Voor
de persberichten en recensies van "Losgeld voor een kind" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met het eerste hoofdstuk
.
1
25 september, Lier, Kanunnik Davidlaan.
Om
klokslag vier uur in de namiddag ging de bel van het Sint-Gummaruscollege in
Lier. De lessen zaten erop voor vandaag en de jeugd kwam uitbundig vanuit de
verschillende klaslokalen gestormd. Hier en daar slenterde er een enkeling
tussen de scholieren die zo snel mogelijk wilden ontsnappen. Lotte Claesens
had, zoals meestal op donderdag, afgesproken met haar beste vriendin An Goris.
Ze hadden de afspraak dat ze elke donderdag, wanneer de moeder van Lotte de boodschappen
deed, enkele uren doorbrachten op het Hutveld in Ranst waar haar vriendin
woonde. De twaalfjarige bakvissen hadden elkaar twee jaar geleden leren kennen
toen ze samen in dezelfde klas terechtkwamen. Sindsdien waren ze hechte
vriendinnen geworden, partners in crime zoals ze zichzelf vaak gibberend
noemden. Nadat ze uitbundig afscheid hadden genomen van de andere vriendinnen
namen ze hun fietsen en gingen op weg langs de Vest om zo via de
Hagenbroeksesteenweg en de Handboogweg naar An thuis te fietsen. Het was
vandaag een zonnige dag en de meisjes vertrokken dan ook met een lange sliert
volgelingen de Vest op. De luidruchtige rij fietsers werd kleiner naargelang de
afgelegde weg groter werd. Aan elke kruising van de weg sloegen er scholieren af
die het thuisfront bijna bereikt hadden. Na enkele stops, er moesten hier en
daar afscheidskussen gegeven worden, bereikten ze uiteindelijk de woning van
An.
De
fietsen gingen in het fietsenrek en de boekentassen vlogen op de grond: Tijd om
te ontspannen. An zette de radio aan en Lotte startte de computer op. Eerst
moesten de e-mailtjes gecontroleerd worden, daarna nog even snel Facebook
bekijken, want al die belangrijke berichten mochten toch niet verloren gaan. De
smsjes werden zelfs tijdens de lessen bijgehouden. Nadat ze dus wisten wat al
hun vrienden en vriendinnen gingen doen en al gedaan hadden, trokken ze naar de
kamer van An om hun eigen belevenissen van de laatste week in geuren en kleuren
uit de doeken te doen. An was gisteren na het paardrijden een jonge hengst
tegen het lijf gelopen en er waren zelfs al enkele tongkussen uitgedeeld. Lotte
had het een beetje gehad met het andere geslacht. De laatste witte ridder had
het te bont gemaakt. Ze had gezien dat hij ook een ander meisje had gekust, onaanvaardbaar
toch?
Ondertussen
was de mama van An ook thuisgekomen en ze had voor de meiden vers fruitsap
geperst.
Blijf
je eten? vroeg de mama aan Lotte.
Neen,
ik moet om zeven uur thuis zijn. Mama ging spaghetti maken, antwoordde het
meisje met een glimlach om haar lippen. Spaghetti was haar lievelingseten.
Dan
moet je niet te lang meer treuzelen, anders kom je te laat thuis en dan zal je
mama ongerust zijn.
Lotte
moest nog naar twee nieuwe nummers luisteren op de iPod van An. Daarna nam ze
haar boekentas en samen met haar vriendin ging ze op zoek naar haar fiets.
Tot
morgen hé!
Doei.
Lotte
vertrok vanaf het Hutveld naar de Handboogweg om zo via het Hagenbroek Noord
naar huis te fietsen. Ze woonde op de Hagenbroeksesteenweg in Lier.
Tijdens
het fietsen had Lotte, zoals zovele tieners tegenwoordig, de beide oortjes van
haar iPod in haar oren. De muziek was haar gezel tijdens het rijden. Ze had
juist de nieuwe hit van Kings of Leon gedownload en het was tijdens dit nummer
dat ze zo opging in de muziek van haar favoriete rockband dat ze niet opmerkte
dat er een grijze camionette naast haar kwam rijden. De camionette stopte vlak
voor haar. Uit de zijdeur sprong een man. Hij sleurde Lotte van haar fiets,
wierp haar in de laadruimte en gooide ook haar fiets naar binnen. Hij sprong
terug in de camionette en trok de deur dicht. De chauffeur vertrok en reed via
de Hagenbroeksesteenweg richting ring rond Lier.
Lotte
voelde de pijn van het neerkomen op de laadvloer van de camionette. Ze was zo
geschrokken dat ze niet onmiddellijk realiseerde wat er gebeurde. Ze zag een
man met lang haar, een baard en een zonnebril. Het meisje begon wild om zich
heen te trappen en te slaan met haar armen. De man nam haar armen en wrong ze
achter haar rug.
Auw,
je doet me pijn!, riep ze.
De
ontvoerder antwoordde niet. Hij bond haar armen vast zodat ze al veel minder
weerstand kon bieden. Lotte bleef roepen en tieren en met haar voeten stampen,
ze raakte haar ontvoerder daarbij op de borst. De man bleef stoïcijns kalm. Hij
bond ook haar benen vast.
Laat
me los, wat willen jullie? Ik heb pijn! riep ze.
De
ontvoerder zei nog steeds niets. Hij nam een zakdoek en stak die in de mond van
het meisje.
Het
werd stil in de camionette.
Nu
deed de ontvoerder ook nog een blinddoek voor haar ogen.
Het
was nu ook donker in de camionette.
De
chauffeur, die heel de tijd nog niets had gezegd, reed met een normale snelheid
op de ring rond Lier.
Niet
opvallen was zijn eerste opdracht.
De
ontvoerder die naast Lotte zat, had ondertussen haar gsm afgepakt. Hij gaf hem
aan de chauffeur die het zijraampje opende en het toestel in de middenberm
wierp.
De
camionette verliet de ring. De chauffeur nam de Antwerpsesteenweg om zo via
Boechout richting Vremde te rijden, waar zijn collega een appartementje huurde
in de Lindelei. Het appartement was gelegen boven de garage. De camionette
stopte voor de garage. De chauffeur opende de garagepoort en reed binnen. Lotte
werd door de tweede ontvoerder met de lift naar boven gebracht. De andere ontvoerder
vertrok onmiddellijk terug. Er werd niet gesproken tussen de ontvoerders.
Kennelijk hadden ze deze opdracht goed voorbereid en alle risicos
geanalyseerd. Ze wilden zich zo weinig mogelijk her-kenbaar maken voor
achteraf.
Eenmaal
boven op het appartement van de ontvoerder werd Lotte in een kamer opgesloten.
De man had wel haar handen en haar voeten losgemaakt. Hij deed haar blinddoek
af en nam de zakdoek uit haar mond.
Als
je je stil houdt mag alles eraf blijven, zei hij. Als je gaat roepen of gaat
trappen dan gaat alles terug aan, begrepen?
Lotte,
die ondertussen als een hoopje miserie op het bed tegen de muur zat, knikte.
Ik
zal je goed verzorgen, je moet niet bang zijn. Ik ga je geen pijn doen. Als je
naar het toilet moet, klop je maar op de deur, dan laat ik je op de gang naar
het toilet gaan, zei de ontvoerder. Hij verliet de kamer en sloot de deur af.
Lotte
barstte in tranen uit. Waar was ze terecht gekomen? Waarom hadden ze haar
meegenomen? Wat moest ze nu doen? Wat zou haar mama denken? Ze keek rond in de
kamer. Er stond een eenpersoonsbed, een klein tafeltje en een stoel. Dat was
alles. Het rolluik van het venster was naar beneden.
Na
een paar uur - ze kon de tijd niet schatten de ontvoerder had ook haar horloge
afgepakt - kwam de man de kamer binnen.
Ik
heb wat eten voor je gemaakt, zei hij. Als je nog iets wil hebben, vraag je
het maar.
Lotte
bekeek het dienblad dat haar ontvoerder voor haar op het tafeltje had gezet.
Opgewarmde pizza, een bus fruitsap en een plastic beker. De pizza was al in
stukken gesneden. Geen vork en geen mes. De ontvoerders namen geen risico. Hier
was over nagedacht.
Ze
probeerde om een stukje van de pizza op te eten maar het lukte haar niet. Ze
had geen trek. Ze wilde hier weg.
Ze
dronk een beetje fruitsap en ging terug op het bed zitten. Wat kon ze doen? De
ene huilbui volgde op de andere. Ze kon niet nadenken.
Uiteindelijk
viel ze in slaap.
|