Brest is een grootstad met hels verkeer en immens uitgestrekte wijken. Ik ben er vandaag naar toe gereden met de autocar voor 2 euro. Brest is een grauwe stad. WO II heeft veel verwoest en de wederopbouw is erg slordig georganiseerd. Wie echter moeite doet om vele kilometers te lopen, kan toch een aantal bezienswaardigheden in de stad ontdekken. Zo is er de haven, de kazerne van Napoleon Bonaparte, de militaire haven en uiteraard zijn er de winkelstraten. Ik voelde me er als een boerke van Landéda tussen al de reclamepanelen, appartementsgebouwen en druk doorgangsverkeer.
Wie er vroeg bij is, kan profiteren van een mooi stuk natuur: de mist die over de zee en het land hangt. Straks zal het toneel in een paar minuten totaal veranderen. Het gaat heel snel, wanneer de zon het haalt van de mist.
Vandaag werd onze nieuwe caravan officieel ingehuldigd door een Duitse, Nederlandse en Vlaamse delegatie. Meer Europa zat er niet in. De Champagne vloeide rijkelijk in de plastieken glazen. In plaats van oesters als hapje werd Bretoense taart met slagroom gedegusteerd. Mijn toespraak in het Duits ging over “Die demographische Wirksamkeit des Kampieren von Mittelalter bis Heute”. Op die manier breng ik nog wat cultuur en geschiedenis in het recreatieve leven: de studie van het kampeerleven vanaf de Hunnen tot in de 21ste eeuw. Na mijn voortreffende lezing ging Bea de taarten verdelen. Gelukkig was Arlette er bij als oud wiskundelerares om een ronde taart exact te verdelen in segmenten, zodat iedereen een even groot stuk kon bekomen. Met de stelling van Pythagoras en de waarde van π kon Bea de klus aan met dank aan Arlette.
Teneinde de kennis van de lezer te verrijken, beschrijf ik hier hoe het met de cultuur van de oester er aan toe gaat. Oesters worden gekweekt in oesterbanken. Na een aantal jaren zijn zij rijp voor de consumptie. Zij worden geplukt en naar bakken vervoerd, waar zij permanent vers zeewater krijgen, om zand en andere ongemakken weg te spoelen. De klant koopt ze per dozijn. Het openen vereist enige ervaring. Bea en Daniel hebben er geen probleem mee. Je eet oesters ofwel rauw met een beetje peper en/of citroen, of je kan ze eventjes in een warme oven zetten om ze dan met een sausje op te dienen.
Gisteren hadden we weer een ferme muziekavond. Het vierkoppig orkest “On fait c’qu’on veut” speelde evergreens en hits uit de jaren ’60, uit mijn tijd dus. Helaas laat deze blog geen muziek toe, want dan had ik de lezer mee laten genieten. Het was een avond wegdromen in rock-and-roll, franse chansons en vervlogen rockmuziek. Directeur Hubert zingt ook (zie onderste foto) en had weer zijn best gedaan om muziek van professioneel niveau binnen te halen, en altijd gratis voor ons als campinggasten.
Bea moest dringend naar de coiffeuse. Bij het plukken van algen zag ze het verschil niet meer tussen de slierten algen en haar eigen haar. Op de camping komt de kapster op afspraak en zo gezegd, zo gedaan.
Nu er toch weinig nieuws te rapen valt, geef ik een lesje aardrijkskunde. We zitten in Bretagne, in het departement Finistère (het einde van de wereld), in het gebied dat “Les Abers” wordt genoemd. Les Abers is ongeveer zo groot als het Waasland. Een “aber” is een inham die de zee neemt in het land, dus geen rivier of estuarium, want er is geen bron. Het is de zee die het land inwaarts trekt. Er zijn drie abers: de Aber Ildut, de Aber Benoît en de Aber Wrac’h. Ildut is de meest zuidelijke en behoort eigenlijk niet tot het “abergebied”. Foto’s van de Aber Wrac’h heb je al gezien en Aber Benoit zie in de foto’s hierbij en je zal er nog veel meer zien. Industrie in les Abers is er nauwelijks. Er staat geen enkele fabrieksschoorsteen en er zijn geen industriële gebouwen, zoals wij die in Vlaanderen kennen. Als er al sprake is van enige industrie, dan gaat dit over de verwerking van de algen, die in de zee gewonnen worden. Met een “skoubidou”, een soort metalen spin, worden de algen opgevangen, zoals wij spaghetti eten met lepel en vork. Algen worden verwerkt tot dierenvoeding, cosmetica en voedingssupplementen. Tewerkstelling in Les Abers is een rariteit, want buiten kleine zelfstandigen en lokale ambtenarij is er nauwelijks iets, al zie je hierbij een foto van de oesterbanken. Les Abers is dus voornamelijk een woongebied, waar vele inwoners zich voor het werk verplaatsen naar Brest. Brest is een grootstad, maar niet de hoofdstad van het departement Finistère, om politieke redenen. De lucht is hier zuiver in de Abers en in de dorpen is het vredig slapen, omdat er nergens fabrieksgeluiden of rookwalmen zijn. Er is geen uitgaansleven en enkel de visrestaurantjes trekken toeristen aan met hun vaste menu’s.
Hier staan er twee foto’s van het groepje dat gisteren de zee ingetrokken is om algen te plukken. De monitrice heeft goed uitgelegd wat eetbaar is. De lessen zijn gegeven, de algen zijn verwerkt en zitten nu in glazen bokalen. Ze zullen naar België meereizen en dan ergens diep in een donker hok verder rijpen of voor vele jaren verdwijnen. Arlette en Daniël, twee fiere West-Vlamingen, zijn ook toegekomen. Eindelijk kan ik weer mijn West-Vlaamse roots bovenhalen en mijn geliefde taal beoefenen. West-Vlaams is niet zomaar één taal, er zijn er immers twee: het continentaal West-Vlaams, dat gesproken wordt in Kortrijk, Anzegem en Tielt, en het maritiem West-Vlaams, dat je hoort in Brugge, Oostende en Veurne.
Mercedes Camions heeft zijn werk goed gedaan. Mijn haar komt niet meer recht omhoog, dus geen statische elektriciteit meer. En het vertaalwerk is ook begonnen. Voor de Duitstaligen bel ik dan in het Frans naar de dierenarts of naar een restaurant. De dierenartspraktijk kent mij ook al en ze weten dat ze me mogen opbellen voor een Duits hondje, dat niet in het Frans kan blaffen. Der Anton aus Tirol is ook aangekomen en het hondje is super enthousiast. Ook is Herr Fritz uit Schwaben aangekomen. De bende is bijna compleet. Het is elk jaar een blij weerzien van bekenden. Bea heeft haar oogst binnengehaald: ettelijke kilo’s algen uit de zee. In de namiddag was er kookcursus. Ze hebben er geleerd hoe je algen in de keuken kunt gebruiken. Onze caravankeuken staat nu vol met glazen potten vol heerlijke en welriekende algen. We hebben alweer een paar euro bespaard door ons eten uit de zee te halen.
Bea is klaar voor de zoektocht naar algen in zee. Met de monitrice gaat ze de zee diep intrekken. Het is "la grande marée" en dan kan je vele kilometers ver de zee intrekken, uiteraard rekening houdend met de getijdentabel. Indien ze ooit nog terugkomt, dan zal zij beladen zijn met groene slingers en krokodillenvellen. Dan moeten die dingen drogen en bewerkt worden. Ik trek me er geen snars van aan en laat alles over aan de creativiteit van Bea. Wordt vervolgd.
En dan moet ik naar de Mercedes garage in Brest, niet naar de gewone Mercedes garage, maar deze van de vrachtwagens en autobussen. Ik had een email ontvangen voor een terugroepactie, waarin stond dat alle Mercedessen Vito een bijkomende aarding moeten krijgen. Anders zouden de airbags zonder reden kunnen afgaan. Nu ja, zo’n opgeblazen airbag is nog niet zo erg als in een overvolle autobus met je neus tussen welgevormde borsten van de dames gekneld te raken. Dieter uit Württenberg en Theobald uit Bayern zijn ook aangekomen. Straks is de club compleet. We vertellen moppen in het Duits en de afwas duurt daardoor langer dan normaal. Morgen gaat Bea met de Bretoense lerares de zee in om algen te verzamelen. Het is dan dood tij en dan kan ze vele kilometers ver de zee in trekken, waar de algen welig tieren.
Alim Corto en Ana Ka, twee zangers van formaat, hebben de zondagavond vol gezongen. Ana was onlangs de “voice” van Frankrijk. Zij haalde haar roem in Parijs. Haar stem klonk dus welluidend door de zaal. Mocht Eddy Wally nog in leven zijn, dan had hij het “geweldig” gevonden. Beiden zongen chansons in het Frans en het Engels. Heel leuk, ook omdat het gratis was. Zo zullen we binnenkort nog een hele resem optredens krijgen van chansonniers, koren en orkestjes.