't Is nog twee dagen wachten op de volgende "weerheilige" en dat laat mij toe om eens uiit een ander vaatje te tappen. Hoewel de volgende spreuk ons ook wel eens de waarheid zou kunnen vertellen.
" Krimpende winden en kijvende vrouwen, daar is doorgaans geen huis mee te houden."
Laat ons best toch maar naar de wind uitkijken en dat andere liefst niet in huis halen.
De HH Julianus en Basilissa waren echtgenooten die, om zich toe te wijden aan den dienst der zieken en krankzinnigen, zich zuiver bewaarden in den echtelijken staat. Zij werden tot patroon der zothuizen gekozen. De H. Eucherius was gezel van den H. Maternus en predikte het geloof in Westelijk België.
Ook de wind en vooral de richting waaruit die blaast, heeft vaak een grote invloed op ons weer, zo leert de volgende weerspreuk ons :
" Komt de wind uit noorderland, lang houdt het weder stand. "
Kerstmis, Nieuwjaar, Drie koningen, verloren maandag, ze zijn allemaal de revue gepasseerd. Rond de weerspreuken is het zo'n beetje "windstil" tot 13 januari. Maar hebt geen nood, ik breng u iedere dag wel een nieuwe spreuk die u alles vertelt over deze maand.
Men noemt deze dag : Verloren-, verkoren,- verzworen maandag. Volgens sommige schrijvers is die naam ontstaan uit de gedachtenis van het Evangelie van den zondag na Drie Koningen, waarin verhaald wordt dat Jezus in den tempel van Jeruzalem verbleef en door zijne ouders als verloren beschouwd werd. Anderen zien er eene bediedenis in voortspruitende van oude gebruiken. De oude Costumen van Antwerpen melden dat men heden aan de Lakenhalle der stad het boek der gilde moest lezen in tegenwoordigheid van het magistraat. De werkgezellen konden dan kennis krijgen van de plichten hunner meesters en van hunne rechten. Dit geschiedde 's morgens, en al de gezellen trokken er naartoe. Dewijl de achternoenen zoo kort waren, begon men het werk niet meer, en de gasten sleten de verleturen in de herberg. Zoo was de dag dubbel verloren. Te Antwerpen en langs den Scheldekant onthalen de werklieden hunne vrienden met worstenbrood, borrels en peperkoek. In vele plaatsen gingen de herbergiers hun brouwer betalen en kregen dan een ton bier voor niet; de herbergier tapte die ton voor half geld tot de helft af. In West-Vlaanderen zegt men Verkoren maandag, omdat het werkvolk dan gaat nieuwjaren, doch zij zeggen niet : een zalig nieuwjaar, maar een zalig verkoren. Heetebrood wordt dan rondgevent. De naam van verzworen maandag is meer toepasselijk in het Walenland en Fransch-Vlaanderen, waar spraak is van een jongeling, neef van den gouwheer van Dowaais, Juan de Melle, die in 1664 zijn woord verbrak aan een jonkvrouw en niet in huwelijk trad. In Limburg werken de boeren heden niet, ze zeggen : 't is toch al verloren wat wij heden verrichten, 't en gedijt niet. In Limburg en aan de Antwerpsche grens, noemt men den dag Koppel- of vrouwkensdag, waarop de huwelijken gemokkeld worden. Ook was het gebruik dat de vrouwen die hun man in het bed konden dragen, van hem een geschenk ontvingen. Een ding is zeker : Swatje eet vandaag worstenbrood, zeker weten ! En onze bakker, awel de Marc, hij kent er wat van.
Maan, zon en sterren vertellen ons soms heel veel over het weer dat komen gaat, kijk daarom af en toe toch maar eens omhoog, en deze tijd van 't jaar vooral naar de sterren :
" Er is kou en vorst op handen, als er flikkersterren branden. "
De Volkskundige kalender vertelt : Zuster der H. Pharaïldis, verwante van Carloman, werd Gudula geboren te Ham bij Aalst omtrent het jaar 650. Zij werd opgevoed door hare meter, de H. Gertrudis van Nijvel. Na dezes overlijden keerde ze terug naar Ham bij hare ouders waar zij zich op het beoefenen der deugden toelegde. Talrijk zijn de Sinte Goedelelegenden, wij geven er eene die in het land van Aalst voortleeft en de reden was harer beeldenvoorstelling. De vrome maagd bewoonde het gehucht Ham van waar ze gewoon was des nachts te gaan bidden in of nabij de kerk van Moorsel, vergezeld van eene dienstmaagd die met een lantaarn voorop ging. De legende verhaalt dat de booze geest eens het licht uitblies, maar op het gebed der heilige werd het door een engel terug ontstoken. Hierom verbeeldt men de heilige, dragende in de hand eene kaars of lantaarn, welke de duivel met een blaasbalg uitdooft. Bezijden den weg naar Moorsel(O-Vl.) door de heilige Gudula gevolgd en de Gods- of Gudulastraat genoemd, lag de put, de duivelsput, waaruit de duivel opdook om het licht uit te blazen. De Relieken der Heilige, door Carloman in een prachtige kas opgenomen, werden bij den inval der Noormannen in de 9e eeuw gevlucht van Chévremont(Luik). In 1047, werden ze overgebracht naar de Collegiale kerk van St-Michiels te Brussel, doch de relieken werden door de beeldstormers der 16e eeuw verstrooid. Te Moorsel wordt de heilige aanroepen tegen de zenuwziekten, de spenen en den spijsloop der kinderen. Te Ham(Br.) toont men nog Sinter Goedeleveldeke waar vroeger hare kapel stond. Op de muren van de Ste-Goedelekerk te Brussel groeit vaak eene plant, het rankende muurkruid, daarom Ste-Goedeleplantje geheeten.
Heden viert de H. Kerk de feestdag der H. Familie. Deze zondag wordt genoemd : Heilig licht- en Sterrenzondag. In vele kloosters placht men het Kindeke Jezus te vinden teleggen, de kloostergemeenschap bleef zonder vroegmaal, totdat het gevonden werd.
Vandaag vereren men de H. Hilonius. Geboren uit heidensche ouders in Saksen, werd Hilonius als slaaf verkocht aan den H. Eligius toen deze nog smid was. Later bisschop geworden, liet Eligius hem opvoeden bij de monniken te Solignac. Nadat hij het smedersambt gedurende enige jaren had geoefend, werd Hilonius priester, vergezelde Eligius op zijne zendelingstochten. Hij verkondigde het woord Gods te Iseghem waarvan hij de eerste apostel was. Hij stierf te Solignac in 702. Hilonius wordt te Iseghem evenals te Gits vereerd en aanroepen tegen de kwade koortsen. Men wijdt er olie ter eere van den heilige, welke gebruikt wordt tegen den kinkhoest. WANGELOOF : Heden mag men geen eieren onder de hen leggen, ze bederven.
Hopelijk blijven we deze maand van sneeuw gespaard. Dat zou een zeer goed teken zijn voor de zomer die komen gaat. En zeg nu zelf, wie heeft er niet graag een lange mooie hete zomer ?
" Is januari van sneeuwvlagen arm, dan volgt vaak een zomer schoon en warm. "
Nu de Drie koningen voorbij getrokken zijn, is het wachten tot 13 januari tot de volgende "weerheilige" er aan komt. Maar geen nood, ook januari brengt ons mooie weerspreuken.
Inderdaad, vandaag is het een zeer belangrijke dag, wellicht de belangrijkste dag van de winter want ........
" Als het op dertiendag vriest, 't vriest dertien weken lang ! "
Vandaag zijn we de dertiende dag na Kerstmis vandaar deze benaming. Vriest het vandaag dan zou het vriezen tot in april ! Een andere weerspreuk zegt ook al niet veel goeds :
" Als Driekoningen is in 't land, komt de vorst in 't vaderland. "
OF :
" Brachten de wijzen geen ijs, is de winter van de wijs. "
Deze laatste weerspreuk klinkt al veel beter niet ?
Tijdens het maal, komen de kinderen of jongelingen rond met eene draaiende ster aan een stok. Drie ervan zijn in koningen verkleed, een heeft aangezicht en handen zwart gemaakt. In het Hageland dragen ze een wit hemd over hunne kleeren en hebben een kroon op het hoofd. Zij houden dan voor de woningen stil en zingen : " Wel sterre gij moet zoo stille niet staan, gij moet met ons naar Bethleem gaan. Naar Bethleem die schoone stad, waar Maria met haar kindeke zat. " Vroeger bestond het gebruik der zoogenaamde Koningskaarskens, kaarsen met drie armen, waarvan den middensten zwart geverfd was ; zij werden ook gebenedijde of heilige kaarskens genoemd. Zij werden daartoe ter kerke gebracht en gewijd. Ten einde die kaarskens te koopen, gingen, in Tienen(Br.) en omstreken, de kinderen rond om geld in te zamelen en zongen daarbij een liedje : Een oordje om te vieren dat gaat met goed gemak, schiet eens in uwen zak, dat gaat met groot gemak. En dan, Mijnheer, een oordje om kermis t' houden, als 't u belieft. En 's avonds werden de kaarsjes op de hoeken der straat geplaatst en ontstoken. De kinderen dansten er rond of sprongen er over, al zingende : Keersken, keersken onder het been, al die daar nie over kan en weet er niet van, (of door de meisjes) : en krijgt geen man. Het gebeurde allemaal in de jaren 1800 en zoveel en dan het WANGELOOF : In sommige streken worden de beginletters C.M.B. der namen van de Drie Koningen met krijt op de deur van huis en stal geschreven tot wering der booze geesten; - Sneeuw die valt tusschen Drie Koningen en Lichtmis(2 februari) wordt bewaard in flesschen tegen de brandwonden.
Bij plaatsen worden twaalf vuren ontstoken, in een ring, met een groot vuur in het midden, ter eere van Christus en de twaalf Apostelen. - Men schiet dat de aarde ervan beeft, van als de eerste wafel uit het ijzer komt. - Men verbrandt de eerste koek : de oude tooveres, om te beteekenen dat het oud jaar en al het verdriet uit is.(1885) - Het kiezen van een koning geschiedt in Vlaanderen meest bij het trekken van briefjes, de koningbriefjes. Te Antwerpen b.v. worden deze rondgevent door arme kinderen die op de straat op en af loopen roepende : Koningsbrieven, en kroon, en kroon, Koningsbrieven, en kroon. Op die briefjes staat niet alleen de koning aangeduid, maar ook de koningin, de knechten en meiden, de kamerier, de schenker, de potlekker, de diener, de geneesheer, de kok en de nar. Op ieder briefje vinden wij een vierregelig dichtje dat het ambt van den dischgenoot aanwijst. Wanneer allen gezeten zijn, brengt men den koning de papieren kroon. Wanneer hij dan de beker opheft en drinkt, staan allen recht en roepen : Vivat de koning drinkt ! De gewone drank op dien avond is gebrande en gesuikerde jenever in een aarden kom gegoten, nu en dan eens omgeroerd en met den lepel gedronken. Die kom wordt van hand tot hand voortgegeven, en al de genoogdigde slorpen uit denzelfde lepel. Vandaar dat in Brabant lepelen synoniem is van drinken. Bij rijke lui is het wijn met geperste rozijnen en appelsienen, ook rhum en punch. Als eten werd de gans opgezet, doch meest bakt men wafels en pannekoeken. Morgen vertel ik hier het slot van 3 koningen.....komen jullie dan verder lezen?
Welhaast werd dit gebruik nagevolgd in de christelijke huisgezinnen, die ook een koning kozen om de aalmoezen : het Godsdeel, te geven aan de arme geburen. Stilaan ging het kiezen gepaard met een feestje waarbij de kiesgewoonte der ouden te pas kwam. Toen gebruikte men boonen om te stemmen, de boon werd nu in een gebak verborgen en wie ze lukte werd tot koning uitgeroepen. Van oudsher was ook het gebruik dat men liefst kinderen uitzond om de aalmoezen te oogsten, dit schijnt dan ook best zingend te gaan. Dit alles te samen genomen, bracht het gezellig feest tot stand, waarbij vrienden en magen vergaderen rond den disch, de koningstaart eten, een boonkoning hebben die, bij de komst der arme kinderen hen een deel van het gebak geven zal. Nu zijn het groote menschen, ofwel in schooiers verkleede treffelijke jongens, die de parochie rondgaan om het Godsdeel voor den arme. Zij verzoeken dit al zingende : Wij komen dertienavond bezoeken, he je geen wafels of pannekoeken, een, twee, drie, in 't beuterpateel, Menschen geeft ons het Godsdeel. Morgen vertel ik weer wat verder, tot dan.
Omdat er over en met Drie Koningen zoveel te doen is, wil ik er vandaag al van start mee gaan en u iedere dag weer een stukje vertellen uit de oude volkskundige kalender. Op den feestdag van Drie Koningen viert de Kerk de drie verschillende bekendmakingen of veropenbaringen van Jezus, namelijk : de Veropenbaring aan de heidenen : de wijzen van den Oosten; deze aan de Joden bij het doopsel in den Jordaan en deze Zijner Godheid bij de bruiloft van Cana. Over den oorsprong van het volksfeest, in ons land door allerlei gebruiken gevierd, geeft men deze uitleg : De relieken der HH. Drie Koningen worden nog vereerd in de prachtige hoofdkerk van Keulen. Aangaande de geschiedenis dezer relieken vertelt men het volgende : De overblijfsels der Drie Koningen werden, dank zij de opzoekingen der H. Helena, in Perzië teruggevonden, zij deed ze naar Constantinopel overbrengen. Op het einde der 5de eeuw werden zij door Eustorgius, bisschop van Milanen, die ze van den keizer Anastasius ten geschenke ontving, naar zijne biosschoppelijke stad overgebracht. Ten jare 1163 werd Milanen door Frederik Barbarossa veroverd, deze schonk de relieken aan Reinald von Dassel, bisschop van Keulen, die ze aldaar liet brengen. sedert dien tijd worden genoemde relieken daar vereerd, enkel van 1794 tot 1804 verbleven ze over den Rijn om ze te onttrekken aan de heiligschennis der Fransche omwentelaars. De kanunniken van Keulen richtten ter gelegenheid van den feestdag een liefdadigheidsfeest in. Zij kozen onder hen een koning om ter herinnering der giften aan het kind Jezus gedaan, geschenken aan de koorknapen en den arme uit te delen. Morgen vertel ik weer een stukje meer, tot dan.
Al diegene die over een boomgaard beschikken doen er goed aan om de wijze raad van volgende spreuk te volgen :
"Wie op Sint-Genoveva snoeit, zijn boomgaard overmachtig bloeit. "
Pak u snoeischaar en ga aan 't werk ! Morgen is het de elfde dag te rekenen vanaf Kerstmis, en die "elfdedag" is zeer belangrijk voor het weer van de volgende 6 weken ! Morgen zeker kijken dus ! ! ! ! !