Handelen ?
Toch nog eens die enigmatische eerste zin van Brief über den Humanismus citeren: « Wir bedenken das Wesen des Handeln noch lange nicht entschieden genug. » Ook zuiver retorisch een zeer opmerkelijk incipit. Het is bekend dat M. Heidegger meestal in het begin van een tekst duidelijk zijn thema aangeeft, zoals grote componisten dat al in de eerste maten van hun compositie doen. Maar hier is hij wel echt 'in medias res' begonnen. Zelfs de meest aandachtige lezer maakt hier een uitschuiver bij zijn eerste pas in de ruimte.
Handelen dus?
Handelen staat vaak tegenover Zijn. 'Agere sequitur esse' zegt het oude adagium. Handelen is tot volle wasdom brengen wat al is, minstens initieel. Maar kan het ook méér? Ja, zeker. Handelen realiseert verborgen mogelijkheden. Handelen openbaart. Epifaneert onvermoede krachten.
Handelen brengt verschillende zijnden, omwille van hun verschil, samen, 'attunes', stemt ze op elkaar af.
Waar ontspringt het handelen? Waar vindt het zijn borrelende bron? Handelen is het kenmerk van alle contingente zijnden. Handelen ontspringt in de vastbeslotenheid van elk beperkt zijnde aan de dreiging van het Niets te ontkomen. Elk beperkt zijnde ervaart in zijn Zijn de dreiging van het Niets én ervaart de vastbeslotenheid zich vanuit dat Zijn daartegen te verzetten. Diep in zijn eigen Zijn staart elk contingent zijnde in de Grijns van het Niets. Handelen is de vrucht van de confrontatie diep in het eigen Zijn van dit beperkte zijnde met de dreiging van het Niets. Vanuit hun zijnsnood drijft het Zijn de zijnden naar elkaar om elkaar bij te staan, drijft ze tot handelen, drijft ze tot compensatoire interacties. Dat zit zo diep in ons dat we bij elke ontmoeting elkaar zeer bewust die compensatoire interacties willen aanbieden: « Drink je iets van me? ». Dat is niet voor niets zo algemeen verspreid. In het handelen vinden de vanuit hun beperking bedreigde zijnden elkaar voor deze compensatoire interacties om de Grijns een lange neus te zetten. Voorlopig toch. Handelen doet zijnden elkaars zijnsbehoefte aanvullen, bestrijdt de gemeenschappelijke dreiging van de Grijns van het Niets en ruimt baan voor nieuwe mogelijkheden.
Als ik niet geregeld eet, als ik niet geregeld drink, dan ga ik dood. Als we geen hout op het vuur gooien, dooft het. Zonder benzine in de tank valt de motor stil. Alleen wie blind is, ziet niet dat alles alles nodig heeft, dat alles met alles verbonden is om te kunnen bestaan. Dat niets op zichzelf bestaat. Alle zijnden zijn uit zijnsnooddruft in voortdurende onderlinge compensatoire interacties met elkaar verbonden om de Grijns te overleven. Om voorbij de Grijns te leven. Die compensatoire interacties maken meer mogelijk dan het naakte overleven, dan het pure duren.
Compensatoire interacties maken mogelijk wat niet mogelijk lijkt. Kijk hoe een vliegtuig met alle wetten van de zwaartekracht spot en deze juist aanwendt om ze te overwinnen. Hoe zo'n Galaxy-vrachtvliegtuig honderden tonnen vracht de lucht inzuigt. Tegen alle wetten van de zwaartekracht in. Maar wel zich baserend op die wetten. Zei niet Fr. Bacon reeds: « Natura non nisi parendo vincitur. »? (Alleen door de natuur te gehoorzamen wordt ze overwonnen.)
|