10 september. Internationale Zelfmoordpreventiedag.
Zelfmoord voorkomen? Kan niet altijd! Met een ongelooflijke wilskracht willen sommigen écht niet meer bestaan. En niéts kan hen dan weerhouden om hun suïcidale plannen uit te voeren. Niéts kan hen uit de neerwaartse spiraal halen.
Anja was een laatstejaars leerling aan het lyceum. Schooljaar 1996-1997. Elke dag verscheen ze in school met extravagante kleding en provocerende haarsnit. De leerkrachten zaten verveeld met haar gedurfde outlook, maar Anja blééf elke dag haar show opvoeren. Apathisch en geconcentreerd op zichzelf, uitsluitend op zichzelf alleen. Je moet er karakter voor hebben.
Anja deed haar best om op te vallen. Ze wilde zich onderscheiden van haar medeleerlingen en stelde alles in het werk om de aandacht van haar omgeving te trekken. Met haar imago sméékte ze om aandacht. Zonder woorden. Zonder vriendinnen. Tijdens een gesprekje met haar viel me haar enorme doorzettingsvermogen op om een einde aan haar leven te maken. Praten was zinloos. Ze wilde niet praten. Ze wilde niets kwijt over zichzelf, alleen dat ze er niet meer wilde zijn. Vastbesloten en vastberaden. Alsof ze geen raad wist met haar eigen lichaam dat een last werd, dat geen zin meer had, dat teveel was.
Als 18-jarige wist Anja al precies wat ze wilde: niet meer leven! Ze was al een poos vertrouwd met de gedachte aan zelfdoding en daarom kon ze soms 'uitspreken' wat ze van plan was. De signalen die ze uitzond werden aanvankelijk door niemand in school opgevangen. Ook niet toen ze begon te spijbelen. De school noemde het heel deftig 'suïcidale neigingen'. Leerkrachten begonnen zich te moeien met Anja. Te laat. Haar zelfmoordplannen zaten al in een te ver gevorderd stadium. Spijbelen, opvallende kleding en haarsnit, die symptomen waren al veel eerder zichtbaar. De fase van signalen uitzenden, hulp roepen en smeken om aandacht was voorbij voor Anja.
En precies nù haar vastberadenheid het grootst was, werd ze bestookt met gesprekjes, met vragen, met suggesties en adviezen. Veel en veel te laat. Alle acties schampten af op Anja. Flegmatisch onderging ze de bemoeienissen van haar omgeving. Niets kon haar nog raken. Gelaten en gevoelloos liet ze iedereen aan het woord die dacht haar leven te kunnen redden.
Anja had geen dromen meer, geen toekomstplannen, niets. 'Toekomst' had ze allang geleden uit haar leven geschrapt. Waarom dan nog ontvankelijk zijn voor anderen? Voor Anja was het genoeg geweest, en niets of niemand kon dat afwenden. Alle pogingen van buitenaf versterkten alleen maar haar fatale voornemens. Tot de laatste dag bleef ze haar uiterlijk dat extravagante accent geven. Bijzonder moedig... Of waren het de allerlaatste pogingen om uit de toon te vallen, om zich verheven te voelen boven de grauwe massa waarbij ze niet wilde horen?...
|