Het weer is frisjes en bewolkt, ideaal voor voettochten. De tocht, die we in petto hebben, gaat langs rotswanden en diepe kloven en daarvoor moeten we nog wat wachten tot het rotsige pad droog is. We zijn vandaag door de Lubéron gereden langs Bonnieux, Lacoste met de kop van markies de Sade, Ménerbes en Oppède-le-Vieux.
Elk jaar komen we er opnieuw. De Colorado van Rustrel blijft betoveren. De oker kleurt mysterieus. Het is een curiosum. De rode aarde werd gebruikt voor kleurstof voor gasslangen, stenen en uiteraard de okerverf. Via Pertuis zijn we dan terug naar Lourmarin gereden. Vreemd restaurantje in Pertuis!
Het regent in Provence. Zolang de Wc-brillen blijven ronddraaien is er geen probleem. Voettochten op rotsen en smalle bergpaadjes zijn nu niet aan de orde. Dan is de tijd rijp om olijfolie en zeep te zoeken. Olijfolie vonden we in de supermoderne oliemolen van Cadenet. Zie de foto’s ervan. Zeep halen we in Salon-de-Provence, waar we vorig jaar ook waren. Marius Fabre stond in voor de levering. Dan konden we een toertje doen langs Isle-sur-la-Sorgue, Gordes en Saint-Panthaléon. Gelukkig was het licht bijzonder geschikt voor foto’s, beter dan de saaie postkaarten. Aan de voet van het kerkje van St.-Panthaléon liggen sarcofagen van kindergrafjes, vele eeuwen oud.
Vougines is een klein typisch Provençaals dorpje hier in de buurt, mooi genoeg om er naar toe te stappen. Met een lucht vol grauwe wolken was de voettocht vol afwisseling langs wijngaarden, olijf-en amandelbomen. Rozemarijn, tijm en andere kruiden geurden langs het pad. Op zondag is Vougines heel vredig, en de andere dagen ook, alsof er iedereen slaapt. De zolen van de bergschoenen zijn weer wat meer afgesleten en de zondag is mooi volbracht.
Ik heb twee soorten schoenen, brave en stoute. Vandaag heb ik voor mijn stoute en stevige schoenen gekozen. Ik ben alleen naar de Lubéron gestapt richting Bonnieux. Langs een smal en rotsig bergpad ben ik omhoog geklommen. Ik had uitzicht op de vallei van de Durance en de montagne Sainte Victoire. Onderweg ben ik een slang tegengekomen en verder niets of niemand gezien. Het was aangenaam fris boven op de bergkam van de Lubéron. Na 12 kilometer en drie uur stevig doorstappen was ik terug op de camping. En op mijn stafkaart staan er nog een hele hoop van die voettochten.
De wekelijkse markt in Lourmarin is gekend als eens van de kleurrijkste markten van de Provence. Alle straten staan vol kraampjes en de auto’s staan op de voetpaden geparkeerd. Ik denk dat de ganse Lubéron naar de markt in Lourmarin komt.
Het fort van Buoux is een vesting uit de 9e eeuw en was toen een rijke nederzetting met kasteel, kerk en logistieke voorzieningen. De vesting werd verlaten en Lodewijk XIV heeft het fort laten verwoesten. De ruïnes zijn nu te bezoeken. Wat verder ligt Bonnieux als belangrijk dorp in de Lubéron, allemaal in de buurt van Lourmarin. In de verte zien we de Mont Ventoux, nog vol sneeuw! Op de foto’s zien we Diarmuid in zijn koets. Het beest is 13 jaar oud en kan niet goed meer uit de voeten. De zon schijnt en het Provençaalse leven komt op gang.
Camping les Hautes Prairies in Lourmarin biedt veel eigentijds comfort. Het sanitair is modern opgevat en de WC-brillen draaien er rond. Ik was er voor gewaarschuwd door mijn West-Vlaamse vrienden. Er sloeg een motor aan en ik begon een rondje van 360° te draaien. Zo krijgt een mens een compleet zicht op het kampeergebeuren. Met een grijs luchtje vol wolken ben ik met mijn plooifietsje naar Lourmarin gereden voor een vluchtig bezoek. Ik vond er het kasteel en het graf van Albert Camus. Je kent hem wel, de schrijver van La Peste, wereldliteratuur. Zijn graf is verwilderd, misschien het zinnebeeld van de pest. Er is één bakkerij in Lourmarin, een smal deurtje en een winkeltje, waar je maar met één man in kan.
We zijn in Lourmarin aangekomen. Lourmarin is een dorp in de Vaucluse in de Provence, aan de voet van de Lubéron. De installatie op camping “Les Hautes Prairies” is met zorg gebeurd. Simpel was het niet, omdat er een sterke wind staat. De Mistral doet zijn best. Hier blijven we een reeks dagen. De voortent staat goed vast. Het Provençaalse leven kan beginnen.
Bourg-St.Andéol, een stad in de Ardèche aan de poort van de Provence. Bourg-St.Andéol ligt aan de Rhône. Het is een leuk stadje vol animo, al valt er op tweede Paasdag weinig te beleven. We blijven er maar een nachtje, want morgen doen we onze laatste etappe naar de Provence, naar Lourmarin, nog 120 kilometer te rijden. In Bourg-St.Andéol staan we op camping Lion, een immens park vol bomen en aan de Rhône gelegen. Momenteel is het er rustig, maar in het volle seizoen is de helft van Nederland hier.
We zijn door Bourgogne gereden van noord naar zuid, ruim 250 kilometer. Momenteel zitten we in het departement Loire in Balbigny. De camping “La Route Bleue” kennen we van vorig jaar. De plaatsen zijn ruim en het is er rustig. De meeste toeristen vereenzelvigen de Loire met de kastelen westwaarts van Parijs. De Loire is hier nog jong en kronkelig maar wordt verder breed en statig. Het is de langste rivier van Frankrijk. Vlakbij zijn de Gorges de la Loire met de barrage van Villerest. Daarom ook is de Loire onbevaarbaar. Morgen trekken we verder zuidwaarts, naar Bourg St-Andéol aan de Rhône.
Hoe draai je een sluis open? Je klimt simpelweg uit je schip en draait aan een van de zwengels om een deurtje te openen. Let wel op dat je aan de goede kant staat. De foto hierbij is genomen aan het kanaal van Nivernais. Ik ben een vroege vogel. Om alle lof aan deze eigenschap toe te schrijven, ben ik in de vroege ochtend gaan fotograferen. Merry-sur-Yonne met de bergwand Saussois krijgen er een idyllische indruk van.
Bourgogne! We staan twee dagen in Merry-sur-Yonne. Zie maar naar het kaartje waar het puntje van mijn pijpenkuiser staat. Vorig jaar waren we hier ook. De camping is bijzonder rustig, weg van alle verkeer en drukte. De dichtste winkel bevindt zich op 20 kilometer. Maar de camping biedt alles. Hij wordt gerund door een paar jonge Engelsen, heeft een puik restaurant en een winkeltje, waar we brood vinden. Drie uur ben ik bezig geweest met het vruchteloos vinden van een televisiebeeld via de satelliet. Bleek dat de twee jaar oude ontvanger het begeven heeft. Gelukkig heb ik nog een oud ontvangertje, dat nu terug dienst doet. We kijken nu naar de Duitse zenders. TV-Vlaanderen hebben we niet, maar dat is geen ramp. Vlaanderen zal ons niet missen.
We zijn aangekomen in Châlons-en-Champagne. Het was een ritje van 350 kilometer langs Gent, Oudenaarde, Ronse, Leuze, Mons, Maubeuge, Avesnes, Vervins en Reims. De zon doet haar best en we maken ons klaar voor een rustige avond. Morgenvoormiddag gaat de trip naar Bourgogne, naar Merry-sur-Yonne, slechts 200 kilometertjes.
We zijn binnenkort weer op stap. En het zal lang duren vooraleer we terug gras zullen maaien in Beveren. Bea, Marc en Diarmuid vertrekken via Bourgogne naar Provence. Het worden rustige dagen met liefst weinig kilometers. In de planning staat dat we enkele dagen Bourgogne aandoen en dan doortrekken naar de Vaucluse in Provence. We hebben een camping in Lourmarin gecontacteerd. Ongeveer tien dagen zullen we er blijven. Na ons avontuur in Provence trekken we westwaarts naar de Finistère in Bretagne. De afstand is 1.200 kilometer. We gaan twee weken nemen om die afstand te overbruggen. In Bretagne blijven we twee maanden, zoals vorige jaren. Dat maakt dat we pas begin juli terug thuis zullen zijn. Tot hier onze planning in een notendop. Maar eerst komt Bourgogne aan de beurt. De eerste rit is er eentje van 350 kilometer naar Châlons-en-Champagne, net nog geen Bourgondië dus. Autowegen met tol hoeven we niet te nemen want we zijn met pensioen.