Het weer van de dag VOLKSHEILGE - OUDE VOLKSGEBRUIKEN-
17-01-2006
Zo oud, maar oh zo mooi !
Omdat het zo oud maar oh zo mooi is, geef ik het u nog graag mee.
Siet, dits Sent Anthoniusdach, die hierre is, doe ie u ghewach, van der plaghen van den helschen viere, daer God onse heere goedertiere, ons af bescherme, ende van alle tormente.
Tot slot nog dit : Te Merchtem, waar de lakenweverij bloeide, was S. Antoon de patroon der kamslagers. Elders is hij de patroon der arbeiders, beenhouwers, riemmakers, slachters, enz.
Geen heilige is in het Vlaamsche land zoo vereerd dan den H. Anthonius mee zijn verken. De reden ervan steunt op de geschiedenis. In de 11de en 12de eeuw heerschte in Europa eene pestziekte vergezeld van heete gezwellen, gekend onder de naam van Heilig-vuur (le feu sacré); Schielijk verdween ze door de aanroeping van den H. Anthonius. Ter gelegenheid der algemeene aanroeping des heiligen werd in Dauphiné(Fr.) de vermaarde kloosterorde van S. Antoon ingesteld. In dit gesticht werden op het einde der 11e eeuw de relieken des vermaarden patroon uit Constantinopel overgebracht. De monniken of broeders van S. Antoon verspreidden zich welhaast in gansch Europa, ook in Vlaanderen. In deze kloostergemeenten mestte men een groot aantal zwijnen, vooral bestemd tot de nooddruft der arme menschen en tot een geneesmiddel voor die van S. Antoniusvier, waren aangetast. Deze zwijnen, daarom S. Antoniusverkens geheeten, mochten niet alleenlijk in de vrijgeweiden, maar zelfs langs de straten van steden en dorpen rondzwerven, ja zelfs in de bijzondere kotten of stallen met de overige dieren eten, zonder dat iemand hun eenig kwaad dierf doen. (De spreekwijze : Het is een straatverken, toegepast op een nietdoende straatloper, heeft waarschijnlijk zijn oorsprong eraan te danken.) De broeders van S. Antoon, als zij op hunne omhalingsronde waren, werden vergezeld van een afgericht zwijntje dat met eene bel aan den hals, zoo tam als een hond, al knorrend achter den broeder liep. De arme lieden, wien het zwijn zoo nuttig was, aanriepen den H. Anthonius om alle kwalen van dit dier, en later van alle staldieren, af te weren. het is dan geen wonder dat het verken met de bel, als onafscheidbaar gezel van den gevierden kluizenaar wordt afgebeeld. Wij moeten er nochtans aan toevoegen dat men in het beeldschrift er den boozen geest in wil afschilderen die, onder de gedaante van een zwijn, den heilige kwam bekoren. De H. Anthonius wordt in menige kerk van 't Vlaamsche land vereerd en aanroepen tegen de ziekten van het vee.
Terwijl de eerste "harde kop" gisteren voorbij getrokken is, en we uitkijken naar wat Sint-Anthonius ons morgen te vertellen heeft, toch even stil staan bij het feit dat :
" Aan de helft van januaar, is het half winter voorwaar. "
Op naar morgen wanneer er weer verschillende weerspreuken hun zeg komen doen.
De H. Paulus is de eerste kluizenaar in de woestijn van Thebaïda. Paulus zegde vaarwel aan de wereld op 15-jarige ouderdom. Hij leefde gedurende negentig jaren in de woestijn en ontving er, in de laatste dagen van zijn leven, het bezoek van den H. Antonius, abt.
"Speciaal voor de wandelclub " De Poolstappers " uit Londerzeel de oplossing van de quizvraag verschenen in hun jongste clubblad : De goudvis woont bij de Duits. Meer uitleg in het volgend clubblad."
Vroeger geloofde men dat vanaf Paulusdag de zes donkdere weken van Kerstmis voorbij waren. Dat moest natuurlijk volop gevierd worden. En wie toen aan vieren dacht, dacht automatisch aan eten en drinken, precies of het is in deze tijd anders ? Op de vooravond van Paulusdag maakte moeder een koekenbeslag dat bestond uit eieren, boter, een weinig gist en boekweitbloem. En terwijl van dat beslag koeken werden gebakken zong men : Och Here God wat ben ik blij de slechte weken zijn voorbij. Moeder bakt een wafel en zet een fles op tafel. En zingt van "Kerre kerrekoe" en hou ons deurke toe. En dat deurke moest inderdaad dicht blijven want de "harde koppen" waren immers in aantoch Maar met die kou zat men niet zo erg in. Het was algemeen geweten dat :
" Geeft januari géén wintervlagen, dan zal februari ons daarmee plagen. "
Vandaag is het de feestdag van Sint-Paulus en de volksweerkunde beweert dat het vanaf heden echt winter zal worden :
" Sinte-Pauwel is de eerste der drie harde koppen. "
Vroeger noemde men de eerste echte vriesheiligen "de drie harde koppen". Zij brachten de echte zware vrieskou mee, en voor onze voorouders waren het toen harde tijden. De twee andere "harde koppen" zijn Anthonius en Sebastiaan, die we op 17 & 20 januari verwelkomen. Wat die ons te vertellen hebben, hoort u dan wel.
Inderdaad vanaf morgen komt met Sint Paulus de eerste kop er aan. Zo krijgen we er drie en dat zouden wel eens de ergste van de winter kunnen zijn. Morgen vertel ik er u meer over, voor vandaag deze weerspreuk :
" Is januari zacht, dan krijgen lente en zomer veel groeiende kracht. "
Tot vandaag was januari nog niet zo zacht, dus ?????
Uit de Volkskundige kalender : De H. Hilarius, bisschop van Poitiers(F) bestreed de ketterij van Arius, en werd erom verbannen; bij zijn terugkeer stelde zich de H. Martinus onder zijne leiding(360). Hij wordt aanzien als de schrijver van het Gloria in excelsis. Pius IX verhief hem tot kerkleeraar. Deze heilige wordt te Amegijs(O-Vl.) gediend tegen het steen, elders tegen het rhumatism. De H. Felix, bisschop van Nole, werd door de wevers tot beschermheilige gekozen. Wij lezen in het leven van den heilige dat hij de stad Nole ontvluchtende, door de afgodendienaars vervolgd was, op het punt gevangen te worden, verschool hij zich in een spelonk. Door Gods Voorzienigheid spon eene spinnekop eene web over den ingang na zijn intrede; de vervolgers dachten dat Felix de spelonk niet kon binnengetreden zijn zonder de web te breken, en vervolgden hun weg. Op nu naar 15 januari en Sint-Paulus die de eerste is der 3 koppen. Wat die 3 koppen inhoud, wel dat leest u overmorgen dan weer.
't Is nog twee dagen wachten op de volgende "weerheilige" en dat laat mij toe om eens uiit een ander vaatje te tappen. Hoewel de volgende spreuk ons ook wel eens de waarheid zou kunnen vertellen.
" Krimpende winden en kijvende vrouwen, daar is doorgaans geen huis mee te houden."
Laat ons best toch maar naar de wind uitkijken en dat andere liefst niet in huis halen.
De HH Julianus en Basilissa waren echtgenooten die, om zich toe te wijden aan den dienst der zieken en krankzinnigen, zich zuiver bewaarden in den echtelijken staat. Zij werden tot patroon der zothuizen gekozen. De H. Eucherius was gezel van den H. Maternus en predikte het geloof in Westelijk België.
Ook de wind en vooral de richting waaruit die blaast, heeft vaak een grote invloed op ons weer, zo leert de volgende weerspreuk ons :
" Komt de wind uit noorderland, lang houdt het weder stand. "
Kerstmis, Nieuwjaar, Drie koningen, verloren maandag, ze zijn allemaal de revue gepasseerd. Rond de weerspreuken is het zo'n beetje "windstil" tot 13 januari. Maar hebt geen nood, ik breng u iedere dag wel een nieuwe spreuk die u alles vertelt over deze maand.
Men noemt deze dag : Verloren-, verkoren,- verzworen maandag. Volgens sommige schrijvers is die naam ontstaan uit de gedachtenis van het Evangelie van den zondag na Drie Koningen, waarin verhaald wordt dat Jezus in den tempel van Jeruzalem verbleef en door zijne ouders als verloren beschouwd werd. Anderen zien er eene bediedenis in voortspruitende van oude gebruiken. De oude Costumen van Antwerpen melden dat men heden aan de Lakenhalle der stad het boek der gilde moest lezen in tegenwoordigheid van het magistraat. De werkgezellen konden dan kennis krijgen van de plichten hunner meesters en van hunne rechten. Dit geschiedde 's morgens, en al de gezellen trokken er naartoe. Dewijl de achternoenen zoo kort waren, begon men het werk niet meer, en de gasten sleten de verleturen in de herberg. Zoo was de dag dubbel verloren. Te Antwerpen en langs den Scheldekant onthalen de werklieden hunne vrienden met worstenbrood, borrels en peperkoek. In vele plaatsen gingen de herbergiers hun brouwer betalen en kregen dan een ton bier voor niet; de herbergier tapte die ton voor half geld tot de helft af. In West-Vlaanderen zegt men Verkoren maandag, omdat het werkvolk dan gaat nieuwjaren, doch zij zeggen niet : een zalig nieuwjaar, maar een zalig verkoren. Heetebrood wordt dan rondgevent. De naam van verzworen maandag is meer toepasselijk in het Walenland en Fransch-Vlaanderen, waar spraak is van een jongeling, neef van den gouwheer van Dowaais, Juan de Melle, die in 1664 zijn woord verbrak aan een jonkvrouw en niet in huwelijk trad. In Limburg werken de boeren heden niet, ze zeggen : 't is toch al verloren wat wij heden verrichten, 't en gedijt niet. In Limburg en aan de Antwerpsche grens, noemt men den dag Koppel- of vrouwkensdag, waarop de huwelijken gemokkeld worden. Ook was het gebruik dat de vrouwen die hun man in het bed konden dragen, van hem een geschenk ontvingen. Een ding is zeker : Swatje eet vandaag worstenbrood, zeker weten ! En onze bakker, awel de Marc, hij kent er wat van.
Maan, zon en sterren vertellen ons soms heel veel over het weer dat komen gaat, kijk daarom af en toe toch maar eens omhoog, en deze tijd van 't jaar vooral naar de sterren :
" Er is kou en vorst op handen, als er flikkersterren branden. "
De Volkskundige kalender vertelt : Zuster der H. Pharaïldis, verwante van Carloman, werd Gudula geboren te Ham bij Aalst omtrent het jaar 650. Zij werd opgevoed door hare meter, de H. Gertrudis van Nijvel. Na dezes overlijden keerde ze terug naar Ham bij hare ouders waar zij zich op het beoefenen der deugden toelegde. Talrijk zijn de Sinte Goedelelegenden, wij geven er eene die in het land van Aalst voortleeft en de reden was harer beeldenvoorstelling. De vrome maagd bewoonde het gehucht Ham van waar ze gewoon was des nachts te gaan bidden in of nabij de kerk van Moorsel, vergezeld van eene dienstmaagd die met een lantaarn voorop ging. De legende verhaalt dat de booze geest eens het licht uitblies, maar op het gebed der heilige werd het door een engel terug ontstoken. Hierom verbeeldt men de heilige, dragende in de hand eene kaars of lantaarn, welke de duivel met een blaasbalg uitdooft. Bezijden den weg naar Moorsel(O-Vl.) door de heilige Gudula gevolgd en de Gods- of Gudulastraat genoemd, lag de put, de duivelsput, waaruit de duivel opdook om het licht uit te blazen. De Relieken der Heilige, door Carloman in een prachtige kas opgenomen, werden bij den inval der Noormannen in de 9e eeuw gevlucht van Chévremont(Luik). In 1047, werden ze overgebracht naar de Collegiale kerk van St-Michiels te Brussel, doch de relieken werden door de beeldstormers der 16e eeuw verstrooid. Te Moorsel wordt de heilige aanroepen tegen de zenuwziekten, de spenen en den spijsloop der kinderen. Te Ham(Br.) toont men nog Sinter Goedeleveldeke waar vroeger hare kapel stond. Op de muren van de Ste-Goedelekerk te Brussel groeit vaak eene plant, het rankende muurkruid, daarom Ste-Goedeleplantje geheeten.
Heden viert de H. Kerk de feestdag der H. Familie. Deze zondag wordt genoemd : Heilig licht- en Sterrenzondag. In vele kloosters placht men het Kindeke Jezus te vinden teleggen, de kloostergemeenschap bleef zonder vroegmaal, totdat het gevonden werd.
Vandaag vereren men de H. Hilonius. Geboren uit heidensche ouders in Saksen, werd Hilonius als slaaf verkocht aan den H. Eligius toen deze nog smid was. Later bisschop geworden, liet Eligius hem opvoeden bij de monniken te Solignac. Nadat hij het smedersambt gedurende enige jaren had geoefend, werd Hilonius priester, vergezelde Eligius op zijne zendelingstochten. Hij verkondigde het woord Gods te Iseghem waarvan hij de eerste apostel was. Hij stierf te Solignac in 702. Hilonius wordt te Iseghem evenals te Gits vereerd en aanroepen tegen de kwade koortsen. Men wijdt er olie ter eere van den heilige, welke gebruikt wordt tegen den kinkhoest. WANGELOOF : Heden mag men geen eieren onder de hen leggen, ze bederven.