Lezing 1 : ”Mensen aanzetten tot lezen + het ontstaan van een boek” Tijdens de lezing maken we kennis met de schrijver en zien we hoe een boek ontstaat, van in het hoofd van de schrijver tot wanneer de lezer het in zijn/haar handen heeft. We leggen ook uit wat de taken zijn van de verschillende personages, zoals de onderzoeksrechter, de commissaris, de procureur en de wetsdokter. We zien ook dat lezen en omgaan met taal aangenaam kan zijn door gebruik van komische woordspelingen. We doorlopen de boeken aan de hand van beelden/plaatsen waar de verhalen zich afspelen. We lezen ook enkele fragmenten uit mijn boeken voor en tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie. De lezing duurt ongeveer 1,5 uur. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)
Lezing 2 : “Plezante gezegden en spreekwoorden”:
Tijdens deze lezing hebben we vooral aandacht voor komische/grappige gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen. We bekijken ook kort de inhoud van mijn boeken. En tenslotte is er aandacht/tijd voor vragen en discussie. De lezing duurt ongeveer 60 a 75 minuten. Het is de bedoeling om dit te doen voor kleine groepen ( +/- 20 a 40 personen) (kan natuurlijk ook voor meer aanwezigen)
Blog van schrijver Ludo Geluykens. Hier kan je ook kennismaken met mijn nieuwe politiethriller 'AFPERSING' Kijk ook eens op www.ludogeluykens.be (zie favorieten rechts)
23-03-2013
Losgeld voor een kind 1
Voor
de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met het eerste hoofdstuk
.
1
25 september, Lier, Kanunnik Davidlaan.
Om
klokslag vier uur in de namiddag ging de bel van het Sint-Gummaruscollege in
Lier. De lessen zaten erop voor vandaag en de jeugd kwam uitbundig vanuit de
verschillende klaslokalen gestormd. Hier en daar slenterde er een enkeling
tussen de scholieren die zo snel mogelijk wilden ontsnappen. Lotte Claesens
had, zoals meestal op donderdag, afgesproken met haar beste vriendin An Goris.
Ze hadden de afspraak dat ze elke donderdag, wanneer de moeder van Lotte de boodschappen
deed, enkele uren doorbrachten op het Hutveld in Ranst waar haar vriendin
woonde. De twaalfjarige bakvissen hadden elkaar twee jaar geleden leren kennen
toen ze samen in dezelfde klas terechtkwamen. Sindsdien waren ze hechte
vriendinnen geworden, partners in crime zoals ze zichzelf vaak gibberend
noemden. Nadat ze uitbundig afscheid hadden genomen van de andere vriendinnen
namen ze hun fietsen en gingen op weg langs de Vest om zo via de
Hagenbroeksesteenweg en de Handboogweg naar An thuis te fietsen. Het was
vandaag een zonnige dag en de meisjes vertrokken dan ook met een lange sliert
volgelingen de Vest op. De luidruchtige rij fietsers werd kleiner naargelang de
afgelegde weg groter werd. Aan elke kruising van de weg sloegen er scholieren af
die het thuisfront bijna bereikt hadden. Na enkele stops, er moesten hier en
daar afscheidskussen gegeven worden, bereikten ze uiteindelijk de woning van
An.
De
fietsen gingen in het fietsenrek en de boekentassen vlogen op de grond: Tijd om
te ontspannen. An zette de radio aan en Lotte startte de computer op. Eerst
moesten de e-mailtjes gecontroleerd worden, daarna nog even snel Facebook
bekijken, want al die belangrijke berichten mochten toch niet verloren gaan. De
smsjes werden zelfs tijdens de lessen bijgehouden. Nadat ze dus wisten wat al
hun vrienden en vriendinnen gingen doen en al gedaan hadden, trokken ze naar de
kamer van An om hun eigen belevenissen van de laatste week in geuren en kleuren
uit de doeken te doen. An was gisteren na het paardrijden een jonge hengst
tegen het lijf gelopen en er waren zelfs al enkele tongkussen uitgedeeld. Lotte
had het een beetje gehad met het andere geslacht. De laatste witte ridder had
het te bont gemaakt. Ze had gezien dat hij ook een ander meisje had gekust, onaanvaardbaar
toch?
Ondertussen
was de mama van An ook thuisgekomen en ze had voor de meiden vers fruitsap
geperst.
Blijf
je eten? vroeg de mama aan Lotte.
Neen,
ik moet om zeven uur thuis zijn. Mama ging spaghetti maken, antwoordde het
meisje met een glimlach om haar lippen. Spaghetti was haar lievelingseten.
Dan
moet je niet te lang meer treuzelen, anders kom je te laat thuis en dan zal je
mama ongerust zijn.
Lotte
moest nog naar twee nieuwe nummers luisteren op de iPod van An. Daarna nam ze
haar boekentas en samen met haar vriendin ging ze op zoek naar haar fiets.
Tot
morgen hé!
Doei.
Lotte
vertrok vanaf het Hutveld naar de Handboogweg om zo via het Hagenbroek Noord
naar huis te fietsen. Ze woonde op de Hagenbroeksesteenweg in Lier.
Tijdens
het fietsen had Lotte, zoals zovele tieners tegenwoordig, de beide oortjes van
haar iPod in haar oren. De muziek was haar gezel tijdens het rijden. Ze had
juist de nieuwe hit van Kings of Leon gedownload en het was tijdens dit nummer
dat ze zo opging in de muziek van haar favoriete rockband dat ze niet opmerkte
dat er een grijze camionette naast haar kwam rijden. De camionette stopte vlak
voor haar. Uit de zijdeur sprong een man. Hij sleurde Lotte van haar fiets,
wierp haar in de laadruimte en gooide ook haar fiets naar binnen. Hij sprong
terug in de camionette en trok de deur dicht. De chauffeur vertrok en reed via
de Hagenbroeksesteenweg richting ring rond Lier.
Lotte
voelde de pijn van het neerkomen op de laadvloer van de camionette. Ze was zo
geschrokken dat ze niet onmiddellijk realiseerde wat er gebeurde. Ze zag een
man met lang haar, een baard en een zonnebril. Het meisje begon wild om zich
heen te trappen en te slaan met haar armen. De man nam haar armen en wrong ze
achter haar rug.
Auw,
je doet me pijn!, riep ze.
De
ontvoerder antwoordde niet. Hij bond haar armen vast zodat ze al veel minder
weerstand kon bieden. Lotte bleef roepen en tieren en met haar voeten stampen,
ze raakte haar ontvoerder daarbij op de borst. De man bleef stoïcijns kalm. Hij
bond ook haar benen vast.
Laat
me los, wat willen jullie? Ik heb pijn! riep ze.
De
ontvoerder zei nog steeds niets. Hij nam een zakdoek en stak die in de mond van
het meisje.
Het
werd stil in de camionette.
Nu
deed de ontvoerder ook nog een blinddoek voor haar ogen.
Het
was nu ook donker in de camionette.
De
chauffeur, die heel de tijd nog niets had gezegd, reed met een normale snelheid
op de ring rond Lier.
Niet
opvallen was zijn eerste opdracht.
De
ontvoerder die naast Lotte zat, had ondertussen haar gsm afgepakt. Hij gaf hem
aan de chauffeur die het zijraampje opende en het toestel in de middenberm
wierp.
De
camionette verliet de ring. De chauffeur nam de Antwerpsesteenweg om zo via
Boechout richting Vremde te rijden, waar zijn collega een appartementje huurde
in de Lindelei. Het appartement was gelegen boven de garage. De camionette
stopte voor de garage. De chauffeur opende de garagepoort en reed binnen. Lotte
werd door de tweede ontvoerder met de lift naar boven gebracht. De andere ontvoerder
vertrok onmiddellijk terug. Er werd niet gesproken tussen de ontvoerders.
Kennelijk hadden ze deze opdracht goed voorbereid en alle risicos
geanalyseerd. Ze wilden zich zo weinig mogelijk her-kenbaar maken voor
achteraf.
Eenmaal
boven op het appartement van de ontvoerder werd Lotte in een kamer opgesloten.
De man had wel haar handen en haar voeten losgemaakt. Hij deed haar blinddoek
af en nam de zakdoek uit haar mond.
Als
je je stil houdt mag alles eraf blijven, zei hij. Als je gaat roepen of gaat
trappen dan gaat alles terug aan, begrepen?
Lotte,
die ondertussen als een hoopje miserie op het bed tegen de muur zat, knikte.
Ik
zal je goed verzorgen, je moet niet bang zijn. Ik ga je geen pijn doen. Als je
naar het toilet moet, klop je maar op de deur, dan laat ik je op de gang naar
het toilet gaan, zei de ontvoerder. Hij verliet de kamer en sloot de deur af.
Lotte
barstte in tranen uit. Waar was ze terecht gekomen? Waarom hadden ze haar
meegenomen? Wat moest ze nu doen? Wat zou haar mama denken? Ze keek rond in de
kamer. Er stond een eenpersoonsbed, een klein tafeltje en een stoel. Dat was
alles. Het rolluik van het venster was naar beneden.
Na
een paar uur - ze kon de tijd niet schatten de ontvoerder had ook haar horloge
afgepakt - kwam de man de kamer binnen.
Ik
heb wat eten voor je gemaakt, zei hij. Als je nog iets wil hebben, vraag je
het maar.
Lotte
bekeek het dienblad dat haar ontvoerder voor haar op het tafeltje had gezet.
Opgewarmde pizza, een bus fruitsap en een plastic beker. De pizza was al in
stukken gesneden. Geen vork en geen mes. De ontvoerders namen geen risico. Hier
was over nagedacht.
Ze
probeerde om een stukje van de pizza op te eten maar het lukte haar niet. Ze
had geen trek. Ze wilde hier weg.
Ze
dronk een beetje fruitsap en ging terug op het bed zitten. Wat kon ze doen? De
ene huilbui volgde op de andere. Ze kon niet nadenken.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de negende bladzijde
.
De Coninck begon onmiddellijk zijn probleem uit te
leggen.
Kijk, het slachtoffer liep in de richting van de
jachthaven. Dat staat vast. De kogel is rechts vooraan in haar hoofd
binnengedrongen en er links achteraan weer uitgegaan. We hebben hier links van
ons alles uitgekamd en alles minutieus doorzocht. Geen kogel te vinden.
Kan die kogel niet omhoog gegaan zijn? vroeg
Paul.
Neen, kan niet. De in- en de uitgang van de kogel
is op gelijke hoogte. Dus de kogelinslag moet ongeveer op deze hoogte zijn.
Louis wees met zijn hand aan zijn kin.
Kan het slachtoffer hier neergelegd zijn? vroeg
Bruno.
Volgens Rik Pauwels, de wetsdokter, is het lijk
niet verplaatst, gaf De Coninck aan.
Zullen we eens een kleine reconstructie houden?
stelde Somers voor.
Hij zette Paul neer op de plaats van het
slachtoffer.
Wijs nu eens aan waar de kogel is
binnengedrongen, beval hij aan De Coninck.
Louis wees rechts vooraan op het hoofd van De
Winter.
En waar is hij buitengekomen?
Louis wees links achter op het hoofd van Paul.
Dus je gaat er van uit dat de schutter vanaf de
overkant heeft geschoten? stelde Bruno.
Dat is de stelling ja, klopt.
En daar vind je niets van kogelinslag? Somers
wees naar de houten schutting die de kogel had moeten opvangen als de stelling
van Louis klopte.
En als ze nu eens juist naar links gekeken heeft
op het moment van inslag? verraste de hoofdinspecteur de man van de tech-nische
recherche.
Ja, dan krijg je natuurlijk een andere lijn van je
kogelbaan, antwoordde De Coninck. Hij besefte dat hij dit zelf ook wel had
moeten bedenken.
Ik laat dat verder uitzoeken, bedankt voor de
hulp, besloot hij.
Laat je ons weten hoe het afloopt? vroeg Bruno
nog.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de achtste bladzijde .
Ze condoleerden de zus van het slachtoffer en namen
plaats.
Het moet een hele schok voor je zijn om op deze
manier met de feiten geconfronteerd te worden, begon Bruno. Zou je toch
kunnen proberen om ons een paar inlichtingen te geven? Alle informatie kan ons
helpen om de zaak op te lossen.
Ik zal trachten jullie vragen te beantwoorden,
snikte Nadine.
Paul begon het gesprek.
Heb jij enig idee wie dit kan gedaan hebben?
Neen, ik kan er echt niet bij dat iemand dit kan
doen.
Had ze een vriend?
Niet dat ik weet.
Vertelde ze wel eens iets aan jou?
Wij weten bijna alles van elkaar.
Heeft ze je ooit iets verteld van een afgesprongen
relatie of zo?
Neen, ze was gelukkig zoals ze was. Ze is getrouwd
geweest maar twee jaar geleden is haar huwelijk op de klippen gelopen.
En haar ex-man? Zien ze elkaar nog? Zijn er daar
wrijvingen?
Neen, ze zijn in alle vriendschap uit elkaar
gegaan.
Kan je ons zijn naam, adres en telefoonnummer
geven?
Ze schreef de gegevens over uit haar agenda en gaf
ze aan Paul.
En momenteel heeft ze geen vriend?
Ze was niet echt dringend op zoek naar een
relatie.
Problemen op het werk misschien?
Daar heb ik toch nooit iets over gehoord.
Ze had ook geen schulden of zo?
Volgens mij niet.
Ik denk dat we het voorlopig hierbij kunnen
houden, zei Bruno. Hij overhandigde nog zijn visitekaartje aan Nadine en ze namen
afscheid.
Ze waren nog maar pas vertrokken vanuit Emblem toen
de gsm van de commissaris rinkelde.
Somers.
Bruno, Louis De Coninck hier. Ik heb een probleem.
Ik kan geen kogel vinden op de plaats delict.
Hoe bedoel je?
Wel, juist zoals ik het zeg. Er is een kogel dwars
door het hoofd van het slachtoffer gegaan, maar ik vind nergens de kogel of de
restanten ervan.
Dat is heel vreemd. Weet je wat, wij zijn toch in
de buurt. We komen langs.
De speurders reden terug naar de Kleine Nete en
vonden de inspecteur van de technische recherche op de plaats waar het lijk
gevonden was.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de zevende
bladzijde .
Hij had vanmorgen thuis geen tijd gehad om de Gazet
Van Antwerpen door te nemen. Het volgen van de actualiteit was een van zijn
vaste bezigheden. Zowel voor zijn beroep als voor de politiek en het sport. Hij
wilde met alles bij zijn.
Ik zal het allemaal wel zelf doen hé, terwijl mijn
personeel slaapt, lachte Peeters.
Somers werd meteen wakker en realiseerde zich niet onmiddellijk
waar hij was.
Je was ver weg makker, zei de hoofdcommissaris.
Ja, ik wilde je krant wat lezen, maar ik moet in
slaap gevallen zijn.
Hij nam de stoel mee naar binnen en ze gingen in
het kantoor van de chef zitten.
En hoe ver ben je gekomen, Sus?
Wel, die vrouw die ons vanmorgen belde is wel
degelijk de zus van het slachtoffer. Ze heeft de identificatie al gedaan.
En waar is die vrouw nu?
Ze is naar huis, onder begeleiding. Ik heb
slachtofferhulp meegestuurd.
En wie is die jonge dame die vermoord is?
Dat is Sabine Janssens. Ze was verpleegster,
dertig jaar en vrijgezel. Ze woont in Lier, in de Van Boeckellaan. Ze was
vanmorgen gaan joggen, zoals ze bijna iedere dag deed.
Allee, dan weten we toch al wie het slachtoffer
is, zuchtte Bruno.
Ja, veel meer heb ik niet. Hier zal je het
voorlopig moeten mee doen.
Paul en Martine arriveerden van hun lunch.
Zie ne keer hier, Sus, het koppel van t jaar se.
Er bloeit iets moois binnen het korps, lachte Bruno.
t Zullen schoowèn kinnekes zijn, denk ik,
veinsde Peeters mee.
Ik zal maar gaan verder werken, zeker, gromde
Martine. Dan kunnen jullie nog wat verder dromen.
Wat staat er verder op het programma? vroeg Paul,
om de gesprekken terug op het rechte pad te krijgen.
Zullen we al eens eerst met de zus van het
slachtoffer gaan praten? stelde Bruno voor. Ik praat je wel bij in de auto.
Ze namen de Golf en vertrokken.
Waar naartoe? vroeg De Winter.
Naar de Dorpsstraat in Emblem.
Via de ring reden ze naar Emblem.
De vrouw van slachtofferhulp deed de deur open.
Goedemiddag, mevrouw. Hoofdinspecteur De Winter en
commissaris Somers. Kunnen wij een paar vragen stellen?
Kom binnen, ik zal de weg tonen.
De heren zijn van de politie en willen een paar
vragen stellen, gaf de dame van slachtofferhulp aan.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de zesde bladzijde .
Hoe laat hadden ze afgesproken? wilde Paul weten.
Ze wilden om negen uur vertrekken, Sabine zou
eerst nog gaan joggen. Tegen vijf voor negen belde Nadine dan aan bij haar zus
maar er kwam geen reactie. Ook op haar gsm antwoordde ze niet.
Dat ziet er niet goed uit, antwoordde Paul. Die
vrouw die vermoord is naast de Kleine Nete was aan het joggen.
Dat dacht de hoofdcommissaris ook. Hij is er nu
zelf naartoe, besloot Martine.
Dan zullen we maar even afwachten tot onze chef
terug is om verder actie te ondernemen, zei Bruno. We kunnen niet veel anders
doen nu.
Hier mannen, de post van vandaag, riep de planton
toen ze voorbij zijn desk gingen.
Bedankt Roger, de krant ben je zoals gewoonlijk
weer vergeten hé, lachte de commissaris.
Die gaat naar de grote chef, dat staat zo in mijn
instructies, grijnsde Wuytack.
De speurders trokken zich terug in hun kantoor.
Ik heb een lijntje voor jullie, riep Martine
vanuit het bureau van Peeters.
Neen, bedankt, snuif het zelf maar op, proestte
Somers het uit.
Geef maar door, viel Paul in.
Hoofdinspecteur De Winter, goedemorgen.
Paul, wij zijn hier bezig met het buurtonderzoek.
Hoever moeten wij daarmee gaan?
Je moet zeker beide kanten van het water doen.
Ja, ja, maar tot waar? Tot in Emblem of tot in
Luik, grapte de agent.
Tot aan de jachthaven zal wel goed zijn zeker,
gaf De Winter aan. Komen jullie morgen verslag uitbrengen?
Doen we, tot morgen.
Het doornemen van de post werd als een verplicht
dagelijks nummertje afgewerkt. Er waren dingen die ze liever deden, maar het
hoorde er nu eenmaal bij. Its part of the job, zei Bruno altijd.
Gaan we snel iets eten? vroeg Paul.
Doe maar, ik vast wel vanmiddag. Ik heb wat fruit
bij, antwoordde Somers.
Ik wil wel meegaan Polle, riep Martine.
Amaai, dat gaat nogal eens een vonk geven. Onze
twee vrijgezellen samen op stap. Voorzichtig zijn hé Polle. En als je niet
voorzichtig bent, pas dan wat op hé, bulderde Bruno.
Normaal gaat die toch nooit worden denk ik,
lachte Martine. Kom Polle, we zijn weg.
Bruno nam de krant van de hoofdcommissaris en zette
zich met een stoel voor de deur van het politiebureau.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de vijfde bladzijde .
Ik fietste zoals
elke morgen naar mijn werk. Toen ik net de jachthaven gepasseerd was, zag ik
dat er even verderop iets op de weg lag. Ik ben hier dan gestopt en zag dat het
een vrouw was die op de grond lag. Eerst dacht ik dat ze gevallen was, maar dan
zag ik al dat bloed en het gat in haar hoofd.
En wat heb je toen gedaan?
Ik ben dan daar naar dat huis gelopen en heb van
daaruit de hulpdiensten gebeld.
De speurders stapten uit de combi.
We hebben hem gevonden, Polle, grijnsde Bruno.
Wie? vroeg Paul, die niet goed kon volgen.
Wel, die ene man die nog geen gsm heeft.
Ja, ik had het kunnen denken, zei de
hoofdinspecteur. Zullen we maar eens terug gaan naar de plaats delict? Ik zie
dat iedereen al is aangekomen.
Zowel de wetsdokter als de technische recherche
waren ondertussen inderdaad al gearriveerd.
Louis De Coninck, van de technische recherche,
stond bij Rik Pauwels, de wetsdokter.
Morgen heren, zei Bruno.
Morgen, klonk het in koor.
Dat ziet er hier niet goed uit, stelde Pauwels.
Inderdaad Rik, je kunt weeral aan de slag,
antwoordde Paul.
Jullie kunnen zeker wel een tijdje verder zonder
ons? lachte Bruno.
Dat zal geen probleem zijn, gaf De Coninck aan.
Wanneer krijgen we jullie rapporten? informeerde
Bruno
Dat zal voor morgenvroeg zijn, antwoordden zowel
de wetsdokter als de inspecteur van de technische recherche.
Dan gaan wij maar eens rondkijken of er iemand
iets gezien heeft, besloot de commissaris.
De speurders verlieten de plaats delict en gingen
op weg naar hun auto.
Zullen we maar een paar collegas op pad sturen om
het buurtonderzoek te doen chef? Of ga je liever zelf op huisbezoek?
Stuur maar een paar buurtagenten op onderzoek en
laat ze ook de overkant van de Kleine Nete niet vergeten, repliceerde de
commissaris.
De Winter gaf de opdracht door aan de planton.
Toen ze terug op kantoor aankwamen stond Martine
hen al op te wachten.
Er heeft een vrouw gebeld die zich ongerust maakte
omdat haar zus niet open doet. Ze hadden een afspraak om te gaan shoppen in
Antwerpen.
En hoe is die mevrouw haar naam?
Nadine Janssens, ze woont in Emblem. Haar zus
Sabine woont in Lier in de Van Boeckellaan.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de vierde bladzijde .
2
20
augustus, politiekantoor Lier.
Iedereen was al op post toen Bruno Somers en Paul De Winter even voor
acht uur het politiekantoor van Lier aan het Paradeplein binnen kwamen.
Iedereen is blijkbaar uit zijn bed gevallen op deze prachtige morgen!
lachte commissaris Somers
Ook ne goeie morgen hé, antwoordde hoofdcommissaris Frans Peeters.
Zal ik al eens een tas koffie halen? stelde hoofdinspecteur De Winter
voor.
Dat vind ik nu eens een goed idee, zei Martine, de assistente van
hoofdcommissaris Peeters.
Paul ging op zoek naar het zwarte vocht. Roger Wuytack, de planton, had
net verse gezet.
Roger, mag ik een kan meenemen?
Daar heb ik hem voor gezet hé, Polle.
Toen de
hoofdinspecteur met de koffie binnen kwam, rinkelde de telefoon van Peeters.
Iedereen zag aan
de grimas op het gezicht van de commissaris dat er iets niet pluis was.
Er is vanmorgen
een jogster vermoord naast de Kleine Nete, zei Frans.
Wanneer en waar
is het juist gebeurd? wilde Paul weten.
Een fietser
heeft het lijk gevonden rond half acht. Het moet ergens tussen de brug en de
jachthaven zijn, antwoordde Peeters.
We zullen dan
maar onmiddellijk ter plaatse gaan zeker? stelde Somers voor.
Ja, doe dat, ik
zal wel de nodige mensen verwittigen, sprak de hoofdcommissaris.
Bruno en Paul
dronken nog snel hun koffie uit en vertrokken.
Peeters nam de
telefoon en verwittigde Louis De Coninck van de technische recherche. Nadien
belde hij nog met Rik Pauwels, de wetsdokter, en hij bracht ook
onderzoeksrechter Willy Janssens op de hoogte.
Hoofdinspecteur
De Winter stuurde de Golf door de Lisperstraat. Aan het Herman Vanderpoorten stadion,
de thuisbasis van SK Lierse, sloeg hij af richting Kleine Nete. Op het einde
van de straat stonden de collegas die de weg afgesloten hadden. Ze gingen te
voet verder tot op de plaats delict.
Het was geen mooi
zicht. In het hoofd van het slachtoffer was een gat van een kogel. Overal bloed
rondom het lijk.
Een agent kwam
juist toe met een deken om het lijk te bedek-ken.
Wie heeft het
lijk gevonden? vroeg Paul aan de agent.
Een fietser die
naar zijn werk reed. Hij zit ginder in de combi, antwoordde de collega.
De speurders
wandelden tot aan de politiewagen. De man die de ontdekking had gedaan was nog
helemaal van de kaart.
Voor de persberichten en
recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de derde
bladzijde .
Om half zes stond hij al op zijn
boot. Hij had hem gisteren kunnen aanmeren op de laatste ligplaats richting
Lier. Hij had nu dus een perfect zicht op de Kleine Nete en op het
naastliggende fietspad dat Sabine gebruikte voor haar loopsessies. Als alles normaal
verliep zou ze dus iets na zes uur passeren. De FN 5.7 was er helemaal klaar
voor, inclusief geluidsdemper natuurlijk. Met dit wapen, dat je in België niet
kon kopen, kon je door een kogelvrije vest schieten. Zo krachtig was het. Het
was ook een echt pareltje voor een scherpschutter, die Hans dus was. Je kon
namelijk feilloos je doelwit raken van op honderdvijftig meter afstand. En dat
was precies wat hij wilde doen, knallen van op ongeveer honderdvijftig meter
afstand.
Hans opende het zijraampje van zijn
stuurhut. Van hieruit zag hij op het looppad. Hij nam zijn verrekijker en
stelde die af op de brug. Daar liep het pad met een bocht onderdoor. Van daar
zou hij Sabine kunnen volgen.
Na tien minuten was het zover.
Hij had zijn slachtoffer in beeld. De afstand was nog iets te ver. Hij liet
haar nog een beetje verder komen en legde dan aan. Hij richtte op haar hoofd.
Plof
Sabine zeeg neer.
Hans pakte alles weer rustig in,
sloot zijn boot af en keerde terug naar huis. Hij ging bewust niet langs het looppad.
Via het kleine toegangsstraatje tot de haven kwam hij direct op de Lispersteenweg,
waar hij woonde. Hij moest nog tweehonderd meter overbruggen.
Toen hij thuis kwam legde hij eerst zijn pistool terug in de
kluis op de zolder, nam een douche en ging naar zijn werk.
Hans was dispatcher bij GELUD-koerier. Deze binnenlandse
koeriersdienst was gevestigd aan de ring van Lier. Zijn taak bestond erin om de
pakjes te verdelen onder de chauffeurs.
Als baas van deze chauffeurs had
hij het zo aangelegd dat hij met één bepaalde chauffeur een heel goede relatie
had. Deze chauffeur was Ronny Martens. Ronny was de persoonlijke leverancier
van cocaïne aan zijn drie klanten in de omgeving van Lier. Zo bleef hij zelf
uit beeld. In ruil zorgde hij ervoor dat Ronny, die in zijn vrije tijd ook nog
DJ was, geregeld contacten voor optredens kreeg van zijn vrienden.
Het systeem werkte als volgt:
-Hans
voer met zijn boot vanuit Emblem naar Antwerpen.
-Daar
lag de boot van de leverancier van de cocaïne.
-Na
de overhandiging van de drugs keerde hij terug naar Emblem.
-Hans
verdeelde de drugs in drie kleine kluisdoosjes die werden afgesloten met een
cijfercode. Op elk doosje stond de naam van de klant. Deze drie doosjes gingen
dan in een hardboard malet zoals elke manager er één heeft.
-Hij
overhandigde deze dan de volgende morgen aan Ronny.
-Deze
wist waar hij de doosjes moest leveren.
-De
klant nam het doosje aan, pakte de drugs eruit en stopte het overeengekomen
geld erin. Cash, geen opspoorbare elektronische sporen.
-Ronny
gaf ´s avonds de malet terug aan Hans.
Deze cyclus herhaalde zich
gemiddeld om de twee weken, naargelang de behoefte van de klanten.
Vandaag was het een gewone dag, geen drugsleveringen voor
Ronny.
Voor Hans was het dus ook een
gewone dag zoals alle andere.
Hij parkeerde zijn BMW 550i op
de parking voor het bureaugedeelte van het bedrijf. Hij hield zijn badge tegen
de badgelezer, waarna de deur opende en hij binnen ging. Op de dispatch waren
zijn medewerkers al druk bezig met het verdelen van de papieren. Hij ging in
het magazijn en begroette daar zijn chauffeurs. Ook Ronny was al aan de slag.
Morgen Ronny, alles kits
makker?
Alles in orde, Hans.
Hoe gaat het met de optredens?
Dat gaat, ik mag niet klagen.
Volgend weekend mag ik weer twee keer spelen. Vrijdag in Den Bengel in Lier en
zaterdag in Café Rock-´n-Roll in Koningshooikt.
Allee, dan gaan de zaken goed.
Zoveel te beter.
Den Bengel en de Rock-´n-Roll
waren twee van de drie cafés waar Ronny de coke van Hans leverde. De derde was
taverne Den Johnny op het Zimmerplein in Lier.
Hans deed de ganse toer van het
magazijn en ging dan terug in zijn kantoor zitten. Hij startte zijn computer op
en begon met het doornemen van zijn mail.
Niks gebeurd. Het leven ging gewoon door, voorlopig toch.
Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten. Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de tweede bladzijde .
Hij was uit zijn
lood geslagen. Maar hij kon toch nog repliceren met een kwinkslag.
Ja, Sabine,
mooie dag, mooi gezelschap hé. Je bent al zo vroeg op weg!
Ja, ik heb deze
week de late shift, dan loop ik s morgens om zes uur, lekker fris nog nu. t Amusement
nog hé, riep ze.
Hij wist
onmiddellijk dat dit zware gevolgen kon hebben voor zijn verdere leven. Als zij
dit ging vertellen aan Inge, zijn vrouw en haar beste vriendin, dan kon hij het
vergeten.
Tijdens het verloop van de dag had hij dit nog wel uit zijn hoofd kunnen
zetten. Daar had Tinne wel voor gezorgd. Hij dacht nog eens terug aan die
prachtige dag op het water gisteren. Wanneer hij aan Tinne dacht moest
hij telkens weer denken aan de hit van AC/DC, Whole Lotta Rosie. En in gedachte zong hij:
Never had a woman, never had a woman like you.
Doing all the things, doing all the things that you do
En ze deed heel wat things tijdens hun
rondvaart.
Maar nu moest hij handelen, als hij zijn mooie
leventje niet wil-de verknallen. Hij moest Sabine beletten dat ze iets zou
vertellen tegen zijn vrouw. Hij nam zijn FN 5.7 en vertrok.
Hans was vroeger nog vijf jaar
lang bij de SIE van de politie geweest, het speciaal interventie eskadron, als
scherpschutter. Van daaruit had hij iemand leren kennen die in drugs handelde.
Deze persoon had hem dan weer in verbinding gebracht met een drugsdealer die
ook de bewuste pistolen van FN kon leveren. Als scherpschutter en kleine drugsdealer
had hij deze gelegenheid niet kunnen laten voorbij gaan. Hij zou zijn pistool
nu voor de eerste keer echt gaan gebruiken. Spijtig voor Sabine, maar hij kon
niet anders.
Voor de persberichten en
recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van boeken zie
"aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de eerste bladzijde .
1
20 augustus, Lier, Lispersteenweg.
Hans Verhoeven
was al om vijf uur opgestaan. Hij had zijn vrouw Inge wijsgemaakt dat hij ging
joggen. Maar wat hij in gedachten had, was iets helemaal anders. Hij was vroeg
opgestaan om een afrekening te regelen. Hans was namelijk gisteren betrapt
door Sabine, een vriendin van zijn vrouw. Hij had een afspraakje geregeld met
Tinne, een blonde schone van op zijn werk. Tinne was ook fotomodel in haar
vrije tijd. Verhoeven had haar beloofd om ze kennis te laten maken met de mooie
kant van de binnenwateren in de omgeving van Lier. Zij zou hem dan kennis laten
maken met een paar persoonlijke schone kanten. Hans had een boot, die lag in de
jachthaven van Emblem, enkele honderden meters verwijderd van zijn huis. Ze
hadden afgesproken om zes uur s morgens. Inge, zijn vrouw, had de vroege
dienst. Zij was verpleegster in het ziekenhuis. Echter juist toen hij met Tinne
de loopplank naar zijn boot opging riep er iemand.
Hey Hans, goedemorgen,
zo vroeg en al in zon schoon gezelschap.
Het was Sabine,
die al aan het joggen was op dit vroege uur.
VOLGENDE WEEK KAN U HIER MEER INFO VINDEN OVER MIJN NIEUW BOEK...
VOOR DE LAATSTE MAAL KAN U HIER EEN (EXTRA LANGE) GRATIS STUK LEZEN UIT ADELLIJKE INTRIGES.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de veertiende bladzijde van "Adellijke intriges."
Ze gingen verder de ganse galerie door en kwamen
dan terug in de privévertrekken terecht.
In het salon stonden allemaal zware eiken meubelen.
Ze liepen ook door de woonkamer en de slaapkamers.
Alle kamers waren ingericht met echte antieke meubelen. Alles was echt: de
linnenkasten, het buffet, ladekasten, schrijftafels, commodes, eettafel en
stoelen.
Polle, kan jij nu ook zeggen welke stijl dat
allemaal is?
Ik heb heel veel gezien, volgens mij is er heel
wat Lodewijk materiaal bij, maar of dat nu van de veertiende of de zestiende
is, dat kan ik niet zien.
Ik zou het zeker niet allemaal willen betalen, of
zelfs niet onderhouden, merkte Somers op.
Kom chef, we gaan naar het terras. Misschien
kunnen we wel een koffie krijgen.
Zullen we op de barokstoelen gaan zitten aan de
baroktafel?, lachte Bruno.
Wel, je zou wel eens gelijk kunnen hebben, volgens
mij is het echte barok.
Zo zie je maar hé Polle, af en toe kan zelfs ik
juist gokken.
Leentje was er nog. Ze bracht hun een verse kop
Rombouts, met een koekje, zoals het past op een kasteel.
Is Robert er al?, wilde Paul weten.
Meneer Robert is zojuist toegekomen. Hij zit nu
met Nathalie in het salon. Zal ik hem roepen?, vroeg ze.
Vraag of hij binnen een paar minuutjes komt,
antwoordde Bruno.
Je hebt het gehoord, het is meneer Robert hé,
Polle.
Ze bekeken het prachtige gazon en de mooie tuin.
Volgens de commissaris moest het onderhoud van de tuin alleen al stukken van
mensen kosten.
Nathalie kwam, nog steeds huilend, Robert
voorstellen aan de speurders.
Meneer de la Faille, Bruno Somers en dit is mijn
collega Paul De Winter.
Ze condoleerden Robert bij het overlijden van zijn
vader.
Hoe heb je het droevige nieuws vernomen?
Euh .Nathalie heeft me gebeld. Bruno zag dat er
een hapering zat in zijn reactie.
Wanneer heb je je vader voor het laatst gezien?
Ik was deze morgen nog hier.
Verwachtte hij iemand, vandaag?
Niet dat ik weet.
Had de baron vijanden?
Mijn vader was een zeer geliefd man. Ik denk niet
dat iemand hem kwaad zou willen doen.
Is er in het kasteel beveiliging aanwezig?,
informeerde Paul.
Er is een camerasysteem met opnameapparatuur, de
recorders staan in het bureau.
Kunnen we daar dan nu eens gaan kijken?
Ze gingen terug naar binnen om de beelden te
bekijken.
Kijk, ze hebben de draad doorgeknipt, stelde Paul
vast.
En de cassette is eruit gehaald en waarschijnlijk
meegenomen. Dat zijn geen gewone voorbijgangers geweest Polle, eerder
professionelen, die wel degelijk van de toestand binnen het kasteel op de
hoogte waren.
Is er iets verdwenen?, vroeg de commissaris aan
Robert.
Dat kan ik zo niet zeggen. Daarvoor zal ik een
inventaris moe-ten doen.
Zou je dat zo snel mogelijk willen doen, en ons
het resultaat laten weten. Dat is zeer belangrijk voor het verder onderzoek.
Zal ik doen, hebben jullie mij nog nodig?
Neen, ga maar. We spreken mekaar nog.
De zoon van de baron ging terug naar Nathalie.
En, Polle, wat denk je?
Ik zie nog niet veel. En wat denk jij?
Ik heb alleen gezien dat Robert haperde bij het
antwoord op je vraag, hoe hij op de hoogte was gebracht, maar dat kan van de
emotie geweest zijn ook.
Chef, ik denk dat we toch ook die twee vrouwen nog
eens op de rooster zullen moeten leggen. Het kan toch niet dat die moordenaar
zo maar uit het niets hier binnen komt.
Ja, Polle, dat klopt, we blijven inderdaad met
nogal wat vra-gen zitten.
Is de Sus al weg? vroeg Bruno.
Ik weet het niet, zal ik het eens vragen aan
Nathalie?
Ja, doe dat, en zeg dat wij ook gelijk weg zijn.
Hij ging terug naar het salon. Hoofdcommissaris
Peeters was al een tijdje weg, vernam hij van de ex van Robert.
Wij weten voorlopig genoeg, zei hij tegen haar.
Wij komen zeker nog langs vandaag of morgen.
Oké. Als ik hier niet ben, kom je maar bij mij
thuis langs. Dat is toch maar juist achter de hoek hier teneinde de straat.
Oh, voor ik het vergeet, toch nog één vraagje.
Hoeveel ingangen zijn er hier voor het kasteel? vroeg Paul.
Alleen de grote hoofdingang.
Bedankt, en tot volgende keer.
De Sus is al een tijdje weg, zei Paul tegen zijn
chef.
Dan zijn wij ook maar weg hé.
Ze reden met de Golf terug naar het politiebureau.
Blijkbaar is er maar één ingang aan het kasteel,
zei Paul, terwijl hij de Golf op de parking reed.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de dertiende bladzijde van "Adellijke
intriges."
Ja, ik heb hem onmiddellijk gebeld.
Had de baron vijanden?
Niet dat ik weet, maar in het wereldje van de
kunsthandel is er nogal wat jaloezie.
Wanneer er veel geld mee gemoeid is, loop je
altijd risico, vulde Bruno aan.
Paul noteerde ook de gegevens van Nathalie en zei
haar dat ze mekaar zeker één van de uren terug zouden zien.
Hou je wel ter beschikking.
Polle, zullen wij ondertussen eens door het
kasteel lopen om te zien of er ons niets opvalt?
Dat lijkt me een goed idee, dan kunnen we daarna
eens met meneer Robert gaan spreken.
Die zal hier ondertussen toch al wel zijn zeker,
repliceerde de commissaris.
Ze begonnen hun rondgang in de ridderzaal. Bij het
binnenkomen viel het Paul al onmiddellijk op dat hier wel heel speciale
schilderijen hingen.
Amaai, chef, hier hangt voor een paar miljoen
bijeen.
Een paar miljoen euros?
Jazeker.
Zijn dat dan zon dure schilderijen? Bruno was
niet zo op de hoogte van de waarde van kunst.
Ik zie een Matisse, een Monet, een Degas en een
Permeke, allemaal heel bekende, dure kunstenaars. Het zijn niet hun bekendste
werken, maar ik schat dat hier toch wel voor enkele miljoenen aan de muur
hangt.
Toch wel knap, Polle, dat je dat allemaal zo
weet.
Iemand moet toch het cultuurgehalte van de politie
van Lier hoog houden hé, antwoordde Paul, hiermee doelend op de geringe kennis
van echte kunst in hun korps.
Van sport en muziek mag je me wat vragen, maar ik
kan het verschil niet zien tussen een duur en een goedkoop schilderij, zei
Bruno. Maar ik heb thuis een kenner zitten hé.
Hiermee bedoelde hij zijn vrouw Sonja, die in haar
vrije tijd vanalles deed op gebied van kunst: zijdeschilderen, aquarel,
olieverf en dan deed ze ook nog dingen met fietsbanden en bloemschikken zo zei
Bruno het toch altijd.
Zeg Polle, zie jij hier iets van beveiliging?
Ik zie wel bewegingssensoren, maar ze werken
volgens mij niet. Normaal zie je een rood lampje branden.
Het zijn misschien nieuwe modellen.
We zullen het straks eens vragen aan de zoon.
Ze gingen verder naar de zalen van de galerie.
Hier hangen wel meer schilderijen, merkte Bruno
op.
Ja maar wel van een mindere waarde.
Zou er iemand kunnen zien of hier iets verdwenen
is?
Als ik iets zou meenemen, zou ik het uit de
ridderzaal nemen, merkte de hoofdinspecteur op.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder
met de twaalfde bladzijde van "Adellijke intriges."
Ik heb dan onmiddellijk naar Nathalie gebeld. Die
is direct gekomen en zij heeft jullie verwittigd.
Waarom belde je Nathalie?
Zij is zowat de vriendin van de baron. Ze helpt
hem bij alles.
Is er je, in de loop van de voormiddag, niets
opgevallen?
Neen, ik ben zoals gewoonlijk, om negen uur
begonnen, heb koffie gezet voor meneer en ben dan aan mijn dagelijkse klus
begonnen.
Niemand gezien of gehoord?, probeerde Bruno
nogmaals.
Jawel, meneer Robert, de zoon van de baron is hier
vanmorgen even geweest,
Weet je ongeveer wanneer dat was?
Dat moet iets na negenen geweest zijn. Hij heeft
even met zijn vader gesproken en is iets voor tien uur nog komen zeggen dat hij
weg was.
Komt meneer Robert hier dikwijls?
Ja, die komt regelmatig, bijna dagelijks.
Voor de rest heb je niets speciaals gezien of
gehoord? Je hebt niemand horen roepen of zo?
Neen, ik werk altijd met de radio aan. Dan hoor je
niet veel anders meer hé.
Paul noteerde nog de persoonlijke gegevens van
Leentje en ze spraken af dat ze, indien nodig, later nog wel eens terug zouden
komen voor meer vragen.
Bruno ging Nathalie halen. Die zat ondertussen nog
steeds te huilen in het salon.
Nathalie was opmerkelijk beter gekleed dan Leentje.
Je kon zien dat ze een betere smaak had op het gebied van kleding.
Ze had dan ook van het rijkeluisleventje geproefd
toen ze getrouwd was met Robert, dacht Bruno.
Waarom belde Leentje eerst naar jou ?
Dat is omdat ik hier zowat alles regel, en ze is
dat gewoon. Wanneer ze een probleem heeft komt ze daarmee bij mij.
Hoe zou je jouw relatie met Jean-Louis de la
Faille kunnen omschrijven?
Wij hebben een goede vriendschappelijke relatie.
Ik help de baron bij alles waar hij mijn hulp bij kan gebruiken.
Bruno keek even met een vragende blik naar Paul. Die
begreep onmiddellijk wat zijn vriend wilde zeggen en nam het gesprek over, vóór
deze verder gênante vragen zou stellen.
En waarom doe je dat?
Ik deed dat vroeger, toen ik nog met Robert
getrouwd was, en ik ben dat altijd blijven doen.
En wat denkt Robert daarvan?
Dat zal je aan hem moeten vragen, denk ik,
antwoordde Nathalie nogal bitsig.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de elfde bladzijde van "Adellijke intriges."
Commissaris Bruno Somers en dit is mijn collega,
hoofdinspecteur Paul De Winter. Kunnen wij jullie een paar vragen stellen?
De jongste van de twee, Leentje, zei dat ze wel
even apart konden gaan zitten in de keuken. Daar was het nu rustig. Nathalie
zou nog even in het salon blijven zitten.
De kookruimte was zeker geen ouderwetse
kasteelkeuken. De modernste toestellen stonden er in een klassiek uitgevoerde
keuken.
Ze gingen aan de tafel zitten die in het midden van
het vertrek stond.
Gaat het al een beetje?, suste Paul.
Ik zal proberen, maar het zal niet gemakkelijk
zijn, snikte Leentje.
Hoe heb je het ontdekt?
Ik
had gedaan met het kuisen van de ridderzaal en de galerie om iets vóór half
twaalf en ging de baron opzoeken in de tuin om te melden dat hij het alarm
terug mocht opzetten. Toen ik buiten kwam zag ik dat meneer helemaal weggezakt
in zijn stoel zat. Ik dacht eerst dat hij sliep, maar wanneer ik bij hem kwam
zag ik al dat bloed op zijn hoofd. Ik voelde of zijn hart nog klopte, wat niet
het geval was.
Ze stopte nu even en nam een slok water. Paul had
uit de ijskast een fles plat water genomen en een glas voor haar uitgeschonken.
Wat heb je daarna gedaan?, vroeg Bruno, de
politie gebeld?
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van boeken zie
"aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de tiende bladzijde van "Adellijke intriges."
Hou het maar normaal, zei Sus lachend, dat is in
jouw geval al erg genoeg.
Ze vertrokken met de Golf naar het kasteel. De
hoofdcommissaris volgde met zijn eigen wagen, zo kon hij weg wanneer hij
wilde.
Tegen half één arriveerden ze aan het kasteel. Ze
werden opgewacht door onderzoeksrechter Janssens.
Hoe is de situatie hier, Willy?, informeerde
Peeters.
Wel, het lijk van de baron ligt in de tuin, Rik
Pauwels, de wetsdokter, is al bezig.
Zullen we daar dan al eens eerst gaan kijken?,
stelde Bruno voor.
Ze gingen door het kasteel naar de tuin.
Dag Rik, zeiden ze bijna gelijktijdig.
Dag mannen.
En, wat heb je al voor ons?
Overleden tussen half tien en elf uur,
waarschijnlijk een vechtpartij, en ik denk dat hij met zijn hoofd op het beton
is gevallen. Voorlopig is dat alles wat ik kan zeggen. De rest is voor later,
stelde de wetsdokter.
Wanneer heb je een volledig verslag klaar?
Ik zal proberen om morgenvroeg de autopsie te
doen. Dan kom ik morgenmiddag verslag uitbrengen op het bureau. Goed?
Dat is heel goed, Rik.
Ze gingen allemaal terug naar binnen.
Wie heeft het lijk ontdekt?, vroeg Bruno aan de
onderzoeks-rechter.
De kuisvrouw, Leentje. Die is, nadat ze het
dagelijkse onderhoud van de ridderzaal en de galerie gedaan had, in de tuin
gaan kijken en heeft hem daar gevonden.
Heeft zij ook de politie gebeld?
Neen, kwam hoofdcommissaris Peeters tussen. Ze
heeft Nathalie Segers gebeld en die heeft ons verwittigd.
En wie is Nathalie Segers?, wilde de commissaris
weten.
Dat is de ex vrouw van Robert de la Faille, de
zoon van de baron. Zij heeft nog een goede verhouding met haar ex- schoonvader.
Een goede verhouding of een verhouding tout
court?
Bruno, kan jij nu echt aan niets anders denken?
Het was maar een vraag hé, Polle.
Zijn die vrouwen nog hier?
Die wachten op jullie in het salon, antwoordde de
onder-zoeksrechter.
Gaan we die dames samen verhoren of apart? Wat
denk je?
Ik denk dat we ze beter elk apart nemen, chef.
Ze gingen het salon binnen en zagen dat beide
vrouwen nog druk met mekaar aan het babbelen waren, weliswaar met de tranen in
de ogen, maar toch
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van
boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de negende bladzijde van "Adellijke
intriges."
3
4 juli, Lier, politiekantoor.
Commissaris Bruno Somers en hoofdinspecteur Paul De
Winter, de Polle voor de vrienden, zaten in hun bureau rustig een tas koffie te
drinken. Martine, de assistente van hoofdcommissaris Peeters, had er ook nog
een koekje bijgedaan.
Ga je vanmiddag met ons mee iets eten op het
Zimmerplein, schoonheid?, vroeg Bruno.
Zijn we dan om één uur terug?
Daar sta ik garant voor, repliceerde Paul. Je
kan er op reke-nen.
Wel, dan ga ik mee.
Ik denk dat dat voor een andere keer zal zijn!
riep Frans.
Hoofdcommissaris Frans Peeters, door zijn vrienden
ook wel, de Sus genoemd, kwam hun bureau binnen.
Ze hebben baron Jean-Louis de la Faille dood
gevonden in zijn tuin, waarschijnlijk vermoord, zei Sus.
Den baron van die chique galerie?, wilde Paul
weten.
Amaai Polle, ben jij een kunstkenner?, vroeg
Bruno schert-send.
Peeters kwam snel tussen voor het weer uit de
hand zou lopen.
Onderzoeksrechter Willy Janssens is al ter plaatse
en hij heeft ook wetsdokter Rik Pauwels verwittigd. De technische recherche zal
ook al ongeveer daar gaan arriveren.
Kunnen we zo snel mogelijk naar het kasteel gaan?
Als jullie nu vertrekken ga ik mee.
Nous sommes
chemin, zei Bruno.
Wat gaan we nu krijgen, chef, Frans?
Frans met haar op, lachte de commissaris. Maar
we gaan naar den baron, dan moeten we ook ons taalgebruik een beetje aanpassen
hé.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van boeken zie
"aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de achtste bladzijde van "Adellijke intriges."
Na nog wat verder onderzoekwerk kwam hij tot de
vaststelling dat tussen tien en twaalf uur de ridderzaal, waar het doek hing,
onzichtbaar kon betreden worden. Hij had twee perfecte kleurenkopijen van het
expertiserapport laten maken en had er één samen met het originele al mee naar
huis genomen.
Op 4 juli, vandaag dus, zou het dan allemaal
gebeuren.
Robert was om negen uur al langs geweest en hij had
gezien dat de kuisvrouw, zoals altijd stipt op schema, aan haar poetsbeurt
begonnen was. De baron was aan het ontbijten en zou dus straks wel in de tuin
gaan zitten om zijn krant door te nemen.
Alles zag er dus goed uit.
Hij ging nog even langs het bureau, zette het alarm
van het poortje achteraan in de tuin af en zei nog goedendag tegen zijn vader
en de kuisvrouw en ging terug naar huis.
Gelukkig hebben we enkele jaren geleden dat alarm
van het poortje apart laten aansluiten, dacht hij. Zo kon de baron onopgemerkt
naar het golfterrein gaan.
En nu zat hij dus te wachten op het sein dat alles
goed gegaan was, zodat hij het alarm van het poortje terug kon gaan opzetten.
Carlo Castellano was ondertussen bij Benito Sahli aangekomen
en had hem het hele verhaal uitgelegd. Het was echt een ongeluk bleef hij maar
herhalen.
Benito wist niet goed wat hij nu moest doen. Zou
hij wachten tot Robert het nieuws vernam van de politie, of zou hij hem zelf op
de hoogte brengen. De afspraak was dat ze mekaar om twaalf uur zouden spreken
via Skype.
Het was vijf voor twaalf. Sahli moest een
beslissing nemen. Hij nam plaats voor zijn iMac en logde in op Skype. Robert
ant-woordde onmiddellijk.
Hoe is het geweest?, vroeg hij, alles goed
verlopen?
Het verwisselen van het doek is goed verlopen,
maar voor de rest is alles catastrofaal misgelopen.
Hoe bedoel je, misgelopen? Wat is er mis gelopen?
Er is toch niets gebeurd met papa?
De baron heeft onze man gezien en is recht gesprongen.
Er is een gevecht ontstaan en je vader is met zijn hoofd tegen het beton
gevallen.
En dan..? Is het erg ? Hoe erg is het ? Is hij
naar het ziekenhuis?
Wij denken, we zijn er eigenlijk zeker van, dat
hij dood is.
Het werd heel stil aan de andere kant van de lijn.
Na enkele seconden was ook het beeld weg. Robert had de verbinding verbroken.
Wat moest hij nu doen? Hij kon niet naar het
kasteel gaan, want daar zou ondertussen het ganse circus, politie, hulpdiensten
al wel op volle toeren draaien.Hij zou zich dan verraden. Hij wist officieel nog van niets.
Voor de persberichten en
recensies van "Adellijke intriges" zie bij mijn favorieten.
Voor het aankopen van boeken zie
"aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de zevende bladzijde van "Adellijke intriges."
Deze vervalste schilderijen werden dan door Robert
in zijn galerie als echt aan de man gebracht.
Dit zwarte circuit werkte al enkele jaren succesvol
en iedereen was tevreden met de opbrengst.
Enkele maanden geleden had de baron een schilderij
van Monet aangekocht, om aan zijn privécollectie toe te voegen.
Toen Robert, bij het in orde brengen van de
boekhouding, het bedrag zag dat dit schilderij had gekost, één miljoen euro,
kon hij dit niet meer uit zijn hoofd zetten.
Hier moest hij iets mee doen.
Bij de volgende afspraak met zijn vriend, op hun
geheime plek, in het Munsterbos in Munsterbilzen, werd een eerste keer over het
project gesproken.
Na een paar weken kwam Benito met een voorstel,
zijn Russische contactpersoon had een koper, die wilde voor het originele
schilderij wel één miljoen euro geven. Hij wilde dan wel alles origineel, de
expertiserapporten en natuurlijk ook het schilderij.
Robert had eerst het aanbod afgeslagen, maar na
enkele weken had hij toch aan zijn vriend gevraagd om een plan op te zetten.
Sahli kwam met zijn voorstel, hij zou hun vervalser
eerst een kopij laten maken van het doek en dan moest het originele vervangen
worden door het vervalste kunstwerk.
Hij kende iemand uit het milieu van Charleroi,
die de schilderijen wel kon verwisselen. Voor het verwisselen van de
schilderijen was natuurlijk de medewerking van de la Faille nodig. Ze bekeken
samen hoe ze dit konden doen en er werd besloten dat Robert zou zorgen voor een
tijdschema, zodat het verwisselen onopgemerkt zou kunnen gebeuren.
De zoon bekeek dagelijks de gewoontes van zowel
zijn vader als van de kuisvrouw. Dat was namelijk zowat de enige die in de
voormiddag bij de baron binnen kwam.