'k Heb vroeger eens flink overhoop gelegen met een linkse meneer uit Brussel die mijn werk kwam controleren. Ne bloedzuiger. Hij was er zo eentje die niet wist wat er aan 't gebeuren was met het onderwijs waar plotseling een hoop vreemde leerlingen beslag legden op Vlaamse schoolbankjes. Hij zwaaide hulpeloos met zjn armen in de lucht en bekeek me met een verwijtende blik alsof ikzelf die migrantenleerlingen gemaakt had, of ze ingevoerd had vanuit het buitenland.
De aanzet was er. Ik kon niets meer goedmaken. Ik voelde het al aankomen, weer zo ene die de rechtse weg kwijt was en dacht dat alles wat vreemd was moest verdedigd worden. Ik was al verloren toen de man mij nog niet gezien had. Hij boog zich over mijn papieren en speurde ijverig naar tekortkomingen, naar vergissingen en fouten. Het wilde niet goed lukken, en dat maakte hem nerveus... tot hij een lijstje in de gaten kreeg met Turkse namen en adressen. Met een achterdochtige blik vroeg hij om uitleg: "Wel, mijnheer de inspecteur, dit zijn nu allemaal migrantenouders die van slechte wil zijn, die hardnekkig blijven weigeren om in orde te zijn met formulieren en met doktersbriefjes, die hun kind onwettig thuishouden, die nooit de agenda van hun kinderen controleren, die nooit naar een ouderavond komen, die thuis Turks blijven spreken tegen hun kinderen, die hun huiswerken niet nakijken, die hun lessen niet overhoren, die hen woensdagmiddag naar de koranles sturen..."
Mijn argumenten voor het hanteren van een 'zwarte lijst' maakten geen indruk op de inspecteur. Ook niet toen ik hem vertelde dat het met de toewijding van een monnik samengesteld werd ten dienste van leerkrachten en begeleiders, om zo samen te kunnen werken aan de integratiebereidheid van nalatige migrantenouders. De man bekeek me misprijzend en afkeurend. Hij zwaaide met 'discriminatie' en 'viseren van een allochtone groep'... Het woord 'stigmatiseren' moest toen nog uitgevonden worden.
Hij vond mij niet geschikt voor het werk in concentratiescholen, omdat allochtone uitvallers onder de voetmat geveegd moesten worden, omdat leerkrachten met hun zondagse handschoenen misstapjes door de vingers moesten zien. Asociaal gedrag in de klas moest getolereerd worden, strubbelingen op de speelplaats, incidenten op straat en op pleinen van de supermarkt, alles klasseren zonder sancties, dat was het gedacht van dat wereldvreemd inspecteurke, en zijn grijs kostuum vond ik ook maar niks.
Ik kreeg een hekel aan die groene linkse kikker uit Brussel die geen benul had van de rotzooi die zich toen in het onderwijs aan het ontwikkelen was.
De onwil van migrantenouders werd vroeger in de scholen vastgesteld en besproken. Veel gezeur errond, maar er gebeurde niets. Men ging ervan uit dat allochtonen tijd nodig hadden om zich aan te passen aan de verwachtingen van een gestructureerde maatschappij, aan het schoolreglement, aan verplichtingen en regels. Men wachtte af. Alles zou wel vanzelf in de plooi vallen, dácht men. Ondertussen versterkte zich het gevoel van straffeloosheid bij allochtone leerlingen, en van respect voor gezag was natuurlijk ook geen sprake, want er was geen gezag. Allochtone leerlingen zijn zelf schuldig aan hun sociaal isolement. Hun onuitroeibaar samenhorigheidsgevoel houdt hen samen en sterk, waarom zouden ze dan nog moeten samensmelten met een andere samenleving?!...
|