Lyceum, schooljaar 1997-1998, onder leiding van directeur Wijsneus.
Het lyceum was toen nog een bloeiende witte school... totdat er vreemde eenden in de bijt binnensijpelden. Ik heb het zien gebeuren. Zo van die rare kwasten, verloren gelopen en verzeild geraakt in het eerste middelbaar. Geslaagd in het zesde leerjaar waar een leerkracht niet racistisch wou zijn en de Turkse leerlingen liet slagen. Ja, zo werkte dat.
Ferat was een Turkse leerling in het eerste middelbaar. Zijn klasgenoten waren blank, gemotiveerd en gedisciplineerd, zo van die eigenschappen waar we ver naar moeten zoeken bij migrantenleerlingen.
Ferat viel de eerste week van het schooljaar al uit de toon door ernstige gedragsproblemen, ook door onvoldoende capaciteiten, een onbekwame belhamel dus. Hij was er zo eentje die zich niet wilde integreren in het normale schoolgebeuren. Halsstarrig bleef ie naast de sporen lopen en in de kijker ook nog. Herhaaldelijk werd hij gewaarschuwd, maar toonde geen enkele poging om van goede wil te zijn.
Uiteindelijk organiseerde Wijsneus een speciale vergadering met als onderwerp: Verwijdering uit School. Voor migrantenleerlingen lag dat toen heel erg gevoelig. Niemand wou de onverdraagzame uithangen. Sommige leerkrachten wilden hem zelfs nog een 29ste kans geven... Vlaams Jefke zou allang met klikken en klakken buitengesmeten zijn, zonder poespas errond zoals bij migrantenleerlingen.
Lieve kreeg de ondankbare opdracht om samen met het Integratiecentrum een nieuwe school voor Ferat te zoeken. Ja, dan krijgen die sloebers ook nog eens bijstand plus een paar verlofdagen om een andere school te zoeken. En Wijsneus was verlost van een lastige karwei. Die man verstond de kunst om zich te verstoppen als het heet werd. Achter de coulissen dirigeerde hij intriges rond moeilijke leerlingen. En ondertussen was hij onzichtbaar en ongenaakbaar.
Ik voelde me bedreigd en overgeleverd aan de dames van het Integratiecentrum, aan een stelletje wilde wolvinnen die het niet eens waren met Ferats verwijdering uit school. Een Turkse medewerkster van het Integratiecentrum belde me zelfs thuis op. Het maakte een intimiderende indruk op mij.
Gewapend met een dictafoontje begaf ik me naar mijn gesprekspartners. Toch erg hé als je zulke maatregelen moet nemen om een gesprek zakelijk te houden. Het toestelletje zette de dames aan om voorzichtig te blijven en zeker niet in de aanval te gaan.
Hoe het afgelopen is met Ferat? Ik weet het niet. Dat soort kereltjes verhuist vaak van de ene naar de andere school zonder iets te bereiken, zonder iets te presteren, en dan blijven ze overal zo wat rondhangen en iedereen ambeteren tot ze rijp zijn om te gaan doppen...
|