Met schoonheid kan men alle kanten uit. Wie of wat schoon is voor de enen, kan minder in de smaak vallen van de anderen. Schoonheid is echter zeer relatief. Met een paar rijmpjes gaf ik er een eigen versie aan.
De onwetendheid van de jeugd is onschuldig. Als kind, als opgroeiende teenager, en zelfs aan het begin van onze volwassenheid beelden we ons allerlei dingen in die zelden worden bereikt in ons verder levensbestaan. Gaat het niet zoals we ons voorgenomen hadden beloven we stellig daar verandering in te brengen. Meestal zonder resultaat. Je kan het zowat vergelijken met de loze beloftes die we ons jaarlijks opleggen bij de overschakeling van oud naar nieuw. Hoeveel rokers zweren niet bij hoog en laag bij aanvang van het nieuwe jaar te stoppen met roken? Hoeveel mensen beweren niet bij oudejaarsavond hun uitgaven drastisch te zullen verminderen? Zelfs weinigen slagen er daadwerkelijk in hun goede voornemens waar te maken. Zelf overliep ik mijn leven, en ondanks ik meestal erin slaagde een wending ten goede te geven aan mijn levensweg stel ik vast dat mijn inspanningen me bitter weinig respect hebben opgebracht. Vandaar onderstaand gedichtje.
DOOR DE JAREN HEEN
Ik was er 20, en zou de wereld verslaan,
alle wegen zouden voor me opengaan.
Ik zou gaan trouwen,
een nestje bouwen.
Carrière maken, succes nastreven,
een gelukkige toekomst beleven.
Ik werd er 30, vele dromen al vervlogen,
weinige wensen uitgekomen.
Luchtkastelen bouwen,
zoeken naar zelfvertrouwen.
In tweestrijd met de realiteit,
geen oog voor de werkelijkheid.
Aan mijn 40, nog altijd niet geleerd
had zowat van alles geprobeerd.
Mezelf voorgelogen,
mezelf bedrogen.
Vrienden werden schaars, familie werd vergeten,
niet luisterend naar mijn geweten.
Aan mijn 50, had ik begrepen, zou het veranderen,
zocht mijn fouten niet meer bij anderen.
Een knagend geweten,
waarden te zijn vergeten.
Verbittering maakte plaats voor liefde, domheid voor wijsheid.
Een nieuw mens was geboren, een hart vol blijheid.
Echte liefde is onsterfelijk! Wie het daar niet mee eens is, heeft nog nooit echt lief gehad. Wie dolverliefd is verondersteld dat deze liefde wederkerig is, en dat er hem of haar niets kan overkomen. Het kan aldus gebeuren dat je te laat gaat beseffen dat de liefde die je voor hem of haar voelt slechts eenzijdig is, met als gevolg dat je er onnoemelijk zwaar gaat om lijden. Uit deze gevoelens is onderstaand gedichtje ontstaan.
NAÏEF
In de fout gaan, en toch ontzettend liefhebben
Even haar vergeten, je zinnen op wat anders zetten
Geen aandacht aan haar schenken als ze zit te zeuren
Denken, ze houdt van me, er kan me niets gebeuren
Zomaar onooglijke dingen waar je niet bij stil staat
Dagelijkse dingen die niemand schaadt
Je denkt, een zonde is het niet, ze heeft me immers lief
Een gedachte in onschuld, maar o zo naïef!
Te laat ga je beseffen hoe onecht en broos haar liefde is
Slechts opgebouwd met mooie woorden zonder betekenis
Zelfvoldoening en zelfbehoud, de drijfveer van haar bestaan
Dromen zijn slechts dromen. Ik weet het, maar soms voel ik me er zo goed bij dat ik ze voor werkelijkheid neem, en de werkelijkheid liefst zou willen beschouwen als een nare droom.
Ik ben niet, wat je kunt noemen, een overtuigd gelovige. Om heel eerlijk te zijn, geloven in het bovenmenselijke was niet aan mij besteed. Je kan het des gewild in het belachelijke trekken, mijn koude kleren raakt het niet, maar een feit is zeker, mijn zienswijze is danig veranderd. Neen hoor, mijn geloofsfilosofie is verre van aangetast, doch van één ding ben ik thans overtuigd: ergens waar dan ook- is er iemand die over ons waakt. Noem het God,het blijft me gelijk, maar wie het ook mogen zijn, ons lot ligt in zijn handen, en die overtuiging ben ik nu wel toegedaan! Misschien kinderlijk naïef, doch in dank voor mijn bestaan, schreef ik met oprechte gevoelens onderstaand gedichtje neer.
Het is niet altijd gemakkelijkte zijn - en te blijven - wie je bent.
Wil je de kerk in het dorp houden is het je dikwijls aangeraden de ander naar de mond te spreken en te doen alsof. Natuurlijk is dat een beetje hypocriet, maar wat wil je, we leven nu immers in een maatschappij die ons bitter weinig alternatieven aanbied. Uiteraard sluit het niet uit dat je kan neerpennen wat je met woorden niet gezegd krijgt.
Vandaar dit korte gedichtje.
IK BEN WIE IK BEN
Ik ben wie ik ben .
Broer van mijn broers
Broer van mijn zussen
Vader van mijn kinderen
Kind van dezelfde ouders
Hetzelfde bloed in een ander lichaam
Ik zoek geen familie, ik ben familie
Ik zoek geen vrienden, ik ben een vriend
Ik zoek geen vriendschap, ik geef vriendschap
Ik ben wie ik ben, en niet hij die je achter me zoekt
Over vriendschap worden er veel lovende woorden geschreven. Zou het allemaal echt zijn zoals met de pen beschreven, zou de wereld een paradijs zijn met haast niets anders dan engeltjes. Ik heb er andere gedachten over. Uiteraard hecht ik enorm veel belang aan vriendschap, maar opgedane ervaringen hebben me wat dat betreft zeer sceptisch gemaakt. Van daaruit onderstaan gedicht.
INGEBEELDE VRIENDEN
Ik vroeg niet veel, geen wederdienst noch erkentenis.
Een vriendelijk woord volstond als bedankenis.
Was het nodig, stond ik steeds klaar om te helpen,
mijn vrienden hun problemen door dik en dun te verhelpen.
Arm of rijk, van lage of hoge stand,
een vriend reik je steeds de hand.
Het was een principe dat ik hoog aansloeg,
met fierheid hoog in mijn vaandel droeg.
Schaamte noch vernedering konden me deren,
mijn vrienden tegen laster te verweren.
Thans heb ik duidelijk begrepen,
wat ik al jaren lang had moeten weten,
dat vriendschap slechts een vaag begrip is,
opgevuld met mooie woorden zonder betekenis.
Zulke vrienden zijn gewoon een illusie,
ontsproten aan de pen zonder verdere discussie.
De werkelijkheid is minder mooi, minder evident.
Trouwe vrienden zijn zelden gekend.
Ja, als alles op wieltjes loopt zijn er geen zorgen,
en blijft de vermeende vriendschap vredig opgeborgen.
Komt echter de nood aan de man dan wordt het andere koek,
en ben je soms dagen en weken lang op zoek.
Op zoek naar die ene vriend waarop je had geteld,
in wie je jouw vertrouwen had gesteld.
Neen, ik heb het hier niet over hulp bij de verhuis,
of over financiële probleempjes bij je thuis.
Die vrienden zijn er wel te vinden,
althans, voor zover ze zich aan niets hoeven te binden.
Maar wat gezongen als je in een diepe zit,
als je moreel wordt gekraakt tot in het zenit,
als oneer onterecht over je hoofd wordt uitgegooid,
als roddel lasterlijk op de stoep wordt uitgestrooid?
Vindt je dan ook nog die trouwe vrienden naast je staan?
Die zogezegde echte vrienden die voor jou door een vuur gaan?
Vrienden die niet te verlegen zijn om schaamte en trots te negeren
en bereidt zijn te bewijzen hoeveel ze je waarderen?
Of blijven enkel zij over, deze van de vele mooie woorden,
geschreven in alle talen, verspreid in alle oorden?
Zij, die vrienden van de zorgeloze dagen,
te zelfbehouden om je te helpen, hun eer erop te gewagen!
Dergelijke vrienden vindt je op elke hoek van de straat,
bij hen kom je welgelegen, kom je nooit te laat.
Helaas, de waarheid komt soms dodelijk zwaar aan.
Alleen echte vrienden, blijven in alle omstandigheden naast je staan.
Ik kan er nu om huilen, ik was een aartsdomme vent,
gedacht te hebben zulke vrienden te hebben gekend.
In een mensenleven kan veel gebeuren. Zowel het goede, als het kwade maken er deel van uit. Bewust of onbewust, het kan je allemaal overkomen. Hoe oprecht het ook mogen zijn, spijt komt meestal te laat. Blijft nog slechts de hoop ooit vergiffenis te worden geschonken.
Hieronder een passage uit mijn leven waar ik niet fier op ben, doch ondanks naderhand bewezen onschuld, verloor ik er tijdelijk mijn vrijheid door, en werd alle hoop op een gelukkige toekomst met de vrouw van mijn dromen definitief verbrijzeld.
VERLOREN VRIJHEID
Hemel, blauw, grijs of grauw,
ik zie je niet, ik die zoveel van je hou.
Waar zijn de vogeltjes gebleven,
waar naartoe is alle leven?
Waar ben jij, lieve schat,
jij, die ik zo vaak in mijn armen had?
Onze dromen, jij mijn zonneschijn,
thans bedolven onder striemende pijn.
Hoop op toekomst, op eeuwig geluk,
verdwenen, begraven, voor altijd stuk.
Ver van jou, verjaagd uit je hart,
innerlijk verscheurd, ontroostbare smart.
Vuile muren, ellende om me heen,
smorgens, savonds, elke dag keer op keer.
Verdriet om wat er was, niet meer komen zal.
Vergeten, uitgewist, begraven in het diepste dal.
Verbannen uit je geest, je ziel, je bloed,
voor immer, voor altijd, voorgoed.
Mijn zonnestraal, mijn engel, mijn levenslucht,
voor eeuwig mijn geliefde, mijn laatste zucht.
Ik zie je, ik voel je, en toch ben je er niet.
Enkel een gebroken hart, een onmetelijk verdriet.
Was me ware liefde en twijfel gegund,
niets zou zijn verloren, had anders gekund.
Echter, alles is thans voorbij, voorgoed gedaan.
doch, in mijn hart blijf je voor altijd bestaan,
als de dierbaarste vrouw van mijn leven,
aan wie ik nog zoveel liefde had willen geven.
Het heeft niet mogen zijn, berouw komt thans te laat.
k Had beter moeten weten, pleegde op mezelf verraad!
Je hebt zo van die dagen dat je het niet meer ziet zitten. En net dan heb je niemand om je heen om met een opmonterend woordje je gemoed wat op te krikken. Zwaarmoedig zak je neer op een stoel waarbij de zotste gedachten door je hoofd zweven. Wel, zulke dagen heb ik al eens meer. Ik probeer ze dan te verdrijven door het neerschrijven van mijn gevoelens, en al is het niet altijd gemakkelijk, meestal lukt het wel.
Ik weet niet hoe het met jullie gesteld is, maar als ik in een rustig moment de ogen sluit dwalen er allerlei gedachten door mijn hoofd.
Een greep uit die gedachten probeer ik hieronder samen te vatten in enkele overwegingen.
OVERWEGINGEN
Domweg ben ik tot de simpele conclusie gekomen dat de waarden van de mens niet afhankelijk zijn van de huidskleur, maar van het hart.
Hetzij in recht of in onrecht, in gelijk of bij ongelijk, in vrijheid of in gevangenisschap, in liefde of in haat; niets is zo versmachtend, zo wanhopig, zo vernederend, zo verschrikkelijk als zich totaal machteloos te voelen.
Geen wapen dat zoveel schade aanricht dan de tong die roddel en laster verspreid.
Geen daad zo schandelijk, geen woord zo kwetsend, geen ellende zo groot, geen verdriet zo diep dat niet kan overwonnen worden door ware liefde.
Ware liefde verzet bergen, opent alle deuren, overwint alles
Niets zo edel, zo bewonderenswaardig en zo moedig als het schenken van vergiffenis.
Vergiffenis schenken siert de mens, plaveit de weg naar innerlijke vrijheid, en opent de poort naar rede en vrede.
Als ik om me heen kijk zie ik veel ellende, armoede en verdriet. Als ik mijn ogen sluit voel ik me daaraan medeschuldig. Niet wetend waarom, maar juist daarom!
Als ik de wereld zou kunnen verbeteren zou ik beginnen met mezelf, en pas de ogen terug openen als ik zonder schaamte om me heen kan kijken.
Een lieve dame deed me een mailtje met de vraag: Waar vind je de mooie fotos op je blog? Zijn die hier getrokken? Zijn die gedichtjes van jou?
Een beetje stuntelige vragen, doch heel vriendelijk gesteld.
Als geboren naïeveling verraste het me dat er mensen zijn die interesse betonen voor oorsprong en omgeving van wat ik invoeg op mijn blog.
Als welopgevoede jongeman beantwoorde ik uiteraard het mailtje.
Weliswaar met een humoristische ondertoon, doch correct.
Om eventueel andere geïnteresseerden te genoegen, graag deze beknopte verwijzing: de fotos zijn eigen kiekjes, doorgaans gefotografeerd in de Belgische Ardennen, en tijdens mijn buitenlandse reizen in Frankrijk, Spanje en Italië.
De gedichtjes en filosofische bedenkingen zijn eigen werkjes. Trouwens, al wat ik schrijf bedenk ikzelf, wat niet uitsluit dat ik soms tracht inspiratie op te doen door gebeurtenissen die me nauw aan het hart liggen, of naar aanleiding van werken van geëerde letterkundigen en wetenschappers. Inspiratie zoek ik ook regelmatig op bij mensen die niet door het noodlot gespaard bleven. Ik heb namelijk de neiging me te interesseren aan mensen waar doorgaans weinig aandacht aan besteed wordt. Bijvoorbeeld uitgestotene van de maatschappij, waarbij o.a.: Landlopers, aan hun lot overgelaten jongeren, ex-gevangenen, wanhopigen enz. Kortom, mensen die nood hebben aan een opbeurend gesprek en zich niet te min voelen hun belevenissen uitvoerig te vertellen.
Mijn gedichtjes steunen ook deels op eigen ervaringen. Het zijn uiteraard geen meesterwerken, maar het plezier ze te schrijven vult dat gemis op met veel vreugde.
Dat was het dan. Hopelijk doe ik hiermee sommigen plezier en behoud ik het genoegen van vele bezoekjes te mogen blijven genieten.
In een leven kan een mens dikwijls verliefd worden. Dat kan variëren tussen kalverliefde en intens verliefd worden. Ik weet niet hoe het met jou gesteld is, maar mij is dat meermaals overkomen. Doch, niettegenstaande elke keer dat ik verliefd werd het gemeend was, blijft er één liefde bovenuit steken: de vrouw van mijn leven! Helaas voelde ik dat pas sterk aan toen ik haar door eigen domheid verspeelde. Hoewel ik vrees dat gedane zaken zelden keer krijgen wijde ik er niettemin toch onderstaand gedichtje aan.
Staat er een grens op liefde als de jaren beginnen door te wegen? Ik geloof het niet. Van zodra ik even wegdoezel in het verleden word mijn hart opnieuw beroerd door het verlangen haar in mijn armen te nemen zoals weleer. Een intens gelukkig gevoel, maar, al klinkt het paradoxaal, ook een heel triest gevoel door het besef dat wat ooit was, nooit meer zal zijn.
Men kan veel over de liefde zeggen en schrijven, maar wat het precies is valt moeilijk te definiëren. Waarschijnlijk voelt elk mens de liefde anders aan en heeft er een eigen versie op. Hoe ik erover denk lees je in onderstaand gedichtje.
LIEFDE
Het overvalt je, je voelt het, maar weet het niet
Het brand, maakt gelukkig, geeft verdriet
Je kan het niet definiëren, geen plaatsje geven
Er zijn geen woorden voor, behelst gewoon je leven
Dat noemt men liefde!
Je gedachten, je gevoel, je ego, je gemoed
Duizenden dingen die je plots anders doet
Je verlangens, je wensen, je streven
Een ommekeer, een nieuw begin, een ander leven
Dat noemt men liefde!
Gekke dingen doen, fluiten in de straten
Kijken zonder zien, in het ijle praten
Zingen, dansen en lachen niet wetend waarom
Treuren, huilen, verdrietig zijn, zomaar alom
Dat noemt men liefde!
Domme dingen doen, oplopen tegen muren
Lopen in de regen, baggeren in de sneeuw, de zotste kuren
Vechten voor haar, tegen jezelf, pijn doen zonder willen
Elke vezel, elke spier in je lichaam voelen trillen
Als je de meesten onder ons geloofd zijn het allemaal doorbrave mensen. Het zijn altijd de anderen die slecht zijn, of verkeerd handelen. Je zou het niet voor werkelijk nemen, en toch is het zo! Op een paar uitzonderingen na kan ik me moeilijk herinneren ooit iemand ontmoet te hebben die zich niet boven zijn evennaaste stelde.
Ik ben natuurlijk voor geen cent beter dan de meesten, toch zat het mij aan het denken, waaruit onderstaande gedichtje is ontsproten.
HYPOCRIET
Ik lieg niet, ik bedrieg niet, ik steel niet
Ik begeer niet andermans goed, ik roddel niet
Ik doe aan geen laster, doe niemand kwaad
Ik ben niet ijdel, niet hoogmoedig, lik niemands baard
Ik ben trouw aan mijn partner, voldoe aan ieders wens
Kortom, ik ben de volmaakte mens!
Ik maak enkel vrienden, voel nooit haat
Ik gun iedereen het beste, neem nooit wraak
Ik huichel niet, spreek steeds de waarheid
Ik vermijd bewust alle ongerechtigheid
Ik ben steeds eerlijk, hoef nooit een correctie
Kortom, ik ben één en al perfectie!
Ik bewandel steeds het rechte pad, overtreed nooit de wet
Ik maak nooit verwijten, ben bij alles opgezet
Ik ben niet egoïstisch, ben steeds hulpvaardig
Ik ben niet vooringenomen, vind alle mensen evenwaardig
Ik doe nooit alsof, maak nooit kabaal
Kortom, ik ben ieders ideaal!
Ik doe nooit iemand pijn, veroorzaak geen verdriet
Ik laat me nooit beïnvloeden, zo ben ik niet
Ik ben er steeds voor vrienden en voor mijn eigen bloed
Ik schenk steeds vergiffenis, mensheids hoogste goed
Ik geloof in de kracht van de liefde, in de kracht van de hoop
Ieder van ons leid zijn leven zoals het hem best past. En dat is best zo!
Voor de enen valt het al beter mee dan voor de anderen, wat eigenlijk betreurenswaardig is. Het gezegde vallen sterkt je is niet zo dom bedacht, althans op voorwaarden dat je verstandig genoeg bent om uit je eigen fouten raad te halen. Wie daarenboven zijn wijsheid opsteekt bij anderen heeft een streepje voor.
Uit eigen ervaring heb ik alvast onderstaande filosofische wijsheid overgehouden.
FILOSOFISCHE WIJSHEID
Wat anderen geloven kan je vermaken
Het kan je helaas ook kraken
Vermijd zinloos grenzen te verleggen
Anders denken is moeilijk uit te leggen
Een leugen gesteld ten goede omvat weinig gevaar
Erop vertrouwen is echter niet aanvaardbaar
Probeer bij tegenslag het tij te keren
Je hebt er in ieder geval alles bij te leren
Recht voor de vuist zijn is zelden een troef
Voor het minste wordt je afgeschilderd als een boef
Eerlijk zijn duurt het langst, maar blijf waken
Altijd schuilt er wel iemand om je af te maken
Wees kritisch op jezelf, geef niet altijd vertrouwen
Wees voorzichtig op wie je denkt een rots te bouwen
Goedheid is een deugd, doch niet altijd aanvaard
Kwade tongen zoeken immers achter alles onraad
Laat je nooit beïnvloeden door derden en ijdelheid
Ik ben Firmin
Ik ben een man en woon in Bastogne (Bastenaken) (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 11/09/1945 en ben nu dus 79 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, schrijven, wandelen, vrijwilligerswerk.
Ik hou van de natuur en neem elke gelegenheid te baat om er op uit te trekken. Mijn belangstelling gaat ook uit naar de ervaring van mensen die, om de een of andere reden, in de knoei geraakten.