit te sturen met de melding dat advocaat John Claes vannacht dood is aangetroffen in een hotel in Lier. Het onderzoek loopt. Meer zou ik nog niet zeggen”, besloot Bruno.

    “Ik zal het hem voorstellen”, zei Peeters.

    “Hebben de collega’s in het systeem nog geen match gevonden met de foto van onze verdachte?” vroeg Somers.

    “Voorlopig niet, maar ze blijven zoeken”, antwoordde de hoofdcommissaris.

    “Dat ziet er dan alweer niet goed uit, maar ik had er eigenlijk ook niets van verwacht. Het zou wat te gemakkelijk geweest zijn hé”, stelde Bruno.

    “Nog even afwachten”, zei Peeters. “Misschien vinden ze toch nog iets.”

    “Oké, chef. Tot later.”

    Paul belde de moeder van Hilde Van Oudenhoven. Ze bevestigde dat er wel eens over gesproken was om bij haar dochter te gaan wonen, maar dat John daar problemen mee had.

    “Je ziet het hé Polle, als je trouwt moet je goede afspraken maken. Geen schoonmoeder in huis. Zeg het maar tegen Betty”, lachte Bruno.

    “Daarvoor is het nu te laat, dat had je vroeger moeten zeggen.”

    “Gaan we nog iets drinken in De Solsleutel?”

    “Neen, ik heb nog te veel werk met het trouwfeest”, antwoordde Paul.

    “Dat is toch pas volgende zaterdag”, lachte Bruno.

    “Ha, ha, ha. Trouwens, ben jij al helemaal klaar? Ik hoorde vorige week van Betty dat je nieuwe pak nog niet af was.”

    “Aha, de vrouwtjes zijn weer aan het kletsen geweest. Morgenavond is mijn kostuum klaar, helemaal op maat gemaakt”, zei Bruno

    “Ik zal het tegen Betty zeggen”, lachte Paul.

    Hij zette zijn chef thuis voor de deur af.

    31-05-2014 om 18:15 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 3

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het derde deel van 'Moord aan de balie'.

    De receptioniste kon hen wel meer inlichtingen geven. John Claes had gisterenavond ingecheckt. Hij had een kamer gevraagd voor twee dagen. Vanmorgen hadden ze hem niet gezien bij het ontbijt.

    “Waarom heeft hij een kamer genomen? Hij woont hier toch in de buurt”, zei Paul.

    “Het is niet onze gewoonte om aan de klanten te vragen waarom ze een kamer nemen”, antwoordde Brigitte.

    “Ja, ja, dat begrijpen we wel. Het was ook maar een vraag. Je weet nooit dat de man iets had gezegd hé”, gromde de commissaris.

    “Hoe laat heeft hij ingecheckt?” vroeg Paul.

    “Zeven uur.”

    Ze lieten de receptioniste aan de balie achter en gingen terug naar de plaats delict. Er was veel volk in kamer eenentwintig, de mannen van de technische recherche, de wetsdokter en de hotelmanager waren nog allemaal aan het werk. Bruno riep Rik Pauwels, de wetsdokter naar buiten.

    “Al een idee van het uur van overlijden, Rik?”

    “Ik schat tussen tien en twaalf gisterenavond.”

    “Doodsoorzaak?”

    “Vermoedelijk een slag op het hoofd en daarna de keel overgesneden.”

    “Wanneer heb je de definitieve resultaten?”

    “Ik stuur ze zo snel mogelijk door, wellicht vanavond of anders zeker morgenvroeg.”

    “Bedankt, Rik”, besloot de commissaris en hij liet de wetsdokter terug zijn werk doen.

    Hoofdinspecteur De Winter had ondertussen Louis De Coninck, de man van de technische recherche, naar de gang geroepen.

    “Kan je ons al iets vertellen, Louis?”

    “Het blijkt geen roofmoord te zijn. Zijn bankkaarten en tweehonderd euro cash geld zitten nog in zijn portefeuille. Dat laten ze gewoonlijk niet zitten.”

    “Heb je een idee waarmee hij vermoord is?”

    “Een hard voorwerp, maar we vinden niets terug.”

    “En heb je een mes of iets dergelijks gevonden?”

    “Voorlopig niet. Het ziet ernaar uit dat de moordenaar alles netjes heeft meegenomen.”

    “Morgen de definitieve resultaten? Of ben je vroeger klaar?”

    “We doen ons best. Je ziet het verslag wel verschijnen, zodra het klaar is.”

    “Bedankt, Louis”, besloot De Winter.

    Ondertussen was Stefaan Faes, de hotelmanager, bij hen komen staan. Hij was nog behoorlijk onder de indruk. Hoe kon zoiets gebeuren in ‘zijn’ hotel?

    “Kunnen we de opnames van de beveiligingscamera’s eens bekijken?” vroeg Somers.

    “Natuurlijk, kom maar mee naar mijn kantoor.”

    Ze begonnen met de beelden van de parking. Ze zagen dat advocaat John Claes om vijf voor zeven zijn auto parkeerde in de parking. Nadien kwamen nog enkele wagens de parking binnen gereden. Het was onmogelijk om vanuit deze beelden een mogelijke dader aan te duiden. Nu schakelde de hotelmanager over naar de beelden van de hotelbar. Om half negen zagen ze John Claes de bar binnenkomen. Hij zette zich aan een tafeltje, bestelde iets bij de serveerster. Die bracht hem een trappist. Bruno herkende het glas. Het was een Westmalle. Na een kwartier kreeg hij gezelschap van een man die zich kennelijk aan hem voorstelde. Er volgde een handdruk en de man zette zich bij aan het tafeltje. Ook hij bestelde iets bij de serveerster, die hem vervolgens een glas water bracht. De twee bleven een uur in gesprek waarbij de man zo nu en dan iets noteerde in zijn iPhone. Rond half tien verliet John Claes de bar. De andere man dronk nog een water en omstreeks kwart voor tien verliet ook hij de hotelbar.

    “Kunnen we zien waar ze naartoe gaan?” vroeg De Winter.

    “Neen, in de gangen staan geen camera’s. Privacy van de klanten hé”, antwoordde Stefaan Faes.

    “Kunnen we dan nog eens terug naar de beelden van de parking? Ik wil weten of deze man terug naar buiten is gegaan”, vroeg Somers.

    Op de beelden van de parking was de man niet meer terug te vinden. Dus moest hij via een andere weg het hotel verlaten hebben. De hotelmanager schakelde over naar de beelden van de hoofdingang aan de receptie. Op deze beelden zagen ze dat de man, die een uur bij John Claes aan een tafel had gezeten om kwart na tien het hotel had verlaten.

    “Ik denk dat we een verdachte hebben”, stelde commissaris Somers. “Kan je ons de beelden van deze man meegeven? Dan zullen wij hem eens door de molen draaien.”

    De manager zette de beelden op een usb-stick.

    “Ik zal de beelden van de parking en de andere camera’s er ook opzetten, die komen misschien nog van pas voor jullie”, zei de hotelmanager.

    “Bedankt. Wil je me het duidelijkste beeld van de man ook doormailen?” vroeg Bruno. “Dan kan ik hem naar de specialisten doorzetten, dan hebben we sneller resultaat.”

    “Dat zal ik dadelijk doen”, antwoordde Stefaan.

    De speurders keerden met de lift terug naar de parkeergarage. Net op het ogenblik dat Bruno in de Golf wilde stappen, trilde zijn BlackBerry. Het was hoofdcommissaris Peeters.

    “Ik ben net buiten bij mevrouw Claes. Volgens mij zat er een haar in de boter bij de familie Claes. Ik heb bewust niet verder gevraagd, omdat jullie daar toch nog naartoe zouden gaan. En jij leidt het onderzoek, dus het is aan jou om dat uit te zoeken.”

    “We zullen er dadelijk naartoe rijden, we zijn hier voorlopig klaar”, antwoordde Somers.

    “Ik heb het adres doorgemaild naar je BlackBerry, houden jullie mij op de hoogte?” besloot Peeters.

    “Dat zullen we doen, chef.”

    14-05-2014 om 09:29 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 2

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het tweede hoofdstuk van 'Moord aan de balie'.

    2

    25 april, Lier, politiekantoor.

    Het was de hele morgen al druk geweest op het politiekantoor aan het Paradeplein. Door het slechte weer waren er enkele ongevallen gebeurd en één ervan, op de ring rond Lier, was nogal ernstig.

    Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter hadden in opdracht van hoofdcommissaris Frans Peeters een oud dossier doorgenomen. Een collega van Peeters had hierover inlichtingen gevraagd omdat hij dacht dat dit verband zou kunnen hebben met een dossier waar hij nu aan werkte.

    “Het zou kunnen dat één van deze kerels betrokken is bij zijn zaak, maar hij moet eerst maar eens controleren of de daders van dit dossier al vrij zijn. Volgens mij hebben ze nogal zware gevangenisstraffen gehad”, stelde Somers.

    “Dat moet hij dan zelf maar uitzoeken”, antwoordde Peeters. “Ik stuur hem deze informatie door en dan bekijkt hij het maar.”

    “Amaai, zo kordaat”, zei De Winter.

    “Ieder zijn job, hé Paul, volgens mij hebben wij voorlopig werk genoeg”, antwoordde de hoofdcommissaris.

    “En dat zal nog niet beteren, denk ik”, zei Martine Verhaegen de managementassistente van Peeters. “Ik heb juist telefoon gekregen van Hotel Felix op het Zimmerplein. Ze hebben een man gevonden op één van hun kamers. Dood.”

    “Vermoord?” vroeg Bruno.

    “Volgens de hotelmanager lag hij in een plas bloed”, antwoord-de Martine.

    “We zijn al weg”, zei Paul.

    Ze passeerden nog langs Roger Wuytack, de planton, en vroegen hem om de collega’s van de technische recherche en de wetsdokter te verwittigen.

    “Kunnen we daar eigenlijk parkeren?” vroeg Paul.

    “Volgens mij is er een parking onder het hotel”, repliceerde Somers.

    De Winter parkeerde de Golf op een van de parkeerplaatsen van het personeel. Met de lift bereikten ze de hal van het hotel. Ze legitimeerden zich aan de receptie en de receptioniste belde de hotelmanager op die onmiddellijk via de trap naar hen toe kwam.

    “Stefaan Faes, hotelmanager.”

    “Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De Winter.”

    “Volgen jullie?”

    De hotelkamer was afgesloten. De manager had zijn voorzorgen genomen om te voorkomen dat iedereen even een kijkje kwam nemen.

    “Wie heeft het lijk ontdekt?” vroeg Paul.

    Marleen Van Rompuy, de schoonmaakster”, antwoordde de hotelmanager.

    “Is zij nog aanwezig?”

    “Ja, ze is in de keuken. Ze was nogal onder de indruk van het voorval.”

    “Vraag je haar om niet weg te gaan? We willen haar dadelijk enkele vragen stellen”, zei Somers.

    Nadat de speurders hun latex handschoenen en hun witte pakken hadden aangetrokken betraden ze de plaats delict. Ze zagen het slachtoffer liggen, voor het bed, badend in een plas bloed. Zijn gezicht was niet herkenbaar door het vele bloed. Stefaan Faes, de hotelmanager, was ondertussen terug en meldde dat de schoonmaakster op hen wachtte in de keuken.

    “Heb je de naam van het slachtoffer?” vroeg commissaris Somers.

    “Ja. Volgens de gegevens die hij invulde op de hotelfiche, zou het John Claes zijn”, antwoordde Stefaan.

    “John Claes? De advocaat?” vroeg Somers.

    “Dat weet ik niet.”

    De Winter had ondertussen de identiteitspapieren gevonden in de jas van het slachtoffer. Het was inderdaad de bekende advocaat John Claes.

    “Jonge, jonge, dat gaat nieuws worden”, zuchtte Somers.

    “Zouden we al niet eerst eens onze chef verwittigen?” vroeg De Winter.

    “Dat lijkt mij een goed idee, Polle”, antwoordde Bruno. “Wanneer het nieuws bekend is, zal hij al wel snel vragen krijgen van hogerhand.”

    Ze belden de hoofdcommissaris op. Peeters schrok nogal van het nieuws, John Claes was dan ook een zeer bekende advocaat. Frans Peeters zou zelf het droevige nieuws aan de vrouw van de advocaat gaan melden.

    Beneden aan de trap hoorden ze de stemmen van wetsdokter Rik Pauwels en Louis De Coninck van de technische recherche. Ze vertelden hen wat er gebeurd was en wie het slachtoffer was. De specialisten konden aan het werk. Bruno en Paul gingen op weg naar de keuken om met de schoonmaakster te spreken. Marleen Van Rompuy zat lijkbleek op een stoel, voor een open venster, zodat ze wat frisse lucht kon inademen.

    “Wanneer heb je hem gevonden?” vroeg De Winter.

    “Juist na de middag. Ik deed de deur open en zag hem liggen. Ik ben dan in paniek naar beneden gelopen om Brigitte te verwit-tigen.”

    “Brigitte?” vroeg Bruno. “Wie is Brigitte?”

    “De receptioniste.”

    “Heb je iemand gezien in de kamer of op de gang?” vroeg Somers.

    “Neen.”

    03-05-2014 om 17:39 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    25-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moord aan de balie 1

    Voor informatie en het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

    We gaan verder met het eerste hoofdstuk van 'Moord aan de balie'.

    1

    25 april, Lier, Zimmerplein.

    Het was een donderdag zoals alle anderen voor Marleen Van Rompuy. Zij was sinds twee jaar werkzaam als schoonmaakster in Hotel Felix op het Zimmerplein in Lier. Het regende al vanaf dat ze uit bed gekomen was. Hierdoor waren de kinderen ook al niet in een te beste stemming. Nadat ze de meisjes had afgezet aan het Sint-Gummaruscollege was ze nog net op tijd gearriveerd op het werk. Ze mocht haar auto, een oude Ford Fiesta, in de ondergrondse parking van het hotel parkeren. De directie had hier vijf plaatsen voorzien voor het personeel. De lift bracht haar naar de receptie, waar Brigitte Hofmans verantwoordelijk was voor het onthaal van de klanten en ook moest controleren of het personeel op tijd begon. Een knipoog van Brigitte volstond om Marleen duidelijk te maken dat ze nog net op tijd was. Ze kleedde zich om en begon aan de ronde van de kamers. Zoals gewoonlijk begon de schoonmaakster met de kamers van de benedenverdieping. Hier logeerden de gasten die maar één nacht bleven. De gasten waren al allemaal uitgecheckt. De lijst, die na het ontbijt was ingevuld, lag op haar kar. Ze kon de kamers dus van voorafaan klaarmaken voor de nieuwe bewoners. Tegen twaalf uur was ze klaar met de tien kamers op het gelijkvloers. Het was de gewoonte dat alle personeelsleden samen de lunchten in de keuken van het hotel. De manager vond dat dit de sfeer onder de werknemers ten goede kwam, een paar broodjes en wat beleg moest de directie er maar voor over hebben. Er waren vandaag geen gasten voor het middagmaal. De meeste toeristen lunchten in een van de tavernes op het Zimmerplein of op de Grote Markt. Na de middag begon Marleen aan de eerste verdieping waar de gasten meerdere nachten verbleven. Op deze verdieping moest ze wat voorzichtiger zijn want sommige gasten durfden nog wel eens op de kamer blijven en dan werden ze natuurlijk niet graag gestoord. Ze klopte op de deur van kamer eenentwintig. Geen reactie. Ze nam haar sleutel en opende de deur. Ze schrok zich te pletter toen ze een man op de grond zag liggen met zijn hoofd in een grote plas bloed. Gillend liep ze trap af en strandde in de armen van Brigitte die ter hulp snelde.

    “Wat is er gebeurd?” vroeg de receptioniste.

    “Er ligt een man op de grond in een plas bloed op kamer eenentwintig”, stamelde de schoonmaakster.

    Brigitte verwittigde onmiddellijk de hotelmanager.

    25-04-2014 om 16:13 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorstelling nieuw boek

    De gemeente Ranst en uitgeverij Leesgenot nodigen u uit op de voorstelling van

    “Moord aan de balie”

    De nieuwe politiethriller van Ludo Geluykens

    Programma

    • 18.45 uur : deuren
    • 19.00 uur : verwelkoming
    • Meester Kris Luyckx, advocaat aan de balie van Antwerpen, leidt het boek in.
    • Mogelijkheid tot aankopen van boek (€ 19,90)
    • Aansluitend bieden wij u graag een drankje aan en signeert de auteur zijn nieuwste boek.

    Op woensdag 23 april 2014 om 19.00 uur

    In de bibliotheek van Ranst.

    Gasthuisstraat 17 2520 Ranst


    ludogeluykens@skynet.be / 0478 450 150

    17-01-2014 om 00:00 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Losgeld voor een kind 7

    Voor de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn favorieten.

    Voor het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.

     

    We gaan verder met het zevende hoofdstuk van Losgeld voor een kind .

     

    “Gaan we hier in Lier snel iets eten?”

     

    De vraag van Sonja haalde hem terug uit zijn droom.

     

    “Zeg het maar, ik heb tijd”, antwoordde hij.

     

    “Hier in de omgeving zal het nogal druk zijn, misschien kunnen we beter tot aan de Pizza Hut rijden”, stelde zij voor.

     

    Ze wandelden terug over de markt naar de auto en reden naar de Carrefour, waar de Pizzahut ook gevestigd was. De commissaris vond nog een plaatsje op de parking vlak voor het restaurant. Op zaterdag staat de grote parking hier de hele dag vol met auto’s van gezinnen die hun wekelijkse inkopen komen doen in het grootwarenhuis.

     

    Nadat ze door een meisje in opleiding naar hun plaats waren begeleid, bestelden ze elk een driegangenmenu.

     

    Wanneer de dienster de soep voor Sonja had gebracht ging Bruno naar de saladbar om zijn voorgerecht samen te stellen. Het viel de commissaris op hoe sommige mensen er in slagen om op het kleine bordje voor het voorgerecht meer aardappelen en groenten te scheppen dan dat hij op een groot bord zou krijgen.

     

    “Opscheppers”, dacht hij terwijl hij terug naar hun tafeltje liep.

     

    Na de saladbar en de pizza namen ze nog een koffie en  nadien passeerden ze langs de kassa om te betalen.

     

    De rest van de dag bracht de commissaris door met een boek in de tuin. Het verhaal van zijn boek bracht zijn gedachten weer bij het verdwenen meisje, Lotte.

     

    “Waar zou ze nu zijn? Heeft iemand haar meegenomen? Is ze gewoon zelf gevlucht?”

     

    Een hele resem vragen passeerde in zijn hoofd.

     

    Zondagmorgen, wanneer Bruno terug kwam van de bakker, zag hij dat de straat achter hun huis afgesloten was voor het verkeer. Dat betekende dat er straks weer een vinkenzetting was. Ranst is een van de weinige gemeenten waar men nog met de vinken speelt, zoals men dat in de volksmond zegt.

     

    Na het ontbijt ging hij een kijkje nemen bij de vinkeniers.

    Er waren vijftig vinken die hun beste beentje voorzetten om zoveel mogelijk liedjes te zingen. Bruno liet zich door een van de vinkeniers het reglement uitleggen. De vinken moeten hun liedje helemaal uitzingen. Dat wil zeggen dat je op het einde duidelijk ‘suskewiet’ moet horen en dan mag er een streepje op de lat gezet worden. Wanneer het liedje niet eindigt op ‘suskewiet’ telt het niet.

     

    “Sommige vinken eindigen hun liedje op ‘suskewrr’, of iets gelijkaardigs”, vertelde de vinkenier. “Dat noemen wij dan een Waal, dat zijn vinken die niet goed zijn om aan de prijskampen mee te doen.”

     

    “Allee, dus bij de vinken is er ook een strijd tussen Walen en Vlamingen”, lachte Bruno.

     

    “In feite is het hier nog erger”, lachte de man. “Hier mogen de Walen zelfs niet mee doen.”

     

    De winnaar van vandaag zou vijfhonderdzesentwintig liedjes zingen.

     

    Na de lunch hadden Bruno en Sonja afgesproken om samen met Tim en Els naar de film te gaan. Ze kozen voor de film van het derde boek van Stieg Larsson.

     

    Zoals steeds was het zondagmiddag zeer druk in Metropolis. Heel wat Nederlanders hadden alweer de weg naar Antwerpen gevonden. Gelukkig hadden ze online hun plaatsen reeds gereserveerd. De spannende film duurde bijna drie uur. Omdat er geen plaats meer was in het café aan de cinema, besloten ze om in De Pluymhoeve nog iets te gaan drinken.

    Ze waren al op de ring van Antwerpen toen de telefoon van de commissaris rinkelde.

     

    “Met Somers, goedemiddag.”

     

    “Bruno, Peeters hier. Ik hoor dat je in de auto zit, wanneer kan je me terugbellen?”

     

    “Binnen tien minuten ben ik thuis”, antwoordde Bruno.

     

    “Oké, bel me dan maar terug.”

     

    Bruno duwde de telefoon uit.

     

    “Dat ziet er niet goed uit”, zei hij. “Als hij het zo aan de telefoon niet wil zeggen, zal het wel serieus zijn.”

     

    Tien minuten later parkeerde Somers de auto op de oprit in Ranst. Hij controleerde nog eens zijn berichten op de BlackBerry maar daar had Peeters niets achtergelaten. Dus belde hij de hoofdcommissaris terug op.

     

    “Ben je alleen nu?” vroeg Frans.

     

    “Ja”, antwoordde Bruno. “Wat is het probleem?”

     

    “Vorige nacht heeft er een man zelfmoord gepleegd in het Centraal Station van Antwerpen. De man woonde in Vremde. Bij de controle van zijn appartement vanmiddag is daar het lichaam van een meisje gevonden.”

     

    “Lotte Claesens?” vroeg Somers.

     

    “Waarschijnlijk”, antwoordde Peeters. “Ik heb onderzoeksrech-ter Willy Janssens, de wetsdokter en de technische recherche al verwittigd. Die zijn al ter plaatse. Veel meer kan ik niet vertellen: dat is alles wat ik momenteel weet.”

     

    “Ik bel de Polle en we gaan ter plaatse”, zei de commissaris. “Heb jij het adres?”

     

    “Lindelei in Vremde, het nummer heb ik niet.”

     

    “Oké, bedankt. Ik hou je op de hoogte.”

     

    Somers belde De Winter op, die op bezoek was bij de moeder van Betty.

     

    “Kan Betty je afzetten in Vremde?”

     

    “Ja hoor, geen probleem.”

     

    “Dan zien we elkaar daar binnen een kwartiertje”, besloot de commissaris.

     

    Paul stond al te wachten voor de deur van het appartement in de Lindelei toen Bruno aankwam.

     

    “Hoe wist jij waar het juist was?” vroeg de commissaris.

     

    “De politiewagens stonden hier al en de oprit van het appartementsgebouw was al afgezet met politielint”, antwoordde De Winter.

     

    Ze vroegen aan de collega’s, die buiten de nieuwsgierigen op afstand hielden, waar ze juist moesten zijn. Het appartement waar het meisje gevonden was, bevond zich op de eerste verdieping, boven de garage. Voor de deur stond iemand van de technische recherche.

     


    03-10-2013 om 10:13 geschreven door Ludo Geluykens

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • Ludo Geluykens
  • Aankopen boek
  • Uitgeverij Leesgenot
  • Bistro Columbus Middelkerke

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Archief per week
  • 07/06-13/06 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 23/03-29/03 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 04/03-10/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 05/02-11/02 2018
  • 06/03-12/03 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 04/04-10/04 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 18/08-24/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 30/09-06/10 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 10/09-16/09 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 21/12-27/12 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!