Voor
de persberichten en recensies van "Een drug te ver" zie bij mijn
favorieten.
Voor
het aankopen van boeken zie "aankopen boek" bij mijn favorieten.
We gaan verder met de zesde bladzijde .
Hoe laat hadden ze afgesproken? wilde Paul weten.
Ze wilden om negen uur vertrekken, Sabine zou
eerst nog gaan joggen. Tegen vijf voor negen belde Nadine dan aan bij haar zus
maar er kwam geen reactie. Ook op haar gsm antwoordde ze niet.
Dat ziet er niet goed uit, antwoordde Paul. Die
vrouw die vermoord is naast de Kleine Nete was aan het joggen.
Dat dacht de hoofdcommissaris ook. Hij is er nu
zelf naartoe, besloot Martine.
Dan zullen we maar even afwachten tot onze chef
terug is om verder actie te ondernemen, zei Bruno. We kunnen niet veel anders
doen nu.
Hier mannen, de post van vandaag, riep de planton
toen ze voorbij zijn desk gingen.
Bedankt Roger, de krant ben je zoals gewoonlijk
weer vergeten hé, lachte de commissaris.
Die gaat naar de grote chef, dat staat zo in mijn
instructies, grijnsde Wuytack.
De speurders trokken zich terug in hun kantoor.
Ik heb een lijntje voor jullie, riep Martine
vanuit het bureau van Peeters.
Neen, bedankt, snuif het zelf maar op, proestte
Somers het uit.
Geef maar door, viel Paul in.
Hoofdinspecteur De Winter, goedemorgen.
Paul, wij zijn hier bezig met het buurtonderzoek.
Hoever moeten wij daarmee gaan?
Je moet zeker beide kanten van het water doen.
Ja, ja, maar tot waar? Tot in Emblem of tot in
Luik, grapte de agent.
Tot aan de jachthaven zal wel goed zijn zeker,
gaf De Winter aan. Komen jullie morgen verslag uitbrengen?
Doen we, tot morgen.
Het doornemen van de post werd als een verplicht
dagelijks nummertje afgewerkt. Er waren dingen die ze liever deden, maar het
hoorde er nu eenmaal bij. Its part of the job, zei Bruno altijd.
Gaan we snel iets eten? vroeg Paul.
Doe maar, ik vast wel vanmiddag. Ik heb wat fruit
bij, antwoordde Somers.
Ik wil wel meegaan Polle, riep Martine.
Amaai, dat gaat nogal eens een vonk geven. Onze
twee vrijgezellen samen op stap. Voorzichtig zijn hé Polle. En als je niet
voorzichtig bent, pas dan wat op hé, bulderde Bruno.
Normaal gaat die toch nooit worden denk ik,
lachte Martine. Kom Polle, we zijn weg.
Bruno nam de krant van de hoofdcommissaris en zette
zich met een stoel voor de deur van het politiebureau.
|