Niet zo heel lang geleden was ik voor een tijdje ergens ver weg van de bewoonde wereld. De gsm deed het niet, en een telefooncabine was nergens te vinden. Enkel via de postwegen was verbinding mogelijk, maar het systeem was zodanig ingewikkeld dat er weken en maanden overheen gingen vooraleer de respectievelijke correspondentie ter plaatse aankwam.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zelden heb ik me zo eenzaam gevoeld. Het inspireerde me tot het schrijven van gedicht waarbij ik vooral dacht aan alle eenzamen.
Mensen die om de een of andere reden onthouden worden van schriftelijk contact maar niettemin er sterk naar verlangen.
Ik dacht daarbij, aan frontstrijders, families die om politieke redenen uit elkaar gerukt zijn, weeskinderen, bedlegerigen, gevangenen, ouderen in rusthuizen. Kortom, aan allen die nood hebben aan een opmonterend woordje.
EEN BRIEF
Een brief is weinig en toch veel, met een komma hier en daar,
opgevuld met emotionele woorden, met daarachter een punt.
Woorden achter elkaar aansluitend als een gebaar,
met herspringende zinnen door de pen gerund.
Men zet kommas om het finaal punt te vermijden.
Een beetje twijfel, een beetje hoop, een beetje lijden
Een gevecht tegen verbittering, of een reden tot blijdschap
Een uiting van liefde, van vriendschap, of gewoon een boodschap
Een brief is de zon die de nacht verdrijft
als woorden je hart raken in dierbaarheid,
als een zin voor eeuwig in gedachten blijft,
als een punt geen einde stelt aan menselijkheid.
Een woord van begrip, van vergiffenis of medeleven
Een zin van beminnelijkheid, of van vertrouwen geven
Men zet een dubbelpunt om aandacht op te eisen,
een uitroepingsteken om naar het belang te wijzen
En, als men er zijn hart in bloot geeft,
als elk woord met een glimlach wordt beleeft,
wordt elk komma of een punt een nietigheid
en een zin met een vraagteken, een kleinigheid.
©Firmin
|