De Turbellaria zijn een klasse kleine diertjes die we in het
Nederlands nogal platvloers, platwormen noemen. We vinden ze bij ons in niet al
te vervuilde watertjes (hoewel, waar vind je die nog?) Echt kijken kunnen ze
niet, ze onderscheiden alleen licht en donker, voor hen goed en slecht, maar
dan omgekeerd. Ze schuwen een beetje het licht. Horen, ruiken en de wereld
waarnemen, daar zijn ze te primitief voor. Met hun enkel centimeters lichaamsstrip
(of streepje) glijden ze over bodem en waterplanten op zoek naar voedsel, naar
een slachtoffer mogen we zeggen. Met slechts enkele zenuwstrengen aan de
zijkant reageren ze op aanraking met kronkelbewegingen, de enige
overlevingsstrategie.
Mooi om te zien, mooi om weten dat ze al miljoenen jaren op
dezelfde manier leven. Maar er is toch iets waar ik versteld van sta. Ze zijn
allemaal man én vrouw! Ze hebben allemaal een penis en bij contact met een
soortgenoot moeten ze met hun enkele hersencellen (als we zon ganglion wel
hersenen kunnen noemen?) beseffen dat het moment er aan komt! Want ze gaan de
geschikte opening zoeken en vinden waar hun penis in past, wederzijds!!
En ik loop over van vragen. Hoe weten ze dat het een
soortgenoot is? (Er zijn 3000 soorten bekend.) En geen voedsel? Hoe kunnen
enkele zenuwcellen dat allemaal coördineren? Zou daar genot bij zijn?
In ieder geval, bedenk ik, los van deze platwormen, zijn
er heel weinig hersens nodig voor seksualiteit!!!
Traumadour 12/01/2011
|