Ik ben Ronny, en gebruik soms ook wel de schuilnaam traumadour.
Ik ben een man en woon in Veurne () en mijn beroep is vroeger wel ja.
Ik ben geboren op 28/03/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: De wereld, de mensen, de natuur, de geest....
Waarom een blog?
Communicatie! Het gevoel niet nutteloos zo maar allerlei dingen te denken en te schrijven.
Mijn doel?
Dat mensen mij verstaan en de brug van vooroordelen naar naoordelen durven nemen.
Protest!
Een aantal jaren jong? Geleefd!
Als liefde het resultaat is van oxytocine, dat ons een gevoel van tevredenheid geeft, op voorwaarde dat in de eerste levensjaren de nodige hersenverbindingen zijn aangemaakt (weer onder invloed van oxytocine en zeer belangrijk, bemoedering), dan doet dit nog niets af aan de waarde ervan.
We blijven toch ook culinair eten nu we haast moleculair weten hoe al ons voedsel is samengesteld? Waarom zou een wetenschappelijk geanalyseerd gevoel als liefde dan niet meer echt zijn?
Nee! We weten zelfs (ook wetenschappelijk) dat herhaling noodzakelijk is om dat hormonenpeil op punt te houden.
Als ik even terugkijk, dan is het of alles zich telkens herhaalt. Ik werk mezelf steeds in dezelfde situaties ook al zijn de omstandigheden totaal veranderd. En zelfs het vaststellen ervan komt cyclisch voor.
Rotonde
Mijn leven heeft een kruispunt met zeven wegen,
rondom een grote rotonde gelegen.
De tijd duwt mij in één richting rond,
telkens voorbij elke afslag, voor ik die al vond.
Eén weg, weet ik, gaat terug.
Maar daar ligt die gebroken brug.
Ik kan er alleen de vroegte bekijken,
maar verder niets meer bereiken.
Zes keuzen lonken met plezier,
maar laat ik dan de rest niet hier?
Ik kan geen twee wegen bewandelen
en daarom wacht ik met volop handelen.
Nog een rondje om na te denken
en telkens weer twijfelen om af te zwenken.
Misschien krijg ik nu wel een teken
om de vloek die me bindt te verbreken,
om één weg volop te beleven,
en de rest voorlopig op te geven,
tot ik ooit misschien in een ander bestaan
de verlaten keuzen toch nog kan gaan.
Maar als ik niet één pad beloop
dan is er ook geen hoop
dat er bij de volgende ronde
maar zes wegen meer bestonden.
Als ik de keuze nu niet maak,
dan is het een
verloren zaak,
dan zal karma mij wel leren
dat ik beter eens terug zal keren.
En toch is het moeilijk te verzaken
omdat die andere wegen mij ook blijven raken.
Misschien ! Misschien is dàt de achtste weg
dat ik mijn rotonde telkens wat meer naar buiten verleg?
En de natuur blijft wonderen. Dat de longen van de vogels,
van onze doordeweekse kip, zo ingenieus gebouwd zijn, had ik niet verwacht. Hoe
dikwijls zag ik ze niet uithalen en weggooien door mijn moeder? Nu doet men dat niet meer zelf, maar
het gebeurt, en met dezelfde onachtzaamheid over dat wonder van
vindingrijkheid.
Kort: als een vogel inademt gaat er lucht in achterste
voorraadzakken (soort airbags) en van daar stroomt die lucht continu door de longen naar de voorste
luchtzakken, niet onderbroken door het in en uitademen, vanwaar de verbruikte
lucht weer uitgeademd wordt.
Wat is de winst? Continue doorstroming veroorzaakt door een
discontinue beweging. Met een veel beter rendement dan bij ons. Niet in en uit
de longen, maar door en door. Een beetje te vergelijken met een doedelzak, die
ook continu muziek kan blazen, maar dan met één opening. En door dat hoge
rendement kunnen vogels zelfs vliegen waar wij met moeite nog kunnen leven (op
6000m).
Maar de natuur is opportunist ook. Die volle luchtzakken
maken het soortelijk gewicht van de vogel kleiner en geven hem daarnaast nog
een goede luchtkoeling. En dan het zingen nog!
Dat roze stukje vlees dat niet goed was, of hoogstens voor
de kat.
-Mijn naam is Valeer, maar ze
noemen mij Val en ik woon in 109 sedert verleden week.
-Ja.
-k Ben nieuw t Is hier
goed hé
-Soms.
-Gij zijt hier al langer
zeker. Ge zult het dan wel beter weten dan ik.
-Hm.
-Mag ik een keer iets vragen?
-t Is te zien.
-Allé, als t je stoort moet
je t zeggen. Maar omdat ik nieuw ben en gij zit hier zo op die bank in de
tuin Schone tuin anders, dat had ik thuis niet Trouwens al dat werk van het
onderhoud, ik mag er niet aan denken. Maar wat ik wou vragen
-Ne mol!
-Hoe Ne mol!?
-Daar, rond dees uur maakt
hij nen nieuwen hoop.
-Ah! Daarvoor zat je zo te
kijken.
-Hm.
En er valt een stilte. Vier
ogen speuren nu naar mogelijke beweging van de tuinbodem.
-Vandaag nie.
-Wat? Vandaag nie?
-Geen molshoop Teveel
lawaai.
-Wilt ge zeggen dat ik teveel
lawaai maak? Ik wou je alleen wat vragen.
-Doe maar.
-Wel, wat ik vragen wou
-Dat heb je al gezegd.
-Jamaar Allee , ben je
hier al lang.
-Ja.
Weer stilte. Valeer zet zich
neer. Tracht nog te vinden waar de mol verwacht werd.
-Hoe is jouw naam? Want we
zijn eigenlijk nog niet deftig voorgesteld hé.
-Martijn. Tijn als ge wilt.
-Hoe lang zit je hier
eigenlijk al?
-Van vier uur Ze steken rond
vijf uur.
-Nee. Ik bedoel in het
rusthuis en welke kamer heb je?
Martijn recht zich van de
stok waarop hij leunde.
-Gij vraagt veel.
-Sorry. t Zal
beroepsmisvorming zijn zeker. Leraar geweest, en je kent dat altijd ondervragen
hé. Maar we moesten ook altijd weten wat de leerlingen kunnen en willen. Oog
hebben voor niet uitgesproken gebeurtenissen noemde ik dat altijd. Was ik heel
goed in. Dus als ik teveel vraag, zeg je het maar hé.
-Ja. Vier.
-Zit je in kamer vier, dat
moet in een andere vleugel zijn?
-Nee! 111 sedert vier jaar.
-Ha, dan zijn we buren en dan
gaan we mekaar dikwijls zien en kunnen we regelmatig een praatje maken. Kom
gerust eens bijmij binnen. Ik heb nog
wat koekjes en een halve fles (weggestopt). Van mijn zus gekregen, ja die is
tien jaar jonger en die wil voor mij zorgen als voor een oude vader. Niet dat
dat nodig is, want ik heb alleen die slechte hand sedert mijn trombose. Maar
voor de rest functioneert alles nog. Haha. Maar ik denk dat ze wat compassie
heeft omdat ik nooit getrouwd ben geweest.
-Ik ook.
-Wat ook?
-Nooit getrouwd maar wel .
-Samengewoond?
-Niet echt Ze kon niet
kiezen!
-Wat dat je nu zegt? Ik heb
juist hetzelfde meegemaakt. 23 jaar kennis gehad en geteerd op altijd
uitgestelde beloften. Ze ging er altijd serieus over nadenken. Maar t is er
nooit van gekomen. Maar ja ik mocht wel drie keer in de week . allee je weet
wel hé
-En nu?
-Nu? Alleen herinneringen. Ze
is gestorven. Zes jaar al en k ben het nog niet gewoon, die maandagen, die
woensdagen en die vrijdagen. Ik noemde haar altijd mijn kwartbed. Je verstaat
wel hé, de helft van de helft van je bed? Haha! Maar ze kon er goed mee lachen.
-Ook zes jaar?
-Waarom zeg je ook? Was het
bij jou ook zo misschien?
-Ja! Maar dinsdagen! En
donderdagen! En zaterdagen!
-Had jij ook zon halve
relatie? Das straf! Ik dacht dat wij uniek waren, dat er geen tweede zon
koppel bestond als Albertine en ik. Ik noemde haar altijd Tijn of Tijntje.(ook
toevallig) Maar dat was eigenlijk haar tweede naam. De eerste was
-Valerie!
-Hoe Valerie? Hoe weet gij
dat?
-Altijd gedacht! Maar met ne
schoolmeester, dat toch niet!
-Was jou ook een
Albertine?
-Nee! Niet één, maar de
Albertine Valerie Van Delen!
-Van Delen? Mijn deeltje?
Mijn Tijntje?
-Ja.
En daar zaten ze. Samen . Val
en Tijn. En dachten samen aan hun vervlogen halve jaren met Tijn of met Val. En
ook aan die lege zondagen!