De heilige Joannes Damscenus spreekt reeds van een feestdag der Onbevlekte Maagd ten jare 721. De H. Anselmus van Kantelberg stelde den feestdag in voor Engeland ten jare 1145; Sixtus IV keurde de instelling goed den 1 maart 1470. Pius IX heeft ten jare 1854, in het bijwezen van meer dan 200 Kardinalen en Bisschoppen, plechtiglijk verklaard dat het een gelofspunt was dat Maria, van den eersten oogenblik harer ontvangenis, door een bijzonder voorrecht en genade Gods, uit kracht der verdiensten van Jezus Christus, Zaligmaker van het menschelijk geslacht, van alle vlek van erfzonde is bevrijd gebleven. In Vlaanderen werd deze feestdag reeds in de 15e eeuw gevierd. Een rijmkalender, waarschijnlijk oorspronkelijk uit Fransch-Vlaanderen stipt hem aan : December, 8. Dits de dach onser Vrouwen. Tot daar wat de volkskundige kalender hierover vertelt.
Vandaag hebben we Sint Ambrosius op bezoek en dat dit ook weer niet de eerste de beste is, vertelt ons volgende weerspreuk :
" Ambroos, patroon van bijen en spreeuwen, houdt van waaien en van sneeuwen. "
En mocht het vandaag dan toch hard beginnen sneeuwen, wel dan kunt ge daar wat aan doen. Je rolt dan een flinke sneeuwbal en je gooit die in het vuur, daarbij zeggende :
" Sint-Ambroos, patroon van bijen en van spreeuwen, stop nu maar met waaien en met sneeuwen. "
Vandaag vereren men de heilige Sint-Ambrosius en deze heilige is de patroon der bieënhouwers vertelt ons de volkskundige kalender. Hij is dat omdat de legende meldt dat een bieënzwerm op zijn mond kwam rusten, terwijl hij, kind zijnde, sliep. De bieën vlogen weg, hemelwaarts en verdwenen, wijzende op de welsprekendheid en zachtmoedigheid van den heiligen bisschop die Augustinus bekeerde.
Ik zei het u gisteren al, ook de goede Sint brengt ons een weerspreuk. Neen hij brengt er ons twee, maar of we er veel wijzer gaan bij worden is een andere vraag.
" Brengt Sinterklaas ijs, dan brengt Kerstmis regen. "
Niet zo best dus voor diegene die van een witte Kerst houden, maar anderzijds zegt een andere weerspreuk dan weer :
" Nicolaas regen, nooit een zegen. "
Mij heeft hij geen bezoekje gebracht, hopelijk brengt u dit dan wel op mijn blog ?
Het is even wachten tot morgen, en ja hoor...ook de goede Sint brengt een weerspreuk voor ons mee ! Vandaag moeten we het dan maar met volgende weerspreuken doen :
" Decembervries is gekomen, en hij heeft de herfst genomen. "
Gaat u naar het bos, kijk dan eens naar de berk uit, hij kan u wat vertellen :
"Vloeit in december nog het sap uit de berk, de winter wordt dan wis niet sterk ! "
En nu allemaal braafjes zijn, en....vroeg naar jullie bedje gaan, MAAR vergeet u mandje niet te plaatsen he ! ! !
Vandaag vieren we de feestdag van Sint Barbara, de patrones van de brandweerlieden en die mannen vieren dat feest vrij uitbundig! Vroeger, nu heel lang geleden, toen de brandweerkorpsen nog bevolkt waren door paters, jawel door paters! Was dat niet zo! De spuitgasten van vandaag lijden vaak kou, bittere kou, tijdens hun feestelijkheden. Maar ze weten het, hun patroonheilige is er één die alle mogelijke weertypes van het sneeuwen, vriezen, stormen tot ijzelen, vaak ineens naar de aarde kan zenden Immers zegt een weerspreuk :
" Op het feest van Sinte-Barbara, is het weer soms Barbarabaars. "
MAAR OOK :
" Als Sinte-Barbara wil, staat de vriezeman stil ! "
Vandaag 4 december beginnen we ook aan de zes "donkere" weken : de drie weken vòòr en de drie weken na Kerstmis. De dagen worden nu zeer kort en de nachten haast dubbel zo lang. Vandaar dat men in de volksmond spreekt van :
Men weet dat den vader der heilige haar met eigen handen den marteldood toebracht. Pas was het euvel voltrokken of hij werd door het hemelsch vuur getroffen. Hieraan is het toe te schrijven dat de mijnwerkers en soldaten, al deze die in onmiddellijk gevaar zijn, haar tot patrones hebben gekozen. Zij wordt dieswege aanroepen om het bekomen eener heiligen dood. Men leest in haar leven, dat ze vooraleer te sterven, God verzocht al deze bij te staan die haar in stervensnood zouden aanroepen en hun zou toelaten de HH. Sacramenten te ontvangen. De devotie tot de H. Barbara dagteekent in ons land, waarschijnlijk van de 10e eeuw, wanneer hare relieken naar de Sint Baafsabdij te Gent overgebracht werden. (Foto = afbeelding van Sinte-Barbara)
Inderdaad, het is vandaag uitkijken uit welke richting de wind blaast. We krijgen vandaag, om precies te zijn, om 16u01 een nieuwe maan. De decembermaan genaamd ,en lees eens wat een spreekspreuk daar van verteld :
" Blaast de Noorderwind met decembermaan, dan houdt de winter vier maanden aan ! "
Laat ons dus duimen voor een windje uit het Westen, Oosten of Zuiden !
Deze volksheilige wordt in het Vlaamsche land vereerd als beschermer der paarden en aanroepen tegen ziekten die woekeren in den stal. Het leven van den heilige gedenkende hebben de smeden en goudsmeden hem tot patroon gekozen. Het is als smid dat hij doorgaans afgebeeld staat. De smulpartijen van Sint Elooidag waren ver gekend. In Oost-Vlaanderen hadden ze er zelfs volgend liedje op gemaakt : "Zijn we nog verre van het dorp waar die twintig boeren zaten, die bij derig hespen opaten? Zijn we nog verre van dat dorp?" Men placht op Sint Elooi den smid en den wagenmaker te betalen. De klanten werden dan genoodigd op een maaltijd : bouillie met wortels, stoofkarbonade met pataten. De menschen deden dan "eene zielmis in hunnen buik", er waren boeren die twee dagen vastten om " goed te kunnen eten ", het was immers voor " de kwitance ".
Deze heilige is een volksheilige die als bisschop van Noyon en Doornik, het geloof kwam verspreiden. MAAR ...weerspreuken waarschuwen ons voor wat anders :
" Als Eligius met ijs begint, wil hij dat drie maanden tot vriend. "
OF.....
" Vangt met Eligius de winter aan, dan stut hem voort, driemaal de maan. "
Ik vind het persoonlijk zo mooi dat ik het niet kan laten om het aan u mee te geven, december door de jaren heen......
" Siet eens wat ik vermag, gy luyaards, want ik zal de watren tot uw straf verharden als cristal. Ik sluyt het jaar, en kom met niets als quaet op 't leste, trekt kleederen aen de huyd' ik raed u nog het beste. "
December kreeg de naam van wintermaand omdat dit gure jaargetijde dan begint.
Vandaag beginnen we aan de laatste van de 12 maanden. DECEMBER genaamd. Deze maand werd van oudsher WINTERMAAND genoemd, maar onze heidense voorouders spraken ook wel van Kerstmis- of Heilige maand, omwille van het mysterie van de Zaligmaking bij de bekering. DONKERE MAAND en MIDWINTERMAAND zijn ook gebruikelijk. En toen er destijds nog veel wolven waren, en die deze tijd tot dichtbij de woningen trokken noemde men deze maand ook wel eens WOLFSMAAND
Andreas, de broeder van den H. Petrus, werd de eerste tot het apostelschap geroepen, toen hij visscher was. Na 's Heilands Hemelvaart predikte hij in Azië en kwam ten laatste in Griekenland alwaar hij te Patras, Maximilla, de eigene gemalin van den landvoogt Aegeus bekeerde. Deze, woedend van gramschap op den apostel, deed hem geeselen, en vervolgens met koorden aan een kruis binden, dat niet rechtstaande is, maar X vormig. (Uit dien hoofde wordt deze soort Sint Andreaskruis genoemd). Men noemt het ook Burgondisch kruis, omdat de ridders van het Gulden Vlies het als ordeteeken bij hunne plechtige vergaderingen dragen. Den zondag dichtst bij het feest van den H. Andreas begint de Advent = Aankomst : voorbereiding tot de komst des Heeren; de aanvang van het kerkelijk jaar; omdat de vier Zondagen vóór Kerstmis de vier duizend jaren vóór de komst van den verwachten Messias bedoelen.
Wil een meisje des nachts van haren toekomende droomen, dan moet ze, vooraleer in hare kamer te gaan, vragen aan iemand een handvol graan (koren, rogge of haver), waarmede zij te bed gaat. Na zich ontkleed en de lamp uitgeblazen te hebben, werpt zij met de rechter hand het graan over het hoofd naar het bed toe, zeggende :
In Sint Andries name zaai ik mijne zaden; in Sint Andries gaarde zal ik mijn schat afwachten.
Vanavond is het Sint Andriesavond en de volkskundige kalender vertelt er ons 't volgende over : Op Sint Andriesavond gaan de jongens en meisjes, in bende van huis tot huis, ze staan daar allen te gelijk iets te roepen, twee, drie en nog meer malen, totdat de baas of bazin de deur opent, hen iets geeft of hen met eene bedreiging van de deur wegjaagt. Zij krijgen gewoonlijk een snik, dat is een appel, of centen. Waar ze de deur krijgen, zingen of tieren ze :
Wilde niet geven, ge moogt het houden maar het zal er u om berouwen, die niet en geeft die is een beest dat is N......om te meest.