Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    22-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 22 juli 1209 jhad

    22 juli 1209 Rond 22 juli 1209 trekt een kruistocht Beziers binnen om een eind te maken aan de heerschappij van de Katharen of Albigenzen. Dit is een religieuze groepering die actief is tijdens de late Middeleeuwen in Occitanië (hedentendage de Languedoc) in het zuiden van Frankrijk. De Katharen beschouwen zich als de ware christelijke Kerk, waarin Jezus de centrale plaats inneemt. Op basis van hun dualistische opvattingen (Er bestaan "twee scheppingen" de goede, geestelijke schepping en de slechte, stoffelijke schepping) wijzen ze het Oude Testament af. De Albigenzen worden als ketters aangezien en door de Rooms-Katholieke Kerk en de Franse koningen bloedig vervolgd. Zo worden er in Beziers 20.000 personen vermoord Jihad (Arabisch: جهاد, djihād) is een begrip uit de islam. Het komt van de Arabische woordstam jhd, dat 'streven' betekent. Jihad betekent letterlijk 'inspanning gericht op het realiseren van een bepaald doel'. Er wordt onderscheid gemaakt tussen innerlijke en uiterlijke jihad. Zowel in islamitische als nietislamitische kringen worden verhitte discussies gevoerd over de precieze betekenis van het begrip. Een veel gebruikte onderverdeling van het begrip jihad is het onderscheid tussen: innerlijke jihad of grote jihad uiterlijke jihad of kleine jihad
    De innerlijke jihad, ook wel grote jihad genoemd, is de strijd tegen verleidingen en de strijd tegen het ego (nafs). Dit komt onder andere naar voren in onthouding tijdens de maand ramadan en in het sjiisme in de vorm van rituele zelfkastijding tijdens Asjoera. Ook de vijf dagelijkse gebeden (salat) op tijd verrichten, ook – of zelfs juist – als je het druk hebt, wordt als jihad aangemerkt. De innerlijke jihad is een plicht voor iedere moslim.
    De uiterlijke of kleine jihad is met name in oorspronkelijke betekenis, de gewapende strijd tegen diegenen die de islam of de eenheid van de islamitische heerschappij bedreigen. In beginsel draagt de jihad dus een defensief karakter maar volgens sommige islamitische rechtsscholen, met name die van het sjafisme, die in de negende eeuw een theologische onderbouwing probeerden te geven van het feit dat de eerste kaliefen met grote geloofsijver een enorm wereldrijk veroverden, mag de jihad ook gericht zijn op een uitbreiding van deze heerschappij door de strijd tegen ongelovige rijken. Allerlei regels die de rechtsgeleerden opstelden, werden aan de eerste kaliefen toegeschreven. Moderne westerse historici zijn steeds kritischer geworden over dat soort interpretaties en het wordt nu algemeen betwijfeld of de veroveringen in de zevende eeuw een uitdrukking waren van een dogmatisch leerstuk van een "jihad". Andere rechtsscholen, zoals die van het onder Europese moslims dominante hanafisme, ontkenden dat er voor de individuele moslim een geloofsplicht zou zijn om aan een aanvalsoorlog deel te nemen. De uiterlijke jihad wordt beschouwd als een collectieve verplichting onder verantwoordelijkheid van een islamitisch heerser (kalief). Dat wil zeggen dat er, wanneer een moslimstaat wordt bedreigd of aangevallen, voldoende mankracht wordt gemobiliseerd om het land te verdedigen. Groeperingen buiten de islam gebruiken wel de term heilige oorlog, een begrip dat in het vocabulaire van de klassieke sharia niet voorkomt en zeer waarschijnlijk is overgenomen uit de geschiedenis van het christendom; iets op aarde kan door moslims niet als heilig gezien worden, omdat het een unieke eigenschap van God is. Het uiteindelijk doel van de uiterlijke jihad wordt door deze groeperingen wel als de verwezenlijking van een moslimsamenleving door het invoeren van de sharia gedefinieerd. Het geweld van deze gewapende jihad richt zich op drie groepen mensen 1. Tegen de afgodendienaren en ongelovigen, die weigeren zich aan het moslimgezag te onderwerpen, hetzij door de islam te aanvaarden hetzij als dhimmi de jaarlijkse jizya (belasting) te betalen. 2. Tegen diegenen die (als dhimmi's) onder moslimgezag staan maar weigeren de jizya te betalen of opstandig zijn.
    3. Tegen diegenen die tegen de geestelijke leiding (de imam) van het land opstaan, ook als het moslims zijn (bijvoorbeeld afvalligen), en tegen diegenen die een oorlog beginnen tegen moslims. Door begripsvernauwing en historische gebeurtenissen zoals in vroeger eeuwen de vele militaire confrontaties tussen het christelijke westen en moslimstaten, en in de huidige tijd de aanslagen op 11 september 2001 door moslimterroristen heeft in het Westen vooral de uiterlijke jihad bekendheid gekregen. Ook de berichtgeving rond en door militante moslimorganisaties als Hamas en Islamitische Jihad, extremistische moslimorganisaties zoals Hizb ut-Tahrir en de Deense Cartoon rellendragen aan deze negatieve beeldvorming bij. De jihad komt 41[ keer voor in de Koran, een enkele keer als een vorm van meditatie maar in de meeste gevallen gaat het om de oorlog om in de naam van God uiteindelijk de Oemma, een soevereine moslimgemeenschap, te realiseren, wat de negatieve beeldvorming mede versterkt. Moderne islamcritici beklemtonen sterk de uiterlijke jihad en zien een vooropstellen van de grote jihad in een analyse van het begrip als een poging het militante karakter van de islam te verdoezelen. Zo schreef de Nederlandse arabist Hans Jansen in 2003 in zijn boek God heeft gezegd. Terreur, tolerantie en de onvoltooide modernisering van de islam; "zolang als de plicht om op jihad te gaan (...) nog door groepen moslims wordt geïnterpreteerd als een goddelijke opdracht om oorlog te voeren tegen de nietmoslims in het Westen, hebben niet-moslims maar twee alternatieven: zich verdedigen of zelf moslim worden." [ In de hadith zijn bepaalde voorschriften overgeleverd over de oorlogsvoering in het algemeen, waaronder ook een gewapende jihad valt. Aan de eerste kalief, Aboe Bakr, worden traditioneel tien regels toegeschreven waarvan deze weer gesteld zou hebben dat die van Mohammed zelf afkomstig waren. De regels vormen een inperking op het van de Oudheid tot de Verlichting vrijwel overal geldende oorlogsrecht dat geen onderscheid maakte tussen de vijandelijke troepen en de vijandelijke burgerbevolking, die naar believen beroofd, verkracht, tot slaaf gemaakt en vermoord mocht worden. Het is verboden verraad te plegen. Men mag dus geen vrede voorwenden om dan verraderlijk tot de aanval over te gaan. Indien men de vijand tot overgave heeft bewogen door de belofte zijn leven te sparen, moet dit worden nagekomen. Krijgsgevangenen mogen niet worden verminkt. Het is verboden kinderen, vrouwen en oude mannen te doden. Meestal wordt aangenomen dat alle niet-weerbare mannen hieronder vallen, zoals blinden en zwaar zieken. Vruchtbomen of dadelpalmen mogen niet worden gekapt. Het is verboden de schapen, koeien en kamelen van de vijand te doden, tenzij men die zelf nodig heeft als voedsel. De mens is geschapen naar het beeld van de eerste profeet, Adam. Tijdens het gevecht moet men de vijand dus niet in het gezicht raken en evenmin zijn lijk schenden. Kloosters moeten met rust gelaten worden en de monniken mogen niet worden gedood of beroofd. Evenmin is het toegestaan mensen aan te vallen die een gebedsdienst houden in kerk of synagoge. Nederzettingen mogen niet verwoest worden en evenmin hun akkers, tuinen en veestapels vernietigd. Het is dus niet toegestaan een heel grondgebied te ruïneren. Men moet niet hopen op een veldslag maar veeleer tot God bidden daarvan gespaard te blijven. Indien het toch tot een gevecht komt, moet men dat lijdzaam doorstaan. Het is verboden nederzettingen of boomgaarden neer te branden. Wat de vijand ook doet, het is verboden deze regels te schenden om wraak te plegen. Naast deze bekende tien regels hebben de verschillende rechtsscholen uit de koran of de hadith bepaalde andere voorschriften aangaande de oorlogsvoering afgeleid. Voordat zij vijandige ongelovigen aanvallen, dienen moslims niet-moslims op te roepen tot aanvaarding van de islam. Als zij de islam aanvaarden door bekering of onderwerping is oorlog verder niet nodig. Als een moslim echter ongelovigen aanvalt zonder oproep tot aanvaarding van de islam, is hij in overtreding maar er staat geen sanctie of vergoedingsregeling op omdat een aangevallen vijand niet onder de bescherming valt die niet-moslims onder de heerschappij van de Oemmah genieten.
    Als ongelovigen zich militair verzetten, zijn alle middelen geoorloofd om hen te onderwerpen. Het is de plicht van de moslims om hun legers met alle beschikbare middelen, krijgslisten en wapens aan te vallen (Ibn'Aabiden). De ongelovige die om genade smeekt, dient te worden gespaard tot de heerser nader over zijn lot beslist. Als de leidende imam het in het belang van de islam acht om vrede te sluiten, is hem een vredesovereenkomst toegestaan. Indien hij merkt of denkt dat het juister is om die overeenkomst te verbreken, dan mag hij opnieuw de strijd aangaan. ] Na het eerste belangrijke succes van Mohammed werd er getwist over de verdeling van de buit waardoor het nodig was enige regelingen in te voeren. Er kwam een opdracht van God die de leidende imam machtigt tot verdeling naar eigen inzicht na reservering van een vijfde deel: Een vijfde deel van de buit is voor de leidende imam die dit in drie gelijke delen verdeelt ten behoeve van steun voor de wezen, het voeden van de armen en het ontvangen van reizigers waaronder alle armere leden van de stam van de Profeet (de Beni Haashim). De leidende imam heeft ook recht op een deel van de buit voor zichzelf en recht van eerste keuze. Gevangenen maken deel uit van de buit. Tenzij er bepalingen in een vredesverdrag zijn mogen volwassen krijgsgevangen gedood worden, in slavernij gevoerd, losgeld of hoofdelijke belasting opgelegd of vrijgelaten worden (maar dat laatste in principe niet voor niets). Indien bij verdrag niet-moslims veiligheid in moslimgebied is toegezegd en/of moslims in nietmoslimgebied dient dit strikt te worden nagekomen (bijvoorbeeld ter beperking plunderingacties). Maar indien na verovering van gebied niet-moslims langer dan een jaar in dit gebied verblijven dienen deze alsnog moslim te worden of ze worden dhimmi's.
    Jihad komt in de Koran niet zelfstandig voor, wel in samenstellingen (onder andere Soera De Bedevaart 78 Wa jāhidoe fī Allāhi – "En span je in op (streef naar) de weg van God"). Wanneer de Koran expliciet oproept tot gewapende strijd tegen een vijand, dan wordt het woord qitāl gebruikt. Soera Het Berouw 5 is door Osama bin Laden als grond gebruikt voor de gewapende jihad. Deze aya staat bekend als het Zwaardvers en kan als volgt vertaald worden: Wanneer de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed houden en de zakat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker, God is Vergevensgezind, Genadevol.
    De soera 9 begint echter met een verduidelijking; het ging om de kafir waarmee men het Verdrag van Hudaybiyyag gesloten had: Dit is de verklaring van ontheffing door Allah en zijn boodschapper tegenover degenen der afgodendienaren met wie gij een verdrag hebt gesloten.
    Daar staat aya 256 uit soera De Koe tegenover: Er is geen dwang in de godsdienst. Enkele latere commentatoren hebben gesteld dat deze geabrogeerd zou zijn door het Zwaardvers. Tekstueel is daar geen aanleiding toe. Er wordt in het Zwaardvers geen gewag gemaakt van ongelovigen in het algemeen, maar alleen van veelgodendienaars (mushrikun); bovendien stelt de voorafgaande aya dat het gaat om hen waarmee een verbond is gesloten. Vermoedelijk betreft dit het Verdrag van Hudaybiyya dat Mohammed in 628 met de polytheïstische Arabieren sloot. Maulana Muhammad Ali zegt eveneens dat deze aya uitsluitend betrekking heeft op de Mekkaanse polytheïsten en hun bondgenoten met wie Mohammedverdragen had afgesloten. Doordat het geslacht Bakr (dat met Qoeraisj gelieerd was) een wraakactie uitvoerde op leden van de
    stam Choezaa'a (die met Mohammed gelieerd was), met wapensteun en deelname van enkele Qoeraisjieten, werd het verdrag van Hoedaibia door Mekka geschonden. Mohammed achtte zich op dat moment niet meer aan het verdrag verbonden en trok op tegen Mekka. Afzonderlijke verdragen met andere stammen dienden echter steeds gerespecteerd te worden.[De door orthodoxe en salafistische moslims veel gebruikte tafsir (exegese) van Ibn Kathir laat in het midden wie er met "hen" en "polytheïsten" wordt bedoeld, maar plaatst het vers wel expliciet in de context van de strijd tegen (Mekkaanse) polytheïsten die verdragen hadden geschonden.] Tevens vermeldt soera De Koe 193: 'Strijdt tegen hen die niet in God geloven en niet in de laatste dag en die niet verbieden wat God en Zijn gezant verboden hebben en die niet de godsdienst van de waarheid aanvaarden uit het midden van hen aan wie het boek gegeven is, totdat zij naar vermogen onderdanig de schatting betalen'.
    Vóór deze aya werd soera De Bedevaart 39-41 geopenbaard, dat vertaald kan worden als[]: Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker God heeft de macht hen bij te staan. Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: "Onze Heer is God." - En indien God sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van God wordt herdacht, afgebroken zijn. God zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt - God is inderdaad Sterk, Almachtig. Degenen die, indien Wij hen op aarde vestigen, het gebed verrichten en de Zakaat betalen en het goede bevelen en het kwade verbieden. En het eindbesluit in alles berust bij God.
    Vóór de eed van trouw in de tweede akaba was het Mohammed niet toegestaan oorlog te voeren. Zijn boodschap was om mensen op te roepen tot God, beledigingen te verdragen en onwetenden te vergeven. De Qoeraisj werden echter hovaardig tegen God, waarna, volgens de islamitische Overleveringen, God toestemming gaf te strijden. Hierna vond de hidjra plaats.[ De Hadithcollectie Sahih Boechari kent een hoofdstuk Het boek van jihad (Vechten voor Gods zaak) en een appendix De oproep tot jihad (Heilige vechten voor Gods zaak). In het hoofdstuk zijn losse overleveringen van Mohammed en zijn Metgezellen opgenomen over hun handelwijze omtrent de jihad. De appendix geeft hierover verdere uitleg. Het betreft historische verhandelingen.[] Ook andere Hadithcollecties als Sahih Muslim kennen dergelijke hoofdstukken met historische beschrijvingen omtrent jihad, zoals gevoerd met sterke restricties door Mohammed en zijn Metgezellen [
    In de Tradities, de Hadith, waarin de mondeling overgeleverde handelingen en uitspraken van Mohammed later werden opgetekend, hebben veel van deze overleveringen betrekking op de jihad. Voorbeelden[ Jihad is uw plicht onder iedere heerser, of hij godvruchtig is of goddeloos. Een dag en een nacht strijd aan de grens is beter dan een maand vasten en bidden. Hij die sterft zonder deelgenomen te hebben aan de strijd, sterft zeker in ongeloof. Leer schieten want de ruimte tussen het doel en de boogschutter is een van de tuinen van het paradijs. Het paradijs ligt in de schaduw van het wapen.
    Op 11 november 1914 besloot sultan Mehmet VI van het Ottomaanse Rijk de jihad uit te roepen en zich daarmee te mengen de Eerste Wereldoorlog aan de kant van de Centrale Mogendheden onder leiding van het Duitse Keizerrijk. Op 14 november 1914 gaf de Sjeikh ul-Islam zijn goedkeuring aan dit besluit. Het doel was om alle inwoners van het Ottomaanse Rijk ongeacht hun etniciteit in naam van de islam te verenigen tegen de Geallieerden (waaronder het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en nationalistische opstanden binnen het Rijk te voorkomen. Bovendien hoopte men dat de moslims binnen de door Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk beheerste gebieden in opstand zouden komen.
    Lange tijd heeft men aangenomen dat het Ottomaanse uitroepen van de jihad een Duits complot was, maar uit historisch onderzoek is gebleken dat de Ottomanen zelf het initiatief ertoe namen.[] De geallieerden onderkenden dit gevaar, en probeerden hierop een Arabisch-nationistische opstand aan te moedigen. De Arabieren schaarden zich aan de kant van de geallieerden en keerden zich tegen de Ottomaanse kalief. De Iraanse ayatollah Khomeini en president Ahmadinejad riepen meerdere malen op tot jihad tegen Israël [ In 2014 zijn er ongeveer 3000 Europese jihadgangers. Uit Nederland zijn circa 130 jihadisten uitgereisd, waarvan er ruim dertig zijn teruggekeerd. Uit analyses blijkt dat dit een concrete en substantiële terrorismedreiging tegen het Westen en binnen Europa met zich meebrengt. Aanpak van deze problematiek bestaat uit interventies om uitreis te verhinderen, risico’s van terugkeerders weg te nemen en het werven van nieuwe aanhang tegen te gaan. In Nederland ontstond, na de moord op Theo van Gogh in 2004, onder tijdsdruk het beleid om moslimextremisten bij elkaar te plaatsen in één gevangenis uit vrees dat het extremistisch gedachtegoed zich ook via gevangenissen zou kunnen verspreiden onder gedetineerden die daar vatbaar voor zijn. Sinds 2006 zijn daarom ongeveer 80 van jihadisme verdachte personen geplaatst in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught en in gevangenis De Schie in Rotterdam. Onderzoek door Tinka Groothuis van de Rijksuniversiteit Groningen wijst uit dat dit beleid mogelijk contraproductief is omdat ze elkaar dan alleen maar in hun extreme opvattingen versterken. Ook het strikte regime waar ze aan onderworpen zijn kan bijdragen aan verdere radicalisering. Ook Engeland en Frankrijk hadden in het verleden slechte ervaringen met vergelijkbaar beleid.[ Ook André Seebregts, advocaat van een aantal jihadisten, pleit voor het verspreiden van jihadisten over meerdere gevangenissen





    22-07-2018 om 09:37 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli belgie

     

    21-07-2018 om 09:22 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli belgie

     

    21-07-2018 om 09:21 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli belgie

    21 juli belgie De nationale feestdag van België wordt gevierd op 21 juli. Het is de datum waarop in 1831 de eerste koning der Belgen, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha, de grondwettelijke eed aflegde als koning. Deze dag is een wettelijke feestdag wat neerkomt op een algemene verlofdag. Op deze dag zijn de winkels, banken, postkantoren en andere openbare diensten zodoende gesloten. Na de Belgische Revolutie in 1830, die leidde tot de Belgische onafhankelijkheid, werd door het Nationaal Congresbesloten van België een koninkrijk te maken. Datzelfde congres riep Leopold van Saksen-Coburg-Gotha op 4 juni 1831 uit tot eerste Koning der Belgen. De koning kwam per boot van Engeland en kwam aan in Calais waarna hij per koets naar De Panne werd gebracht. Hij trok verder door het land en op 21 juli 1831 legde hij op het Koningsplein te Brussel de grondwettelijke eed af als eerste koning der Belgen. Het Nationaal Congres besloot op 19 juli 1831, op aangeven van Charles Rogier, om de Belgische onafhankelijkheid te vieren gedurende drie dagen op het moment van de verjaardag van de gevechten van september 1830, waarbij het Nederlandse regeringsleger uit Brussel werd verjaagd. In 1880 waren de relaties met Nederland genormaliseerd en werd het als onheus aangevoeld om nog triomfantelijke herdenkingen van deze gebeurtenissen te organiseren. De datum werd daarom bij wet veranderd in de derde zondag van augustus, en de twee daaropvolgende dagen. Ten slotte werd in 1890 de datum van de feesten definitief vastgesteld op de verjaardag van de eedaflegging van Leopold I: de nieuwe datum in augustus was immers weinig succesvol gebleken, omdat het midden in de vakantieperiode viel. Op de nationale feestdag worden verscheidene ceremonies gehouden om het afleggen van de eed te herdenken. De koning en andere leden van de Belgische koninklijke familie wonen in de voormiddag het Te Deum bij in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele te Brussel. Deze dienst wordt ook bijgewoond door de politieke instellingen van het land, ambassadeurs en vertegenwoordigers van diverse Europese instellingen. 's Namiddags is er het nationaal defilé voor het Koninklijk Paleis, zowel burgerlijk als militair. In 2002 ging het defilé uitzonderlijk door in het Jubelpark. Op 21 juli worden er in Brussel ter gelegenheid van de nationale feestdag allerhande feestelijke activiteiten georganiseerd, vooral in en rond het Warandepark, op de Zavel en op het Poelaertplein. Ook wordt op die dag het Federale Parlement geopend voor het grote publiek. 's Avonds worden de feestelijkheden traditioneel afgesloten met vuurwerk.

    O dierbaar België, o heilig land der vaad'ren,

    Onze ziel en ons hart zijn u gewijd,

    Aanvaard ons kracht en het bloed van onze aad'ren,

    Wees ons doel in arbeid en in strijd, Bloei, o land, in eendracht niet te breken,

    Wees immer u zelf, en ongeknecht,

    Het woord getrouw dat g' onbevreesd moogt spreken.

    Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.

    Het woord getrouw dat g' onbevreesd moogt spreken.

    Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht

    Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht

    Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.

    Noble Belgique, ô mère chérie, À toi nos cœurs, à toi nos bras, À toi notre sang, ô Patrie !
    Nous le jurons tous, tu vivras ! Tu vivras toujours grande et belle Et ton invincible unité Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! Aura pour devise immortelle : le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté ! le Roi, la Loi, la Liberté !









    21-07-2018 om 09:19 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 2004 jerry goldsmith

     

    21-07-2018 om 08:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 2004 jerry goldsmith

    21 juli 2004 Jerrald "Jerry" Goldsmith (Los Angeles (Californië), 10 februari 1929 – Beverly Hills (Californië), 21 juli 2004) was een Amerikaans componist van filmmuziek. Goldsmith is vooral bekend als componist van de muziek bij de televisieserie Star Trek. Hij tekende ook voor de muziek bij de gelijknamige films. Eveneens van zijn hand is de muziek van onder meer L.A. Confidential, The Mummy, Hollow Man, Total Recall, Basic Instinct, Papillon, Planet of the Apes en Rambo. In 1976 kreeg hij een Oscar voor de muziek van The Omen. Goldsmith begon op 6-jarige leeftijd met pianolessen. Vanaf zijn veertiende studeerde hij compositie, muziektheorie en contrapunt aan de universiteit van Zuid-Californië. Hij maakte daar kennis met de beroemde filmcomponist Miklós Rózsa, die hem inspireerde om filmmuziek te gaan schrijven en grote invloed had op zijn werk. In de jaren vijftig debuteerde Goldsmith als huiscomponist van de radiozender CBS, waarvoor hij tientallen thema's componeerde. Begin jaren zestig ontmoette hij de invloedrijke componist Alfred Newman, die zijn talent onderkende en hem aan zijn eerste grote compositieopdrachten hielp. Zijn carrière nam een hoge vlucht toen hij muziek ging componeren voor de grote filmmaatschappij 20th Century Fox. Goldsmith vestigde zijn naam als een van de grootste componisten in de Amerikaanse filmindustrie. Goldsmiths vriendschap met de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven, met wie hij voor het eerst samenwerkte aan de actiefilm Total Recall, leidde tot een van de hoogtepunten in zijn oeuvre, de muziek van Basic Instinct. Goldsmith verdiende zijn sporen ook als dirigent. Hij dirigeerde regelmatig zijn eigen werk bij het London Symphony Orchestra. In 2017 kreeg hij een ster op de Hollywood Walk of Fame in de categorie recording artist. Zijn zoon Joel is eveneens een bekend componist.





    21-07-2018 om 08:57 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 1904 trans siberian

     

    21-07-2018 om 08:56 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 1904 trans siberian

    21 juli 1904 Op 21 juli 1904 wordt de transsiberische spoorlijn voltooid en kunnen voor het eerst treinen van Moskou naar Vladivostok rijden. In 1891 gaf tsaar Alexander III zijn zoon Nicolaas (die later als Nicolaas II over Rusland regeert) de opdracht om te beginnen met de aanleg van een spoorlijn van Moskou naar Vladivostok, dwars door Siberië dus. De aanleg begint op 19 mei van dat jaar. Dan wordt in Vladivostok op de plaats waar de spoorlijn moet beginnen de eerste steen gelegd en een zilveren plaquette aangebracht. China geeft Rusland toestemming om een deel van de lijn tussen het gebied rond het Bajkalmeer en Vladivostok door Mantsjoerije, een provincie van China, te laten lopen. De lengte van het aangesloten spoor is 9288 km. De Trans-Siberische spoorlijn (Russisch: Транссибирская магистраль, Transsibirskaja magistral), kortweg Transsib (Russisch: Транссиб), is de langste spoorlijn ter wereld en de belangrijkste lijn van Rusland. Deze transcontinentale spoorlijn is 9289 kilometer lang en strekt zich uit van Moskou dwars door Siberië naar Vladivostok. De Russische naam is Transsibirskaja magistral, ofwel 'Trans-Siberische hoofdroute'. De bekendste trein die via deze route rijdt is de Rossija. De eerste spoorlijn in Rusland was de privéspoorweg van tsaar Nicolaas I tussen Sint-Petersburg en zijn buitenverblijf in Tsarskoje Selo. In 1851 kwam de spoorlijn tussen Sint-Petersburg en Moskou gereed. Hierop stelde gouverneur-generaal Nikolaj Moeravjov van Siberië voor om een spoorlijn door Siberië te bouwen, deels over Chinees gebied. Dit werd vanwege de slechte politieke verhoudingen met China afgewezen. Ook de volgende dertig jaar werden vele voorstellen door de Russische autoriteiten afgewezen. In 1870 was de eerste spoorlijn door de Oeral aangelegd en toen Vladivostok in 1872 een belangrijke marinehaven werd, was er de noodzaak voor de bouw van een spoorlijn. Tsaar Alexander III stuurde op 17 maart 1891 een bevel aan zijn zoon, de latere Nicolaas II, die op dat moment op reis was in het oosten. Hij moest beginnen met een spoorlijn door Siberië. In 1891 werd met de bouw begonnen in de buurt van Vladivostok. Vanaf 3 december 1898 tot aan de Oktoberrevolutie van 1917reed de Transsiberië Express van de Compagnie Internationale des Wagons-Lits op dit traject. In 1901 was de lijn zover gevorderd dat treinen via China Vladivostok konden bereiken. Tot 1905 moesten treinen het Baikalmeer per veerboot oversteken. In 1913 kwam een lijn langs het meer gereed. Het laatste deel van de Transsib-lijn (de Amoerspoorweg) kwam in oktober 1916geheel gereed met de bouw van een brug over de Amoer bij Chabarovsk. Sinds 25 december 2002 is de lijn geheel geëlektrificeerd. De bekendste trein is de Rossija (eigennaam voor 'Rusland'), die om de dag van Moskou naar Vladivostok (treinnummer 2) en terug (treinnummer 1) rijdt. De trein doet zeven dagen over de gehele route. De Rossija wordt vaak abusievelijk Trans-Siberië Expres genoemd. Naast de Rossija zijn er nog diverse andere nachttreinen tussen de steden op de route. Ook de nachttreinen naar Peking via de Trans-Mongolische spoorlijn en de Trans-Mantsjoerische spoorlijn maken op een deel van hun route gebruik van de Transsib. Tussen Omsk en Moskou zijn meerdere routes. De hoofdroute is Moskou, Jaroslavl, Kirov, Jekaterinenburg en Omsk. Rond de grote steden maken ook forensentreinen gebruik van de lijn. Andere treinnamen (dienstregeling 1985[1]) zijn: Baikal: Moskou - Irkutsk Yennsei: Moskou - Krasnoyarsk Altay: Moskou - Omsk (via Kazan) Tomich: Moskou - Tayga - zijlijn naar Tomsk (via Kazan) Vanaf Ulan Ude rijden er treinen verder naar Ulan Bator (Mongolië) en Beijing (China). Vanaf Karimskoya rijden er treinen verder naar Harbin en Shenyang in China. Tevens was er in 1985 een regelmatige verbinding naar Pyongyang in Noord-Korea. In 1985 reden er nog veel treinen exclusief voor buitenlanders gecharterd voor de staatsreisbureau Intourist. De Transsib is vooral belangrijk voor goederentreinen. Een groot deel van het vrachtvervoer in Rusland vindt plaats op de Transsib. Voor Siberië is de lijn een echte levensader; veel plaatsen kwamen pas tot ontwikkeling na aanleg van de spoorlijn. Zowel de infrastructuur als de treinen worden door diverse spoorwegen geëxploiteerd, die echter allemaal onderdeel zijn van Russische staatsspoorwegen RZD.
    De lijn begint in het Jaroslavski-station in Moskou. Vanaf hier loopt de lijn via Nizjni Novgorod naar Kirov. Sinds 2001 nemen de meeste treinen, waaronder de Rossija, echter een noordelijkere route via Jaroslavl. Vanaf Kotelnitsj, ten westen van Kirov, rijden de treinen pas weer op de echte Transsib. Daarnaast is er nog een zuidelijke route vertrekkend vanaf Kazanskaja-station in Moskou tot Jekaterinenburg via Kazan. Ook tussen Jekaterinenburg en Omsk zijn er twee routes. Na 1777 kilometer, in de Oeral ten noorden van Jekaterinenburg staat een obelisk die de grens tussen Europa en Azië aangeeft. Het station van Jekaterinenburg heet overigens Sverdlovsk, zoals de stad heette ten tijde van de Sovjet-Unie. Hierna wordt het landschap gedurende lange tijd vlak. De lijn passeert Omsk en Novosibirsk. Bij Tajsjet takt de Baikal-Amoerspoorweg (Bajkalo-Amoerskaja Magistral, BAM) af. De BAM is de tweede trans-Siberische spoorlijn die ten noorden van de Transsib naar Sovjetskaja Gavan aan de Russische oostkust loopt. De Transsib bereikt vervolgens Irkoetsk. In het communistische tijdperk was dat de enige stad waar buitenlanders de reis mochten onderbreken. De stad ligt vlak bij het Baikalmeer. De Transsib vervolgt zijn weg langs de zuidkant van dit meer. Voorbij het Baikalmeer takt bij Oelan-Oede de Trans-Mongolische lijn af, die via de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaatar naar China loopt. Bij Tsjita takt de Trans-Mantsjoerische spoorlijn naar China af, de spoorlijn die de treinen tot 1913 namen om Vladivostok te bereiken. Vanaf hier blijft de Transsib parallel aan de Chinese grens oostwaarts lopen. Op twee plaatsen zijn er nog aftakkingen naar het noorden, die de Transsib met de BAM verbinden. Bij Chabarovsk maakt de lijn een scherpe draai naar het zuiden om de havenstad Vladivostok te bereiken. Vanaf Vladivostok is het mogelijk verder te reizen naar China of Noord-Korea. In 2007 werd bekend dat er vergevorderde plannen waren om de Transsib door te trekken naar Zuid-Korea.





    21-07-2018 om 08:54 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 1919 fokker

     

    21-07-2018 om 08:53 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 21 juli 1919 fokker

    21 juli 1919 Fokker Technologies is een Nederlandse fabrikant van vliegtuigonderdelen. Het is een restant van het voormalige Fokker Aircraft dat in 1996 failliet ging. Voor het begin van de Eerste Wereldoorlog ging Anthony Fokker in Duitsland wonen waar hij een fabriek in Johannisthal bij Berlijn oprichtte. Later verhuisde de fabriek naar Schwerin. Het eerste bekende en succesvolle vliegtuig dat Fokker produceert was de Fokker Eindecker. Dit vliegtuig bezat als eerste de mogelijkheid door de bladen van de propeller heen te schieten zonder deze te beschadigen. Dit was mogelijk door een mede door Fokker uitgevonden mechanisme dat het machinegeweer blokkeerde wanneer er zich een propellerblad voor de loop bevond, het synchronisatiesysteem. Toen de Duitse regering Hugo Junkers en Fokker tot samenwerking dwong, kwam Fokker in aanraking met dikke vleugelprofielen. Deze paste hij toe op twee andere zeer succesvolle vliegtuigen, de Fokker Dr.I Dreidecker en de Fokker D.VII. De Fokker Dr.I werd vooral bekend toen Manfred von Richthofen met dit type ging vliegen. Von Richthofen was de hoogst scorende luchtaas uit de Eerste Wereldoorlog met 80 neergehaalde vliegtuigen. Met zijn vuurrode Fokker Dr.I werd hij de nachtmerrie van de geallieerde piloten. Zijn bijnaam Rode Baron had hij te danken aan de rode kleur van zijn toestel. Het werd aangedreven door een 185 pk 6-cilindermotor van BMW en was een zeer wendbaar toestel. Toen de Duitsers zich overgaven was een van de eisen die de geallieerden stelden dat alle D.VII's vernietigd of ingeleverd moesten worden. Ruim 140 stuks werden naar de Verenigde Staten verscheept. Fokker wist echter op een clandestiene manier een aantal - waarschijnlijk 98 - per trein naar Nederland te transporteren. In Nederland hebben er daarvan nog 20 bij de toenmalige luchtvaartafdeeling (LVA), 20 bij de Marine Luchtvaartdienst (MLD) en 6 bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) dienstgedaan. Toen Fokker in 1919 in Nederland terugkeerde, richtte hij met steun van familie, de Steenkolen Handels Vereniging (SHV) (eigendom van de families Van Beuningen en Fentener van Vlissingen), en van enkele rijke particulieren op 21 juli 1919 de Nederlandsche Vliegtuigenfabriek op. Wegens het oorlogsverleden werd de naam Fokker zorgvuldig vermeden. Voor de fabriek werden de hallen verbouwd van de door Albert Plesman georganiseerde ELTA, de Eerste Luchtvaarttentoonstelling in Amsterdam, die in de zomer van 1919 was gehouden. Een startbaan was er niet. De rompen en de vleugels werden op dekschuiten door Amsterdam naar Schiphol gevaren, en werden daar ter plekke geassembleerd. Behalve het verder tot ontwikkeling brengen van militaire vliegtuigen, legde Fokker zich ook met succes toe op het bouwen van verkeersvliegtuigen. Hij was een van de eersten die het in de vliegtuigbouw aandurfde de rompen op te bouwen uit een gelaste naadloze buis. De jaren twintig vormden de gloriedagen van het Fokkerbedrijf. Fokker besloot in 1923 te emigreren naar de Verenigde Staten om daar de Amerikaanse tak van zijn bedrijf op te richten, de Atlantic Aircraft Corporation — vanaf 1927 de Fokker Aircraft Corporation of America. Eind jaren twintig was Fokker de grootste vliegtuigfabriek ter wereld, met vestigingen in Amsterdam-Noord en Veere, en op drie plaatsen in de Verenigde Staten. Begin jaren dertig vlogen wereldwijd 54 luchtvaartmaatschappijen met de populaire F.VII van Fokker en nog in 1936 omvatte de Fokker F.VII 40 procent van de Amerikaanse markt. Aan deze glorietijd kwam echter tamelijk abrupt een einde toen op 31 maart 1931 TWA-vlucht 599 neerstortte in Kansas. Aan boord van de Fokker F.VII bevond zich namelijk de beroemde American footballcoach Knute Rockne, waardoor de crash veel aandacht van de pers kreeg. De oorzaak van het ongeluk bleek te liggen in de multiplex-laminaatconstructie die Fokker gebruikte.[1] Ook de economische crisis naar aanleiding van de beurskrach van 1929 had haar weerslag op het bedrijf. In 1930 werd de Fokker Aircraft Corporation of America overgenomen door General Motors. Een jaar later stapte Anthony Fokker, ontevreden met zijn ondergeschikte positie binnen General Motors, uit het bedrijf. Intussen bleef Fokker in Europa actief, met de KLM als voornaamste afnemer van verkeersvliegtuigen van Fokker. Een historische dag was 30 december 1933 toen de vierkoppige bemanning werd gehuldigd, die met de driemotorige Fokker 'Pelikaan' een retourpostvlucht Amsterdam-Batavia in
    recordtijd had afgelegd. Vanaf 1934 stapte de KLM echter over op aluminiumvliegtuigen van de Amerikaanse Douglas Aircraft Company, eerst de Douglas DC-2 (met de Uiver als eerste exemplaar) en daarna de grotere DC-3. Fokker reageerde met het ontwikkelen van de eveneens gestroomlijnde F.XXXVI en de kleinere F.XXII, waarvan de KLM ook enkele exemplaren kocht. Deze toestellen hadden echter nog steeds een houten frame, zodat het metalen Douglasproduct het pleit won. Wel verwierf Fokker het verkooprecht en de opdracht voor de assemblage van de Douglas-vliegtuigen voor de Europese markt. Toen Duitsland zich midden jaren dertig begon te bewapenen, werd duidelijk dat de Nederlandse defensie hopeloos verouderd was. Tanks bezat Nederland niet en de enkele machinegeweren waarover het leger beschikte stamden nog uit de Eerste Wereldoorlog. Het leger maakte voor manoeuvres voornamelijk nog gebruik van paardentractie. Ook de Nederlandse luchtmacht was grotendeels verouderd en vloog nog met oude door Fokker geproduceerde dubbeldekkers. Fokker startte een aantal ambitieuze projecten om orders in de wacht te slepen. Begonnen werd met de ontwikkeling van de Fokker D.XXI, die in eerste instantie bedoeld was om verscheept te worden naar Nederlands-Indië. In Nederlands-Indie waren de doctrines echter gewijzigd waardoor men ter verdediging van de archipel besloot tot de aanschaf van bommenwerpers. De D.XXI werd door het Ministerie van Koloniën overgedragen aan het Ministerie van Oorlog, om beproefd te worden voor gebruik door de Luchtvaartafdeling (LVA) van het leger. Het was het eerste moderne toestel dat vanaf midden jaren dertig de gelederen van de Luchtvaartafdeling kwam versterken. Dit toestel was een eendekker met een 830 pk sterke Bristol Mercury-motor. Het beschikte over vier 7,7 mm machinegeweren en een niet intrekbaar landingsgestel. In totaal schafte de Nederlandse luchtverdediging er 36 aan. In mei 1940 waren hiervan er 29 operationeel. De D.XXI werd geëxporteerd naar Denemarken en Finland. Finland bouwt het toestel ook in licentie, deels met Pratt & Whitney Wasp-motoren. In de twee Fins-Russische oorlogen streden in totaal 93 D.XXI's mee. Ook begon Fokker met de ontwikkeling van de Fokker G.I-jachtkruiser. De G.I was een uniek vliegtuig in zijn tijd. Hij was uitgerust met twee motoren en twee staartbomen en beschikte over acht machinegeweren in de neus. Het toestel werd in 1936 voor het eerst gepresenteerd op de luchtshow in Parijs. In eerste instantie wilde Fokker de Rolls-Royce Merlin-motor inbouwen maar deze waren vanwege de oorlogsdreiging veel te weinig beschikbaar. Daarom werd in het prototype een minder sterke en minder betrouwbare Hispano Suiza-motor ingebouwd. De LVA bestelde er 36 met Bristol Mercury-motoren van 830 pk elk. Vlak voor de Duitse inval werden ze bijna allemaal afgeleverd, maar velen waren op 10 mei 1940 niet inzetbaar. De Spaanse luchtmacht bestelde 25 stuks met Pratt & Whitney Wasp-motoren. Deze werden door Nederland vlak voor de Duitse inval gevorderd. Tien hiervan konden in dienst worden gesteld, waarvan een klein aantal nog operationele vluchten uitvoerde. Duitsland maakte een aantal G.I's buit, die tijdens de oorlog werden ingezet bij de training van bemanningen voor de Duitse tweemotorige jachtkruiser Bf110. De Fokker G.I bleek tijdens de Duitse invasie het enige toestel van de Luchtvaartafdeling te zijn dat iets tegen de Duitse jachtvliegtuigen in kon brengen. Veel G.I's werden echter op de grond al vernietigd. Ook de minder snelle en minder goed bewapende Fokker D.XXI wist een aanzienlijk aantal vijandelijke toestellen neer te halen, voornamelijk transportvliegtuigen. Ook tegenover de Messerschmitt Bf 109 behaalde de D.XXI een aantal successen, juist doordat de D.XXI langzamer was en een kleinere draaicirkel had.[bron?] Dat er vijf keer zoveel Duitse vliegtuigen zijn neergehaald als er Fokkers werden afgeschoten, was echter voor het grootste deel te danken aan een van de weinige moderne onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht: de luchtdoelafweer. Het verwijt dat de Nederlandse regering te weinig G.I's had aangeschaft is, gezien het grote Duitse overwicht, twijfelachtig. Tijdens de oorlog werden de Fokker-fabrieken in beslag genomen door de Duitsers, en werden er Bücker Bestmann-lesvliegtuigen en onderdelen voor Junkers Ju 52-transportvliegtuigen gebouwd. Op 17 juli 1943 miste een geallieerd bombardement de fabrieken aan de Papaverweg in AmsterdamNoord; de bommen vielen in de plantsoenen langs de Meeuwenlaan en maakten veel slachtoffers onder de daar schuilende arbeiders. De productie werd daarop verspreid naar verschillende
    omliggende plaatsen, zoals Hilversum, Purmerend, Landsmeer, Oostzaan, Leiden, Helmond, Muiden en Weesp. In Weesp vond de productie plaats in de voormalige rijwielfabriek Magneet, die als gevolg van de bezetting tussen 1942 tot 1945 gesloten was. Na de oorlog verliep de wederopbouw van het bedrijf moeizaam. De fabriek was door de Duitsers leeggeroofd en de benodigde machines keerden maar mondjesmaat terug. Met de bouw van zweefvliegtuigen, carrosserieën van Scania Vabis- en Saurer-autobussen (als onderaannemer van busbouwer Verheul), plaatvervormers en z.g. Trichterkanister (speciale jerrycans met ingebouwde trechter) werd voorzichtig een nieuwe start gemaakt. Als gevolg van de overvloed aan goedkope vliegtuigen uit de oorlog kenden de eerste naoorlogse Fokker-vliegtuigen weinig succes. Door Dakotatransportvliegtuigen om te bouwen tot passagierstoestellen wist Fokker hier toch nog een beetje van te profiteren. Van het F-25-zakenvliegtuig werd een kleine serie gebouwd. Het S-11-lesvliegtuig uit 1947 was een groter succes en werd door zowel door de Koninklijke Luchtmacht als de Koninklijke Marine aangekocht. Daarnaast werd het toestel naar Israël verkocht en in Brazilië in licentie gebouwd. De S-12 (een S-11 met neuswiel, één exemplaar) bleek geen succes. Ook de S-13 (tweemotorige militaire trainer) kwam niet verder dan een prototype. Verder werd de Fokker S.14 "Machtrainer" gebouwd. Tussen 1955 en 1967 heeft deze dienstgedaan als straaltrainer (jachtvliegeropleiding) bij de Koninklijke Luchtmacht. Dit vliegtuig heeft rechte vleugels met een luchtinlaat in de rompneus en is uitgerust met Martin-Baker schietstoelen. Instructeur en leerling zitten naast elkaar, een voor deze categorie trainers ongebruikelijke opstelling. De bredere romp heeft wel een negatieve invloed op de maximumsnelheid. Het type was geliefd bij de vliegers omdat hij prettig vloog (onder andere door de V stand van de vleugels) en met veel lagere snelheid kon landen dan de meeste jets uit die tijd, dankzij de rechte vleugel met groot oppervlak. Fokker heeft er 20 van gebouwd.
    In 1951 verhuisde de fabriek naar Schiphol (op het huidige Schiphol-Oost). In 1958 introduceerde het bedrijf, dat voortaan Fokker zou heten, de Fokker F-27 'Friendship', zonder twijfel het vlaggenschip in de historie van Fokker. De Nederlandse regering had 27 miljoen gulden bijgedragen aan de ontwikkeling van dit vliegtuig. De F-27 groeide uit tot het meest verkochte WestEuropese turbopropellervliegtuig.[4] Tot 1986, het laatste jaar waarin dit vliegtuig werd gemaakt, verkocht Fokker wereldwijd 786 van deze toestellen, waarvan er 206 in licentie werden gebouwd door het Amerikaanse Fairchild.
    In april 1962 kondigde Fokker een straalvliegtuig aan, de Fokker F-28 Fellowship. Van 1969 tot 1987 werden hiervan in totaal 241 toestellen gebouwd, in diverse uitvoeringen. Uit de Fellowship zouden later de Fokker 100 en de Fokker 70 worden ontwikkeld. In 1969 fuseerde Fokker met het Duitse Vereinigte Flugtechnische Werke (VFW) in Bremen tot VFWFokker. De fusie was geen succes. Van de VFW-614, het enige vliegtuig dat uit deze combinatie werd geboren, werden maar 19 toestellen verkocht, onder andere omdat het de concurrentie met de Friendship niet goed aankon. Begin 1980 werd de fusie ontbonden. Inmiddels was Frans Swarttouw in 1978 president-directeur geworden. Hij was afkomstig uit de Rotterdamse containeroverslag. Na het vastlopen van de samenwerking met VFW gaf hij het startsein tot een wanhoopsoffensief. Gelijktijdig zouden twee nieuwe toestellen worden ontwikkeld. De Fokker 50 zou de sterk gemoderniseerde opvolger worden van de F-27 Friendship, en de Fokker 100 zou uit de F-28 Fellowship worden ontwikkeld. Swarttouw wist vervolgens het voltallige personeel tegen zich in te nemen door het bedrijf laatdunkend 'een blikfabriek' te noemen. De ontwikkelingskosten voor de nieuwe toestellen liepen gigantisch op, en in 1987 zat Fokker vrijwel aan de grond. De Nederlandse overheid sprong bij met 212 miljoen gulden, onder voorwaarde dat Fokker een 'strategische partner' zocht. British Aerospace en DASA kwamen als meest geschikte kandidaten naar voren, met de laatste partij werden de onderhandelingen geopend.
    Fokker kreeg in 1990 de Koning Willem I-prijs voor goed ondernemerschap en vernieuwing. Vooral de gelijktijdige ontwikkeling van de F-50 en de F-100 werd geprezen. De prijs werd door Prins Claus overhandigd aan de voorzitter van de raad van bestuur van Fokker, ir. M.Kuilman. Een jaar later maakte Fokker bekend dat uit de Fokker 100 een kleiner toestel zou worden ontwikkeld, de Fokker 70. Plannen voor een Fokker 130 werden door DASA en haar moederconcern Daimler-Benz steevast getorpedeerd. Na jarenlange en zeer moeizame onderhandelingen werd op 30 oktober 1992 het principe-akkoord tussen Fokker en DASA ondertekend. De problemen waren daarmee echter allerminst voorbij. In 1994 vierde Fokker het 75-jarige jubileum zeer sober. Wel werd vol trots de nieuwe F-70 gepresenteerd. Ook de afzet van dit model voldeed echter niet aan de verwachtingen en de moeilijkheden stapelden zich op, mede als gevolg van interne problemen bij Daimler-Benz. Het lot van Fokker, en de 8000 mensen die er werkten, lag in handen van de Duitsers.
    Op 22 januari 1996 hakte de raad van commissarissen van Daimler-Benz de knoop door. Het concern, dat zijn eigen uitbouw tot een wereldwijd vervoersconcern al eerder had zien mislukken, draaide de geldkraan dicht. Op 23 januari 1996 werd door de rechtbank te Amsterdam voorlopig surseance van betaling verleend. Op 15 maart 1996 ging Fokker ten slotte failliet. Delen van het originele bedrijf bleven na faillissement overeind. De ruimtevaartafdeling ging als zelfstandig bedrijf verder, vanaf 2002 onder de naam Dutch Space. De fabrieken voor vliegtuigonderdelen en vliegtuigonderhoud/reparatie maakten vanaf 1996 als Fokker Aviation deel uit van het Stork-concern en zijn onder meer partner in het JSF-project. In 2003 startte een Fokkeronderdeel van Stork, Fokker Services, het project FokkerFUTURE. Door een samenwerkingsverband aan te gaan met verschillende toeleveranciers werden de oude Fokker 50 en 100 opgeknapt en opnieuw in de markt gezet, waarbij men een onderhoudsgarantie kon geven tegen lage kosten. Zo behield Fokker Services zijn bestaansrecht. Daarnaast werd een Fokker 50 Maritime Patrol-versie ontwikkeld, werden drie Fokker 50's door Fokker Services omgebouwd tot vrachtvliegtuig en biedt Fokker Services de Fokker 100 aan als Executive Jet (Fokker F100EJ). Voor dit project ontving Fokker Services in 2005 de Aerospace Industry Award in de categorie Air Transport, uitgereikt door het tijdschrift Flight International. Nadat Stork in 1996 de beschikking kreeg over Fokker Aviation (Elmo (elektronica), Fas (vliegtuigonderhoud) en Special Products) werd deze ondergebracht onder Stork Aerospace Group. In 2007 kwam Stork in handen van het private equity fonds Candover Partners. In 2009 veranderde Stork de naam Stork Aerospace in Fokker Aerospace.[5]Moedermaatschappij Candover Investments kwam vervolgens zelf in de problemen tijdens de kredietcrisis.[6] Zij konden geen investeringen meer doen en zagen zich genoodzaakt al hun fondsen in stappen te verkopen om zodoende hun aandeelhouders af te kopen. Candover Partners werd in 2010 verkocht aan groep ex-managers van Candover onder naam Arle Capital.[7] Zij zouden zorgdragen voor de verkoop van de investeringsfondsen waaronder Stork viel. In 2011/2012 werd Fokker Aerospace door Arle volledig losgekoppeld van het Stork-concern onder de naam Fokker Technologies en bestond uit vier verschillende bedrijfsonderdelen: Fokker Aerostructures, Fokker Landing Gear, Fokker Elmo en Fokker Services. In 2015 verkocht Arle Capital Fokker Technologies aan de Britse concurrent GKN Aerospace.[8] Fokker Technologies bouwt geen complete vliegtuigen, maar werkt samen met andere vliegtuigenbouwers, waaronder Lockheed Martin, Airbus, Boeing en Bombardier. Fokker is gespecialiseerd in het maken van onderdelen, elektrische systemen en landingsgestellen alsmede het onderhoud aan helikopters en vliegtuigen. Het bedrijf voert onder andere onderhoud uit aan vliegtuigen die door Fokker Aircraft zijn gebouwd.
    Fokker leverde in de periode 2005–2010 Amerikaanse vliegtuigonderdelen aan Iran, Soedan en Birma. [9] Dit was in strijd met de handelsembargo's van onder andere de VS tegen deze landen. Fokker
    Technologies probeerde voor 21 miljoen dollar te schikken met de Amerikaanse justitie, precies het bedrag dat het bedrijf met de zendingen had opgehaald.[10] Een Amerikaanse rechter, Richard J. Leon, vernietigde de schikking omdat er geen medewerkers van Fokker vervolgd zijn en het onderzoek naar de overtredingen volledig door Fokker zelf uitgevoerd is.[ In 1967 werd door Fokker op bescheiden schaal een ruimtevaartafdeling opgezet. Aanvankelijk werden enkele kleine opdrachten verworven voor onderdelen van een paar Europese satellieten. Een grote stap werd samen met Philips en de Nederlandse universiteiten in 1968 gezet met de ontwikkeling van de eerste Nederlandse satelliet, de ANS. Fokker was daarbij verantwoordelijk voor de ontwikkeling en productie van de deelsystemenstructuur, thermische huishouding, standregeling en zonnepanelen. Ook de ontwikkeling op satellietsysteemniveau viel onder Fokkers verantwoordelijkheid. Na de succesvolle lancering van de ANS volgde nóg een groot Nederlands satellietproject: de IRAS. In 1983 werd ook dat project werd met een succesvolle lancering afgesloten. Intussen was een serie bijdragen aan allerlei Europese aardobservatie/milieusatellietprojecten begonnen. Fokker ontwikkelde zich al snel tot specialist op deelgebieden als structuren, thermische huishouding, standregelsystemen en zonnepanelen. Ook aan de ontwikkeling van de Europese Arianeraket in al zijn uitvoeringen (Ariane 1, 2, 3, 4, 5) heeft Fokker bijgedragen. Daarvoor werden de motorophanging en verbindingsstructuren tussen de rakettrappen gemaakt. Ook ontwikkelde Fokker, samen met een Russische onderaannemer, een reusachtig parachutesysteem waarmee de vastebrandstofraketten (boosters) van de Ariane 5 na het leegbranden weer onder gecontroleerde omstandigheden naar de aarde konden afdalen. De bijdrage tot het International Space Station (ISS) concentreerde zich op een aantal deelstudies in de voorontwerpfase, en op de ontwikkeling en bouw van een autonome robotarm (ERA) die te zijner tijd aan de buitenzijde van het ISS-ruimtestation zijn werk moet gaan doen. In de loop van haar bestaan werd de ruimtevaartafdeling steeds zelfstandiger. Kort voor het faillissement van Fokker (1996) werd de afdeling een zelfstandig bedrijf. De naam evolueerde van Fokker Space & Systems (FSS) via Fokker Space (FS) tot Dutch Space (DS). Op 1 januari 2006 werd Dutch Space in samenspraak met het ministerie van Economische Zaken overgenomen door EADS Astrium. Dutch Space is in Leiden gevestigd en is nauw betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe, kleinere Europese raket, de Vega.





    21-07-2018 om 08:50 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 20 juli 1994 paul delvaux

    20 juli 1994 Paul Delvaux (Antheit, 23 september 1897 – Veurne, 20 juli 1994) was een Belgische kunstschilder. Hij werd vaak ondergebracht bij het Belgische surrealisme, maar aanvaardde deze verwijzing niet. Hij vond deze interpretatie van zijn werk te eng, te formalistisch en vooral te oppervlakkig. Hij wilde gewoon "een poëtisch realisme" creëren en daarin bereikte hij een ongekende hoogte en internationale bekendheid. Zijn vader was advocaat te Brussel en de jonge Paul was voorbestemd voor de architectuur. Hij volgde daartoe de Brusselse Academie, maar kreeg tezelfdertijd een opleiding in het schildersatelier van Constant Montald, net als zijn tijdgenoot René Magritte. Hij werd voor het eerst opgenomen in een groepsexpositie bij "Le Sillon", in 1924. Hij werkte enige jaren in de omgeving van Bosvoorde, naar een permekiaans-expressionistische weergave. Op de "Foire du Midi" te Brussel in 1932 kreeg hij de schok die zijn kunst verder zou bepalen, bij zijn bezoek aan het rariteitenkabinet in het "Musée Spitzner". In 1934, bij zijn kennismaking met het werk uit 1926 van Giorgio de Chirico, op de Minotaurus-expositie, onderging zijn stijl een beslissende ommekeer: de poëet Delvaux stak van wal. Op 1 januari 1933 stierf zijn moeder, die "zijn eerste liefde" (zijn "Tam") nooit had aanvaard. Datzelfde jaar vernietigde hij meer dan 100 van zijn vroegste werken. Hoewel niet bepaald opgetogen over de surrealistische schilderijen van Magritte, stelden beide meesters in 1936 toch gelijktijdig tentoon in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Hier bleek al duidelijk dat Delvaux zijn eigen weg ging, naar het poëtische toe, wel met surrealistische onwaarschijnlijkheden. Zijn vader stierf in 1937. In dat jaar trouwde hij met Suzanne Purnal. Het huwelijk werd echter een emotioneel fiasco. Ontgoocheling en eenzaamheid werden een zodanige bron van inspiratie, dat hij in deze periode zijn allerbeste werk creëerde. 1938 werd een uitzonderlijk vruchtbaar jaar. Hij exposeerde op de "Exposition Internationale du Surréalisme", georganiseerd door Marcel Duchamp, te Parijs in januari. In juni was hij op eenzelfde tentoonstelling te Amsterdam, ditmaal georganiseerd door André Breton en Paul Éluard. Te Londen was hij te zien in de London Gallery van E.L.T. Mesens. Hij ontving nog de Prix de l'Académie Picard en reisde voor het eerst naar Italië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog weigerde hij te exposeren. In de winter van 1944-45 kreeg hij, in het Paleis voor Schone Kunsten, zijn eerste grote retrospectieve. De Belgische cineast Henri Storck maakte de film "Le monde de Paul Delvaux". In 1947 ontmoette hij te Sint-Idesbald opnieuw en totaal onverwacht zijn eerste geliefde Anne-Marie De Martelaere, zijn "Tam". Hierop verliet hij zijn vrouw. Hij huwde Tam ten slotte op 25 oktober 1952. Hij werd professor aan de "Ecole Nationale de la Cambre" te Brussel in 1950 en realiseerde in 1952 het muurfresco in de Kursaal van Oostende. In 1954 nam hij deel aan de XXVIIste Biënnale van Venetië. De Italiaanse Reggio Emilia-prijs viel hem te beurt in 1955. In 1956 reisde hij naar Griekenland, het land van zijn zo vaak geschilderde tempelgalerijen. Op 5 juli werd hij opgenomen in de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België. 10 jaar later ontving hij de Belgische Staatsprijs voor zijn gezamenlijk werk en werd hij benoemd tot Voorzitter van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Vanaf 1966 woonde hij al de helft van het jaar in het Park te Veurne. Henri Storck realiseerde in 1971 een nieuwe film: "Paul Delvaux ou les femmes défendues", ditmaal naar een draaiboek van René Micha. De Franse Académie beloonde hem als "Officier de l'Ordre des Arts et des Lettres de France" in 1972. In 1973 ontving hij de Rembrandt-prijs van de Johann Wolfgang von Goethe-Stiftung te Bazel. Tezelfdertijd organiseerde het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zijn grote overzichtstentoonstelling. Deze expositie werd hernomen, het jaar daarop, in Japan, in de Nationale Musea van Tokio en van Kioto. In het Beurs-metrostation, te Brussel, maakte hij de monumentale wandschildering, in 1978. Dat jaar werd hij ook ereburger van de stad Veurne.
    De Brusselse Université Libre nam Paul Delvaux op als Doctor Honoris Causa in 1979. De Amerikaanse pop-kunstenaar Andy Warhol ontmoette Delvaux te Brussel, in 1981, en maakte een reeks portretten van de schilder.
    Op 26 juni 1982 werd te Sint-Idesbald het Paul Delvaux Museum geopend. In de 10 jaar voor zijn dood volgden nog exposities in Parijs, Ferrara, München, Tokio, Osaka, Yokohama en Himeji.
    De iconografie van het werk van Delvaux waaraan hij zijn bekendheid ontleent, valt moeilijk te doorgronden. Niet alleen omdat de schilder zich in dat opzicht zelden expliciet heeft uitgelaten over de door hem gebruikte motieven, maar ook omdat deze dan nog voor velerlei uitleg vatbaar blijven. Vrouwelijke naakten met grote droomogen, menselijke skeletten, ouderwetse treinen en wagons, stations en klassiek aandoende gebouwen zijn wel de voornaamste elementen van zijn gebruikte beeldtaal. Na verloop van tijd werden ongebruikelijke combinaties als bijvoorbeeld elektriciteitspalen tussen Griekse tempels niettemin gemeengoed als deel van een droomwereld, die ondanks haar uitgesproken naturalistischekarakter uitermate vervreemdend aandeed.







    20-07-2018 om 09:03 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 20 juli 1957 carlos santana

     

    20-07-2018 om 09:01 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 20 juli 1957 carlos santana

    20 juli 1957 Carlos Santana (Autlán, 20 juli 1947) is een gitarist van Mexicaanse afkomst. Hij werd bekend met Santana, de band die zijn achternaam draagt en succesvol is sinds het eind van de jaren zestig. Santana kwam al vroeg in aanraking met muziek; zijn vader speelde viool in een mariachiband. Op vierjarige leeftijd leerde hij viool spelen van zijn vader en op achtjarige leeftijd leerde hij gitaar spelen. Ook zijn jongere broer, Jorge Santana, is gitarist geworden. De familie Santana verhuisde van Autlán de Navarro naar Tijuana en in 1960 naar San Francisco. Carlos Santana verdiende in die tijd zijn geld voor zijn onderhoud als muzikant in striptease-clubs. Een jaar later volgde hij zijn familie naar San Francisco en volgde onderwijs aan de James Lick Middle School en de Mission High School. In 1965 deed hij eindexamen en is hij tot Amerikaans staatsburger genaturaliseerd.[ Carlos Santana brak in 1969 door met een optreden op het Woodstockfestival met zijn band Santana. Deze band experimenteerde met rock, latin en jazz fusion en maakte vooral naam met de lange gitaarsolo's van Carlos. In 2003 plaatste het blad Rolling Stone hem op nummer 15 op de lijst van de 100 beste gitaristen aller tijden.[Verder won hij 10 Grammy Awards en 3 Latin Grammy Awards.[3] Begin jaren zeventig stelde John McLaughlin (gitarist en oprichter van het Mahavishnu Orchestra) Carlos Santana voor aan de goeroe Sri Chinmoy. Carlos Santana sloot zich aan bij deze sekte en ging voortaan door het leven als Devadip Carlos Santana (Devadip: "het oog, de lamp en het licht van God"). In 1973 trouwde Santana met Deborah King (die zich tevens bekeerd had en de naam Urmila had aangenomen) Met haar kreeg hij drie kinderen. In 2007 is hij van haar gescheiden. In 1981 brak Carlos Santana met Sri Chinmoy omdat diens strenge leefregels steeds moeilijker te combineren waren met zijn bestaan als rockster. Hierna bekeerde hij zich tot het christelijke geloof. In 1998 is Carlos Santana in de Rock and Roll Hall of Fame opgenomen en richtte hij in dat jaar de Milagro Foundation op.[] In 2010 trouwde hij met drumster Cindy Blackman.





    20-07-2018 om 08:59 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 20 juli 1937 tijdsignaal

    20 juli 1937 Op 20 juli 1937 overlijdt in Rome Guglielmo Marconi, algemeen aanvaard als initiator van de draadloze communicatie. Guglielmo Marconi werd geboren in Bologna in Italie. In 1895 begint hij te experimenteren met de nieuwe elektromagnetische golven die kort daarvoor zijn aangetoond door Hertz. Hij bouwt een telegraaf die over een afstand van 1,5 kilometer radioberichten kan ontvangen en verzenden. Marconi emigreert naar Engeland en richt daar de Wireless Telegraphy and Signal Company Ltd op. In 1901 slaagt hij erin een radiosignaal te verzenden over de Atlantische Oceaan. Acht jaar later ontvangt hij de Nobelprijs voor natuurkunde. Nadat hij lid wordt van de Fascistische partij maakt Mussolin hem president van de Accademia d'Italia, waardoor hij ook lid wordt van de Grote Fascistische Raad. Markies Guglielmo Giovanni Maria Marconi (Bologna, 25 april 1874 – Rome, 20 juli 1937) was een Italiaans natuurkundige , uitvinder en ondernemer. Marconi is vooral bekend door zijn uitvinding van de draadloze telegrafie in 1896. Hiermee staat hij in de westerse wereld bekend als uitvinder van de radio. In Rusland en het voormalige Oostblok is Aleksandr Popov bekender en in Frankrijk Édouard Branly. Allen bouwden omstreeks dezelfde tijd voort op het werk van Heinrich Hertz. Marconi was tweede en jongste zoon van de Italiaanse landeigenaar Giuseppe Marconi (1823-1904) en de uit Ierland afkomstige Annie Jameson (1840-1920), kleindochter van de oprichter van de Jameson Whiskey distilleerderij. De 17-jaar jongere Annie was Giuseppe's tweede vrouw. Guglielmo groeide op op Villa Griffone, het landgoed van zijn vader dat op een berg was gebouwd en uitkeek op het dorpje Pontecchio. Zijn eerste onderricht kreeg hij thuis van een privé-leraar, maar Guglielmo was geen gemakkelijke leerling. Hij vond schoolwerk puur tijdverlies en spijbelde vaak om zich bezig te houden met dingen die hijzelf veel interessanter vond. Op zijn twaalfde kwam hij terecht op het Istituto Cavellero in Florence[1] en maakte hij kennis met het echte schoolleven – iets dat hem nog minder beviel. Voortgezet onderwijs was voor hem een ramp, ook omdat hij geplaagd werd vanwege zijn slechte Italiaans met Iers/Engels accent. Van kinds af aan bracht hij de winters met zijn moeder en zijn negen jaar oudere broer door in Livorno. Daar woonde Annies zuster met haar vier dochters en die waren goed bevriend met Guglielmo en Alfonso. Met name op zijn jongste nichtje Daisy was hij erg gesteld. Livorno was ook de havenstad waar de Italiaanse zeemacht haar zeevaartschool had, de Regia Marina. Guglielmo's vader, Giuseppe, zag wel wat in een loopbaan van zijn zoon bij de marine. Hoewel hij zeer zuinig met geld omsprong, kocht hij zelfs een zeilboot voor hem die hij hem met meesterlijke hand leerde besturen. De droom van zijn vader werd ruw verstoord toen Guglielmo werd afgewezen voor de marine-academie: hij slaagde gewoon niet voor zijn toelatingsexamen. Op zijn dertiende kwam hij – als tweede keus – terecht op het Technisch Instituut van Livorno, waar hij ingewijd werd in de geheimen van de natuur- en scheikunde. Hier vond Marconi wat hij zocht. Daarnaast zorgde zijn moeder ervoor dat hij privé-les kreeg van professor Vincenzo Rosa, een natuurkundeleraar aan het Liceo Niccolini, die hem de wonderen van elektriciteit liet zien. Ondanks zijn bijles slaagde Marconi niet voor het toelatingsexamen aan de universiteit van Bologna. Zijn moeder vroeg vervolgens aan de buurman en een goede vriend van de Marconi's, Augusto Righi – die hoogleraar natuurkunde was aan de universiteit – of die haar jongen wilde helpen met zijn verdere opleiding. Righi gaf Marconi toestemming om zijn lessen te volgen, hij liet hem gebruikmaken van zijn laboratorium en verschafte hem toegang tot de universitaire bibliotheek. Via Righi, die onderzoek deed naar radiogolven, kwam Marconi in aanraking met de werken van Maxwell, Hertz, Lodge en anderen.
    Marconi begon rond 1890 op de zolder van Villa Griffone te experimenteren met radiogolven. Na vele pogingen slaagde hij erin om met zelfgebouwde toestellen signalen draadloos te versturen over een afstand van anderhalve mijl (2400 meter). Hierbij maakte hij onder andere gebruik van
    een vonkgenerator, een verbeterde versie van de coherer (een apparaat om radiogolven waar te nemen) van Branly en zijn eigen uitvinding: de radioantenne. Omdat de Italiaanse regering geen belangstelling toonde voor zijn werk, emigreerde hij in 1896 naar Groot-Brittannië, waarbij hij zijn apparatuur meenam. Via zijn neef Henry Jameson-Davis en A. A. Campbell Swinton werd hij voorgesteld aan William Henry Preece, hoofdingenieur van de British Post Office (de Britse PTT). Met steun van Preece en zijn neef verkreeg Marconi later dat jaar (2 juni 1896) 's werelds eerste octrooi voor zijn draadloze telegrafiesysteem.
    Voor een officiële delegatie van de Britse posterijen en het leger demonstreerde hij zijn systeem met succes in Londen, op Salisbury Plain, en door het overbrengen van een signaal over een 15 km brede zeearm, het Kanaal van Bristol. Hij kon gebruikmaken van het zakelijke netwerk van zijn moeders familie, wat in juli 1897 leidde tot de oprichting van de Wireless Telegraph & Signal Company Ltd. (een directe voorloper van het concern The Marconi Company, dat eind 20ste eeuw opging in BAE Systems). Zijn uitvinding verkreeg de steun van invloedrijke bewonderaars, onder wie de Britse koningin Victoria. Van dan af kon deze berichten versturen tussen haar residentie op het eiland Wight en de Prins van Wales, die voer op het koninklijke jacht. Met toestemming van de Franse regering werd bij Wimereux een zendstation geplaatst, waarna onder Marconi's leiding op 27 maart 1899 [2] de eerste radioberichten werden verzonden tussen Engeland en Frankrijk over het Kanaal. Hij richtte permanente draadloze stations op in de vuurtoren bij The Needles (een rotsformatie op het eiland Wight), bij Bournemouth en later in het Haven Hotel in Poole, Dorset. In april 1900 verkreeg hij het beroemde patentnummer 7777 op zijn afgestemde telegraafzender ("tuned or syntonic telegraphy"). Hoewel nu duidelijk was dat Marconi's systeem werkte, dacht men dat door de kromming van de aarde de draagwijdte van radiogolven maximaal 300 km zou zijn. Op 12 december 1901 bewees Marconi dat radiogolven zich tot over de horizon voortplanten. Hij gebruikte zijn systeem door als eerste draadloze morsesignalen te zenden over de Atlantische Oceaan; van Poldhu in Cornwall naar St. John's in Newfoundland, een afstand van circa 3200 kilometer. Later verklaarde Marconi in een verslag aan de BBC hoe hij deze historische gebeurtenis destijds ervaren had:[ "Plotseling, om half een, klonk er een harde klik van de tikker op de coherer, wat aangaf dat er iets stond te gebeuren. Ik luisterde vol spanning. Vlak daarna hoorde ik drie tikken die overeenkwamen met drie stippen. De elektrische signalen die vanuit Cornwall waren overgeseind hadden de Atlantische Oceaan overbrugd! Ze hadden zich niets aangetrokken van de ronde vorm van de aarde waardoor volgens velen het overseinen onmogelijk zou zijn en hadden mijn ontvanger in Newfoundland bereikt." Deze doorbraak in intercontinentale telecommunicatie maakte Marconi nog beroemder dan hij al was. Toch zou het tot 18 januari 1903 duren eer hij een volledig radiotelegram kon versturen – een felicitatie in morse van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt aan de Engelse koning Edward VII. Enkele uren later volgde het antwoord in de andere richting.[ In 1943 oordeelde het Amerikaanse Hooggerechtshof (vlak na het overlijden van Nikola Tesla) dat Marconi's eerste draadloze trans-Atlantische radiocontact tot stand kwam met de uitvindingen van Tesla (De Ingenieur, nummer 7, juli 2015). Tussen 1902 en 1912 patenteerde hij diverse nieuwe uitvindingen. In 1902, tijdens een reis aan boord van het SS Philadelphia, een Amerikaanse liner, ontdekte hij dat radiogolven 's nachts over een veel grotere afstand ontvangen werden dan overdag. Dit daglicht-effect zou later leiden tot de ontdekking van de ionosfeer. In hetzelfde jaar patenteerde hij ook zijn magnetische detector, die voor vele jaren de standaard werd als draadloze ontvanger. De horizontale ontvanger patenteerde hij in 1905 en in 1912 patenteerde hij een tijdsgereguleerde vonkgenerator waarmee een meer constante draaggolfopgewekt kon worden.
    In september 1913 kreeg Marconi samen met zijn vrouw Bea in Italië een ernstig auto-ongeluk, waarbij hij zijn rechteroog verloor. Ondanks zijn visuele handicap werd hij 1914 luitenant in het Italiaanse leger, later bevorderd tot kapitein, en in 1916 werd hij overgeplaatst naar de marine met de rang van kapiteinluitenant. Hij was lid van de Italiaanse Regeringsmissie naar de Verenigde Staten in 1917 en werd na de oorlog, in 1919, aangesteld als gevolmachtigd delegatielid bij de Vredesconferentie van Parijs. Hij tekende de verdragen met Oostenrijk en Bulgarije voor de Italiaanse overheid. Na de oorlog kocht hij een luxueus jacht, dat hij Elettra doopte en dat daarna zijn nieuwe thuis werd. Tijdens zijn diensttijd was hij verdergegaan met zijn onderzoek van de korte golven die hij ook bij zijn eerste experimenten had gebruikt. Als erkenning voor zijn militaire dienst werd hij in 1919 beloond met de Italiaanse Militaire Medaille Op 16 maart 1905 trad Marconi in het huwelijk met Beatrice O'Brien (1882-1976), dochter van Edward Donough O'Brien, 14de baron Inchiquin. Hij scheidde van haar in 1924 en het huwelijk werd ook nietig verklaard door de Katholieke Kerk. De nietigheid werd bewezen door de gezworen getuigenis van Marconi, Beatrice O’Brien, een protestante, en vele getuigen. De oorzaak van nietigheid in het eerste huwelijk was niet dat het plaatsvond in een anglicaanse kerk, maar dat ze waren overeengekomen om getrouwd te zijn zolang ze bij elkaar wilden blijven. Wat ze echter niet wisten was dat de tijdelijke aard van zo’n huwelijkscontract geen geldig christelijk huwelijk uitmaakt.[ Op 15 juni 1927 trouwde hij met gravin Maria Cristina Bezzi-Scali (1900-1994); Mussolini trad op als getuige. Hij had een zoon Giulio (1910-1971) en twee dochters Degna (1908-1998) en Gioia (19161996) bij zijn eerste vrouw en een dochter Elettra (1930) bij zijn tweede vrouw. Daarnaast had hij een broer, Alfonso, en een halfbroer, Luigi, uit een eerder huwelijk van zijn vader.
    Hoewel Marconi al sinds 1923 aanhanger was van het fascisme, was het pas na zijn huwelijk met Cristina dat hij echt actief werd. In 1930 werd hij door Benito Mussolini benoemd tot president van de Accademia d'Italia (Italiaanse academie). Dit zorgde ervoor dat Marconi automatisch lid werd van het Gran Consiglio del Fascismo (Fascistische Grote Raad), een feit dat voor hem geen enkel probleem was. Integendeel, hij voerde pro-fascistische redevoeringen op de radio en schreef propaganda-artikelen in kranten. Toen Italiaanse troepen in 1935 Ethiopië binnenvielen (Tweede Italiaans-Ethiopische Oorlog) en het land annexeerden, resulteerde dit in een wereldwijde veroordeling van Italië. Marconi voerde vele radiotoespraken waarin hij de aanval goedpraatte, maar de BBC – de omroep die hij mede had gecreëerd – deed hem in de ban. De val van Mussolini en de ondergang van het fascisme maakte Marconi niet meer mee. Als gevolg van hartfalen overleed hij in 1937 op 63-jarige leeftijd. Van Mussolini kreeg hij een staatsbegrafenis. Volgens zijn wens werd hij begraven in zijn geboorteplaats Bologna. Als eerbetoon hielden alle radiostations over de hele wereld twee minuten stilte.[ Marconi was niet zozeer een man van de wetenschap maar veel meer een geestdriftig amateur die erin slaagde veel meer praktische toepassingen te vinden dan gerenommeerde wetenschappelijke onderzoekers. Hij zag het commerciële belang van zijn uitvinding goed in en heeft een bloeiend bedrijf opgezet, gebaseerd op de wens om een wereldmonopolie op te bouwen. De radio heeft deze bikkelharde zakenman nooit losgelaten. Hoewel zijn uitvinding in eerste instantie bedoeld was ter vervanging van de bestaande telegraafverbindingen, bleek zijn draadloze telegrafiesysteem bijzonder geschikt te zijn als communicatiemiddel op schepen en dan vooral in geval van nood. Toen in 1909 een lijnboot op volle zee in dichte mist in aanvaring kwam met een ander schip, wist de radio-operator aan boord een noodsignaal uit te sturen. Deze noodkreet werd op de wal opgevangen en via een snelle reddingsoperatie werden 1700 mensen gered van de verdrinkingsdood.
    Ook bij de ondergang van de Titanic in 1912 werd nogmaals de noodzaak aangetoond van goede radioverbindingen op zee. 703 schipbreukelingen dankten hun leven aan het feit dat de noodoproep van de Titanic – uitgezonden door apparatuur van Marconi – werd opgevangen door de RMS Carpathia. Direct gevolg van deze ramp was dat radioapparatuur verplicht werd gesteld op alle schepen. Nadat hij zich uit zijn werk had teruggetrokken heeft hij op zijn jacht Elettra nog vaak geëxperimenteerd met nieuwe communicatieapparatuur. In het bijzonder korte- en ultrakorte golven hadden zijn interesse. Hierbij ontdekte hij dat hij de uitgezonden golven kon richten door achter de antenne een gebogen, metalen scherm te plaatsen. Dankzij de uitvinding van de radiobuis (Fleming, 1904) en de versterkerbuis (De Forest, 1906) konden steeds sterkere en betere radiozenders en -ontvangers gebouwd worden, die zorgden voor een grote vooruitgang in de radiotechnologie. Marconi raakte verwikkeld in een conflict over patenten, onder andere met Nikola Tesla, die claimde dat Marconi zeventien van zijn patenten had geschonden. In 1943 leidde dit ertoe dat het Amerikaanse Hooggerechtshof de meeste van Marconi's patenten ongeldig verklaarde. Marconi ontving voor zijn baanbrekende werk eredoctoraten van verscheidene universiteiten en vele internationale onderscheidingen en prijzen. Hieronder valt vooral de Nobelprijs voor de Natuurkunde, die hij in 1909 deelde met de Duitse professor Karl Ferdinand Braun, te vermelden. Verder kreeg hij de Matteucci Medal (1901), de Albert Medal (1914) van de Royal Society of Arts, de IEEE Medal of Honor (1920), de John Fritz Medal (1923) en de Kelvin Medal. Hij werd door de tsaar van Rusland gedecoreerd met de Orde van Sint-Anna. De koning van Italië kende hem in 1902 het Grootkruis in de Orde van de Italiaanse Kroon toe. Marconi werd daarnaast ereburger van Rome (1903) en ridder in de Orde van Savoye (1905). Veel ander eerbetoon volgde. In 1914 werd hij lid van de Italiaanse senaat (Senato del Regno) en in Engeland benoemd tot Honorary Knight Grand Cross van de Koninklijke Orde van Victoria. Door koning Victor Emanuel III werd hij in 1929 in de adelstand verheven en kreeg hij de erfelijke titel van Markies.





    20-07-2018 om 08:58 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 19 juli 1970 merkx

    19 juli 1970 Edouard Louis Joseph (Eddy) baron Merckx (Meensel-Kiezegem, 17 juni 1945) is een voormalig Belgisch wielrenner. Hij was actief van 1961 tot 1978. Na die tijd richtte hij een fietsenbedrijf op genaamd Eddy Merckx. Hij staat met 525 gewonnen wedstrijden in de wielersportjournalistiek als de beste wielrenner aller tijden te boek. Het Franse tijdschrift Vélo betitelde hem in 2000 als "de grootste ooit in het wielrennen".[] Hij won de Tour de France en de Giro d'Italia vijf keer, won alle klassiekers behalve Parijs-Tours, hij won de Vuelta a España en als professional én als amateur het wereldkampioenschap, en brak het werelduurrecord. In 2011 kreeg hij een eredoctoraat aan de Vrije Universiteit Brussel. Eddy Merckx is de oudste zoon van Jules Merckx en Jenny Pittomvils. Hij groeide op in Sint-PietersWoluwe waar zijn ouders een kruidenierswinkel uitbaatten. Als kind keek Merckx erg op naar Stan Ockers. Toen deze wielrenner in 1956 verongelukte was hij net als veel van zijn landgenoten diep geschokt en verdrietig. In 1961 begon Merckx zijn wielercarrière. Drie jaar later werd hij wereldkampioen te Sallanches (Frankrijk) bij de liefhebbers. In 1966 won hij de eerste van zeven Milaan-San Remo's, een record dat nog steeds niet is geëvenaard. Een jaar later werd hij in Heerlen, Nederland, wereldkampioen wielrennen op de weg, een onderscheiding die hij nog twee keer zou winnen. Datzelfde jaar huwde hij ook Claudine Acou. Het huwelijk verliep tweetalig, maar toch waren veel Vlamingen boos omdat het jawoord in het Frans uitgesproken werd. Op 14 februari 1970 kregen ze een dochter, Sabrina Merckx en twee jaar later, op 12 augustus 1972 werd hun zoon Axel Merckx geboren, die later ook profwielrenner zou worden. In 1968 won Merckx als eerste Belg de Ronde van Italië (de Giro). Toen hij een jaar later weer aan de wedstrijd meedeed werd hij uit de wedstrijd gehaald wegens dopinggebruik. Merckx huilde toen voor het oog van de pers (tijdens het geruchtmakende interview met radiopresentator Jan Wauters) en blijft tot op de dag van vandaag beweren dat men geknoeid had met de test. Hij zou de Giro daarna nog vier keer winnen. Eddy Merckx reed voor Italiaanse ploegen Faema, Faemino en Molteni, waarvoor de Giro belangrijker was dan de Ronde van Frankrijk. In 1969 won hij voor de eerste maal de Tour: hij won zes ritten, het eindklassement (gele trui), het puntenklassement (groene trui) én het bergklassement. Hij werd een nationale held omdat het 30 jaar geleden was dat een Belg nog eens de Ronde van Frankrijk gewonnen had (dat was namelijk Sylvère Maes). Tijdens de beklimming van de Tourmalet kan niemand hem meer volgen, waarop hij dan maar de overige 140 kilometer, op de Soulor, op de Aubisque en in de kilometers lange vlakke finale, alleen rijdt. Hij wint met acht minuten voorsprong op de achtervolgers. Merckx zou de Ronde van Frankrijk nog vier keer winnen: in 1970, 1971, 1972 en 1974. In 1973 reed hij niet mee, velen denken uit angst voor een nederlaag tegen Luis Ocaña, die dat jaar ook won. Merckx reed toen in plaats van de Tour mee in de Vuelta(Ronde van Spanje), een wedstrijd die hij ook won. Merckx won de Ronde Van Frankrijk in totaal vijf keer, een record dat voorheen enkel door Jacques Anquetil was behaald en na Merckx ook nog door Bernard Hinault en Miguel Indurain geëvenaard zou worden. In 2004 brak Lance Armstrong het record en won de Tour voor een zesde en in 2005 zelfs een zevende maal. In 2012 werden de Tourzeges van Armstrong echter geschrapt na een dopingrapport en uiteindelijk bekentenis. Hierdoor blijft het recordaantal Tourzeges op vijf staan. Eind 1969 kwam Merckx zwaar ten val tijdens een wielerwedstrijd in Blois. Het fietsen, dat tot dan toe voor hem als vanzelf ging, werd vanaf dat moment moeizamer en uitputtender. Om de haverklap begon hij toen de positie van zijn zadel bij te stellen. Des te opmerkelijker is wel dat hij toch nog een zeer groot aantal van de wedstrijden die hij meereed gewonnen heeft, ondanks deze vervelende kwetsuur. In het jaar 1971 won hij zelfs 54 van de 120 wedstrijden die hij reed. Daar waar het in het wielerpeloton gangbaar is de winst in kleinere koersen aan de knechten toe te bedelen, gunde Eddy Merckx niemand
    anders dan zijn daadwerkelijke meerdere de overwinning. Omdat hij de beste was en in zijn honger naar overwinningen de concurrentie zowat verslond, kreeg hij de bijnaam De Kannibaal. In 1972 brak hij in Mexico-Stad het werelduurrecord dat pas 12 jaar later door Francesco Moser op een speciaal ontworpen fiets opnieuw gebroken zou worden. In 2000 besloot de UCI dit record niet langer te erkennen. Het record van Merckx werd in ere hersteld en verbeteringen worden alleen erkend wanneer ze op een fiets gereden worden gelijk aan die van Merckx in 1972. Eddy Merckx werd gedurende zijn ganse wielercarrière drie keer betrapt op het gebruik van doping. Een eerste maal was tijdens de Ronde van Italië van 1969. Op 1 juni 1969 werd Merckx, als drager van de roze leiderstrui, na de aankomst van de zestiende etappe in Savona positief getest op het gebruik van fencamfamine. Zowel in het A-staal als in het B-staal van de tegenexpertise was de concentratie fencamfamine volgens Professor Genovese onbetwistbaar uitzonderlijk hoog. Deze dopamine agonist was afkomstig van het stimulerende middel Réactivan, een product dat in die tijd erg populair was in het wielermilieu en het jaar voordien ook in Giro nog werd teruggevonden bij Felice Gimondi. Bij een nieuwe controle, daags na zijn positieve plas, ditmaal op verzoek van Merckx en in aanwezigheid van drie getuigen, werden door de Universiteit van Milaan geen sporen van fencamfamine aangetroffen. Niettemin werd Merckx door de Italiaanse Wielerfederatie geschorst voor één maand. Intussen leidde de hele dopingaffaire tot een heuse politieke en diplomatieke rel tussen België en Italië. Frans Van Mechelen, toenmalig minister van Nederlandse Cultuur en Sport, oefende druk uit op de Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken om een grondig onderzoek uit te voeren. Zelfs Pierre Harmel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, vond het nodig een telegram te sturen naar zijn Italiaanse collega Pietro Nenni met het dringende verzoek 'het mysterie van Savona op te lossen'.[3] En in de Italiaanse Senaat werd de bevoegde minister tweemaal geïnterpelleerd over de wettelijkheid van het Italiaanse dopingreglement. Op 5 juni besliste de BWB op grond van procedurefouten om de schorsingsperiode terug te brengen tot één week. Dit leidde tot grote consternatie bij heel wat andere renners zoals Jean Stablinski en Jan Janssen die spraken over een ongeoorloofde voorkeursbehandeling en zelfs dreigden met een staking. Uiteindelijk, na heel wat juridisch getouwtrek, besliste het FICP (de afdeling beroepsrenners van de Internationale Wielerunie) onder leiding van voorzitter en Tourbaas Félix Lévitan op 14 juni om Merckx "het voordeel van de twijfel te gunnen" en de eerder uitgesproken schorsing van één maand op te heffen. Zo kon Merckx toch nog op tijd verschijnen aan de start van de Tour op 28 juni.] De tweede keer dat Eddy Merckx positief werd bevonden was na zijn overwinning in de Ronde van Lombardije van 13 oktober 1973, toen sporen van norefedrine in zijn urine werden aangetroffen. Pas drie weken na afloop van de Ronde, op 8 november, werden de feiten openbaar gemaakt. Merckx bekende dat zijn ploegdokter Angelo Cavalli hem de hoestsiroop Mucantil had voorgeschreven ter behandeling van een bronchitis maar beweerde ook niet te weten dat er verboden producten in zaten. Cavalli was ironisch genoeg de arts van de Italiaanse Wielerfederatie die hem vier jaar eerder in Savona positief had bevonden op fencamfamine. Ook nu werd Merckx gediskwalificeerd ten voordele van Gimondi maar ditmaal kon hij zijn straf van één maand schorsing en een boete van 150.000 lire niet ontlopen.[ De derde en laatste keer dat Eddy Merckx positief testte was na de Waalse Pijl van 1977, toen hij werd betrapt op het gebruik van pemoline, in het wielermilieu beter bekend onder de merknaam Stimul, [6] een amfetamine dat nog niet lang op de dopinglijst stond. Niet minder dan vierentwintig Belgische wielrenners liepen tegen de dopinglamp waaronder enkele grote namen zoals Walter Godefroot en Freddy Maertens. Volgens professor en notoir dopingjager Michiel Debackere was Merckx' positieve controle helemaal geen verrassing vermits zijn broer apotheker was geworden met een thesis over pemoline. In 2007 heeft Merckx het gebruik van dit middel toegegeven.[7] In 2007 werd Merckx, samen met onder andere Dietrich Thurau, Rudi Altig en Gianni Bugno niet uitgenodigd om het wereldkampioenschap wielrennen in Stuttgart bij te wonen. Gemotiveerd om het wielrennen voortaan 'zuiver' te houden, wilden de organisatoren komaf maken met iedereen die in het verleden op dopinggebruik werden betrapt. De afwijzing lokte bij Merckx heel wat verontwaardiging uit. [8] Dat Merckx ook trouw blijft aan zijn vriend en dopingzondaar Lance Armstrong wordt hem door sommige critici nog steeds kwalijk genomen.
    Veel buitenlandse wielersupporters konden het niet verkroppen dat Merckx zo vaak won. Zelfs Jacques Goddet, de organisator van de Tour de France vroeg Merckx om in 1973 niet aan zijn wedstrijd mee te doen. De wielrenner ontving dreigbrieven en andere haatuitingen, maar vaak zonder echt negatieve gevolgen. Het ernstigste voorval vond plaats in 1975, toen Merckx trachtte voor de zesde maal de Tour te winnen en de 55-jarige Franse toeschouwer Nello Breton een harde slag in Merckx' lever gaf tijdens de beklimming van de Puy de Dôme. Breton beweerde de slag niet met opzet te hebben gegeven en zei dat hij geduwd werd en zijn evenwicht wou behouden. Hij werd later veroordeeld tot het betalen van een symbolische schadevergoeding van 1 frank. Merckx werd ernstig gehinderd door de blessure die hij eraan overhield. Bovendien brak hij de volgende dag zijn kaak. Bernard Thévenet won dat jaar de Tour, Merckx eindigde op de tweede plaats. Midden jaren zeventig kreeg Merckx ook felle kritiek omdat hij als sportman reclame had gemaakt voor een sigarettenmerk (R6). Naar aanleiding van een gerechtelijk onderzoek naar een grootschalige fraudezaak bij de politiezone Brussel-Zuid werd Eddy Merckx in maart 2012 door de Brusselse onderzoeksrechter Van Espen in verdenking gesteld van actieve corruptie (omkoping van een ambtenaar) bij de openbare aanbesteding van 46 fietsen. Op vraag van Merckx zou Anderlechts politiecommissaris Philippe Boucar in de offertes van de concurrenten hebben geneusd en hem hun prijzen hebben doorgespeeld. Zo kon Merckx kort daarna een beter, lees goedkoper, geantedateerd bod uitbrengen en alsnog het contract binnenhalen. In ruil zou Merckx Boucar en zijn vrouw gratis of tegen een flinke korting een dure MXMfiets hebben gegeven. Op 8 augustus 2016 maakte het Brussels parket bekend dat Merckx samen met Boucar, Gerald Noon, de gewezen korpschef van Brussel-Zuid en nog een tiental anderen in staat van beschuldiging worden gesteld en op 27 september voor de raadkamer dienen te verschijnen. De verdediging beklemtoont dat de aanbestedingen steeds van hogerhand werden goedgekeurd en kondigt aan extra onderzoeksdaden te zullen vragen,[ ] allicht met de bedoeling om een verjaring van de feiten te bekomen. Zijn laatste officiële wielerwedstrijd reed Eddy Merckx in Kemzeke: de Omloop van het Waasland van 1978. Vervolgens trok hij zich op 18 mei dat jaar terug uit de wielerwereld en richtte een fietsbedrijf op. Hij treedt nog regelmatig op als commentator bij wielerwedstrijden. Merckx woont al lang in Meise, Vlaams-Brabant. In 1996 werd hij door de koning tot baron verheven. Begin 2008 lanceerde de gewezen wielrenner als ambassadeur de nieuwe campagne van Damiaanactie. Hij kon het werk van de organisatie in de strijd tegen lepra en tuberculose op het terrein in de Democratische Republiek Congo zelf vaststellen. Op 22 maart 2012 verscheen de Britse biografie Eddy Merckx, The Cannibal, waarin de Italiaanse cardioloog Giancarlo Lavezzaro zegt dat Merckx een bijzondere hartafwijking heeft, zonder symptomen, maar wel met het gevaar van acuut hartfalen. Na de derde rit in de Giro van 1968, nam Lavezzaro een cardiogram af bij de renner. Daaruit bleek de hartafwijking.





    19-07-2018 om 08:47 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 19 juli 1814 colt

     

    19-07-2018 om 08:45 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 19 juli 1814 colt

    19 juli 1814 Samuel Colt (Hartford 19 juli 1814 – aldaar, 10 januari 1862) was een Amerikaans uitvinder en zakenman. Hij was de oprichter van Colt's Patent Fire-Arms Manufacturing Company, tegenwoordig bekend als Colt's Manufacturing Company, en is wereldwijd bekend als de man die de revolver populair maakte. Colt werd geboren in Hartford als zoon van Christopher Colt en Sarah Colt. Zijn vader was een voormalige boer die met zijn familie naar Hartford was verhuisd om zakenman te worden. Colts moeder stierf toen hij 7 jaar oud was. Binnen twee jaar na haar dood, hertrouwde Christopher Colt met Olive Sargeant. Samuel Colt had nog vier broers en drie zussen. Op zijn elfde werd Colt naar een boerderij in Glastonbury gestuurd om te werken en te studeren aan een nabijgelegen school. Hier maakte hij kennis met de wetenschappelijke encyclopedie Compendium of Knowledge, waarin hij onder andere las over Robert Fulton en buskruit. Deze informatie zou de rest van zijn leven een belangrijke rol voor hem spelen. In 1829 ging Colt werken op zijn vaders textielplantage in Ware. Hier maakte hij met behulp van kennis die hij had opgedaan uit de encyclopedie een eigen galvanisch element.
    In 1832 stuurde Colts vader hem naar zee om de zeehandel in de praktijk te leren. Ook hier deed Colt ideeën op voor zijn latere uitvinding. Op zijn eerste zeereis maakte Colt reeds een houten model van een revolver.[1] In 1832 keerde Colt terug naar de Verenigde Staten. Aanvankelijk ging hij weer voor zijn vader werken, maar later besloot hij door de Verenigde Staten te gaan reizen en de kost te verdienen door demonstraties te geven met lachgas in een mobiel laboratorium. Datzelfde jaar verbeterde hij zijn idee voor de revolver, en in 1835 vroeg hij er in het Verenigd Koninkrijk patent voor aan (patent nummer 6909). Vervolgens reisde hij naar Frankrijk om zijn uitvinding te promoten. Bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten vroeg hij nog een patent aan voor een ander model revolver (patent 9430X). Colt stelde zelf dat hij de revolver niet echt had uitgevonden, maar meer een model vuurwapen te hebben verbeterd dat was uitgevonden door Elisha Collier. Colt wilde dat de onderdelen van zijn revolver onderling uitwisselbaar waren en met een machine konden worden gefabriceerd om de kosten te drukken.
    In april 1836 begon hij zijn bedrijf gespecialiseerd in de productie van revolvers in Patterson, New Jersey. De fabriek kwam maar moeizaam van de grond daar Colt bijna geen investeerders kon vinden. Hij probeerde daarom zelf het geld bijeen te krijgen. Hij demonstreerde zijn revolver onder andere aan aan president Andrew Jackson, die Colt zijn goedkeuring gaf. Desondanks wilde nog bijna niemand het nieuwe wapen kopen. De paniek van 1837dreigde Colts fabriek zelfs failliet te laten gaan, maar een oorlog met de Seminolen keerde het tij; Colt kreeg zijn eerste opdrachten. Dit succes duurde niet lang en Colt moest zijn fabriek sluiten. In 1847 keerden Colts kansen opnieuw toen kapitein Samuel Walker voor de Texas Rangers 1000 revolvers bestelden voor in de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog. Door deze bestelling kon Colt zijn bedrijf nieuw leven inblazen. Vanaf dat moment werd de revolver steeds populairder. De Californische goldrush en snelle kolonisatie van het westen van de Verenigde Staten deed de omzet van Colts fabriek explosief stijgen.
    Colt kocht een stuk land aan de rivier Connecticut, en bouwde hier een grotere fabriek genaamd de Colt Armory. Hij regelde voor zijn personeel een 10-urige werkdag en een uur lunchpauze tussendoor. Ook bouwde hij voor hen een club vlak bij de fabriek. Op 5 juni 1856 trouwde Colt met Elizabeth Jarvis. Bij het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog werd Colt door de staat Connecticut benoemd tot kolonel. De eenheid die hij kreeg toegewezen hoefde echter nooit ten strijde te trekken. Op 20 juni 1861 werd Colt ontslagen uit het leger. Colt overleed op 47-jarige leeftijd in zijn geboorteplaats. Hij ligt begraven op het Cedar Hill kerkhof





    19-07-2018 om 08:43 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 19 juli 1834 degas

    19 juli 1834, Hilaire Germain Edgar (Edgar) Degas (Parijs, 19 juli 1834 – Parijs, 26 september 1917) was een Franse impressionistisch kunstschilder en beeldhouwer. Degas werd geboren als zoon van een welgesteld burger en bankier. Deze had de familienaam gesplitst, zodat de zoon eigenlijk van zijn achternaam de Gas heette. Beroemd geworden als schilder en tekenaar onder het impressionisme, bracht hij, als gevolg van zijn slechter geworden gezichtsvermogen, zijn laatste levensjaren door als beeldhouwer, met een al even opvallende reputatie. Degas was geen pure impressionist. Daarvoor bleef hij te trouw aan de classicistische tekenlijn van Jean Auguste Dominique Ingres en Jacques Louis David en bleef hij afzijdig voor de impressionistische kleurenscheiding. Desondanks deed hij graag zijn zegje bij de "refusés" en de contra-academisten van de Parijse cafés Guerbois of La Nouvelle Athènes. Degas kreeg zijn eerste classicistische opleiding van F. Barrias en L. Lamothe, zelf een leerling van Ingres. Dit gebeurde van 1853 tot 1855, nadat hij eerst, sedert 1852, begonnen was in een eigen atelier in het huis van zijn vader. Tussen 1854 en 1859 trok Degas meerdere keren naar Italië, waar hij studies maakte van oude meesters, historiestukken en realistische portretten. In 1861 ving hij aan met zijn eigen thematiek: de overbekende paardenrennen. In 1862 ontmoette hij Édouard Manet en zij werden vrienden in wel en wee en in dispuut. Zijn laatste historieschilderij exposeerde hij op het officiële Salon in 1865. Omstreeks deze tijd kwam hij in het Café Guerbois en leerde hij er onder anderen Claude Monet en Pierre-Auguste Renoir kennen. Het "oproer-complot" onder de naam van het Impressionisme was geboren. Samen met Manet reisde Degas in 1868 naar Londen. Gefascineerd door de muziek en het theaterleven begon hij zijn al even beroemde balletscènes te tekenen en te schilderen. In 1869 nam hij voor het laatst deel aan het Salon en ging daarna naar België. Degas werd van 1870 tot 1871 geconfronteerd met het oorlogsgeweld en tijdens de Parijse Commune verbleef hij bij vrienden in Normandië. In 1874 vond de beruchte eerste expositie van de impressionisten plaats, waarvan Degas medeorganisator was. De expositie werd georganiseerd in de Boulevard des Capucines en liep van 15 april tot 15 mei, telkens van 10u. tot 18u. en van 20u. tot 22.30u. Er waren 30 deelnemers met 167 werken en Degas had er 10 laten plaatsen, waaronder De balletklas. Het doek van Claude Monet "Impression, soleil levant", uit 1873, zou aanleiding worden tot de beroemde spotnaam "impressionisten". In 1876 werd de tweede expositie gehouden, met 19 deelnemers en 252 werken, in de rue Le Pelletier. Degas was er met 24 tekeningen en schilderijen. Hij zou verder blijven deelnemen tot en met de zesde expo, in 1881. Bij de zevende was er ruzie in het straatje en nam hij niet meer deel. Intussen was een eerste doek van hem door een museum aangekocht, in 1878. In 1883 organiseerde de bekende galerist Durand-Ruel ineens twee tentoonstellingen, een in Londen en een in New York, waaraan Degas deelnam. Op de achtste en laatste expositie van de impressionisten, in 1886, presenteerde hij toch nog eens 15 van zijn werken. Hij kreeg zijn enige solotentoonstelling bij Durand-Ruel in 1892. Intussen had hij ook al zijn reputatie gevestigd als uitzonderlijk sfeerschepper van vrouwelijke naakten in talloze intieme typeringen, veelal gecreëerd in pasteltekeningen. In 1909 werd werk van hem tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling van Parijs. Sinds de Parijse Commune had zich echter een oogaandoening gemanifesteerd. Ten gevolge van de erge verzwakking van zijn gezichtsvermogen, leefde hij teruggetrokken en begon hij te beeldhouwen. Weer ontstonden tientallen beelden van balletdanseresjes. Soms kregen de beeldjes zelfs kleding aan.
    Tussen 1909 en 1911 staakte hij, vrijwel blind geworden, elke artistieke activiteit. Hij overleed in zijn geboortestad op 83-jarige leeftijd.
    De schilderkunst van Degas behoorde tot het impressionisme en realisme. Degas was de meest tegendraadse, nog onafhankelijker dan Manet, de minst impressionistische onder de Franse impressionisten, zo wordt Edgar Degas door menig recensent ervaren (bron?). Hij noemde zichzelf "realist"





    19-07-2018 om 08:41 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-07-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 18 juli 1925 mein kampf

     

    18-07-2018 om 08:53 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VANDAAG jaren terug 18 juli 1925 mein kampf

     

    18-07-2018 om 08:52 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!