Mijn uitvaart wens ik op het stilste uur van de namiddag, tussen licht en donker wanneer de zon nog niet geheel gezonken weldadig is, een warmte zonder vuur.
De ingetogen dienst die ik voorzie vangt aan met de vigilie van de doden de oude psalmgebeden en de grote barmhartigheden van de liturgie.
En laat mij voor de nacht alleen. Geen stem die waakt en bidt, geen taal noch troost van tongen Vroegmorgens enkel voor mijn ziel gezongen de rituele mis van requiem.
In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved and were loved, and now we lie In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields.