Laat mij begionnen met een heel oud gezegde uit de Volkskundige kalender : Dits de dacht van sinte Vincente Deerste mestdach van den jare, heetmen verre ende nare. De H. Vincentius, bisschop van Saragosse(Spanje) werd op wreede wijze gemarteld : men verscheurde zijn lichaam en goot zout in zijne wonden. Hij wordt aanroepen tegen de ziekten der ingewanden en de koorts. Te Maarke(O-Vl.) is er een kapelleke, waar men gaat dienen tegen de maagziekten. - Te Eecloo, waar hij de patroon is der kerk, wordt hij nog vereerd tijdens de octaaf. De stad en het omliggende werd dikwijls door moeraskoorts geteisterd, waartegen men dien heilige hier aanriep. Benevens de koortslijders nemen de ooglijders hun toevlucht tot het gewijd S. Vincentiuswater dat in de kerk uitgedeeld wordt. Tot aan den Franschen tijd, was er op het kerkhof een put waarvan het water, onder de aanroeping van den H. Vincentius jaarlijks gewijd werd. Ieder jaar hadden er twee processiën plaats : de kleine op zijn feestdag, wanneer het beeld en de reliek rond de stad werden gedragen; de groote, den derden sinxendag, die geheel het grondgebied van Eecloo omvatte. De groote processie onderbleef tijdens de beroerten der 16e eeuw, de kleine verviel onder het Fransch bewind. Heden wijdt men de S. Vincentiusbroodjes tegen de koorts, deze broodjes dienden vroeger tot het bewijs der bedevaart, zooals nu nog de bedevaartvaantjes. Een gebruik : De jonge meisjes beginnen heden eene noveen ter eere der H. Maagd om een goeden echtgenoot te bekomen.
Deze Romeinsche maagd bezegelde hare maagdelijke zuiverheid met het bloed in den ouderdom van 13 jaar (304). Zij wordt aanroepen om de heilige zuiverheid te mogen bewaren. Men houdt Neetendag, dat is, iemand, bijzonderlijk een jong meisje, besteken ter eere der H. Agnes, hare patrones. Op Neetendag hadden de vrouwen het recht een geschenk te eischen van hun echtgenoot : den oorsprong van dit gebruik schijnt men te vinden in het feit dat men in januari trouwde; dit gescheenk was dus ter gelegenheid der verjaring.
Nog een weerspreuk die we eerder ook al eens hoorde :
" Als Agnes en Vincentius komen, is er nieuw sap in de bomen, (of) begint men 't wintervuur te schromen. "
De H. Fabianus stierf in 250; hij regelde verschillende punten der kerkelijke wetgeving. De H. Sebastianus, soldaat van den keizer, werd om zijne standvastigheid in het geloof aan een boom gebonden en met pijlen doorboord. Nog levend gevonden, werd hij opgenomen en genas. Later vertoonde hij zich aan den keizer en schandvlekte zijn gedrag. Deze deed hem ter dood geeselen (288) Om de wijze zijner martelie werd de H. Sebastiaan tot patroon gekozen der Handboogschutters. Deze gilden zijn talrijk in ons land : reeds in 1302 ontving dit van Yper de goedkeuring. Gent in 1322.- Leuven in 1343. -Brugge in 1396, -Aalst in 1421 en Mechelen in 1432. De feestdag werd gevierd met eene mis waarna de gebruikelijke smulpartij plaats greep. Menigmaal werd er toen om prijs geschoten. Hij is de patroon tegen de pest, die onvoorziens treft gelijk een afgeschoten pijl. Te Brugge werd hij vereerd onder de Pestheiligen in de S. Gilleskerk. De kerk van Linkebeek(Br.) is den H. Sebastianus toegewijd. Men zond er " ter pelgrimage " de boogschutters die iets misdreven hadden.
UIt de volkskundige kalender : De H. Canutus, koning van Denemarken, was de vader van den Graaf van Vlaanderen, Gel. Karel den Goede. Hij stierf den marteldood terwijl hij in de kerk van S. Albinus bad.(1086) Te Brussel viert men Vrouwkensavond ! Over den oorsprong zijn drie zegsels : 1 - In 1096 trok Godfried van Bouillon naar het H. Land. Na de verovering van Jeruzalem keerde zijn lger terug naar het vaderland; enkelen, de mannen van Brussel, kwamen maar den 19 januari 1100 terug. Groot was de vreugde, zoodanig dat de vrouwen hunne bedronken mannen moesten naar bed dragen. - 2 - Meldt dat de vrouwen de krijgers tegemoet gingen en ze op de schouders nemende, triomfantelijk de stad binnenbrachten. - 3 - Meldt dat het bij eene belegering der stad aan de vrouwen toegelaten werd de stad te verlaten, meedragende wat ze liefst hadden. Allen namen hun man, zoon of bruidegom op den schouder en verlieten zoo de stad. Van belegering was er toen geen spraak meer. Morgen komen de H. Fabiaan en Sebastianus op bezoek en daarmee hebben we de laatste der drie harde koppen gehad. Het kan er alleen meer beter op worden.
Oorspronkelijk werd dit feest den 22 februari gevierd en wel in vervanging van een heidensch feest ter eere van het geliefde bloedverwantschap, dat van bijgeloof vergezeld, tot allerlei buitensporigheden aanleiding gaf, en diep in de zeden der latijnsche volkeren was geworteld. Door op dien dag een christelijk feest in te richten, slaagde de Kerk erin allengskens de heidensche gebruiken geheel en al te verdringen. Later werd de H. Petrus als bisschop van Antiochië op dien dag gevierd, en den 18 januari als biosschop van Rome. In Limburg zegt men dat het heden de rustdag is der aarde, men mag niet omspitten noch roeren, het is Aardslapersdag. Men mag er een verband in zoeken met het feest van O.L.Vrouw ten slaap (of dood van Maria), die toen gevierd werd. Deze feestdag werd in 582 tot den 15 augustus verschoven : O.L.Vrouw Hemelvaart.
Omdat het zo oud maar oh zo mooi is, geef ik het u nog graag mee.
Siet, dits Sent Anthoniusdach, die hierre is, doe ie u ghewach, van der plaghen van den helschen viere, daer God onse heere goedertiere, ons af bescherme, ende van alle tormente.
Tot slot nog dit : Te Merchtem, waar de lakenweverij bloeide, was S. Antoon de patroon der kamslagers. Elders is hij de patroon der arbeiders, beenhouwers, riemmakers, slachters, enz.
Geen heilige is in het Vlaamsche land zoo vereerd dan den H. Anthonius mee zijn verken. De reden ervan steunt op de geschiedenis. In de 11de en 12de eeuw heerschte in Europa eene pestziekte vergezeld van heete gezwellen, gekend onder de naam van Heilig-vuur (le feu sacré); Schielijk verdween ze door de aanroeping van den H. Anthonius. Ter gelegenheid der algemeene aanroeping des heiligen werd in Dauphiné(Fr.) de vermaarde kloosterorde van S. Antoon ingesteld. In dit gesticht werden op het einde der 11e eeuw de relieken des vermaarden patroon uit Constantinopel overgebracht. De monniken of broeders van S. Antoon verspreidden zich welhaast in gansch Europa, ook in Vlaanderen. In deze kloostergemeenten mestte men een groot aantal zwijnen, vooral bestemd tot de nooddruft der arme menschen en tot een geneesmiddel voor die van S. Antoniusvier, waren aangetast. Deze zwijnen, daarom S. Antoniusverkens geheeten, mochten niet alleenlijk in de vrijgeweiden, maar zelfs langs de straten van steden en dorpen rondzwerven, ja zelfs in de bijzondere kotten of stallen met de overige dieren eten, zonder dat iemand hun eenig kwaad dierf doen. (De spreekwijze : Het is een straatverken, toegepast op een nietdoende straatloper, heeft waarschijnlijk zijn oorsprong eraan te danken.) De broeders van S. Antoon, als zij op hunne omhalingsronde waren, werden vergezeld van een afgericht zwijntje dat met eene bel aan den hals, zoo tam als een hond, al knorrend achter den broeder liep. De arme lieden, wien het zwijn zoo nuttig was, aanriepen den H. Anthonius om alle kwalen van dit dier, en later van alle staldieren, af te weren. het is dan geen wonder dat het verken met de bel, als onafscheidbaar gezel van den gevierden kluizenaar wordt afgebeeld. Wij moeten er nochtans aan toevoegen dat men in het beeldschrift er den boozen geest in wil afschilderen die, onder de gedaante van een zwijn, den heilige kwam bekoren. De H. Anthonius wordt in menige kerk van 't Vlaamsche land vereerd en aanroepen tegen de ziekten van het vee.
Terwijl de eerste "harde kop" gisteren voorbij getrokken is, en we uitkijken naar wat Sint-Anthonius ons morgen te vertellen heeft, toch even stil staan bij het feit dat :
" Aan de helft van januaar, is het half winter voorwaar. "
Op naar morgen wanneer er weer verschillende weerspreuken hun zeg komen doen.
De H. Paulus is de eerste kluizenaar in de woestijn van Thebaïda. Paulus zegde vaarwel aan de wereld op 15-jarige ouderdom. Hij leefde gedurende negentig jaren in de woestijn en ontving er, in de laatste dagen van zijn leven, het bezoek van den H. Antonius, abt.
"Speciaal voor de wandelclub " De Poolstappers " uit Londerzeel de oplossing van de quizvraag verschenen in hun jongste clubblad : De goudvis woont bij de Duits. Meer uitleg in het volgend clubblad."
Vroeger geloofde men dat vanaf Paulusdag de zes donkdere weken van Kerstmis voorbij waren. Dat moest natuurlijk volop gevierd worden. En wie toen aan vieren dacht, dacht automatisch aan eten en drinken, precies of het is in deze tijd anders ? Op de vooravond van Paulusdag maakte moeder een koekenbeslag dat bestond uit eieren, boter, een weinig gist en boekweitbloem. En terwijl van dat beslag koeken werden gebakken zong men : Och Here God wat ben ik blij de slechte weken zijn voorbij. Moeder bakt een wafel en zet een fles op tafel. En zingt van "Kerre kerrekoe" en hou ons deurke toe. En dat deurke moest inderdaad dicht blijven want de "harde koppen" waren immers in aantoch Maar met die kou zat men niet zo erg in. Het was algemeen geweten dat :
" Geeft januari géén wintervlagen, dan zal februari ons daarmee plagen. "
Vandaag is het de feestdag van Sint-Paulus en de volksweerkunde beweert dat het vanaf heden echt winter zal worden :
" Sinte-Pauwel is de eerste der drie harde koppen. "
Vroeger noemde men de eerste echte vriesheiligen "de drie harde koppen". Zij brachten de echte zware vrieskou mee, en voor onze voorouders waren het toen harde tijden. De twee andere "harde koppen" zijn Anthonius en Sebastiaan, die we op 17 & 20 januari verwelkomen. Wat die ons te vertellen hebben, hoort u dan wel.
Inderdaad vanaf morgen komt met Sint Paulus de eerste kop er aan. Zo krijgen we er drie en dat zouden wel eens de ergste van de winter kunnen zijn. Morgen vertel ik er u meer over, voor vandaag deze weerspreuk :
" Is januari zacht, dan krijgen lente en zomer veel groeiende kracht. "
Tot vandaag was januari nog niet zo zacht, dus ?????